instapkaarten
inhoud instapkaarten Spelling thema 1 les 1 cat. 5a 1 thema 1 les 3 cat. 5b 2 thema 1 les 5 cat. 6a,b 3 thema 1 les 7 cat. 6c 4 thema 1 les 9 cat. 7a,b 5 thema 1 les 11 cat. 7c 6 thema 1 les 13 cat. 5a,b 7 thema 1 les 14 cat. 6a,b,c 8 thema 1 les 15 cat. 7a,b,c 9 thema 2 les 1 cat. 8a,b 10 thema 2 les 3 cat. 8c 11 thema 2 les 5 cat. 9a 12 thema 2 les 7 cat. 9b 13 thema 2 les 9 cat. 10a 14 thema 2 les 11 cat. 10a 15 thema 2 les 13 cat. 8a,b,c 16 thema 2 les 14 cat. 9a,b 17 thema 2 les 15 cat. 10a 18 thema 3 les 1 cat. 10b 19 thema 3 les 3 cat. 10b 20 thema 3 les 5 cat. 17a,b,c 21 thema 3 les 7 cat. 17d 22 thema 3 les 9 cat. 18a 23 thema 3 les 11 cat. 18b 24 thema 3 les 13 cat. 10b 25 thema 3 les 14 cat. 17a,b,c,d 26 thema 3 les 15 cat. 18a,b 27 thema 4 les 1 cat. 25 28 thema 4 les 3 cat. 25 29 thema 4 les 5 cat. 27a 30 thema 4 les 7 cat. 27b 31 thema 4 les 9 cat. 28 32 thema 4 les 11 cat. 28 33 thema 4 les 13 cat. 25 34 thema 4 les 14 cat. 27a,b 35 thema 4 les 15 cat. 28 36 thema 5 les 1 cat. 11a 37 thema 5 les 3 cat. 11b 38 thema 5 les 5 cat. 9a 39 thema 5 les 7 cat. 9a 40 thema 5 les 9 cat. 24a,b 41 thema 5 les 11 cat. 24d 42 thema 5 les 13 cat. 11a,b 43 thema 5 les 14 cat. 9a 44 thema 5 les 15 cat. 24a,b,d 45 thema 6 les 1 cat. 26 46 thema 6 les 3 cat. 26 47 thema 6 les 5 cat. 25 48 thema 6 les 7 cat. 25 49 thema 6 les 9 cat. 27b 50 thema 6 les 11 cat. 27b 51 thema 6 les 13 cat. 26 52 thema 6 les 14 cat. 25 53 thema 6 les 15 cat. 27b 54 thema 7 les 1 cat. 28 55 thema 7 les 3 cat. 28 56 thema 7 les 5 cat. 29 57 thema 7 les 7 cat. 29 58 thema 7 les 9 cat. 30a 59 thema 7 les 11 cat. 30b 60 thema 7 les 13 cat. 28 61 thema 7 les 14 cat. 29 62 thema 7 les 15 cat. 30a,b 63 thema 8 les 1 cat. 31 64 thema 8 les 3 cat. 31 65 thema 8 les 5 cat. 32a 66 thema 8 les 7 cat. 32b 67 thema 8 les 9 cat. 37a 68 thema 8 les 11 cat. 37a 69 thema 8 les 13 cat. 31 70 thema 8 les 14 cat. 32a,b 71 thema 8 les 15 cat. 37a 72 Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch
thema 1 les 1 categorie 5a Je leert hoe je woorden met ng schrijft. tong botsing Je hoort ng. Je schrijft ng. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 1
thema 1 les 3 categorie 5b Je leert hoe je woorden met nk schrijft. bank anker Je hoort ngk. Je schrijft nk. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 2
thema 1 les 5 categorie 6a,b Je leert hoe je woorden met eer en oor schrijft. beer meneer meneer boor kantoor kantoor Soms weet je Soms weet je niet zeker of je niet zeker of je eer of ir hoort. oor of or hoort. Je schrijft eer. Je schrijft oor. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 3
thema 1 les 7 categorie 6c Je leert hoe je woorden met eur schrijft. deur voordeur Soms weet je niet zeker of je eur of ur hoort. Je schrijft eur. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 4
thema 1 les 9 categorie 7a,b Je leert hoe je woorden met aai en ooi schrijft. haai lawaai lawaai kooi dooier dooier Je hoort aaj. Je hoort ooj. Je schrijft aai. Je schrijft ooi. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 5
thema 1 les 11 categorie 7c Je leert hoe je woorden met oei schrijft. boei sproeier Je hoort oej. Je schrijft oei. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 6
thema 1 les 13 categorie 5a,b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met ng en nk schrijft. tong botsing Weet je nog? botsing bank anker anker Je hoort ng. Je hoort ngk. Je schrijft ng. Je schrijft nk. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 7
thema 1 les 14 categorie 6a,b,c Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met eer, oor en eur schrijft. beer boor deur meneer kantoor voordeur Weet je nog? meneer kantoor voordeur Soms weet je Soms weet je Soms weet je niet zeker of je niet zeker of je niet zeker of je eer of ir oor of or eur of ur hoort. hoort. hoort. Je schrijft eer. Je schrijft oor. Je schrijft eur. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 8
thema 1 les 15 categorie 7a,b,c Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met aai, ooi en oei schrijft. haai kooi boei lawaai dooier sproeier Weet je nog? lawaai dooier sproeier Je hoort aaj. Je hoort ooj. Je hoort oej. Je schrijft aai. Je schrijft ooi. Je schrijft oei. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 9
thema 2 les 1 categorie 8a,b Je leert hoe je woorden met eeuw en ieuw schrijft. sneeuw sneeuwpop sneeuwpop kieuw opnieuw opnieuw Je hoort eew. Je hoort iew. Je schrijft eeuw. Je schrijft ieuw. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 10
