Inhoudsopgave. Voorwoord 4-5. Masterplanner & Stedenbouwkundige 6-25. Supervisor & Stedelijk Adviseur 28-40. Nederlands Rijksbouwmeester 44-49

Vergelijkbare documenten
maasboulevard venlo Een nieuw stedelijk verblijfsgebied aan de Maas

Park van buijsen pijnacker-nootdorp. Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding

Ongewoon Strijp-S SAS-3 Levendig straatbeeld Sedum Parkeerkelder

Voorlopig ontwerp Leidsche Rijn Centrum Kern 14 september 2011

Het dozijn van Sluiseiland, Vianen. Beeldkwaliteitscriteria voor Sluiseiland in 12 afspraken

PLAATSNAAM. Duurzaam landschappelijk raamwerk leidt tot zeer groen Slogan profiel

Typisch gemert. Stedenbouwkundige hoofdstructuur en beeldkwaliteit geven Gemert een nieuwe impuls

Amsterdam overhoeks. Ontwerp voor her-ontwikkeling van het Shellterrein op de Noordelijke IJ-oever in Amsterdam.

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Cuijk - De Valuwe. Openbare ruimte De Valuwe

de balije utrecht Rijke cultuurhistorie en parken leiden tot ongewone vinexwijk

t bouwhuis enschede Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug

beschrijving plankaart.

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

Citadel, Nijmegen Nieuw centrum voor de Waalsprong

HET LEVENDIGE DORPSPLEIN WAAR SON EN BREUGEL ZICH TOONT!

Uitnodiging Babel. Op 13 mei organiseert Stichting Babel een bezoek aan het sluizencomplex van Leidschendam, zie bijgaande uitnodiging.

In opdracht van Multi Vastgoed, Johan Matser en Bam Vastgoed. Leidse Rijn Centrumplan, Utrecht

PLAATSNAAM. Wonen in een collectief landschapspark aan een beekje in Gemert Slogan

Deventer - Stationsomgeving. herinrichting openbaar gebied, kantoren, onderwijs en stedelijke voorzieningen.

De Bisschoppen utrecht. Multifunctionele buitenruimtes voor student, bewoner én vlinder

strijp R eindhoven Van industrieterrein tot groenstedelijk woonmilieu

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio.

Citadel, Nijmegen Nieuw centrum voor de Waalsprong. In opdracht van GEM Waalsprong, AM, Multi V astgoed, Heijmans, Portaal en Rabobouwfonds

Lezing geluid in ro 28 juni 2017 vissers & roelands architecten & ingenieurs 1. Lezing geluid in ruimtelijke ordening 28 juni 2017

Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost

KANAALZONE. ALKMAAR Ontwikkelbeeld. overdie DE ONTWERPOPGAVEN VOOR DEELGEBIED OVERDIE

Bijlage 2: Uitgangspunten. Ontwikkelstrategie Suikerfabriek

Amsterdam - Staalmanpleinbuurt. Stedenbouwkundig ontwerp voor herstructurering naoorlogse woonwijk.

Carlo Laatst. Portfolio Instapproject Architectuur

eemhaven amersfoort Eén haven, twee kades: herinrichting zet Eemhaven op de kaart

HilberinkboscH architecten Wamberg sM - berlicum t woningen De Hoef Rosmalen 206

uitwerking deelgebied Dordrecht Weeskinderendijk

KIJKDUIN FINEST OF OCKENBURGH STEDENBOUW, LANDSCHAP & BEELDKWALITEIT

CAMPUS-park Delft TU Noord

Scenario s andere referenties - bouwblokken STEDENBOUWKUNDIGE VERKENNING CENTRUM ZEIST I APRIL 2019 I SVP ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW

Ede - Oost Spoorzone. Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen, spoorzone, stationsomgeving

januari 2016 Anne-Marie Majoie-Keet park de olykampen het groene tapijt van raalte-zuid

Analyse en ontwerp Wallhouse

figuur 1a Plankaart OOB

SAMENHANG EN IDENTITEIT

stads- en landschapsontwerp Wonen Westerkade HA Utrecht

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen

Concept voorontwerp Jaarbeursplein. 27 maart 2013

RUIMTELIJK ONDERZOEK

Ontwikkelingsvisie. Noordereiland & Burgemeester Drijbersingel, Zwolle. DeZwarteHond.

Dijkpark elzenhagen-zuid

Stedenbouwkundig advies reclamemast Facilitypoint Gemeente Hardinxveld-Giessendam

groot ziekengasthuisterrein s-hertogenbosch

Centrum Zeist. Stedenbouwkundige verkenning. April 2019

stadhouderspark vught Van kazerneterrein tot woonwijk tussen de bomen

DOOR HET SAMEN TE DOEN, MAAK JE GEWOON EEN BETER PLAN

KANAALZONE. ALKMAAR Ontwikkelbeeld RWZI DE ONTWERPOPGAVEN VOOR DEELGEBIED RWZI

KANAALZONE. ALKMAAR Ontwikkelbeeld RWZI DE ONTWERPOPGAVEN VOOR DEELGEBIED RWZI

Doorkijk vanuit het winkelcentrum-plein op het Raam van de Betuwe (foto hierboven).

