Onderzoeksrapport. Middelengebruik. Marije Nijenhuis Nina van Sprang Laurine Alderlieste



Vergelijkbare documenten
Onderzoeksrapport. Commissie bachelor-master. Robel Michael

Onderzoeksrapport. Ouderengeneeskunde. Maartje Conijn. Henri Boersma

Onderzoeksrapport. Wachttijden 2014

Onderzoeksrapport Medisch Leiderschap. februari 2015

Onderzoeksrapport Burn-out

Onderzoeksrapport Beroepskeuze 2014

Aanspreekgedrag bij onprofessioneel gedrag onder geneeskundestudenten

Promoveren of profileren? Abstract

Onderbelichte vervolgopleidingen

Dit onderzoeksrapport is opgesteld door: Sinds februari 2015 is dit:

Dokters in de Nacht. Augustus opdracht van Medisch Contact. Uitgevoerd door: MWM2. Auteur Karen den Besten

Inventarisatie 2. Dienstcompensatie

Onderzoeksrapport. Financiën en tijdsbesteding van geneeskundestudenten. Nina van Sprang & Sanne Wubbels

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Algemene informatie. Beste aanstaande student,

Factsheet persbericht. Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015

Enquête SJBN

Behoefteonderzoek Resultaten

Check Je Kamer Rapportage 2014

Adviezen om beter te slapen

Rapportage Onderzoek Werkdruk

Factsheet persbericht

Inventarisatie opbouw en toetsing master jaar 3

Feestmeter

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

StudentenBureau Stagemonitor

Factsheet persbericht

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid

Slaapstoornissen bij ouderen

Slaapstoornissen bij ouderen

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

AFKORTINGEN IN TABELLEN

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Stageplaza.nl. Nationaal Docentenonderzoek De Ruyterkade 106 II 1011 AB Amsterdam Tel : Fax : I :

Invloed van koffie op bedrijfsimago

Water drinken. Resultaten 1-meting op de CJ s in Zaanstad

Rapportage onderzoek. Leiderschap en Bevlogenheid

De waarde van studentensport

Inventarisatie: aantal weken coschappen per specialisme per faculteit Simone Bernard (bestuurslid LOCA 2011), januari 2012

Het bachelor-mastersysteem (BaMa)

Hond tegen depressiviteit - vragenlijst -

Patiënteninformatie. Slaap bevorderende adviezen Slaap bevorderende adviezen.indd 1

Dedicated Schakeljaar. Perspectief vanuit studenten Kitty Roseboom en Tjitske van Engelen

Highlights Nationale Studenten Enquête 2015

Vragenlijst voor masterstudenten

Wanneer in deze folder wordt gesproken over ouders en kinderen worden daar uiteraard ook respectievelijk verzorgers en jongeren mee bedoeld.

AANTAL AANMELDINGEN BACHELOR STUDIEJAAR: 2014 VOLGNUMMER: 22 WEEK: 10

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen

Uitkomsten enquête driehoek

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Gezondheidscentrum Twekkelerveld

AANTAL AANMELDINGEN BACHELOR STUDIEJAAR: 2014 VOLGNUMMER: 23 WEEK: 11

De medicamenteuze behandeling van ADHD en verslaving bij adolescenten.

Voorlichting Master geneeskunde

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Hé, die patiënt is mijn buurman!

Met subsidie en ontvangen stagevergoedingen financiert de SBOH sinds 1989 de huisartsopleiding en

Universiteitsbibliotheek. Onderzoek Universiteitsbibliotheek op zoek naar wetenschappelijke informatie. Harrie Knippenberg Jan Wiborg

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Vragenlijst voor minorstudenten

AANTAL AANMELDINGEN BACHELOR STUDIEJAAR: 2014 VOLGNUMMER: 27 WEEK: 15

AANTAL AANMELDINGEN BACHELOR STUDIEJAAR: 2014 VOLGNUMMER: 26 WEEK: 14

SLAAPPROBLEMEN APOTHEEK.NL

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Studentinzicht 14. Bibliotheekvoorzieningen. Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering

