Plan van Aanpak. Beheerplan Natura 2000 Groote Wielen



Vergelijkbare documenten
Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Programma van Eisen - Beheerplannen

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000

Natura 2000 gebied 13 Alde Feanen

Plan van Aanpak Natura 2000 Noord-Holland. Hoe gaat de provincie Noord-Holland aan de slag met Natura 2000?

Natura essentietabellen Leeswijzer

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma

Natura 2000 Zouweboezem Presentatie gemeenteraad Zederik 2 sept Laurens van Ruijven Miriam de Boer Afdeling Water en Groen

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Intentieverklaring Beheerplannen Natura 2000

Notitie haalbaar en betaalbaar

Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP

Natura 2000 Botshol. Fleur Smout. Indeling van de avond. Stand van zaken beheerplan Presentatie Natuurmonumenten Terugkoppeling en vragenronde

Natura 2000 gebied 103 Nieuwkoopse Plassen & De Haeck

Beheerplannen Natura 2000: Sociaaleconomische gevolgen en ontwikkelingsruimte

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Beheerplanprocessen Natura 2000

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

Colofon. Project Beheerplan Natura Gebiedsnummer 09. Versie December 2013

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1.

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

De Staatssecretaris van Economische Zaken

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS

1. Voorstel voor behandeling Aangeven of u kunt instemmen met de door g.s. genomen besluiten onder 1 tot en met 5

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( )

Nota van antwoord bij Natura 2000-beheerplan Donkse Laagten (107) Beantwoording inspraakreacties op Ontwerpbeheerplan

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer

Natura 2000 gebied Markiezaat

Samenvatting. Natura 2000 Beheerplan. Polder Zeevang

Overlegorgaan 18 maart agendapunt 5

Procedurewijzer. Voor de (ontwerp)wijzigingsbesluiten van de Natura 2000-gebieden Rijntakken en Veluwe. #038 Rijntakken (ontwerpwijziging)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

pronvinc Natura 2000 Botshol Fleur Smout Indeling van de avond Algemene uitleg Informatiemarkt Terugkoppeling en vragenronde

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Plan van Aanpak. Opstellen Visplan VBC Rijnland

Natura 2000 gebied 92 Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer

Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling notitie Drainage en beregening Natura 2000-gebieden

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

Nota van antwoord bij Natura 2000-beheerplan Alde Feanen (006) Beantwoording inspraakreacties op Ontwerpbeheerplan november 2015

Regelingen in water: (vloei)stof tot denken

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Provinciale Staten van Noord-Holland

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Natura 2000 in De Wieden en Weerribben. Wat betekent dit voor u?

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de wijziging van het Waterschapsreglement van het Wetterskip Fryslân.

Beheerplannen in de praktijk

Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied #120. Zoommeer

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Plan van aanpak Partiële herziening bestemmingsplan Leeuwarden Recreatiegebied Groene Ster t.b.v. evenementen (festivals)

Themabijeenkomst Beheerplannen voor Natura 2000 gebieden

Natura 2000-gebied Groote Wielen

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied

Bewonersvereniging Noordwest

Gebiedsavond Bodegraven-Noord

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

Transcriptie:

Plan van Aanpak Beheerplan Natura 2000 Groote Wielen

Inhoud 1 INLEIDING 1 2 AANLEIDING, AANWIJZINGSPROCEDURE EN UITGANGSPUNTEN 3 3 NATURA 2000-GEBIED GROOTE WIELEN 5 3.1 INLEIDING 5 3.2 SOORTEN UIT ONTWERP-AANWIJZING 5 3.3 ONTWERP-INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN 6 4 DOELSTELLING EN RESULTATEN 10 4.1 DOELSTELLING 10 4.2 RESULTAAT 10 5 ORGANISATIESTRUCTUUR 12 5.1 PROCES EN INHOUD 12 5.2 PROJECTGROEP 12 5.3 GEBIEDSGROEP 12 5.4 THEMAGROEPEN 13 5.5 BEVOEGD GEZAG EN BESTUURLIJKE INBRENG 13 5.6 REGIEGROEP 13 6 COMMUNICATIE 14 6.1 COMMUNICATIEDOELSTELLINGEN 14 6.2 COMMUNICATIESTRATEGIE 14 6.3 BOODSCHAP 14 6.4 DOELGROEPEN 15 6.5 UITVOERING COMMUNICATIESTRATEGIE 15 6.6 COMMUNICATIEMIDDELEN 15 7 AFSTEMMING MET ANDERE PLANPROCESSEN 16 7.1 GEBIEDSPROCESSEN EN GEMEENTELIJK BESTEMMINGSPLAN 16 7.2 VERBETERD WATERBEHEER (GGOR) 18 7.3 KADERRICHTLIJN WATER (KRW) 18 8 RANDVOORWAARDEN, AFBAKENING EN VASTSTELLINGSPROCEDURE 19 8.1 AFSPRAKEN TAAKVERDELING PROVINCIE FRYSLAN EN IFG 19 8.2 AFBAKENING FINANCIËN EN AANVULLENDE WENSEN OF ACTIVITEITEN 19 8.3 VASTSTELLING BEHEERPLAN 20 9 TIJD, GELD, KWALITEIT, INFORMATIE EN ORGANISATIE 21 9.1 TIJD 21 9.2 GELD 21 9.3 KWALITEIT 21 9.4 INFORMATIE 21 9.5 ORGANISATIE -> VERANTWOORDELIJKHEDEN EN ROLLEN 22 BIJLAGE 1 ONTWERP-BEGRENZING N2000 GEBIED GROOTE WIELEN BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 SAMENSTELLING PROJECTGROEP SAMENSTELLING GEBIEDSGROEP BIJLAGE 4 RICHTLIJN INHOUDSOPGAVE BEHEERPLANNEN NATURA 2000 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 NATURA2000-GEBIEDEN FRYSLÂN GLOBALE PLANNING OPSTELLEN BEHEERPLAN

1 Inleiding De Natuurbeschermingswet uit oktober 2005 schept de verplichting om beheerplannen op te (laten) stellen voor gebieden die onderdeel uitmaken van de Europese Ecologische Hoofdstructuur Natura 2000. Het Natura 2000-netwerk bevat de belangrijkste natuurgebieden van Europa. 162 van deze gebieden liggen in Nederland, waarvan 20 deels of geheel in de provincie Fryslân. Voor al deze gebieden moet een beheerplan opgesteld worden waarin de bescherming van de natuurwaarden van deze gebieden geregeld wordt. Daarbij moet rekening gehouden worden met de ecologische, maar ook met de economische en sociale (on)mogelijkheden die er in en rondom het gebied zijn om deze natuurwaarden te beschermen. Ook Groote Wielen is zo n belangrijk gebied. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de provincie Fryslân, de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en Staatsbosbeheer pakken deze verplichting voor het opstellen van beheerplannen op. Er is een taakverdeling gemaakt op basis van wie eigenaar van het betreffende gebied is. In gebieden waar particuliere eigenaren en beheerders het grootste deel van het gebied beheren zijn het de provincies die het voortouw hebben voor het opstellen van het beheerplan Natura 2000. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit neemt het voortouw voor het opstellen van de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden waarvan Staatsbosbeheer het grootste deel in eigendom dan wel beheer heeft. De Dienst Landelijk gebied is daar de uitvoerende instantie. Voor de gebieden in Fryslân is van deze verdeling een overzicht gegeven in bijlage 5. Omdat het gebied de Groote Wielen grotendeels in beheer is bij It Fryske Gea is de provincie Fryslân verantwoordelijk voor het opstellen van dit beheerplan. Specifiek voor het gebied Groote Wielen is momenteel het proces opgestart dat zal leiden tot een dergelijk beheerplan. In het voorliggende Plan van Aanpak zijn de onderlinge afspraken met betrekking tot dit proces beschreven en vastgelegd. Het Plan van Aanpak beschrijft in hoofdlijnen hoe, door wie, wanneer en tegen welke kosten het gewenste projectresultaat gerealiseerd zal worden. Achtereenvolgens komen aan de orde: - de aanleiding en context - het gebied - de doelstelling en resultaten - de organisatiestructuur - afstemming met andere processen - randvoorwaarden en afbakening - tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie (TGKIO) Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 1