CAMPUS TU NOORD DELFT. Groene, waterrijke campus met verblijfskwaliteit voor iedereen

plein 44 nijmegen Een plein voor iedereen

strijp R eindhoven Van industrieterrein tot groenstedelijk woonmilieu

Den Helder Stadshart 47

ESSE ZOOM LAAG NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS

een breed gedragen alternatief Haarlem 1 december 2013

Masterplan. Landschapspark aan de Hoofddijk - De Uithof

STEDENBAAN Station Moerwijk

venlo Nieuw stedelijk gebied langs de rivier

Structuur ontwerp. Stadsparc Sittard

Beeldkwaliteitplan t GIJMINK

Aanbouw en verbouw Veenweg 29d te Groningen

Schouwburg de Kampanje Den Helder

Aandachtspunten de Griend e.o.

Delft Poptahof. Herstructurering zestigerjarenwijk Poptahof in Delft.

112 woningen plan St. Cyr Geldrop

Beeldkwaliteitsplan. Jazz City. Roermond. 29 oktober 2013

Herontwikkeling Gasthuyspoort, Breda

Stedenbouwkundig ontwerpen

Masterplan - Leidsche Rijn Centrum

Rieteiland oost. Het kleinste eiland van IJburg: rustig, natuurlijk en groen

BORGSTEDE EN OMGEVING

Ruimtelijk Landschappelijke Beoordeling van een Stedenbouwkundig Ontwerp

stadhouderspark vught Van kazerneterrein tot woonwijk tussen de bomen

Cohousing Strijp-R. Eindhoven, Strijp-R. Architecten

3 augustus woningen in groenzone

Transformatie Tapijnkazerne. Dialoogavond Tapijn

Ruimtelijke kwaliteit van het Suikerunieterrein en omgeving

KANAALZONE. ALKMAAR Ontwikkelbeeld. oudorp DE ONTWERPOPGAVEN VOOR DEELGEBIED OUDORP

Ruimtelijke inpassing asielzoekerscentrum te Heerenveen Maart 2016

arnhem nieuwstraat e.o. schetsontwerp 15 december 2010

gebiedsvisie beers-vianen Vernieuwd kampenlandschap waarborgt kwalitatieve transformatie van landelijk gebied

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving

STAD OP OOGHOOGTE IN NIEUWBOUWPROJECTEN

In opdracht van HBG Vastgoed, Amsterdam. 3 Urban Villa s PTDSN Terrein, Hilversum

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Stedenbouwkundige onderbouwing dakopbouwen Componistenbuurt

D A M C E N T R U M B E E L D K W A L I T E I T. o k t o b e r

Monnikenhuizen. Van voetbalveld tot weldadige woonwijk

walpark utrecht Geluidswal omgetoverd tot park voor vinexwijk

Ontmoetingsplein kapellen. Keuvelen en kuieren in Kapellen

Hanevoet. Postbus LR Eindhoven

Centrumplan best. Groene stedenbouwkundige structuur brengt eenheid en kwaliteit terug in dorp

Academietuinen Universiteit utrecht. Ambitie leidt tot verleidelijke binnentuinen

D E G R A A N S I L O

Transcriptie:

JO COENEN

Inhoudsopgave Voorwoord Masterplanner & Stedenbouwkundige Supervisor & Stedelijk Adviseur Nederlands Rijksbouwmeester Biografie Contact 4-5 6-25 28-40 44-49 52-53 54

Voorwoord Jo Coenens stedenbouwkundige activiteiten zijn zeer divers: naast zijn expertise van stadsbouwmeester in vele steden en gebieden tot rijksbouwmeester van heel Nederland, hoogleraar, professor, adviseur en jurylid voor ontelbare studies en competities in binnen- en buitenland, werkt hij al meer dan drie decennia aan vele concrete stadsontwerpen en transformaties van belangrijke urbane gebieden. Er bestaat inmiddels een lange, uitgebreide lijst van uitbreidingsplannen, masterplannen voor voormalige industriële gebieden, waterfronten en sierlijke inwevingen van nieuwe inplant in bestaande weefsels. Even lang en uitgebreid is de lijst met projecten waar Jo Coenen als supervisor en stedelijk adviseur bij betrokken is geweest. Dit document toont een greep uit de talrijke uiteenlopende projecten, activiteiten en initiatieven waar Coenen de afgelopen 35 jaar bij betrokken is geweest en is als volgt ingedeeld: Coenen is op zijn best indien hij het gehele repertoire van de stedelijke grammatica mag rangschikken en ordenen: niet enkel de gebouwde delen maar ook de niet gebouwde landschappelijke contexten. Dit alles altijd tegen de achtergrond van het historisch beladen erfgoed. Onder de talrijke stedenbouwkundige plannen bevinden zich vele uitbreidingen cq. inbreidingen van stukken stad, maar het zijn in eerste plaats de transformaties van bestaande contexten en te repareren gebieden, die de hoofdmoot van zijn productie zijn gaan vormen. Het thema nieuw versus oud is door hem uitgebreid met het hoofdstuk nieuw versus bestaand en hij richtte met name voor deze ontwerpattitude een geheel nieuwe leerstoel aan de Faculteit voor Architectuur aan de TU Delft op. Coenen zoekt net zolang totdat het bestaande integraal gebruikt kan worden en ongemoeid en als vanzelfsprekend door het nieuw toegevoegde geassimileerd wordt. Hij noemt deze Kunst van de Versmelting het hoogtepunt van de stadsontwerpkunst: een reeds lang vergeten ontwerpattitude die de intellectuele basis en motivatie leverde voor de transformatie en groei van grote historische steden met een cultureel volwaardige en integrale snit. Daar hij geen voorstander is van de methode van additie van autonome, op zichzelf staande objecten, zoekt Coenen steeds naar de mogelijkheden en voorwaarden voor (ver)bindingen, continueringen en markeringen. Hij bespeelt de identiteit en authenticiteit van domeinen op de meest uiteenlopende wijzen en gaat daarbij de complexiteit niet uit de weg. Masterplanner & Stedenbouwkundige Dit hoofdstuk laat een aantal (gerealiseerde) masterplannen van Coenens hand zien, van zijn eerste grote stedenbouwkundige opdracht voor het Sphinx Céramique terrein in Maastricht - waarmee hij bekendheid kreeg in binnen- en buitenland - tot het zeer recente plan voor Mantes La Jolie nabij Parijs. Kenmerkend voor Coenens werk zijn de internationale contacten die hij steeds weer aanboort, zijn inspirerende langetermijnvisie en grensoverschrijdend denken. Supervisor & Stedelijk adviseur De projecten die in dit hoofdstuk aan de orde komen, zijn van meer op onderzoek gerichte en analyserende aard. Coenen verdiept zich in de historie, de infrastructuur, de dynamiek van een (deel)gebied en brengt daar advies over uit. Als supervisor van verschillende plannen, treedt hij op als bewaker van de ruimtelijke kwaliteit van het publiek domein, van de stedenbouw en van de architectuur. Nederlands Rijksbouwmeester Binnen de Nederlandse architectuur treedt Coenen op als pleitbezorger voor meer historisch besef, meer diepgang en meer gevoel voor continuïteit. Tijdens zijn Nederlands rijksbouwmeester periode (2000 2004) heeft hij op verschillende vlakken een stempel kunnen drukken wanneer het gaat om kwalitatief beleid inzake architectuur, stedenbouw en opdrachtgeverschap. Dit hoofdstuk gaat in op een aantal van Coenens initiatieven en projecten uit deze periode. 4 5