Digitale hulpmiddelen bij het toetsen en beoordelen in de universitaire lerarenopleiding

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

Uitkomsten peiling Strategisch Meerjarenplan

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)

Samenvatting PAM-peiling Het gesprek tussen patiënt en apothekersassistent

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden

VRAGENLIJST SLAAPGEDRAG OUDER

Selectie aan de Poort Louise C. Urlings-Strop Ted A.W. Splinter

Rapport. Enquête dure geneesmiddelen patiëntenpanel Meldpunt Medicijnen

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T )

GIDS. voor een. rustige nacht

Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Resultaten SJBN Enquête 2012

Factsheet persbericht. Stagiairs ervaren discriminatie

van burn-out bij Nederlandse geneeskundestudenten.

Voorlichting Master geneeskunde

Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist

ADVANCED TECHNOLOGY UNIVERSITEIT TWENTE TECHNISCHE WETENSCHAPPEN % 100 % 100 % Voorbeeld

Sessie 0 Slaapanamnese

Voorstel tot installatie bestuursleden De Geneeskundestudent

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Slaap Apneu Centrum. KNO/ Longgeneeskunde. Datum: Geachte heer/mevrouw,

Onderdelen en ECTS-verdeling Master Geneeskunde

STUDIEBEGELEIDING IN GRONINGEN

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Engelse taal bachelor psychologie UvT

Bestuursrapportage Secundaire analyse werkdruk. Stichting SCHOOL Haarlem

Transcriptie:

Onderzoeksrapport Middelengebruik Marije Nijenhuis Nina van Sprang Laurine Alderlieste 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. KNMG Studentenplatform 3. Methode 4. Resultaten Enquête algemeen Enquête middelengebruik 5. Conclusie 6. Referenties 7. Contactgegevens 8. Bijlagen Bijlage 1: Open antwoorden vraag 22: Anders, namelijk Bijlage 2: Open antwoorden vraag 24: Anders, namelijk Bijlage 3: Open antwoorden vraag 25: Anders, namelijk Bijlage 4: Open antwoorden vraag 27: Anders, namelijk Bijlage 5: Open antwoorden vraag 28: Anders, namelijk Bijlage 6: Open antwoorden vraag 30: Anders, namelijk Bijlage 7: Open antwoorden vraag 31: Anders, namelijk Bijlage 8: Open antwoorden vraag 33: Anders, namelijk Bijlage 9: Open antwoorden vraag 34: Anders, namelijk Bijlage 10: Open antwoorden vraag 36: Anders, namelijk Bijlage 11: Open antwoorden vraag 37: Anders, namelijk 2