Visie op beheerplannen (uit plan van aanpak Beheerplannen Natura 2000 provincie Fryslân en DLG, juni 2007) Zorgvuldig proces en communicatie, samen met betrokkenen Het opstellen van de beheerplannen zal in een aantal stappen gebeuren. Naast het betrekken van de gemeenten, het Waterschap, de natuurbeheerders bij het opstellen van de beheerplannen, worden de meest direct betrokkenen (eigenaren en gebruikers) van het gebied vanaf het begin geïnformeerd en gevraagd mee te denken over het beheerplan. De wijze waarop dit vorm krijgt is maatwerk en hangt af van het gebied. De inrichting van dit overleg, door bijvoorbeeld een gebiedsgroep in te stellen, wordt voor elk beheerplan aan de start van het traject bepaald. Een goede informatievoorziening en de wijze van communicatie zal aan het begin van elk gebiedsproces verder uitgewerkt worden in een projectplan. Duidelijkheid De inzet bij het opstellen van de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden in Fryslân is dat deze voor alle betrokkenen, zowel gebruikers als beheerders van de Natura 2000- gebieden zoveel mogelijk duidelijkheid over de mogelijkheden van het huidige en toekomstige gebruik en ook over eventuele onmogelijkheden. Ruimte voor integrale afweging. De doelen van de Natura 2000-gebieden moeten uiteraard vanuit de Europese context voldoende sturend zijn voor de bescherming, het beheer en de ontwikkeling van de gebieden. Maar naast deze sturing, vinden we het óók van het grootste belang dat er voldoende ruimte is voor een nadere uitwerking met een integrale afweging met andere belangen. Daarbij gaan we uit van de volgende visie: De in de aanwijzingsbesluiten geformuleerde instandhoudingsdoelstellingen bieden de nodige ruimte om ze in de beheerplannen nader uit te werken in omvang, ruimte en tijd. Daarbij is er ruimte om rekening te houden met economische, sociale en culturele belangen. Reële en haalbare doelen Daarbij is het belangrijk dat de instandhoudingsdoelstellingen voor de Natura 2000- gebieden reëel en haalbaar zijn. De aanwijzingsbesluiten voldoen, voor zover dat nu op basis van bestaande kennis en inzicht kan worden beoordeeld, in algemene zin aan dit uitgangspunt. De échte haalbaarheidstoets vindt echter plaats bij de uitwerking van de instandhoudingsdoelstellingen in de op te stellen beheerplannen. Dan wordt duidelijk of de noodzakelijke extra maatregelen technisch uitvoerbaar zijn, of daarvoor draagvlak is, en of ze betaalbaar zijn. Belangrijk daarbij is dat (maatwerk)oplossingen gekozen kunnen worden die aansluiten op ontwikkelingen die al aan de gang zijn, zoals bijvoorbeeld landinrichting, verdrogingsbestrijdings- en inrichtingsprojecten en recreatieplannen/projecten. Als onderbouwd kan worden dat maatregelen ook op langere termijn in het gebied niet haalbaar en / of betaalbaar zijn dan zullen we aansturen op een aanpassing van de instandhoudingdoelen. Dit betekent dat deze doelen elders gecompenseerd moeten worden. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 2

2 Aanleiding, aanwijzingsprocedure en uitgangspunten De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld uiterlijk in 2010 de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toe te roepen. Onder meer door het realiseren van een netwerk van belangrijke natuurgebieden, het Natura 2000-netwerk, wil Europa dit doel bereiken. De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn belangrijke instrumenten om deze doelstelling te realiseren. In deze richtlijnen is bepaald dat de lidstaten speciale Natura 2000-gebieden aanwijzen voor de kwetsbaarste soorten en habitattypen: de Natura 2000-gebieden. Dit zijn gebieden die geschikt zijn om het duurzame voortbestaan van de meest bedreigde soorten en habitattypen te verzekeren. Nederland draagt met 162 gebieden bij aan het realiseren van het Natura 2000-netwerk. Voor alle Natura 2000-gebieden moet op grond van de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 een beheerplan worden vastgesteld. Dit moet plaatsvinden binnen drie jaar na aanwijzing van het gebied als Natura 2000-gebied. Het beheerplan is geldig voor 6 jaar, waarna een evaluatie en mogelijk het bijstellen van de beheermaatregelen zal plaatsvinden. De aanwijzingsprocedure voor de Groote Wielen is door het ministerie van LNV vorig najaar gestart. In dit aanwijzingsbesluit staan de begrenzing en de doelen genoemd die in het beheerplan verder zullen worden uitgewerkt. Veel van de bij LNV binnengekomen zienswijzen gaan in op de onzekerheid die deze aanwijzing met zich meebrengt omdat op dit moment de consequenties van deze aanwijzing nog niet duidelijk zijn. Deze worden immers pas duidelijk als het beheerplan is opgesteld. De gezamenlijke provincies hebben er daarom bij de minister op aangedrongen om eerst het beheerplan te mogen maken en dan pas de definitieve aanwijzing van de begrenzing en de natuurdoelen te doen. De minister heeft intussen inderdaad de mogelijkheid geboden om de volgorde van het opstellen van het beheerplan en het vaststellen van het aanwijzingsbesluit om te keren. Voor het gebied de Groote Wielen zal de provincie van dit aanbod gebruik maken. Bij het maken van het beheerplan worden de concept begrenzing en de concept natuurdoelen wel als uitgangspunt genomen. Dat is onze inzet. Als nu blijkt dat we bij het uitwerken van het beheerplan problemen tegenkomen dan is het nog mogelijk om aan de minister een goed onderbouwd alternatief voor te stellen. Wij rekenen daarbij op de medewerking van alle betrokken maatschappelijke organisaties die ons in de Provinciale Commissie Landelijke Gebied (PCLG) en in het Bestuurlijk Overleg met de milieuorganisaties is toegezegd. In september 2009 zal aan de minister van LNV moeten worden aangegeven of de begrenzing en de natuurdoelen voor de Groote Wielen realistisch en uitvoerbaar zijn. In de beheerplannen wordt aangegeven welke beleids- en beheermaatregelen nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen van habitattypen en soorten in het betreffende gebied te realiseren. Naast de te nemen maatregelen wordt er ook duidelijkheid gegeven met betrekking tot: Bestaand gebruik: alle activiteiten die aanwezig waren vóór inwerkingtreding van de Natuurbeschermingswet op 1 oktober 2005, en op het moment van aanwijzing als Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebied bestonden en sindsdien onafgebroken hebben plaatsgevonden. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 3