JO COENEN MASTERPLANNER & STEDENBOUWKUNDIGE 6 7

Sphinx Céramique Maastricht opdrachtgevers: gemeente Maastricht, Vesteda Project 1987-2008 Het stedenbouwkundig plan voor de herinrichting van het ruim 23 hectare grote voormalig industrieterrein van Sphinx Céramique berust op drie hoofdgedachten: Uitbreiding: Céramique wordt geen buitenwijk maar een echt binnenstadsgebied, een uitbreiding van het stadshart. Verzoening: Céramique sluit zorgvuldig aan bij de bestaande stadswijken waaraan het aan drie kanten grenst. Connectie: er komt een goede, intensief gebruikte verbinding tussen het oude en het nieuwe centrum, een voetgangersbrug over de Maas. De hoofdstructuur van het plan bestaat uit de Avenue Céramique, van precies dezelfde breedte (40 meter) als de wegen waarop hij aansluit. Alle andere straten, met grotendeels hofachtige bebouwing, staan dwars op deze Avenue. De Noordknoop en de Zuidknoop vormen de polen waartussen Céramique zich uitstrekt. Het zijn belangrijke trefpunten: de bebouwing is hier zeer compact en concentreert publieke functies. De openbare ruimte is er als verblijfsplek ingericht. Architectonisch is, met inzet van een keur aan buiten- en binnenlandse architecten (onder wie Alvaro Siza, Mario Botta, Aurelio Galfetti, Jan Keromnes, Boudewijn Snelder, Arno Meijs en Ger Rosier, Hans Zuketto, Luigi Snozzi, Antonio Cruz en Antonio Ortiz en René Greisch), voor waarachtig stedelijk elan gezorgd. Hier gaat de Avenue Céramique over in respectievelijk de Wilhelminasingel (via een royale zwenking) aan de noordzijde en de Limburglaan (via een rotonde) aan de zuidkant. Direct langs het water bevindt zich een driehoekige parkzone: een rustig wandelgebied zonder commerciële functies. Dit weerspiegelt het park dat zich precies aan de overkant bevindt, en grenst aan het stenige gebied van de Noordknoop. De nieuwe voetgangers- en fietsersbrug verbindt het gebied met het centrum van de stad aan de andere zijde van de rivier de Maas. Avenue Céramique - Maastricht Architectuur & Céramique La Fortezza: Mario Botta Bonnefantenmuseum: Aldo Rossi Stoa: Luigi Snozzi Patio Sevilla: Cruz y Ortis Résidence Sonneville: Bob van Reeth Centre Céramique: Jo Coenen 8 9

KNSM-Eiland Amsterdam opdrachtgever: gemeente Amsterdam 1988-1995 Coenens eerste grote opdracht betrof de herinrichting van een Amsterdams haveneiland, vrijgekomen nadat het havenbedrijf in een van haar vele groeistuipen definitief westwaarts was getrokken, richting Noordzee. Coenen koos voor een gesloten stedelijke bebouwing die reminiscenties oproept aan negentiende-eeuwse plannen voor grootscheepse nieuwbouw in en rond het Open Havenfront. De hoofdstructuur is voor een bezoeker in een oogopslag te herkennen: een brede boulevard met ruime groenstroken als ruggengraat van het plan, aan de zuidkant traditionele gesloten bouwblokken met als bijzonderheid ronde pleintjes in de binnenhoven aan de noordkant een toren en drie halfopen bouwblokken met terraswoningen en op de kop van het eiland een grote rotonde omringd door urban villa s. De schaal van de bebouwing is afgestemd op de forse maten van het water, de kades en de laatste resten van de havenloodsen. Het gesloten straatbeeld zorgt voor herbergzaamheid op deze winderige plek. De blokken werden onder supervisie van Jo Coenen en Tjeerd Dijkstra uitgevoerd door Bruno Albert, Hans Kolhoff, Wiel Arets, Hein de Haan en de gebroeders Frank en Paul Wintermans. De kop nam Coenen zelf voor zijn rekening. Een deel van de oude havengebouwen werd gehandhaafd, zoals het kantinegebouw, de dokterwoningen, Loods 6, het douanegebouw en het kantoor van de Rijn Scheepvaart Maatschappij. Loods 6 is nu o.a. een ateliergebouw en biedt onderdak aan diverse winkels, een galerie en een kunstuitleen. KNSM-eiland - Amsterdam Architectuur & KNSM-eiland Piraeus: Hans Kolhoff & Christian Rapp Barcelona: Bruno Albert Skydome: Wiel Arets Hoogland: Diener&Diener Emerald Empire: Jo Coenen 10 11