1. Inleiding Geneeskundestudenten hebben een lange weg te gaan totdat ze een baan hebben als arts en/of een opleidingsplek. Tot die tijd staat de student ergens onder de bovenste trede van de hiërarchische ladder. Om zichzelf naar boven te werken, zal de student zichzelf moeten bewijzen en zichzelf moeten laten zien door middel van hard werken, veel uren maken in het ziekenhuis tijdens o.a. een coschap, veel studeren, presentaties geven en solliciteren. De prestatiedruk kan daarbij hoog oplopen. Recent zijn er veel onderzoeken gedaan naar middelengebruik en/of misbruik onder praktiserende artsen en arts assistenten, waarbij naar voren komt dat onder andere de werkdruk een belangrijke en bepalende factor is voor het uitlokken en het in stand houden van het middelengebruik en/of misbruik. Steeds vaker klinken er stemmen dat er ook onder geneeskundestudenten wordt gegrepen naar middelen met als doel prestatie verhogend te werken. Doel van de vragen over middelengebruik in de jaarlijkse enquête van het KNMG studentenplatform is om er achter te komen hoeveel geneeskundestudenten middelen gebruiken ter verbetering van studieprestaties, wat voor studenten dit zijn, waarom ze deze middelen gebruiken, welke middelen dit zijn en op welk moment ze dit middel gebruiken. 2. Het KNMG Studentenplatform Het KNMG Studentenplatform is een landelijke belangenbehartiger van geneeskundestudenten. Het platform is in 1996 opgericht als onafhankelijk overlegorgaan van de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst), de belangenbehartiger van artsen in Nederland. Om te weten wat er onder de geneeskundestudenten speelt, wordt er jaarlijks, onder de ruim 17.000 studentleden van de KNMG, een enquête gehouden met daarin vragen over actuele onderwerpen binnen de geneeskundestudie. Resultaten van deze enquête worden gepubliceerd in verschillende tijdschriften en gepresenteerd op congressen. 3. Methode Het studentlidmaatschap van de KNMG is gratis voor geneeskundestudenten uit alle opleidingsjaren. In november 2013 is een email gestuurd naar alle studentleden met daarin een uitnodiging om een digitale enquête in te vullen. Elke student ontving in deze mail een persoonlijke link om de enquête in te vullen. Zodra de vragenlijst was ingevuld, kon deze link niet meer gebruikt worden. De vragen voor deze enquête zijn opgesteld door het KNMG studentenplatform in overeenstemming met de KNMG. Tevens werden de vragen bekeken door een enquêteur en een hoogleraar medisch onderwijs. De enquête bestond in totaal uit 90 vragen, waarvan 18 vragen over het onderwerp middelengebruik. Alle vragen waren multiple choice vragen, waarbij gekozen kon worden uit vijf tot tien antwoorden. Bij sommige vragen konden meerdere antwoorden aangeklikt worden. Een aantal vragen bevatten een Ander, namelijk.. antwoord, waarna een open antwoord ingevuld kon worden (zie bijlagen). Alle data werd na sluiting van de enquête geanalyseerd met SPSS door leden van het KNMG Studentenplatform. Hier werd Crosstabulation voor gebruikt. Er is geen extern bureau ingeschakeld om de data te analyseren. 3

4. Resultaten 4.1 Algemeen Bij het lezen van de tabellen moet rekening gehouden worden met afrondingsverschillen. Daardoor kunnen de percentages in de tabellen soms oplopen tot 99% of 101%. Na twee maanden werd de enquête gesloten en hadden 2739 studenten de enquête volledig ingevuld met een overall responspercentage van 18.8%. Het percentage vrouwelijke respondenten (75.2%) is iets hoger dan het landelijk gemiddelde van vrouwelijke studenten geneeskunde (66.0%), waarbij de gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke respondenten iets lager ligt dan bij de mannelijke respondenten (22.17 vs. 22.81 jaar). (Zie tabel 1 en 2) Het grootste responspercentage van alle respondenten was afkomstig van de Rijksuniversiteit Groningen (18.7%). (Zie tabel 3) De meeste respondenten waren de zesdejaars studenten, namelijk 611 respondenten (22.3%), en ook gekeken naar bachelor versus masterstudenten ligt de respons van studenten onder de masterstudenten hoger (56.9% vs. 43.1%). (Zie tabel 4 en 4a) Gekeken naar of de respondenten al coschappen aan het lopen waren, antwoordde 1461 (53.3%) van hen dat zij nog geen coschappen liepen of aan het wachten waren op de coschappen. 1278 (46.7%) respondenten liep al wel coschappen, waarbij de meesten van hen (16.2%) al langer dan twee jaar bezig was met coschappen lopen. (Zie tabel 5) Tabel 1 1. Wat is je geslacht? Man 680 24.8 Vrouw 2059 75.2 TOTAAL 2739 100.0 Tabel 2 2. Wat is je leeftijd? N= Gemiddeld (jaar) Man 680 22.81 Vrouw 2057 22.17 Missing values 2 TOTAAL 2739 22.33 Tabel 3 3. Aan welke faculteit studeer je Geneeskunde? Rijksuniversiteit Groningen 512 18.7 Radboud universiteit Nijmegen 355 13.0 Universiteit van Utrecht 356 13.0 Universiteit van Maastricht 347 12.7 Vrije universiteit Amsterdam 316 11.5 Erasmus Universiteit Rotterdam 306 11.2 Universiteit van Leiden 301 11.0 Universiteit van Amsterdam 246 9.0 TOTAAL 2739 100.1 Tabel 4a 4. In welk studiejaar zit je? 4