Gewijzigd gebruik: alle activiteiten die tot 1 oktober 2005 plaatsvonden en sindsdien zijn gewijzigd, maar die de komende jaren (tot aan het volgende beheerplan) niet in betekenende mate zullen veranderen. Nieuw gebruik: alle activiteiten de na 1 oktober 2005 zijn gestart en in de periode tot aan het volgende beheerplan niet in betekenende mate zullen veranderen. Autonome groei van het gebruik: voor sommige activiteiten zal er naar verwachting sprake zijn van veranderingen door autonome ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde vormen van recreatie die toenemen of verkeer dat drukker wordt. Ontwikkelingen: activiteiten waarvan vaststaat dat ze in de komende beheerplanperiode van 6 jaar gestart zullen worden (besluitvorming is afgerond), waarna ze in de periode tot aan het volgende beheerplan niet of niet in betekenende mate wijzigen en bovendien voldoende concreet omschreven kunnen worden, zodat ze toetsbaar zijn. Ontwikkelingsruimte: Het gaat hier om ontwikkelingen die onvoldoende concreet zijn om te kunnen toetsen. In het beheerplan worden de ontwikkelingen beschreven. Verder worden de marges beschreven waarbinnen het gebruik kan plaatsvinden zonder vergunning. Via richtinggevende uitspraken zal zoveel mogelijk worden aangegeven onder welke voorwaarden ontwikkelingen wellicht mogelijk zijn. Met het beheerplan wordt duidelijkheid geboden aan beheerders, gebruikers en belanghebbenden ten aanzien van de vraag welke activiteiten in en rondom het Natura 2000 gebied in geen geval zijn toegestaan, zonder dat deze eerst getoetst zijn aan artikel 19j van de Natuurbeschermingswet (door middel van de zogenaamde habitattoets ). Maar ook maakt het beheerplan duidelijk voor welke activiteiten op wettelijke gronden geen vergunning nodig is, omdat ze de instandhoudingsdoelen in het gebied niet in gevaar brengen. Wanneer dit soort activiteiten worden benoemd en opgenomen in het beheerplan, betekent dit dat er geen vergunning voor aangevraagd hoeft te worden. Alle activiteiten waarvan niet kan worden bepaald of deze een negatief effect hebben op de instandhoudingsdoelen, worden buiten het beheerplan gehouden en zijn vergunningplichtig. Het beheerplan biedt tevens handvatten voor het toepassen van het afwegingskader voor de vergunningverlening in het kader van de (gewijzigde) Natuurbeschermingswet 1998. Met het beheerplan wordt duidelijkheid geboden aan beheerders, gebruikers en belanghebbenden ten aanzien van de vraag welke activiteiten in en rondom het Natura 2000-gebied in geen geval zijn toegestaan zonder dat deze eerst getoetst zijn aan artikel 19j van de Natuurbeschermingswet (Habitattoets). Maar ook welke activiteiten op wettelijke gronden geen vergunning behoeven, omdat ze de instandhoudingsdoelstellingen in het gebied niet in gevaar brengen. Wanneer dit soort activiteiten worden benoemd en opgenomen in het beheerplan, betekent dit dat er geen vergunning voor aangevraagd hoeft te worden. Alle activiteiten waarvan niet kan worden bepaald of deze een negatief effect hebben op de instandhoudingsdoelstellingen, worden buiten het beheerplan gehouden en zijn vergunningplichtig. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 4

3 Natura 2000-gebied Groote Wielen 3.1 Inleiding De Groote Wielen is een natuurgebied op de grens van pleistocene zandgronden en holoceen veengebied in het oosten en kleigronden in het westen. Het bestaat uit grote plassen en vaarten, rietmoerassen, graslanden en twee eendenkooien. De grote plassen (wielen) in het gebied zijn een restant van de Middelzee, een zoutwaterbaai die zich in de Middeleeuwen uitstrekte van de Waddenzee via Leeuwarden tot Sneek. Door vervening is hier in de latere eeuwen moeras en veenweidegebied ontstaan, waarbij door afslag van petgaten de meren ontstonden. De oppervlakte moerasvegetaties (rietlanden, natte ruigtes en moerasbos) is relatief gering. Een deel van de graslanden, de zogenaamde zomerpolders, komt in het winterhalfjaar onder water te staan. Het oostelijk deel van het gebied, de Rijperkerksterpolder (Ryptsjerkerpolder), ligt op de pleistocene zandgrond, waar sprake is van een besloten coulisselandschap. De formele aanwijzingsprocedure is in 2007 gestart. De eerste tranche van 111 ontwerpbesluiten, waaronder Groote Wielen, is in januari-februari 2007 ter inzage gelegd. Naar aanleiding van een groot aantal zienswijzen heeft de minister van LNV de mogelijkheid gegeven voor de gebieden waar de provincie het voortouw heeft eerst het beheerplan te maken en dan pas definitief de aanwijzingsprocedure af te ronden. Dit Plan van Aanpak gaat uit van de doelen en begrenzing zoals deze in het conceptaanwijzingsbesluit is beschreven (zie bijlage 1). 3.2 Soorten uit ontwerp-aanwijzing Het gebied is in het verleden (12 mei 1992) onder de naam Groote Wielen aangewezen als speciale beschermingszone onder de Vogelrichtlijn ( Vogelrichtlijngebied ). Het Natura 2000- gebied Groote Wielen omvat het Vogelrichtlijngebied Groote Wielen maar ook wordt het gebied door middel van het aanwijzingsbesluit aangewezen als speciale beschermingszone in het kader van de Habitatrichtlijn. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 5

3.3 Ontwerp-instandhoudingsdoelstellingen Voor het gebied Groote Wielen zijn in het ontwerp aanwijzingsbesluit de volgende instandhoudingdoelen aangegeven. Deze staan ook op de website van het ministerie van LNV (www.minlnv.nl) onder Natura 2000, gebiedendatabase en documenten en kaarten. Habitatrichtlijn: habitattypen H3150 Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition Doel: Behoud oppervlakte en kwaliteit. Toelichting: Het habitattype meren met krabbenscheer en fonteinkruiden komt hier als krabbenscheer- en groot blaasjeskruidbegroeiingen voor in brede en smalle sloten. H6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige, of lemige kleibodem (Eu-Molinion) Doel: Behoud oppervlakte en kwaliteit. Toelichting: Het habitattype blauwgraslanden komt lokaal over een geringe oppervlakte voor in de Binnemiede. Doelstelling kwaliteit Doelstelling oppervlakte Relatieve bijdrage Landelijke staat van instandhouding Habitattypen H3150 - Meren met krabbenscheer H6410 - Blauwgraslanden - matig gunstig -- zeer ongunstig + gemiddeld 2-15% - gering <2% Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 6