Vaillantlaan Den Haag opdrachtgever: gemeente Den Haag 1989-2006 Uitgangspunt van het stedenbouwkundig-architectonisch plan was om met de nieuwe Vaillantlaan een tegenwicht te bieden tegen de versnippering in de rest van de Schilderswijk, die het gevolg is van tal van uiteenlopende stadsvernieuwingsingrepen. Met behulp van een groot aantal basiselementen werd een `bouwdoos samengesteld waarmee de architecten van de verschillende planonderdelen hun gevels moesten componeren: raamkaders, daklijsten, vloerbanden en plinten. De ritmische toepassing van arcaden, etage-hoge ramen met Franse balkons en ramen met diepe neggen moest over een lengte van 1.100 meter voor een gevarieerd, maar samenhangend beeld zorgen in de gevels, zonder de toepassing van woningvarianten te frustreren. Geprefabriceerd (halfsteens) metselwerk moest de verticale lijnen in de gevel accentueren. Het blok aan het Vaillantplein is door Coenen zelf uitgewerkt. Ook ontwierp hij tussen het Vaillantplein en de Van Ostadestraat een nieuw profiel voor de laan. Door de rooilijnen aan beide zijden vijf meter terug te leggen krijgt de laan een breedte van 32 meter die ruimte biedt voor bomen, brede trottoirs, vrije fietspaden en speciale parkeerhavens. De Vaillantlaan Bouwdoos Vaillantlaan - Den Haag 12 13

Maasoevers & Maas-Markt Maastricht opdrachtgevers: 3W Vastgoed i.s.m. gemeente Maastricht 1989-2007 Dit masterplan concentreert zich op de Maasoevers aan de kant van het oude stadshart, maar richt zich meteen op de samenhang daarvan met de hele stad. De centrale vraag die Coenen zich stelde was: hoe kan ik deze oevers weer inlijven bij het publieke domein van de stad en de waterkant weer echt bereikbaar maken, met name in het gebied tussen de Servaasbrug en de Wilhelminabrug. De belangrijkste ingreep is het aanleggen van een tunnel die het autoverkeer langs de hele Maaskade (dus: feitelijk langs de gehele binnenstad) ondergronds maakt. Waar de oever weer groen wordt, mag de auto naar boven. Deze kade wordt dan ingericht als publiek domein dat aanhaakt bij de bestaande voetgangerscircuits: bij het oude circuit, langs de pleinen in het oude centrum, maar ook bij het nieuwe circuit naar Céramique, dat via een nieuwe voetgangersbrug bereikbaar wordt. In het plan wordt ingespeeld op alle historische sporen die ter plekke aanwezig waren. Zo worden de niveauverschillen langs de oever, die al bij de Kamer van Koophandel werden gebruikt, ditmaal aangewend voor de aanleg van een dubbele promenade: een kadelaag gelegen direct langs het water, en een hogere aan de stadskant daarnaast. Maar ook wordt de oude bebouwing uitgebuit; een bij de afgravingen blootgelegde boog van de Servaasbrug wordt nu een poort over het wandelpad. Nieuwbouw wordt toegevoegd: een rederijkantoor, een fietsenstalling, een restaurant, cafés en kantoren. Bestrating, beplanting en straatmeubilair maken integraal deel uit van het masterplan: ze geven maat aan een anders mateloos groot gebied. Het beoogde resultaat is, in de woorden van Coenen, een genereuze uitbreiding van het publiek domein, vergelijkbaar met Céramique, waarbij de totale ingreep uiteindelijk zo onzichtbaar is dat mensen zullen denken dat het altijd zo geweest is. Inrichting Openbare Ruimte Maas-Markt masterplan - Maastricht 14 15