1 414 15.1 2 331 12.1 3 405 14.8 4 508 18.5 5 400 14.6 6 611 22.3 SUMMA/A KO jaar 1 18 0.7 SUMMA/A KO jaar 2 16 0.6 SUMMA/A KO jaar 3 14 0.5 SUMMA/A KO jaar 4 22 0.8 TOTAAL 2739 100.0 Tabel 4b 4. Bachelor vs. Master. Bachelor (jaar 1 t/m 3) 1150 43.1 Master (jaar 4 t/m 6) 1519 56.9 Subtotaal 2669 100.0 SUMMA/A KO (jaar 1 t/m 4) 70 TOTAAL 2739 100.0 Tabel 5 5. Ben je al begonnen met je coschappen en zo ja, hoe lang? Ik loop nog geen coschappen 1318 48.1 Nee Ik zit in de wachttijd voor mijn coschappen 143 5.2 Subtotaal 1461 53.3% Ja 0 0,5 jaar 229 8.4 0,5 1 jaar 162 5.9 1 1,5 jaar 233 8.5 1,5 2 jaar 209 7.6 > 2 jaar 445 16.2 Subtotaal 1278 46.7 TOTAAL 2739 100.0 5

4.2 Middelengebruik In de enquête werden verschillende vragen gesteld over het gebruik van middelen ter verbetering van zijn of haar studieprestaties. Hierbij konden bij een aantal vragen ook open antwoorden worden ingevuld. Bij analyse daarvan kwamen we een aantal studenten (n=82) tegen, die de vraag niet goed hadden begrepen, dan wel later gedurende de enquête op hun antwoord terugkwamen, dan wel een fout antwoord hadden aangeklikt en niet meer terug konden naar eerder vragen. De meeste studenten hebben daarbij aangeklikt dat ze wel eens een middel hebben gebruikt ter studieprestatieverbetering, maar bedoelen daar alleen koffie of energiedrankjes mee terwijl wij alleen geïnteresseerd zijn in drugs of medicijnen. Deze studenten hebben we opgespoord en gehercodeerd. Dit hebben we gedaan om een overschatting van onze resultaten te voorkomen. Dit heeft wel als nadeel dat sommige gehercodeerde studenten in de enquête initieel niet bij bepaalde vragen zijn doorgelinkt, waardoor er missing values zijn ontstaan. 4.2.1 Middelengebruik ter verbetering van de studieprestaties Tabel 6 21. Heb je wel eens een middel gebruikt ter verbetering van je studieprestaties? Nee 2638 96.3 Ja 94 3.4 Ik wil hier geen antwoord op geven 7 0.3 TOTAAL 2739 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 2739 Tabel 7 22. Welk(e) middel(en)? Meerdere antwoorden mogelijk Methylfenidaat (ritalin) 66 62.9 Bètablokkers 22 21.0 Anders, namelijk: [Open antwoorden] 9 8.6 Benzodiazepinen 6 5.7 Cocaïne 2 1.9 TOTAAL 105 100.1 Aantal respondenten bij deze vraag: 94 NB. (105 94=) max.11 personen meerdere antwoorden gegeven. Tabel 7a Is er een significant verschil tussen mannen en vrouwen dat een middel gebruikt ter verbetering van zijn/haar studieprestaties? Man, n= Vrouw, n= TOTAAL Significantie Methylfenidaat 40 (60.6) 26 (39.4) 66 (100.0) 0.000 Bètablokkers 4 (18.2) 18 (81.8) 22 (100.0) 0.014 Anders, namelijk: [Open antwoorden] 3 (33.3) 6 (66.7) 9 (100.0) 0.573 Benzodiazepinen 3 (50.0) 3 (50.0) 6 (100.0) 0.701 Cocaïne 0 (0.0) 2 (100.0) 2 (100.0) 0.223 TOTAAL 50 55 105 Tabel 7b Is er een significant verschil tussen bachelor en masterstudenten wat betreft middelengebruik ter verbetering van zijn/haar studieprestaties? Bachelor Master, TOTAAL SUMMA/ Significantie n= n= A KO Methylfenidaat 30 (48.4) 32 (51.6) 62 (100.0) 4 0.906 Bètablokkers 10 (47.6) 11 (52.4) 21 (100.0) 1 0.988 Anders, namelijk: [Open antwoorden] 4 (44.4) 5 (55.6) 9 (100.0) 0 0.837 6