Habitatrichtlijn: soorten H1134 Bittervoorn Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor populatie. Toelichting: Het is niet duidelijk hoe belangrijk het gebied is voor van de bittervoorn, omdat de verspreiding en populatiegrootte van de bittervoorn in Friesland onvoldoende bekend zijn. H1318 Meervleermuis Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor populatie. Toelichting: Het betreft een foerageergebied van kolonies meervleermuizen buiten het gebied. H1340 *Noordse woelmuis Doel: Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor populatie. Toelichting: De noordse woelmuis die in Friesland ernstig bedreigd is komt hier nog over een betrekkelijk groot deel van het (potentieel) geschikte leefgebied voor, maar het betreft dan wel een geïsoleerd gebied met een betrekkelijk kleine oppervlakte. Uitbreiding leefgebied (rietlanden en natte graslanden) en verbetering van de kwaliteit is van belang om een levensvatbare populatie te en. Doelstelling populatie Doelstelling kwaliteit leefgebied Doelstelling omvang leefgebied Relatieve bijdrage Landelijke staat van instandhouding Habitatsoorten H1134 - Bittervoorn H1318 - Meervleermuis H1340 - *Noordse woelmuis *prioritaire soort - matig Gunstig - matig Gunstig -- zeer Ongunstig - gering (<2%) - gering (<2%) + gemiddeld (2-15%) > uitbreiding > uitbreiding Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 7

Vogelrichtlijn: broedvogels A119 Porseleinhoen Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 4 paren. Toelichting: De porseleinhoen is een jaarlijks voorkomende broedvogel (met 1-4 paartjes) van natte graslanden. Het genoemde aantal heeft betrekking op gunstige jaren. Gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is van de populatie op een relatief hoog niveau gewenst. Het gebied levert onvoldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio Friese merengebied ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. A151 Kemphaan Doel: Uitbreiding omvang en/of verbetering kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 10 paren. Toelichting: De kemphaan is van oorsprong een talrijke broedvogel van vochtige tot natte graslanden met in 1980 nog een populatie van 68 paren. De populatie is, in lijn met de algehele tendens in Nederland, sterk afgenomen. Na 1997 zijn er geen paren meer vastgesteld. Gezien de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is uitbreiding van de populatie gewenst. Het gebied levert onvoldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio Friese merengebied ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. A295 Rietzanger Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 220 paren. Toelichting: De rietlanden in de Groote Wielen herbergen één van de sleutelpopulaties van de rietzanger in het Friese merengebied. In de periode 1993-1997 werden jaarlijks 100-125 paren vastgesteld. Voor de periode 1999-2003 wordt het gemiddeld aantal paren geschat op 220. Gezien de landelijke gunstige staat van instandhouding met betrekking tot de populatie omvang, is voldoende. Het gebied heeft voldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie. Omvang populatie (indicatief t.b.v. draagkracht leefgebied) Doelstelling kwaliteit leefgebied Doelstelling omvang leefgebied Relatieve bijdrage Landelijke staat van instandhouding Broedvogelsoorten A119 - Porseleinhoen A151 - Kemphaan A295 - Rietzanger -- zeer ongunstig -- zeer ongunstig - matig gunstig - gering <2% - gering <2% - gering <2% > uitbreiding/ verbetering > uitbreiding/ verbetering 4 10 220 Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 8

Vogelrichtlijn: niet-broedvogels A041 Kolgans Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 13.900 vogels (seizoensmaximum). Toelichting: Aantallen kolganzen zijn van nationale en internationale betekenis. Het gebied heeft o.a. een functie als slaapplaats. Trendgegevens zijn niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is voldoende want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A045 Brandgans Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 11.800 vogels (seizoensmaximum). Toelichting: Aantallen brandganzen zijn van nationale en internationale betekenis. Het gebied heeft o.a. een functie als slaapplaats. Trendgegevens zijn niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is voldoende want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A050 Smient Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 1.300 vogels (seizoensgemiddelde). Toelichting: Het gebied heeft voor de smient o.a. een functie als slaapplaats en foerageergebied. Het aantalverloop vertoonde een optimum in de tweede helft van de jaren tachtig, daarna een sterke afname. Handhaving van de huidige situatie is echter voldoende want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A156 Grutto Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 670 vogels (seizoensmaximum). Toelichting: Het gebied heeft voor de grutto o.a. een functie als slaapplaats. Trendgegevens zijn niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is voldoende omdat de landelijk ongunstige staat van instandhouding vooral betrekking heeft op gebieden buiten het Natura2000-netwerk. Omvang populatie (indicatief t.b.v. draagkracht leefgebied) Doelstelling kwaliteit leefgebied Doelstelling omvang leefgebied Relatieve bijdrage Landelijke staat van instandhouding Niet-broedvogelsoorten A041 - Kolgans A045 - Brandgans A050 - Smient A156 - Grutto + gunstig + gunstig + gunstig -- zeer ongunstig s+ slaapplaatsfunctie 2-15% s+ slaapplaatsfunctie 2-15% - 0-2% s- slaapplaatsfunctie 0-2% 13900 11800 1300 670 Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 9

4 Doelstelling en resultaten 4.1 Doelstelling Het doel is een verrassingsvrij, haalbaar, en betaalbaar beheerplan dat voldoet aan de wettelijke vereisten (Europees, Rijks- en provinciaal beleid voor Natura 2000), uitgaande van het ontwerp-aanwijzingsbesluit en de daarin bepaalde instandhoudingsdoelstellingen. Het plan wordt zo veel mogelijk opgesteld conform de Handreiking Beheerplannen 1 en het provinciale Plan van aanpak beheerplannen Natura 2000 voor het vaste land van Fryslân. Het beheerplan is gecommuniceerd met belanghebbenden en dient binnen drie jaar na aanwijzing te zijn goedgekeurd. Aan de beheerplannen is een belangrijke functie toegekend ten aanzien van vergunningverlening in het kader van de (gewijzigde) Natuurbeschermingswet 1998. In een beheerplan dient te worden opgenomen welke activiteiten in de omgeving van een Natura-2000 gebied en binnen het gebied vergunningvrij zijn. Niet-genoemde activiteiten dienen aan de instandhoudingsdoelstellingen te worden getoetst in het kader van de (gewijzigde) Natuurbeschermingswet 1998. Er dient goed gecommuniceerd te worden met de grondeigenaren, Wetterskip Fryslân, de gemeenten, de provincie en andere gebruikers/belanghebbenden, zodat er maximaal draagvlak voor het plan en de uitvoering ervan ontstaat. Het beheerplan dient verrassingsvrij de vaststellingsprocedure in te gaan. Uit het plan valt duidelijk op te maken welke activiteiten vergunningsvrij of vergunningsplichtig zijn. Bij de oplevering van het plan dient er in de planning rekening mee gehouden te worden dat het bevoegd gezag het beheerplan op inhoudelijk en bestuurlijk verantwoorde wijze tijdig kan vaststellen. 4.2 Resultaat Resultaten van dit project zijn: Naast een beheerplan dat inhoudelijk goed in elkaar zit, wordt toegewerkt naar de volgende projectresultaten: Een beheerplan waarin wordt uitgewerkt waar, hoe en wanneer de instandhoudingsdoelen gehaald gaan worden. Een beheerplan dat duidelijkheid geeft over welk bestaand gebruik vergunningplichtig blijft en welk bestaand gebruik dat niet is, eventueel met de daaraan verbonden voorwaarden. In het beheerplan wordt daartoe een lijst opgenomen van vergunningsvrije resp. vergunningplichtig activiteiten. Een beheerplan dat een goede basis is voor toekomstige vergunningverlening in het kader van de natuurbeschermingswet. Het beheerplan geeft daarmee richting aan toekomstige activiteiten en ontwikkelingen Een beheerplan waarin aangegeven is en onderbouwd wordt hoe om wordt gegaan met gevallen waarbij doelen niet gehaald worden of niet duidelijk is of en wanneer deze gehaald kunnen worden (onderzoek, monitoring, richting geven aan vergunningproces). 1 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005. Handreiking Beheerplannen Natura 2000-gebieden Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 10