Smalle Haven Eindhoven opdrachtgever: gemeente Eindhoven 1990-2006 Het stedenbouwkundig plan Smalle Haven weerspiegelt de binnenstad van Eindhoven, die gekenmerkt wordt door een reeks -soms fragmentarische accenten, opgenomen in het stedelijk weefsel. Deze accenten openbaren zich zowel in de gebouwde omgeving als in de openbare ruimte. Het plan Smalle Haven vormt de sluitsteen van het centrum van Eindhoven. In dit stedenbouwkundig ontwerp streeft Jo Coenen naar een maximale doorwaadbaarheid van de openbare ruimte in samenhang met de gebouwde omgeving. Een belangrijk punt hierin vormt het Catharinaplein waar de oude binnenstad, de Heuvelgalerie, Stratumseind en de Smalle Haven elkaar ontmoeten. Op deze plek haakt het plan Smalle Haven aan het binnenstedelijk weefsel. De opbouw van het plan bestaat uit een geheel van twee lagen waarboven diverse delen uitsteken. Het introduceren van een opeenvolgende reeks stadstypologieën als straten, tuinen, arcaden en (soms overdekte) pleinen zorgt voor de continuïteit van de openbare ruimte. Het doel van Jo Coenen is deze reeks -als tegenhanger van de drukke verkeersaders Vestdijk en Ten Hagestraat-onderdeel te laten worden van het informele voetgangersdomein. Dit voetgangersdomein heeft duidelijke grenzen door in het hele gebied alle plandelen op een ietwat opgetild niveau te brengen. De hoofdbestanddelen van het ontwerp zijn, van noordwest naar zuidoost gelezen: de stadstuin met colonnade-bebouwing, de integratie van het jongerencentrum Dynamo, het nieuwe gebouw voor de gemeentelijke dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (WZl), de woontoren aan de Vestdijk en tenslotte het woonensemble Medina. Verschillende schalen komen in Smalle Haven bij elkaar. Smalle Haven - Eindhoven Architectuur & Smalle Haven Medina: Neave Brown Catharinaplein, Catharinahuis: Charles Vandenhove Dynamo: Bert Dirrix & Roland Laurey WZI gebouw: Jeanne Dekkers Collonadebebouwing & Vestedatoren: Jo Coenen 16 17

Plan van Aanleg Oud-Rekem (BE) opdrachtgever: particulier 1993-1995 (niet gerealiseerd) In jaren 90 maakte Coenen kennis met het Belgische dorp Oud-Rekem toen hij uitgenodigd werd door Leon Hermans om het gebied, 12 hectare groot inclusief kasteel, maar met verlaten panden van een voormalig gesticht, te ontwikkelen tot woon-werkgebied. Het ging hier om een dorp met een rijke historie, en de niet te onderschatten complexiteit van België. En wat Coenen nog niet wist: er was nog geen bestemmingsplan. Dat was zijn eerste opdracht: maak een plan dat zo goed is dat de bestuurlijke afhandeling een formaliteit is. Het tegendeel was het geval, zo bleek. Een moeizaam proces volgde, het ging per slot van rekening om historisch erfgoed. Maar na een paar jaar kregen ze groen licht. In zijn Plan van Aanleg voorzag Coenen allereerst woningen om Oud-Rekem als dorp de rug te geven die tot dan toe door muur en gebouwen van kasteel en gesticht werd verschaft. In het kasteel zou een museum voor hedendaagse kunst komen, in het poortgebouw een café-restaurant, in het minderbroedersklooster ateliers en woningen. Het terrein zelf was bestemd als park met veel publieke ruimte en plek voor luxe villa s en huizen. Coenen haalde gerenommeerde collega s als Francesco Venezia en Luigi Snozzi naar Oud-Rekem om onderdelen van het plan voor hun rekening te nemen. Zelf ontwierp Coenen aan de kant van het kanaal een voor Hermans bestemde villa, een eerbetoon aan Mies van der Rohe. Christian Kieckens nam de renovatie van drukkerij Salto, gevestigd in de voormalige wasserij van het gesticht, voor zijn rekening. Het is het enige onderdeel van het plan-coenen dat daadwerkelijk is uitgevoerd. Luchtfoto - Oud-Rekem Architectuur & Oud-Rekem Francesco Venezia Luigi Snozzi Christian Kieckens Jo Coenen 18 19

Belval-West Esch-Sur-Alzette (LU) opdrachtgever: Agora 2002-2020 Waar decennia lang een hoogoventerrein het beeld van het landschap bepaalde, verrijst een nieuw hoogstedelijk woon- en werkmilieu. Bijzonder aan het plan is de manier waarop wordt omgegaan met het industrieel erfgoed. Naast de industriële gebouwen, relicten en materialen, wordt ook de specifiek ontstane vegetatiestructuur van het terrein geïntegreerd in het masterplan. Esch/Belval is een project in Esch-sur-Alzette, de op één na grootste stad van Luxemburg. Esch ligt ongeveer 20km ten zuiden van de hoofdstad, op de Franse grens. Het 120 hectaren tellende projectgebied ligt op een voormalig industrieterrein, waar in het verleden drie 60-meter hoge hoogovens ijzererts omsmolten tot ijzer. De twee overgebleven hoogovens zullen het middelpunt vormen van het gebied. Het plan is opgedeeld in vier delen; Cité des Sciences, Square Mile, Belval-Nord en Belval-Süd. Cité des Sciences, gelegen rond de hoogovens, zal voornamelijk bestaan uit kantoren en openbare gebouwen zoals een universiteit en een concertgebouw. Square Mile ligt op een plateau tussen Cité des Sciences en het hoger gelegen beboste terrein van Belval-Nord en Belval-Süd. In Square Mile worden winkels, kantoren en appartementen gebouwd. In Belval-Nord en Süd zijn alleen woningen gepland. Esch/Belval zal in de toekomst woongelegenheid bieden aan 7.000 mensen en er zullen elke dag naar schatting 25.000 mensen in Esch/Belval gaan werken. In augustus 2003 is men begonnen met de bouw van de eerste twee bouwwerken, een concertgebouw en een bank. Naar verwachting zal het zo n 20 jaar duren voordat het hele plan gerealiseerd is. Het stedenbouwkundige ontwerp werd gemaakt door Jo Coenen & Co. De vormgeving van de openbare ruimte lag in handen van Buro Lubbers. Vergelijkbare projecten Belval West Esch-Sur-Alzette Herinrichting voormalig industrieterrein Bottrop, DE, (prijsvraag) Herinrichting en masterplan vormalig industrieterrein Treptow, Berlijn, DE, (prijsvraag) Herinrichting industrieterrein Neuss, DE, (prijsvraag) Stedenbouwkundig ontwerp voormalig industrieterrein Bayer Schering, Berlijn, DE (prijsvraag) 20 21