Benzodiazepinen 1 (16.7) 5 (83.3) 6 (100.0) 0 0.121 Cocaïne 0 (0.0) 2 (100.0) 2 (100.0) 0 0.174 TOTAAL 45 55 100 5 Tabel 7c Is er een significant verschil tussen coassistenten en studenten geneeskunde wat betreft middelengebruik ter verbetering van zijn/haar studieprestaties? Coschappen Coschappen JA, TOTAAL Significantie NEE, n= n= Methylfenidaat 42 (63.6) 24 (36.4) 66 (100.0) 0.812 Bètablokkers 15 (68.2) 7 (31.8) 22 (100.0) 0.557 Anders, namelijk: [Open antwoorden] 4 (44.4) 5 (55.6) 9 (100.0) 0.251 Benzodiazepinen 1 (16.7) 5 (83.3) 6 (100.0) 0.018 Cocaïne 0 (0.0) 2 (100.0) 2 (100.0) 0.066 TOTAAL 62 43 105 Tabel 7d Is er een verschil tussen verschillende studiejaren van studenten in het gebruik van middelen ter verbetering van zijn/haar studieprestaties? 1, n= 2, n= 3, n= 4, n= 5, n= 6, n= TOTAAL Methylfenidaat 6 5 19 13 7 12 62 (100.0) (9.7) (8.1) (30.6) (21.0) (11.3) (19.4) Bètablokkers 2 4 4 5 4 2 21 (100.0) (9.5) (19.0) (19.0) (23.8) (19.0) (9.5) Anders, namelijk: 2 1 1 1 1 3 9 (100.0) [Open antwoorden] (22.2) (11.1) (11.1) (11.1) (11.1) (33.3) Benzodiazepinen 0 0 1 1 1 3 6 (100.0) (16.7) (16.7) (16.7) (50.0) Cocaïne 0 0 0 0 0 2 2 (100.0) (100.0 ) TOTAAL 10 10 25 20 13 22 100 SUMMA1, SUMMA2, SUMMA3, SUMMA4, TOTAAL n= n= n= n= Methylfenidaat 1 (25.0) 2 (50.0) 0 1 25.0) 4 (100.0) Bètablokkers 0 0 0 1 1 (100.0) Anders, namelijk: 0 0 0 0 0 [Open antwoorden] Benzodiazepinen 0 0 0 0 0 Cocaïne 0 0 0 0 0 TOTAAL 1 2 0 2 5 4.2.2 Methylfenidaat Tabel 8 Wat is de frequentie van methylfenidaatgebruik? 23. Je geeft aan dat je Methylfenidaat (ritalin) hebt gebruikt. Kun je aangeven hoe vaak? 1 3 keer per jaar 41 65.1 >3 keer per jaar 10 15.9 1 3 keer per maand 6 9.5 1 3 keer per week 2 3.2 >3 keer per week 4 6.3 Subtotaal 63 100.0 Missing values 3 TOTAAL 66 100.0 7