Een beheerplan waaruit blijkt hoe nagegaan wordt of de gestelde doelen gehaald kunnen worden (monitoring). Een beheerplan dat draagvlak heeft bij de betrokkenen, met een goed geïnformeerde streek. Een beheerplan dat verrassingsvrij, haalbaar en betaalbaar is. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 11

5 Organisatiestructuur Verschillende aspecten van de organisatiestructuur worden in dit hoofdstuk toegelicht. In de paragrafen 5.1 tot en met 5.5 wordt iets verteld over de rolverdeling van betrokken partijen, de overlegstructuren, de partijen die daarin vertegenwoordigd zijn, en de bestuurlijke inbedding. Hoe de overlegstructuren het proces bepalen wordt ook duidelijk aan de hand van het bijgevoegde planningsschema (zie bijlage 6). In dit schema worden de verschillende stappen van het proces en de betrokken partijen in de tijd gezet. 5.1 Proces en inhoud Het beheerplan zal gezamenlijk worden opgesteld door: Provincie Fryslân It Fryske Gea De rolverdeling is als volgt: de provincie is verantwoordelijk voor het proces en de voortgang en is eindredacteur van het beheerplan. IFG levert de (inhoudelijke) kennis van het terrein en schrijft de ecologische onderdelen van het plan. Conform de nieuwe Natuurbeschermingswet 98 dient het beheerplan te worden opgesteld na overleg met eigenaren, beheerders, gebruikers en andere belanghebbenden en met besturen van waterschappen, gemeenten en provincies. Voor Groote Wielen is gekozen voor een projectgroep en een gebiedsgroep. 5.2 Projectgroep De provincie Fryslân en IFG zullen nauw samenwerken met een projectgroep. De projectgroep start het proces met het opstellen van een Plan van Aanpak waarin de te nemen stappen worden uitgewerkt. De projectgroep is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het Plan van Aanpak en levert het eindproduct -het beheerplan- op. Voor zover zij daarover beschikken zal van leden van de projectgroep worden gevraagd de benodigde gegevens aan te leveren voor het opstellen van het beheerplan. De projectgroep bestaat uit: Provincie Fryslân It Fryske Gea Wetterskip Fryslân Gemeente Leeuwarden Gemeente Tytsjerksteradiel Recreatiesector KNWB LTO-Noord 5.3 Gebiedsgroep Afstemming met partijen die belangen hebben in (de omgeving van) het gebied vindt plaats via de gebiedsgroep. De gebiedsgroep geeft feedback bij de totstandkoming van het beheerplan, zowel ten aanzien van de inhoud als ten aanzien van het proces. De gebiedsgroep wordt op belangrijke momenten geconsulteerd. Overleg met de gebiedsgroep moet leiden tot draagvlak voor de inhoud van het beheerplan bij betrokkenen in het gebied. De samenstelling van de gebiedsgroep is niet vast en limitatief; desgewenst kunnen ook eventueel in een later stadium andere relevante en belanghebbende partijen deelnemen (zie bijlage 3 voor de partijen die zijn (of worden) benaderd om in deze gebiedsgroep deel te nemen). Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 12

5.4 Themagroepen Ter ondersteuning van de verschillende Natura 2000 gebieds- en projectgroepen kunnen themagroepen op provinciaal niveau worden ingesteld. Er is voor het thema ammoniak een in overleg met LTO Noord en de FMF, provinciale themagroep ingesteld. Deze zal tevens contact houden met een landelijke taskforce ammoniak die inmiddels aan het werk is. Er wordt bovendien een themagroep water ingesteld die alle zaken coördineert en inbrengt die vanuit de KRW en GGOR relevant zijn voor het Natura 2000 proces. 5.5 Bevoegd gezag en bestuurlijke inbreng De bestuurlijke inbreng bestaat ten minste uit de bevoegdheden die voortvloeien uit de Natuurbeschermingswet 98 ten aanzien van het opstellen van beheerplannen. Voor de Groote Wielen gaat het om het opstellen en vaststellen van het beheerplan door Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân. Voorafgaande hieraan heeft Gedeputeerde Staten ingestemd met het Plan van Aanpak Beheerplannen Natura 2000 voor het vaste land van provincie Fryslân waarin de organisatiestructuur en planning voor het opstellen van beheerplannen globaal is uitgewerkt. De gedeputeerde voor natuur van de provincie Fryslân is in geval voor inhoudelijke dan wel procesmatige problemen aanspreekbaar voor het zoeken van oplossingen. Sommige knelpunten moeten wellicht door middel van overleg op bestuurlijk niveau opgelost worden. De regiegroep (zie hierna onder 5.5) besluit in overeenstemming over bestuurlijk gevoelige keuzes. 5.6 Regiegroep De regiegroep bestaat uit de vertegenwoordigers van het voortouwnemend bevoegd gezag: de provincie en LNV en functioneert voor de Natura 2000-gebieden op het vaste land van de provincie Fryslân. De regiegroep is eindverantwoordelijk voor het project. Zij zorgt ervoor dat het project goed aangestuurd en dat het beoogde resultaat gerealiseerd wordt. Zij kan daar door de klant op worden aangesproken. In dit geval kan onder klant verstaan worden de belangenpartijen uit de streek, de vergunningverleners en LNV (verantwoordelijk voor realiseren doelen op landelijk niveau). De regiegroep stuurt indirect - de projectgroepen aan. Deze aansturing vindt onder meer plaats doordat het beheerplan en eventuele planwijzigingen door de regiegroep goedgekeurd moeten worden. De regiegroep kan verder de kwaliteit van het proces borgen door regelmatig in overleg te treden met (leden van) projectgroepen en gebiedsgroepen. De projectleider moet gevoelige zaken en conflictsituaties terugkoppelen met de regiegroep. De regiegroep zal in deze gevallen beslissen welke koers gevaren wordt. De regiegroep is ook de opdrachtgever van het project en daarom verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van mensen en middelen. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 13