thema 2 les 3 categorie 8c Je leert hoe je woorden met uw schrijft. duw zwaluw Je hoort uuw. Je schrijft uw. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 11
thema 2 les 5 categorie 9a Je leert hoe je woorden met cht schrijft. nacht bericht Je hoort gt. Je schrijft cht. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 12
thema 2 les 7 categorie 9b Je leert hoe je woorden met ch schrijft. lach lichaam Er zijn maar een paar woorden met ch in het midden. Die leer je vanbuiten. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 13
thema 2 les 9 categorie 10a Je leert hoe je woorden met ei schrijft. trein geheim Woorden met ei en ij zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het ei-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 14
thema 2 les 11 categorie 10a Je leert hoe je woorden met ei schrijft. trein geheim Woorden met ei en ij zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het ei-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 15
thema 2 les 13 categorie 8a,b,c Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met eeuw, ieuw en uw schrijft. sneeuw kieuw duw sneeuwpop opnieuw zwaluw Weet je nog? sneeuwpop opnieuw zwaluw Je hoort eew. Je hoort iew. Je hoort uuw. Je schrijft eeuw. Je schrijft ieuw. Je schrijft uw. rieuwt leeuw Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 16
thema 2 les 14 categorie 9a,b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met cht en ch schrijft. nacht bericht Weet je nog? bericht lach lichaam lichaam Je hoort gt. Je hoort g. Je schrijft cht. Je schrijft ch. Er zijn maar een paar woorden met ch in het midden. Die leer je vanbuiten. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 17
thema 2 les 15 categorie 10a Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met ei schrijft. trein geheim Weet je nog? Woorden met ei en ij zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het ei-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 18
thema 3 les 1 categorie 10b Je leert hoe je woorden met ij schrijft. ijs twijfel Woorden met ei en ij zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het ei-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 19
thema 3 les 3 categorie 10b Je leert hoe je woorden met ij schrijft. ijs twijfel Woorden met ei en ij zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het ei-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 20
thema 3 les 5 categorie 17a,b,c Je leert hoe je woorden met be, ge en ver schrijft. bezoek gebak verkeer bezoeker geluid verjaardag bezoeker geluid verjaardag Je hoort bu gu vur. Je schrijft be ge ver. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 21
thema 3 les 7 categorie 17d Je leert hoe je woorden met te schrijft. hoogte Je hoort tu. Je schrijft te. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 22
thema 3 les 9 categorie 18a Je leert hoe je woorden schrijft met ig. jarig Soms weet je niet zeker of je ug of ig hoort. Je schrijft ig. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 23
thema 3 les 11 categorie 18b Je leert hoe je woorden met lijk schrijft. vrolijk Je hoort luk. Je schrijft lijk. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 24
thema 3 les 13 categorie 10b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met ij schrijft. ijs twijfel Weet je nog? Woorden met ei en ij zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het ei-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 25
thema 3 les 14 categorie 17a,b,c,d Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met be, ge, ver en te schrijft. bezoek gebak verkeer hoogte bezoeker geluid verjaardag Weet je nog? bezoeker geluid verjaardag hoogte Je hoort bu gu vur tu. Je schrijft be ge ver te. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 26
thema 3 les 15 categorie 18a,b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met ig en lijk schrijft. jarig Weet je nog? jarig vrolijk vrolijk Soms weet je niet zeker Je hoort luk. of je ug of ig hoort. Je schrijft lijk. Je schrijft ig. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 27
thema 4 les 1 categorie 25 Je leert hoe je woorden schrijft met d die klinkt als t. hond vliegveld Je hoort t. Maak het woord langer: vliegvelden Je hoort d. Je schrijft d. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 28