Aantal respondenten bij deze vraag: 66 Tabel 8a Hangt de frequentie van gebruik significant samen met het geslacht? Man, n= Vrouw, n= TOTAAL Significantie 1 3 keer per jaar 23 (56.1) 18 (43.9) 41 (100.0) Niet sign. >3 keer per jaar 7 (70.0) 3 (30.0) 10 (100.0) Niet sign. 1 3 keer per maand 5 (83.3) 1 (16.7) 6 (100.0) Niet sign. 1 3 keer per week 0 2 (100.0) 2 (100.0) Niet sign. >3 keer per week 3 (75.0) 1 (25.0) 4 (100.0) Niet sign. Subtotaal 38 25 63 0.246 Missing values 3 TOTAAL 66 Tabel 8b Is er een significant verschil in de frequentie van gebruik samenhangend met bachelor of masterstudent zijnde? Bachelor Master, TOTAAL SUMMA/ Significantie n= n= A KO 1 3 keer per jaar 19 (51.4) 18 (48.6) 37 (100.0) 4 Niet sign. >3 keer per jaar 5 (50.0) 5 (50.0) 10 (100.0) 0 Niet sign. 1 3 keer per maand 1 (16.7) 5 (83.3) 6 (100.0) 0 Niet sign. 1 3 keer per week 1 (50.0) 1 (50.0) 2 (100.0) 0 Niet sign. >3 keer per week 2 (50.0) 2 (50.0) 4 (100.0) 0 Niet sign. Subtotaal 28 31 59 4 0.759 Missing values 3 TOTAAL 62 Tabel 8c Is er een significant verschil in de frequentie van gebruik samenhangend met coassistent of niet coassistent zijnde? Coschappen Coschappen JA, TOTAAL Significantie NEE, n= n= 1 3 keer per jaar 28 (68.3) 13 (31.7) 41 (100.0) Niet sign. >3 keer per jaar 6 (60.0) 4 (40.0) 10 (100.0) Niet sign. 1 3 keer per maand 2 (33.3) 4 (66.7) 6 (100.0) Niet sign. 1 3 keer per week 1 (50.0) 1 (50.0) 2 (100.0) Niet sign. >3 keer per week 2 (50.0) 2 (50.0) 4 (100.0) Niet sign. Subtotaal 39 24 63 0.531 Missing values 3 TOTAAL 66 Tabel 8d Hangt de frequentie van gebruik significant samen met het studiejaar van de student? 1, n= 2, n= 3, n= 4, n= 5, n= 6, n= TOTAAL 1 3 keer per jaar 4 3 12 9 4 5 41 (100.0) (9.8) (7.3) (29.3) (22.0) (9.8) (12.2) >3 keer per jaar 1 1 3 2 2 1 10 (100.0) (10.0) (10.0) (30.0) (20.0) (20.0) (10.0) 1 3 keer per maand 0 0 1 1 1 3 6 (100.0) (16.7) (16.7) (16.7) (50.0) 1 3 keer per week 0 0 1 0 0 1 2 (100.0) (50.0) (50.0) >3 keer per week 1 0 1 0 0 2 4 (100.0) (25.0) (25.0) (50.0) Subtotaal 6 4 18 12 7 12 63 Missing values 3 TOTAAL 66 8

SUMMA1, SUMMA2, SUMMA3, SUMMA4, TOTAAL n= n= n= n= 1 3 keer per jaar 1 (25.0) 2 (50.0) 0 1 (25.0) 4 (100.0) >3 keer per jaar 0 0 0 0 0 1 3 keer per maand 0 0 0 0 0 1 3 keer per week 0 0 0 0 0 >3 keer per week 0 0 0 0 0 Subtotaal 1 2 0 1 63 Missing values 3 TOTAAL 66 Tabel 9: Reden van methylfenidaatgebruik 24. Waarom heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk Langer kunnen doorstuderen 33 26.8 Om mijn coschap vol te kunnen houden 1 0.8 Om naast mijn studie/coschap nog een bijbaan te kunnen doen 0 0.0 Om naast mijn studie/coschap andere activiteiten vol te houden 2 1.6 Minder stress ervaren 8 6.5 Zelfverzekerder zijn 6 4.9 Beter kunnen concentreren 47 38.2 Alerter zijn 13 10.6 Geheugen bevorderen 8 6.5 Anders, namelijk [Open antwoorden] 5 4.1 Subtotaal 123 100.0 Missing values 3 TOTAAL 126 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 66 NB. (123 66=) max.57 personen meerdere antwoorden gegeven. Tabel 9a Hangt de reden van gebruik significant samen met het geslacht? Man, n= Vrouw, n= TOTAAL Significantie Langer kunnen doorstuderen 23 (69.7) 10 (30.3) 33 (100.0) 0.110 Om mijn coschap vol te kunnen houden 1 (100.0) 0 1 (100.0) 0.414 Om naast mijn studie/coschap nog een bijbaan te 0 0 0 kunnen doen Om naast mijn studie/coschap andere activiteiten 2 (100.0) 0 2 (100.0) 0.244 vol te houden Minder stress ervaren 5 (62.5) 3 (37.5) 8 (100.0) 0.893 Zelfverzekerder zijn 3 (50.0) 3 (50.0) 6 (100.0) 0.587 Beter kunnen concentreren 27 (57.4) 20 (42.6) 47 (100.0) 0.425 Alerter zijn 8 (61.5) 5 (48.5) 13 (100.0) 0.920 Geheugen bevorderen 6 (75.0) 2 (25.0) 8 (100.0) 0.364 Anders, namelijk [Open antwoorden] 3 (60.0) 2 (40.0) 5 (100.0) 0.988 Subtotaal 123 Missing values 3 TOTAAL 126 Tabel 9b Is er een significant verschil in de reden van gebruik samenhangend met bachelor of masterstudent zijnde? Bachelor Master, TOTAAL SUMMA/ Significantie n= n= A KO Langer kunnen doorstuderen 18 (56.3) 14 (45.7) 32 (100.0) 1 0.179 Om mijn coschap vol te kunnen houden 0 1 (100.0) 1 (100.0) 0 0.592 9