Parmaverà Parma (IT) opdrachtgevers: Impresa Pizzarotti & Co, ING Real Estate (tot 2011) 2006-2014 In samenwerking met Giorgio Goffi In het hoofdontwerp voor het voormalige industrieterrein Rossi & Catelli ligt de nadruk op de natuurlijke setting van de woonwijken ten zuiden van het historische centrum van Parma. De stedelijke configuratie van het project betreft woningbouw in een lage dichtheid, opgenomen in een systeem van een groot openbaar park dat van noord tot zuid loopt, kleine pleinen en drie oost-west verbindingen. Door het gebied, van in totaal 73.000 vierkante meter, tot twee meter boven het straatniveau te verhogen, krijgt het landschap een overzichtelijke identiteit. De zeer milieuvriendelijke, duurzame ontwikkeling wordt bepaald door de ordening en het type van de gebouwen: de architectonische vorm is kleinschalig en horizontaal georiënteerd, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de stand van de zon. In plaats van de gewoonlijk strikte grenzen tussen private en publieke zones, biedt het ontwerp een meer hybride oplossing door de twee te integreren met behulp van knap ontworpen begrenzingen in een overwegend natuurlijke setting, die voortgezet wordt in de bebouwing in de vorm van talrijke privé tuinen, patio s, balkons en dakterrassen. Alle privé parkeerplekken bevinden zich ondergronds, terwijl de verschillende onderdelen van het ontwerp onderling verbonden zijn door verscheidene voetgangerspaden en fietsroutes; de publieke zone is een gebruikersvriendelijk en veilig milieu. Het project van de westelijke woningblokken met zicht op de nieuwe oprijlaan werd ontworpen door Italiaanse architecten zoals Cino Zucchi (blok S2-S3) en Carlo Quintelli (blok S8). Italiaanse (samenwerkings)projecten Parmaverà masterplan Openbare bibliotheek en cultuurcentrum BEIC Milano, i.s.m. Paolo Caputo & Giorgio Goffi (2001, prijsvraag) Cultuur- en sportcentrum Vigevano, i.s.m. Paolo Caputo & Giorgio Goffi (2001, prijsvraag) 22 23

Floriade 2012 & Greenpark Venlo opdrachtgever: Provincie Limburg 2007-2014 In Noord-Limburg bevindt zich het op een na grootste tuinbouwcluster van Nederland: Greenport Venlo. De provincie Limburg en de regionale gemeenten willen het gebied duurzaam ontwikkelen. Ruim tien jaar geleden ontstond daarbij het idee de Wereldtuinbouwtentoonstelling, de Floriade, naar de regio te halen als aanjager voor deze ontwikkelingen. Een gebied van 66 hectare werd aangewezen als locatie, strategisch gelegen bij het kruispunt van de A67 en de A73 en aan de overzijde van Fresh Park Venlo, een clustering van bedrijvigheid in de tuinbouwsector. De provincie vroeg Jo Coenen Architects & Urbanists om een schetsplan te maken voor de selectiefase. Arcadis werd betrokken vanwege zijn ervaring met de Floriade 2002 in de Haarlemmermeer. De Floriade 2012 moest echter gericht zijn op een meer duurzaam gebruik. Na afloop moest het gebied zijn functie behouden als parkachtige werkomgeving en daarmee een katalysator zijn voor de grotere regionale ontwikkelingen. Vanaf de eerste ideeën droeg het schetsplan zowel de ontwikkeling van het Floriadepark op de korte termijn in zich, als de totstandkoming van een landschappelijk ingebed bedrijvenpark op de lange termijn. Als derde laag werd de authenticiteit van het landschap, met de cultuurhistorie zoals de St. Janskapel, archeologische vondsten waaronder prehistorische grafheuvels, en oude paden en groenstructuren, versmolten met nieuwe structuren en toevoegingen. Innovatoren, entreegebouw Floriadeterrein & Greenport Venlo Coenen wist met minimale ingrepen een aantal expositievelden te creëren uit de aanwezige open plekken omzoomd door een 125 jaar oud productiebos voor de mijnindustrie. De grootste open plek is een handvormig veld, aan de zijde van de A73 geschikt als compacte entreezone en aan de westzijde uitwaaierend om uiteindelijk te worden begrensd door de Mierbeek, door Coenen verbreed om de landschappelijke kwaliteit van het gebied te vergroten. Het park wordt ontsloten via een voetgangersbrug over de A73. Op het Floriadeterrein zijn uiteindelijk drie blijvende gebouwen gerealiseerd, die tot stand zijn gekomen op initiatief van de verschillende overheden om een door de crisis noodzakelijke impuls te geven aan de planontwikkeling. Permanente bebouwing terrein Villa Flora: Jón Kristinsson Het Rijkspaviljoen: ontwerpbureau 2D3D De Innovatoren: Jo Coenen 24 25

