Verdoving van het oog Anesthesie
Inleiding U moet binnenkort een oogoperatie ondergaan. Tegenwoordig wordt het merendeel van de oogoperaties onder plaatselijke verdoving verricht. Uw oogarts en/of de anesthesioloog zal met u bespreken of u hiervoor in aanmerking komt. De anesthesioloog De anesthesioloog (ook wel anesthesist of narcotiseur genoemd) is de arts die zich heeft toegelegd op het toedienen van de verschillende vormen van anesthesie, pijnbestrijding en de intensieve zorg rondom de operatie. De anesthesie die de anesthesioloog zal toedienen is afgestemd op uw gezondheid en conditie. Daarbij wordt rekening gehouden met de operatieve ingreep en uw persoonlijke wensen. Tijdens de gehele operatie is de anesthesioloog of diens assistent voortdurend bij u. Met behulp van moderne bewakingsapparatuur houdt hij onder andere uw ademhaling, bloeddruk, temperatuur en polsslag voortdurend in de gaten. Zonodig kan de anesthesioloog of diens assistent op ieder moment de anesthesie bijstellen. Kennismaking Voordat u de operatie ondergaat, zal de anesthesioloog of diens assistent u onderzoeken. Om uw lichamelijke conditie vast te stellen zijn soms ook nog aanvullende onderzoeken nodig, zoals bijvoorbeeld het maken van een hartfilmpje (ECG). U krijgt van een medewerker een vragenlijst mee die u in moet vullen voordat u naar de anesthesioloog komt. Afhankelijk van uw gezondheid en de soort ingreep zult u ruim vóór de ingreep een eerste kennismakinggesprek krijgen met een anesthesioloog of diens assistent. Om organisatorische redenen kan dit een andere anesthesioloog zijn dan de anesthesioloog die u de narcose geeft. De kennismaking met de anesthesioloog vindt meestal plaats bij Pré-operatief onderzoek. Als u de anesthesioloog of diens assistent ontmoet, heeft hij uw medisch dossier al bestudeerd, maar wil hij voor de volledigheid nog wat vragen stellen. Zo zal hij willen weten welke medicijnen u slikt en of u overgevoelig (allergisch) bent voor bepaalde medicijnen. Ook zal hij vragen stellen over eerdere operaties en hoe u toen op de anesthesie reageerde. Aan de hand van dit gesprek, de gegevens van de behandelend specialist, de door u ingevulde vragenlijst, eventuele aanvullende onderzoeken en uw eigen vragen zal de anesthesioloog of diens assistent met u bespreken welke vorm van anesthesie voor u het meest geschikt is. Dit kennismakingsgesprek is natuurlijk ook voor u het moment om vragen te stellen en alle wensen, maar ook angsten over de anesthesie te bespreken. Een handige tip: maak een lijstje met vragen waarop u een antwoord wil krijgen! Voorbereiding op de operatie Nuchter zijn Het is van belang dat u nuchter bent op het moment dat u geopereerd wordt. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 2
Dit geldt alleen voor een algehele anesthesie (narcose). Echter voor de plaatselijke verdoving van het oog behoeft u niet meer nuchter te blijven en mag u gerust iets eten. In een zeer klein percentage van de operaties kan het nodig zijn u alsnog onder volledige narcose te brengen ondanks de plaatselijke verdoving, dit gebeurt hoogst zelden. Als de operatie 's morgens plaatsvindt en u krijgt narcose, dan mag u vanaf 24.00 uur in de nacht voorafgaande aan de operatie niet meer eten, drinken of roken. Wel mag u tot twee uur voor de operatie nog een glas heldere drank (thee of water) drinken. Koolzuurhoudende dranken, koffie of melkproducten zijn níet toegestaan. Als u pas 's middags wordt geholpen mag u vroeg in de ochtend nog een licht ontbijt (beschuit met thee, water of appelsap) nuttigen en tot 2 uur voor de operatie nog een glas heldere vloeistof drinken. Een klein slokje water om medicijnen in te nemen of tanden te poetsen is altijd toegestaan. Het dragen van hulpmiddelen bij narcose Als u een kunstgebit draagt, dient u dit op de kamer achter te laten. Alleen als het kunstgebit zo vastzit dat het moeizaam te verwijderen is, mag u het inhouden. Ook