6 Communicatie Bij het opstellen van de beheerplannen speelt communicatie een grote rol. Er zijn veel partijen bij betrokken. Het is een proces dat enkele jaren in beslag neemt en er zijn voor alle partijen ook grote belangen mee gemoeid. 6.1 Communicatiedoelstellingen De communicatie is van belang, zodat diverse doelgroepen in het gebied goed op de hoogte zijn van Natura 2000. Bovendien kan de kennis van gebruikers en eigenaren over het gebruik van het gebied een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van het beheerplan. De communicatiedoelstellingen luiden: De doelgroepen weten wat het project inhoudt, waarom dit project uitgevoerd wordt en wat de resultaten (zullen) zijn; De doelgroepen kunnen kennis nemen van het planproces op weg naar de uiteindelijke vaststelling van het beheerplan Groote Wielen. Ook andere belanghebbende partijen worden geïnformeerd over het proces, beslismomenten, organisatiestructuur, ed.; De doelgroepen zijn betrokken en denken mee over de inrichting van het project en leveren daar waar mogelijk een bijdrage. 6.2 Communicatiestrategie De communicatie is erop gericht belangenorganisaties, direct betrokkenen, gebruikers en eigenaren te informeren. Via gestructureerd overleg in de projectstructuur zijn vertegenwoordigers van belangenorganisaties en eigenaren betrokken. Daarnaast wordt de communicatie op drie manieren vormgegeven: pro-actief (bv. infobijeenkomst, excursie organiseren), actief (bv. richting pers) en passief (bv. reageren op vragen van pers/doelgroepen). Uitgangspunt is een zo groot mogelijke mate van openheid, integriteit en duidelijkheid na te streven. In het belang van het proces is het van belang zoveel mogelijk met andere partijen af te stemmen en gezamenlijk op te trekken. Een bindende factor is het logo van Natura 2000. 6.3 Boodschap De boodschap bestaat uit het belangrijkste doel van Natura 2000: Beheerplannen Natura 2000 zijn nodig om de natuur te beschermen. Ze zijn er ook om duidelijkheid te verschaffen over wat wel en niet mogelijk is in een Natura 2000-gebied en om onnodige vergunningsaanvragen te voorkomen. In de communicatie over Natura 2000 kan gebruik worden gemaakt van de volgende elementen: Natura 2000 is belangrijk voor natuur én mensen; De bevoegde gezagen (regiegroep) werken met elkaar en met maatschappelijke partners samen aan de implementatie van Natura 2000; Duidelijkheid bieden -> er kan veel, maar niet alles ; Eerlijk zijn over mogelijk negatieve gevolgen; De urgentie (waarom moet het nu?); Uit de toon van de boodschap moet blijken dat we trots zijn op onze mooie Natura 2000- gebieden; Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 14

Het kan zijn dat u of uw activiteit er last van gaat krijgen dat het gebied een Natura 2000 status krijgt. Dat doen we niet om u te pesten, maar om de natuur te beschermen. 6.4 Doelgroepen De doelgroepen zijn al eerder genoemd in dit projectplan. 6.5 Uitvoering communicatiestrategie De communicatiestrategie in dit projectplan is verder uitgewerkt en terug te vinden in het bijgevoegde planningschema (zie bijlage 6). Hierin is uitgewerkt op welk moment welke doelgroep wordt geïnformeerd/geraadpleegd over welke informatie/bouwsteen in het proces. Ook de openbare bijeenkomsten zijn daarin aangegeven. Los van de geplande overleg- en informatiemomenten kan tijdens het proces belangrijke informatie nodig zijn. Hierdoor kunnen nieuwe overlegmomenten ontstaan, waardoor in de communicatie maatwerk geleverd kan worden. 6.6 Communicatiemiddelen Website Op website van de provincie Fryslân zal voor de het beheersplanproces Groote Wielen de belangrijkste informatie te vinden zijn. Naast algemene informatie over de beheerplannen Natura 2000 en informatie over de opzet van het proces en de contactpersonen zullen ook de belangrijkste bouwstenen op de website worden geplaatst. Dit gebeurd nadat ze zijn besproken in gebiedsgroep en projectgroep. Nieuwsbrief. In het stappenschema zijn een tweetal openbare bijeenkomsten voorzien. In een enkel geval kan het goed zijn direct belanghebbenden rechtstreeks te informeren door middel van schriftelijke informatie, bijvoorbeeld een nieuwsbrief. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 15

7 Afstemming met andere planprocessen Er zal afgestemd moeten worden met processen die in en om het gebied spelen. Het gaat dan met name om ruimtelijke ontwikkelingen, en actuele processen rond waterbeheer. Groote Wielen is een van de gebieden waaraan een zogenaamde sense of urgency is toegekend. Dat betekent dat dit gebied in verband met de wateropgave prioriteit heeft en de processen met betrekking tot KRW en GGOR een belangrijke rol spelen. Het Wetterskip heeft als doel om in 2015 het watersysteem in Groote Wielen volledig op orde te hebben. 7.1 Gebiedsprocessen en Gemeentelijk bestemmingsplan Binnen het proces van het opstellen van het beheerplan is een van de eerste stappen het inventariseren van bestaande activiteiten en ook relevante ontwikkelingen en het bestaande beleid. Hoewel lang niet alle ontwikkelingen al zo concreet zijn dat ze meegenomen kunnen worden in het beheerplan is het toch van belang in de toekomst gaat spelen. Het onderstaande overzicht geeft de belangrijkste gebruiksvormen en verachte ontwikkelingen aan, gerangschikt naar onderwerp. Het is niet compleet maar geeft wel aan waarmee bij de visie op het gebied en bij het formuleren van maatregelen mogelijk rekening kan worden gehouden. Natuur en Water Ecologische Verbindingszone van de Alde Feanen naar het Bûtefjild (speerpunt) Ecologische Verbindingszone van de Alde Feanen naar het Noorden EHS verbinding Groote Wielen&Kleine Wielen Natte As, Robuuste Ecologische verbinding Opkrikplan weidevogelreservaten Kader Richtlijn Water Jacht, beheer, beheersjacht en schadebestrijding Muskusrattenbestrijding Wonen en verblijven uitbreidingen rond het gebied, verkenningen landgoedwonen Bedrijven zuidkant (aquazoo, vijversburg) Gebruik wegen met bijbehorende verlichting Recreatie, sport en toerisme Friese meren en Elfstedenvaarroute erlangs Recreatieve voorzieningen langs rand Handhaving recreatie (bijv. snelvaren) Ontwikkeling Staandemastroute In de maak gebiedsvisies waaronder Oost (Kleine Wielen) aspecten hierboven genoemd Watersportvisie Leeuwarden Landbouw en visserij Ontwikkelingen van landbouwbedrijven (bedrijfsvergroting, effecten op licht- en ammoniakuitstoot) Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 16