thema 4 les 3 categorie 25 Je leert hoe je woorden schrijft met d die klinkt als t. hond vliegveld Je hoort t. Maak het woord langer: vliegvelden Je hoort d. Je schrijft d. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 29
thema 4 les 5 categorie 27a Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind schrijft. sla tempo Je hoort een lange klank: oo. Je schrijft één teken: tempo Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 30
thema 4 les 7 categorie 27b Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft. jager scharen Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een lange klank: aa. Je schrijft één teken: scharen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 31
thema 4 les 9 categorie 28 Je leert hoe je woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep schrijft. bakker grappig Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een korte klank: a. Je schrijft daarna twee dezelfde medeklinkers: grappig Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 32
thema 4 les 11 categorie 28 Je leert hoe je woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep schrijft. bakker grappig Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een korte klank: a. Je schrijft daarna twee dezelfde medeklinkers: grappig Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 33
thema 4 les 13 categorie 25 Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden schrijft met d die klinkt als t. hond vliegveld Weet je nog? Je hoort t. Maak het woord langer: vliegvelden Je hoort d. Je schrijft d. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 34
thema 4 les 14 categorie 27a,b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden schrijft met een lange klank aan het eind van een klankgroep. sla tempo Weet je nog? tempo Je hoort een lange klank aan het einde van de klankgroep: oo. Je schrijft één teken: tempo jager scharen scharen Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort een lange klank aan het einde van de klankgroep: aa. Je schrijft één teken: scharen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 35
thema 4 les 15 categorie 28 Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep schrijft. bakker grappig Weet je nog? Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een korte klank: a. Je schrijft daarna twee dezelfde medeklinkers: grappig Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 36
thema 5 les 1 categorie 11a Je leert hoe je woorden met au en auw schrijft. pauw pauze Woorden met au(w) en ou(w) zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het au-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 37
thema 5 les 3 categorie 11b Je leert hoe je woorden met ou en ouw schrijft. hout buurvrouw Woorden met au(w) en ou(w) zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het au-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 38
thema 5 les 5 categorie 9a Je leert hoe je woorden met cht schrijft. nacht bericht Je hoort gt Je schrijft cht. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 39
thema 5 les 7 categorie 9a Je leert hoe je woorden met cht schrijft. nacht bericht Je hoort gt Je schrijft cht. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 40
thema 5 les 9 categorie 24a,b Je leert hoe je verkleinwoorden met je en tje schrijft. huisje feestje paaltje vogeltje feest + je feestje vogel + tje vogeltje Je hoort ju Je hoort tju Je schrijft je. Je schrijft tje. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 41
thema 5 les 11 categorie 24d Je leert hoe je verkleinwoorden met etje schrijft. ringetje ring + etje ringetje Je hoort utju Je schrijft etje. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 42
thema 5 les 13 categorie 11a,b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met au, auw, ou en ouw schrijft. pauw pauze hout buurvrouw Weet je nog? Woorden met au(w) en ou(w) zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit je hoofd. Het au-verhaal kan je daarbij helpen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 43
thema 5 les 14 categorie 9a Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met cht schrijft. nacht bericht Weet je nog? Je hoort gt Je schrijft cht. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 44
thema 5 les 15 categorie 24a,b,d Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je verkleinwoorden met je, tje en etje schrijft. huisje feestje paaltje vogeltje ringetje Weet je nog? feest + je vogel + tje feestje vogeltje Je hoort ju Je hoort tju Je schrijft je. Je schrijft tje. ring + etje ringetje Je hoort utju Je schrijft etje. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 45