sieraden, contactlenzen, bril of gehoorapparaat dient u achter te laten. Als u echter zonder gehoorapparaat zo slecht hoort dat communiceren nauwelijks meer mogelijk is, kunt u deze het beste wel meenemen naar de operatiekamer. Het dragen van hulpmiddelen bij plaatselijke anesthesie Wanneer u een plaatselijke verdoving krijgt mag u uw kunstgebit en/of gehoorapparaat meenemen naar de operatiekamer. Piercings Piercings dienen in principe verwijderd te worden vóór een operatie. Alleen indien de piercing zich niet in het operatiegebied bevindt kan in overleg besloten worden deze te laten zitten. Het gebruik van make-up Het gebruik van make-up en nagellak vóór de operatie dient achterwege te blijven. Kunstnagels kunnen in principe blijven zitten. Alleen wanneer deze donker van kleur zijn dient er één verwijderd te worden (bijv. van de duim). Het gebruik van bodylotion voor de operatie is niet toegestaan, omdat het dan moeilijker is de huid te desinfecteren. De anticonceptiepil Vrouwen die de anticonceptiepil slikken adviseren wij deze te blijven gebruiken. Na de narcose kan echter, gedurende de rest van de cyclus, niet meer gerekend worden op volledige bescherming tegen zwangerschap. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 3
Plaatselijke verdoving van het oog Infuus Bij elke vorm van anesthesie zal vooraf een infuusnaald in uw onderarm of op de handrug worden ingebracht. Dit wordt gedaan om bij eventuele problemen een directe toegangsweg tot de bloedbaan te hebben. Druppelen van het oog Voordat de daadwerkelijke verdoving gegeven wordt, wordt uw oog eerst oppervlakkig verdoofd door middel van druppels. Het inspuiten van de verdovingsvloeistof De stoel waarin u zit wordt in ligstand gezet. Daarna zal de anesthesioloog onder langs het oog een naald inbrengen, terwijl u met open ogen recht naar boven kijkt. Een anesthesie-assistent zorgt er intussen voor dat u een vast punt hebt om naar te kijken, door een vinger boven uw hoofd op te steken. Als de naald is ingebracht, zal de anesthesioloog u vragen om uw oog even naar links en rechts te draaien. Daarna wordt de verdoving ingespoten en zal het oog snel verdoofd raken. Het inspuiten van de verdovingsvloeistof kan kortdurend een onaangenaam drukkend gevoel geven bij uw oog. Nadat de verdoving is toegediend, wordt een drukverband op uw oog aangelegd dat blijft zitten totdat u geopereerd wordt. Dit zorgt ervoor dat de verdovingsvloeistof zich beter verspreidt rondom het oog. Tijdens en na de operatie De operatie duurt ongeveer 15 minuten. Gedurende deze tijd ligt u helemaal plat in uw stoel. Na de operatie mag u weer gewoon rechtop in de stoel zitten, met een verband op uw oog. Na een kort verblijf in de recovery, ook wel de uitslaapkamer genoemd, mag u weer teruggaan naar de afdeling Dagverpleging. Voor- en nadeel van een plaatselijke verdoving Voordeel van de plaatselijke verdoving van uw oog is dat deze verdoving minder belastend voor u is dan een algehele narcose. In zeldzame gevallen kan er een bloeding ontstaan op de plaats waar geprikt wordt, waardoor de operatie uitgesteld dient te worden. Om de kans hierop zo klein mogelijk te houden moet het gebruik van een aantal bloedverdunnende medicijnen enkele dagen voor de operatie gestopt worden. De anesthesioloog of diens assistent bespreekt met u of dit voor u van toepassing is en op welk moment u in dat geval moet stoppen. Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u ze stellen tijdens het kennismakingsgesprek met uw anesthesioloog of diens assistent. Hij of zij is graag bereid uw vragen en wensen met u te bespreken. De tekst van deze folder en van de folders over de diverse soorten anesthesie is beschikbaar via de website van ons ziekenhuis. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 4
P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 5
Pré-operatief onderzoek Meldpunt Oost 03 Telefoon 088 459 1953 Internet www.orbismedischcentrum.nl 546 04-2013