Mantes La Jolie Parijs (FR) opdrachtgever: Epamsa 2010-2030 In samenwerking met Agence Ter De schoonheid van het veranderende landschap, de veranderende jaargetijden en het veranderende licht zijn nog steeds tastbaar als je langs de oevers van de Seine rijdt, hoewel er door de industriële revolutie een hoop gewijzigd is in het landschap. Tussen de oevers en de mergelrotsen bevonden zich de jachtgebieden van de Parijse aristocratie, nu heeft zich tevens de zware industrie genesteld langs deze oevers op de route van Le Havre naar Parijs. In de jaren 60 en 70 verdubbelde het aantal inwoners van Mantes la Jolie door de aanleg van de Banlieue le Val- Fourre ten westen van de stad. De locatie ligt op de grens van het verstilde Franse landschap met het klassieke dorp Rosny sur Seine aan de oostzijde en Le Val Fourre aan de westzijde, een plek geïnspireerd door het op het modernisme gestoelde ideaal van Le Corbusier, met zijn immigratie en criminaliteitsproblematiek. Het doel van het project is om het prachtige landschap en de totaal verschillende schalen van het dorp en de stad op enkele plaatsen met elkaar te verbinden en op andere plaatsen juist te scheiden. De enorme huisvestingsbehoefte van 5000 woningen in dit eco-quartier is verdeeld in een viertal Quartiers. 1. Les Jardins de Seine; een ecowijk met tuinen gegroepeerd rondom een weidse openbare ruimte met uitzicht op de Seine die het natuurlijke reliëf volgt. Een plek die zeer geschikt is voor picknicks. 2. Le Port; langs de werf kunnen de boten aanmeren en kunnen stedelijke activiteiten zich ontplooien. Er is hier een grotere dichtheid en de plek wordt verbonden aan een aantal kleinschalige pleinen die uitzicht geven op de natuur. 3. Le Bois des Berges; deze wijk sluit aan op de sociaal complexe Banlieu en wordt verbonden met een brede straat. Veel openbare ruimtes zijn hier georiënteerd op sport. 4. Le Prairie; dit gebied heeft de bijzondere morfologie van de prairie, met vergezichten en een brede wildernis. De wijkjes worden gevormd door kleine clusters in het landschap, waardoor een directe relatie ontstaat met de flora en fauna. Het infrastructurele strikje verknoopt de wijken en loopt door de verschillende landschappen op de locatie. Het rivierlandschap, het natuurgebied Les Hautes Garennes, de gecultiveerde vallei en de bosrand vormen de rijkdom van dit gebied en dienen intact te blijven door strategisch om te gaan met de natuur, agricultuur en het vrijetijdslandschap. Zorgvuldig ontworpen straatprofiel Mantes-La-Jolie 26 27

JO COENEN SUPERVISOR & STEDELIJK ADVISEUR 28 29

Supervisie stedenbouwkundig plan Centrum-Zuid Tilburg opdrachtgever: gemeente Tilburg 1992-1996 In het begin van de jaren 90 stelde Jo Coenen het stedenbouwkundig plan Centrum-Zuid op. Dit plan geeft richting aan het zuidelijk deel van het Tilburgse stadscentrum. Het concertgebouw functioneert als de grote aanjager van de stedenbouwkundige herstructurering, maar ook het kunstkluster is een belangrijke drager van de plannen. Het stedenbouwkundig plan kenmerkt zich door zijn zogenoemde weefseltechniek. Op een minutieuze manier worden nieuwe functies en gebouwen geïntroduceerd en ingeweven in de bestaande stad. Soms haakt de nieuwbouw letterlijk aan de bestaande gebouwen aan. De openbare ruimte vertoont een fijnmazige structuur. De blokstructuur van de oude stad biedt en maakt ruimte voor een stelsel van binnentuinen en pleinen. Het Willemsplein, het Stadhuisplein, het Koningsplein en de nieuwe binnenruimte van het kunstkluster bieden rustpunten in de stadsdrukte. Deze pleinen met ieder een eigen karakter liggen op korte onderlinge afstand. Het pleinenplan omvat de herinrichting van Koningsplein, Stadhuisplein, Schouwburgplein en Willemsplein, die bovendien onderling worden verbonden door een netwerk van voetgangers- en fietsroutes. Het autoverkeer wordt sterk teruggedrongen. Bestaande gebouwen komen meer tot hun recht. Dat geldt bijvoorbeeld door de Witte Villa (onder meer in gebruik als trouwkapel), de schouwburg en de Heuvelkerk, en bovenal voor het kantongericht. Dit architectonisch juweel van de Tilburgse architect Jos. Bedaux, waarvan alle vier de gevels een ander aanzien hebben, wordt nu het hart van het gebied. Er is begonnen met het Willemsplein, waar een kunstwerk met fontein (Joost Beljon, 1963) van vorm is veranderd. Waar het aan de Schouwburgkant deels is afgezaagd, is het aan de kant van de Heuvelstraat het juist vergroot tot verhoogde zitplaats. Dit podium sluit direct aan bij een café-restaurant met terras, dat voorheen nogal geïsoleerd lag maar nu, als centraal trefpunt, de levendigheid op het plein sterk vergroot. Pleinenplan Centrum-Zuid Tilburg Coenen & Tilburg Transformatie Koningsplein, Stadhuisplein, Willemsplein (1994-1998) Inrichting Openbare Ruimte Pieter Vreedeplein (1997-1999) Stedenbouwkundige studie Koningsplein West (1999) Stedenbouwkundige studie Spoorzone (2009) 30 31