thema 6 les 1 categorie 26 Je leert hoe je woorden met twee verschillende medeklinkers in het midden schrijft. kasteel sportief Verdeel het woord in klankgroepen: spor + tief de eerste klankgroep eindigt op een medeklinker. de tweede klankgroep begint met een medeklinker. Je hoort een medeklinker. Je schrijft op wat je hoort. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 46
thema 6 les 3 categorie 26 Je leert hoe je woorden met twee verschillende medeklinkers in het midden schrijft. kasteel sportief Verdeel het woord in klankgroepen: spor + tief de eerste klankgroep eindigt op een medeklinker. de tweede klankgroep begint met een medeklinker. Je hoort een medeklinker. Je schrijft op wat je hoort. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 47
thema 6 les 5 categorie 25 Je leert hoe je woorden schrijft met d die klinkt als t. hond vliegveld Je hoort t Maak het woord langer. vliegvelden Je hoort d Je schrijft d. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 48
thema 6 les 7 categorie 25 Je leert hoe je woorden schrijft met d die klinkt als t. hond vliegveld Je hoort t Maak het woord langer: vliegvelden Je hoort d Je schrijft d. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 49
thema 6 les 9 categorie 27b Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft. jager scharen Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een lange klank: aa Je schrijft één teken: scharen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 50
thema 6 les 11 categorie 27b Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft. jager scharen Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een lange klank: aa Je schrijft één teken: scharen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 51
thema 6 les 13 categorie 26 Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met twee verschillende medeklinkers in het midden schrijft. kasteel sportief Weet je nog? Verdeel het woord in klankgroepen: spor + tief de eerste klankgroep eindigt op een medeklinker. de tweede klankgroep begint met een medeklinker. Je hoort een medeklinker. Je schrijft op wat je hoort. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 52
thema 6 les 14 categorie 25 Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden schrijft met d die klinkt als t. hond vliegveld Weet je nog? Je hoort t Maak het woord langer. vliegvelden Je hoort d Je schrijft d. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 53
thema 6 les 15 categorie 27b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft. jager scharen Weet je nog? Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een lange klank: aa Je schrijft één teken: scharen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 54
thema 7 les 1 categorie 28 Je leert hoe je woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep schrijft. bakker grappig Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een korte klank: a Je schrijft daarna twee dezelfde medeklinkers: grappig Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 55
thema 7 les 3 categorie 28 Je leert hoe je woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep schrijft. bakker grappig Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een korte klank: a Je schrijft daarna twee dezelfde medeklinkers: grappig Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 56
thema 7 les 5 categorie 29 Je leert hoe je woorden met een tweetekenklank schrijft. De tweetekenklank staat aan het eind van een klankgroep. keuken vliegtuigen Verdeel het woord in klankgroepen: vlieg + tui + gen Je hoort een tweetekenklank: ui Je schrijft op wat je hoort: vliegtuigen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 57
thema 7 les 7 categorie 29 Je leert hoe je woorden met een tweetekenklank schrijft. De tweetekenklank staat aan het eind van een klankgroep. keuken vliegtuigen Verdeel het woord in klankgroepen: vlieg + tui + gen Je hoort een tweetekenklank: ui Je schrijft op wat je hoort: vliegtuigen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 58
thema 7 les 9 categorie 30a Je leert hoe je woorden schrijft waarbij f verandert in v. duiven duif Het woord eindigt op f. Maak je het woord langer, dan verandert f in v. duiven Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 59