Beheer en onderhoud Op achtergrond spuicapaciteit Lauwersmeer (lagere kades) Herstel Oevers en Kaden Beheer en onderhoud (baggeren) Monitoring, karteringen, onderzoek Eendenkooi met vergunning (recent opgeknapt) Inventarisatie kansen en knelpunten Bij het uitwerken van de Natura 2000 doelen kan rekening worden gehouden met een aantal knelpunten, kansen en ontwikkelingen zoals die zijn aangedragen door de gebiedsgroep tijdens de startbijeenkomst van 7 oktober 2008. In het beheerplan wordt zo mogelijk rekening worden gehouden en antwoord worden gegeven op de punten die door de gebiedsgroep aangedragen Ontwikkelingen en activiteiten die mogelijk van invloed kunnen zijn op de natuurdoelen Optimaliseren waterbeheer (knelpunt en mogelijk ook kans): Peilbeheer, Kan geoptimaliseerd voor natuur en gebruikers (landbouw). Peilbesluit moet meer flexibiliteit mogelijk maken Verbossing (horen overigens ook weer doelen bij) Te rigoureus schonen van sloten Zwaar landbouwmaterieel zorgt voor aantasting bodem en mogelijk Pitrusopslag Predatie door bv reigers, kraaien, ooievaars; is dit wel of niet probleem? Verzuring doordat detailontwatering niet voldoende functioneert Kans/oplossing Bij aanleg Centrale As wordt weg rustiger Inrichtingsmaatregelen in het oosten. Daar goed waterkwaliteit en mogelijkheden ondiepten en jonge verlandingen te ontwikkelen. Natuurontwikkeling / verlandingen maken met bagger: werk met werk Bredere sloten Mogelijke invloed van het Natura 2000 gebied op ontwikkelingen in het gebied Uitstraling op landbouwbedrijven vanwege ammoniakuitstoot en wellicht meer lichtuitstoot Waterhuishouding naar buiten toe, maar ook voor riethouders Kan woelmuis problemen geven? Oude Miedweg die vanuit Blitsaerd loopt, nieuwe ontsluiting? Beperking toegankelijkheid voor vissers? ( Moet zonering met surfers in stand gehouden?) Knelpunten in ontwikkelingen los van Natura 2000: Noodzaak baggerwerkzaamheden uitgevoerd op vaarwegen (ook kans wellicht voor natuurinrichting?): dichtgroei Koaiboutfeart, ondiepte tussen Houtwiel en Sierdswiel Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 17

7.2 Verbeterd waterbeheer (GGOR) Met GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime) wordt een betere afstemming tussen waterbeheer en functies beoogd, rekening houdend met de doelstelling voor het waterbeheersysteem zelf (veilig, schoon, duurzaam beheerd). GGOR staat zowel voor een proces (in overleg met alle betrokkenen), een methodiek (uitgaan van wensen van bestaande functies, voor die functies voor verschillende maatregelenpakketten de doelrealisatie vaststellen, na afweging het meest gewenste regime kiezen), als voor het resultaat daarvan (een beschrijving van de te realiseren en te en toestand van grond- en oppervlaktewater als toetsingskader voor nieuwe maatregelen). De doelen van Natura 2000 zijn een belangrijke input voor het GGOR proces en de resultaten van het GGOR proces zijn een belangrijke pijler om de Natura 2000 doelen te kunnen halen. Tijdens het traject van het opstellen van het beheerplan zal daarom goede afstemming moeten plaatsvinden met het GGOR-traject. Deelproducten van het GGOR-proces zijn een belangrijke input voor het beheerplan (o.a. beschrijving huidige toestand, zichtbaar maken van knelpunten, toetsen van haalbaarheid van doelen, benodigde watermaatregelen). 7.3 Kaderrichtlijn Water (KRW) Er bestaat een sterk inhoudelijke en beleidsmatige relatie tussen doelen KRW en N2000. De KRW heeft als doelstelling het bereiken van een goede ecologische en chemische toestand van de waterlichamen. Deze milieutoestand kan noodzakelijk zijn om een bepaald Natura 2000-doel in stand te houden. Naast KRW-maatregelen kunnen er ook aanvullende maatregelen nodig blijken voor het bereiken van de Natura 2000-doelen. Gezien de noodzakelijke afstemming op het niveau van maatregelen zal er veel aandacht moeten worden besteed aan synchronisatie van beide planprocessen. Dit schept meer duidelijkheid voor beheerders, gebruikers en het publiek. Het is de bedoeling om de maatregelen die geformuleerd worden ten behoeve van het beheerplan Natura 2000 in 2008, in te brengen in het KRW-proces. Een vertegenwoordiger van het Wetterskip neemt deel in de projectgroep. Het streven is dus naar optimale afstemming, en niet naar integratie van beide plannen. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 18

8 Randvoorwaarden, afbakening en vaststellingsprocedure 8.1 Afspraken taakverdeling provincie Fryslan en IFG Provincie Fryslân draagt zorg voor de algehele coördinatie, redactie en overleg met diverse partijen en neemt initiatief tot overleggen met de project- en gebiedsgroep. De betrokkenheid van de Provincie is met name gericht op het proces voor het opstellen van de beheerplannen. De Provincie acht zich verantwoordelijk voor het beschikbaar komen van gegevens en voor het communiceren over deze gegevens met derden. De Provincie levert uiteindelijk het concept-beheerplan. Via een aparte opdracht aan It Fryske Gea zijn afspraken gemaakt over het aanleveren van het ecologische inhoudelijke werk dat gedaan moet worden voor het beheerplan; Deze opdracht richt zich op de tijdige aanlevering van en de inhoudelijke inbreng met betrekking tot: Gebiedsbeschrijving (instandhoudingsdoelstellingen/ ecologie/ hydrologie/ eigendom etc.). Beschrijving eigen bestaand gebruik.ifg Analyse van knelpunten, potenties en oplossingsrichtingen t.a.v. huidig gebruik én instandhoudingsdoelstellingen. Dit aspect dient in samenwerking met de projectgroep te worden opgepakt. Visieontwikkeling: hoe doelstellingen te realiseren? Dit aspect dient in samenwerking met de projectgroep te worden opgepakt. Omschrijving van inrichting- en beheermaatregelen om instandhoudingsdoelstellingen te halen. Uitwerking maatregelen naar kosten (globaal). Monitoringplan. De Provincie verzorgt de overige activiteiten. 8.2 Afbakening financiën en aanvullende wensen of activiteiten In grote lijnen zal duidelijkheid verschaft worden over de kosten van uitvoering en beheer en over eventuele subsidiemogelijkheden. Er wordt echter geen sluitend financieel plan gepresenteerd. Er wordt geen aanvullend veldonderzoek uitgevoerd. De Provincie dient geconstateerde omissies in de beschikbare informatie wel te signaleren. Indien in bepaalde situaties door de opdrachtgever aanvullend onderzoek wordt gewenst, zullen hier nadere afspraken over worden gemaakt. Het beheerplan is louter gericht op de doelstellingen in het aanwijzingsbesluit. Mochten deze doelstellingen niet samen gaan met overige aanwezige natuurwaarden, zal hier melding van worden gemaakt bij de regiegroep. Deze zal hier een beslissing over moeten nemen. De lijst van aanwezig bestaand gebruik blijft tot de afronding van het concept-beheerplan een concept, zodat deze op elk moment in het proces nog kan worden aangepast. Dit Plan van Aanpak richt zich op het is klaar bij de oplevering van het ontwerp-beheerplan. De projectgroep en gebiedsgroep houden op dat moment op te bestaan. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 19

8.3 Vaststelling beheerplan Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân dient het beheerplan vast te stellen (Art. 19B Natuurbeschermingswet). Op de voorbereiding van het beheerplan is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet Bestuursrecht van toepassing. Het plan is vatbaar voor bezwaar bij de minister (als bedoeld in art. 19 B Natuurbeschermingswet). Tegen het plan kan ingevolge art. 39, lid 1 van de Natuurbeschermingswet beroep ingesteld worden bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 20