Supervisie structuurplan Universiteit Limburg Maastricht opdrachtgever: Universiteit Limburg 1996-1997 Deze studie is een vervolg op een onderzoek uit 1987 naar de gebouwen van de Rijksuniversiteit Limburg - nu Universiteit Maastricht (UM) - gevisualiseerd en in onderlinge samenhang in de binnenstad van Maastricht. Negen jaar later heeft de Universiteit Maastricht een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt en blijkt actualisering van voornoemd onderzoek noodzakelijk. Binnen de Nederlandse en internationale universiteitenwereld heeft de UM zich verder geprofileerd. De UM kent een gestage groei van studentenaantallen en de verwachting is dat deze trend zich zal voortzetten. Het huisvestingsbeleid moet hierop anticiperen. Daarom zijn er in de binnenstad een tweetal belangrijke aankopen gedaan die de universiteit de noodzakelijke speelruimte verschaffen om ook in deze verder te kunnen groeien. Naast de aankoop van de voormalige rechtbank aan de Minderbroedersberg, een gebouw dat als Bestuursen Administratiecentrum zal gaan fungeren, is de verwerving van het gebouw van de Stadsbibliotheek ten behoeve van de universiteitsbibliotheek een belangrijke strategische stap geweest. Echter minstens zo evident voor een volledige sociale en culturele integratie van de universiteit in de binnenstad is de potentie van de Universiteit Maastricht door te groeien naar een urban campus -model, waarin niet enkel de onderwijsgebouwen, maar ook de algemene en specifieke studentenvoorzieningen (mensa, studentenverenigingen, etc.) een plaats kunnen krijgen. Gezien de enigszins excentrische ligging van zowel bibliotheek als bestuurshuis, is het van groot belang dat dergelijke algemene functies - ook geografisch gezien - een zwaartepunt krijgen in het weefsel van universiteitsgebouwen en instellingen. Een generale herverdeling van instituten, faculteiten en diensten is derhalve gewenst. Door middel van kaarten en beschrijvingen heeft Coenen een overzicht gemaakt van de huidige situatie, de bewegingen die plaats zullen gaan vinden en het toekomstige model. Ten einde het idee van de urbancampus beter te kunnen integreren in het bestaande stedelijke weefsel, zijn een aantal ingrepen noodzakelijk. Tenslotte is er gekeken naar de circulatie van de voetganger, fietser en automobilist, en de groenvoorzieningen en zijn het toekomstige bestand van UM-gebouwen en overige onderwijsinstituten in kaart gebracht. Analyse Urban Campus - Maastricht Coenen & Maastricht Adviesbureau A2 (2004) Haalbaarheidsstudie transformatie Tapijnkazerne (2005) Spoorzone Maastricht (2007) Strategieplan Urban Campus (2010) 32 33

Supervisie Masterplan Zitterd Revisited Sittard opdrachtgevers: gemeente Sittard-Geleen, Vesteda Poject, 3W Vastgoed 1999-2012 Een opdracht voor herinrichting van een winkelcentrum aan de Rijksweg, uitgebreid met een studieopdracht voor herinrichting van het aanpalend ziekenhuisterrein, mondde uit in dit masterplan. Coenen stelde een integrale visie op voor de ruimtelijke ontwikkeling van de Sittardse binnenstad. Uitgangspunt van deze visie is het respecteren en versterken van het historisch karakter van de binnenstad. In dit historisch karakter en haar regionale functie, ligt de kracht van de binnenstad en daarmee ook de basis voor alle verdere vernieuwing. Zowel in ruimtelijke als in functionele zin is de binnenstad van Sittard toe aan revitalisering. In de loop der jaren hebben er in en rond de historische binnenstad ontwikkelingen plaatsgevonden die de schoonheid en functionaliteit van de stad verstoren. Het ontkernen van de binnenstad maakt de bijzondere kwaliteiten opnieuw zichtbaar. Daardoor ontstaat er weer ruimte voor groen en water in de stad. Het versterken van de bestaande routes, én het introduceren van nieuwe routes en verblijfsplekken, brengt nieuwe dynamiek. De skyline van Sittard wordt gekenmerkt door de torenspitsen van de vele kerken en kapellen die de stad rijk is. Uitzicht op deze torenspitsen versterkt de oriëntatie in de binnenstad. Er ontstaat meer samenhang tussen de verschillende deelgebieden. De rijke historie van Sittard heeft haar sporen nagelaten, al zijn deze soms nauwelijks nog te zien of te ervaren. In deze oude sporen ligt een belangrijk deel van de eigen identiteit van de stad verborgen. Dit geldt voor de historische bebouwing, maar ook voor de oude structuren van straten, pleinen, beken en verdedigingswerken. Een straat is vaak veel ouder dan de gebouwen die eraan staan. Zitterd Revisited wil de oude sporen blootleggen en een nieuwe betekenis geven in de stad. Via twee beeklopen dringen landschap en ecologie door tot diep in de historische binnenstad. De Schootsvelden vormen in het stedelijk gebied een belangrijke schakel in het groen en ecologisch netwerk. Om dit te versterken wordt het water in de beken weer zichtbaar gemaakt en wordt het water in de Schootsvelden teruggebracht. In deze stedenbouwkundige en functionele ontwikkelingen van Zitterd Revisited spelen economische, sociaal-culturele en ecologische processen een samenhangende rol. Vergelijkbare projecten Zitterd Revisited - Sittard Stedenbouwkundige studie Heerlen Oost (1991) Onderzoeksontwerp stationsgebied & Heerlen Noord (1995) Stedenbouwkundig ontwerp Stadspark Oranje Nassau (2000) Centrumplan Kern Meerssen (1996-2009) 34 35