thema 7 les 11 categorie 30b Je leert hoe je woorden schrijft waarbij s verandert in z. huizen huis Het woord eindigt op s. Maak je het woord langer, dan verandert s in z. huizen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 60
thema 7 les 13 categorie 28 Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep schrijft. bakker grappig Weet je nog? Verdeel het woord in klankgroepen. Je hoort aan het eind van de eerste klankgroep een korte klank: a Je schrijft daarna twee dezelfde medeklinkers: grappig Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 61
thema 7 les 14 categorie 29 Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met een tweetekenklank schrijft. De tweetekenklank staat aan het einde van een klankgroep. keuken vliegtuigen Weet je nog? Verdeel het woord in klankgroepen: vlieg + tui + gen Je hoort een tweetekenklank: ui Je schrijft op wat je hoort: vliegtuigen Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 62
thema 7 les 15 categorie 30a,b e Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden schrijft waarbij f in v en s in z verandert. duiven Weet je nog? duif huizen huis Het woord eindigt op f. Het woord eindigt op s. Maak je het woord Maak je het woord langer, dan verandert langer, dan verandert f in v. s in z. duiven huizen mui Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 63 6 muizen
thema 8 les 1 categorie 31 Je leert hoe je woorden schrijft in de vergrotende en overtreffende trap. klein kleiner kleinst Vergrotende trap: +er Overtreffende trap: +st klein kleiner kleinst groot groter grootst dik dikker dikst Vaak komt er een schrijfprobleem bij. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 64
thema 8 les 3 categorie 31 Je leert hoe je woorden schrijft in de vergrotende en overtreffende trap. klein kleiner kleinst Vergrotende trap: +er Overtreffende trap: +st Maar: duur duurder duurst Is de laatste letter een r? Dan is de vergrotende trap +der. lief liever liefst Vaak komt er een schrijfprobleem bij. goed beter best Soms verandert het woord helemaal. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 65
thema 8 les 5 categorie 32a Je leert hoe je woorden met meervoud op -eren schrijft. kinderen Je hoort twee keer Je schrijft kinderen. u Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 66
thema 8 les 7 categorie 32b Je leert hoe je woorden schrijft die eindigen op -elen, -enen of -eren. hersenen Je hoort twee keer Je schrijft hersenen. u Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 67
thema 8 les 9 categorie 37a Je leert hoe je woorden schrijft die bestaan uit twee andere woorden. hijskraan De twee woorden vormen samen een nieuw woord. Je schrijft het woord aan elkaar. hijs + kraan sport + tas uit + spraak hijskraan sporttas uitspraak Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 68
thema 8 les 11 categorie 37a Je leert hoe je woorden schrijft die bestaan uit twee andere woorden. hijskraan De twee woorden vormen samen een nieuw woord. Je schrijft het woord aan elkaar. hijs + kraan sport + tas uit + spraak hijskraan sporttas uitspraak Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 69
thema 8 les 13 categorie 31 Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden schrijft in de vergrotende en overtreffende trap. klein kleiner kleinst Weet je nog? Vergrotende trap: +er Overtreffende trap: +st klein kleiner kleinst groot groter grootst dik dikker dikst Vaak komt er een schrijfprobleem bij. Maar: duur duurder duurst Is de laatste letter een r? Dan is de vergrotende trap +der. lief liever er liefst Vaak komt er een schrijfprobleem bij. goed beter best Soms verandert het woord helemaal. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 70
thema 8 les 14 categorie 32a,b Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden met meervoud op -eren schrijft en hoe je woorden schrijft die eindigen op -elen, -enen of -eren. kinderen hersenen Weet je nog? kinderen hersenen Je hoort twee keer u Je hoort twee keer u Je schrijft kinderen. Je schrijft hersenen. Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 71
thema 8 les 15 categorie 37a Dit heb je geleerd Je hebt geleerd hoe je woorden schrijft die bestaan uit twee andere woorden. hijskraan Weet je nog? De twee woorden vormen samen een nieuw woord. Je schrijft het woord aan elkaar. hijs + kraan sport + tas uit + spraak hijskraan sporttas uitspraak Taal actief instapkaarten groep 5 Malmberg s-hertogenbosch 72