9 Tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie 9.1 Tijd Het ontwerp-beheerplan dient in het medio van 2009 te worden afgerond. Zie bijlage 6 voor de globale planning voor het opstellen van het beheerplan. 9.2 Geld Er is een budget beschikbaar voor zaalhuur, drukwerk, voorlichting, reis- en verblijfskosten. De provincie is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van deze middelen. 9.3 Kwaliteit In het gebiedsproces worden betrokken partijen (eigenaren, beheerders, belangengroepen e.d.) in staat gesteld om te participeren in het proces. De provincie zal er voor zorgen dat de aanpak van het planproces duidelijk en transparant is. Het Programma van Eisen, zoals beschreven in de Handreiking Beheerplannen (zie bijlage 4), is de basis voor de op te stellen beheerplannen. Het beheerplan zelf is formeel gezien vormvrij, maar binnen de opdracht zal wel gestreefd worden naar uniformiteit. 9.4 Informatie Bij het opstellen van het beheerplan worden eigenaren en gebruikers van het gebied en zijn relevante omgeving (in verband met externe werking) betrokken. De provincie is verantwoordelijk voor het informeren en betrekken van deze partijen. Door de provincie wordt een internetsite ontwikkeld. In het proces is aandacht voor communicatie met belanghebbenden door het instellen van een werk- en gebiedsgroep en het organiseren van één of meerdere openbare voorlichtingsbijeenkomsten. Overleg IFG Doel: Frequentie en duur: Deelnemers: Verslaglegging: Overleg Provincie Doel: Frequentie en duur: Deelnemers: Verslaglegging: Overleg Projectgroep Doel: Frequentie en duur: Deelnemers: Verslaglegging: Afstemming IFG 2 wekelijks, 1 uur Projectleider/medewerker coördinator IFG Actiepuntenlijstje Bewaking voortgang 2 wekelijks, 1 uur Projectleider medewerker(s) provincie Actiepuntenlijstje Afstemming met projectgroep 4 5 x in totaal Projectleider/medewerker provincie en projectgroepleden Kort besprekingsverslag Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 21

Overleg Gebiedsgroep Doel: Frequentie en duur: Deelnemers: Verslaglegging: Afstemming met gebiedsgroep 4-5 x in totaal Gebieds- en projectgroepleden Kort besprekingsverslag Zie bijlage 2 en 3 voor de samenstelling van de project- en gebiedsgroep. Informatie-Organisatiematrix Welke informatie Wie Gebiedsgroep Offerte- Projectcontract Opdrachtgever Regiegroep Projectleider Medewerkers prov Medewerkers IFG Projectgroep Plan van Aanpak Conceptbeheerplan Evaluatie info info info info Décharge info info info opstellen goedkeuren beoordelen Info ter informatie 9.5 Organisatie -> Verantwoordelijkheden en rollen Verantwoordelijkheden en rollen Provincie De projectleider (Ettienke Bakker) is verantwoordelijk voor het proces (dit betekent: planning, voortgangbewaking, verantwoording aan teamhoofd, overleg met bevoegd gezag (Gedeputeerde Provincie Fryslân) en inhoudelijke kwaliteit van het beheerplan voor de Groote Wielen (dit betekent aansturing van het projectteam). Er wordt contact gelegd met o.a. IFG, Wetterskip, gemeenten, LTO en alle overige gebruikers en belangengroepen. De projectleider zal er zorg voor dragen dat het conceptbeheerplan zo verrassingsvrij mogelijk zal worden opgeleverd. De projectleider wordt in het gehele proces ondersteund door ecologisch/ technische medewerkers (Johan Grijpstra, Anna Hijlkema, Mettie de Vries) en een GIS-specialist (provincie)). Verantwoordelijkheden en rollen IFG De directeur van IFG (Ultje Hosper) is verantwoordelijk voor de bijdrage van IFG aan het beheerplan en zet de opdracht intern uit. Het gaat om deelname van IFG aan project- en/of gebiedsgroep en het leveren van inhoudelijke bijdragen door de ecologen (Julia Klooker) Sietske Rintjema en de beheerder van Groote Wielen Joop Hellinga. Afstemming met andere beheerplannen Coördinatie van de verschillende beheerplan-processen verloopt via de provincie Fryslân. Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen 22

Bijlage 1 Ontwerp-begrenzing N2000 gebied Groote Wielen Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen Bijlage 1

Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen Bijlage 1

Bijlage 2 Samenstelling Projectgroep Projectgroep Groote Wielen Organisatie Provincie Fryslân Gemeente Leeuwarden Gemeente Tytsjerksteradiel It Fryske Gea LTO Noord Recron / Hiswa Wetterskip Fryslân Contactpersoon Mw. E. Bakker voorzitter Dhr. J. Grijpstra Mw. M.de Vries Dhr. R. Broers Dhr. D. Visser Mw. S. Rintjema Dhr. J. Kingma Dhr. J. Sikma Dhr. T. Claassen Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen

Bijlage 3 Samenstelling Gebiedsgroep Leden gebiedsgroep Groote Wielen Onafhankelijk voorzitter Dhr. H.H. Bijma Organisatie Contactpersoon Beheerscoöperatie Wâld en Finnen Greidefûgelkrite Tusken Wâld en Ie Dhr. H. Oud Camping De Kleine Wielen Mw. W. Traanman Dorpsbelangen Gytsjerk Dhr. L. Dijkstra Dorpsbelangen Mûnein Roodkerk Dhr. Tj. de Boer Dorpsbelangen Ryptsjerk Dhr. D. Hoekstra Dorpsbelangen Tytsjerk Mw. R. de Vries Friese Bond van Binnenvissers Mw. A. van der Meulen Friesche IJsbond Dorpsbelangen Aldtsjerk Dhr. J. Oostenbrug Hengelsportfederatie Fryslân Dhr. D. Bosman Hengelsportvereniging Leeuwarden Dhr. D. Bijlsma Hengelsportvereniging Leeuwarden Dhr. S.E. Scheltinga Het Friesch Grondbezit Mw. L. Efdé-Kleefstra IJswegencentrale (YWC) Leeuwarden Dhr. O. Heida IJswegencentrale (YWC) Tytsjerksteradiel Dhr. J. Smids It Fryske Gea District Noard Dhr. J. Hellinga Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond Dhr. Steltenpool LTO Noord Afdeling Tytjerksteradiel-Dantumadeel Dhr. B. van der Steege LTO Noord Afdeling Tytjerksteradiel-Dantumadeel Dhr. G. van Houten LTO Noord Fryslân provinciaal bestuur Dhr. A. Schelhaas Nederlandse Melkveehouders Vakbond NMV Mw. N. Koopmans Rietsnijder Dhr. G. Stoker Rietsnijder Dhr. G. de Vries Rietsnijder Dhr. J. en A. Zuidema Stichting Watersport Trynwâlden Dhr. R.G. Middel Vogelwacht Ryptsjerk Dhr. W.J. Jager Vogelwacht Trynwâlden Dhr. J. van der Bij Wielenwerkgroep Dhr. P. Braam Friese Milieufederatie Dhr. A. de Vries agendalid Golfclub De Groene Ster Dhr. T.H. de Boer agendalid Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Mw. G. Karstens agendalid Recron Friesland Mw. P. Ellens agendalid Plan van Aanpak Natura 2000 Beheerplan Groote Wielen