Om naast mijn studie/coschap nog een 0 0 0 0 bijbaan te kunnen doen Om naast mijn studie/coschap andere 0 2 (100.0) 2 (100.0) 0 0.344 activiteiten vol te houden Minder stress ervaren 3 (37.5) 5 (62.5) 8 (100.0) 0 0.603 Zelfverzekerder zijn 3 (60.0) 2 (40.0) 5 (100.0) 1 0.473 Beter kunnen concentreren 21 (47.7) 23 (52.3) 44 (100.0) 3 0.997 Alerter zijn 4 (33.3) 8 (66.7) 12 (100.0) 1 0.537 Geheugen bevorderen 3 (37.5) 5 (62.5) 8 (100.0) 0 0.603 Anders, namelijk [Open antwoorden] 0 5 (100.0) 5 (100.0) 0 0.061 Subtotaal 117 6 Missing values 3 TOTAAL 120 Tabel 9c Is er een significant verschil in de reden van gebruik samenhangend met coassistent of niet coassistent zijnde? Coschappen Coschappen JA, TOTAAL Significantie NEE, n= n= Langer kunnen doorstuderen 23 (69.7) 10 (30.3) 33 (100.0) 0.182 Om mijn coschap vol te kunnen houden 0 1 (100.0) 1 (100.0) 0.199 Om naast mijn studie/coschap nog een 0 0 0 bijbaan te kunnen doen Om naast mijn studie/coschap andere 0 2 (100.0) 2 (100.0) 0.067 activiteiten vol te houden Minder stress ervaren 5 (62.5) 3 (37.5) 8 (100.0) 0.970 Zelfverzekerder zijn 4 (66.7) 2 (33.3) 6 (100.0) 0.801 Beter kunnen concentreren 31 (57.0) 16 (43.0) 47 (100.0) 0.256 Alerter zijn 8 (61.5) 5 (38.5) 13 (100.0) 0.976 Geheugen bevorderen 6 (75.0) 2 (25.0) 8 (100.0) 0.414 Anders, namelijk [Open antwoorden] 0 5 (100.0) 5 (100.0) 0.003 Subtotaal 123 Missing values 3 TOTAAL 126 Tabel 9d Hangt de reden van gebruik significant samen met het studiejaar van de student? 1, n= Langer kunnen 3 doorstuderen (9.4) Om mijn coschap vol te kunnen houden Om naast mijn studie/coschap nog een bijbaan te kunnen doen Om naast mijn studie/coschap andere activiteiten vol te houden 2, n= 3, n= 4, n= 5, n= 4 11 6 4 (12.5) (34.4) (18.8) (12.5) 0 0 0 0 1 (100.0 ) 6, n= TOTAAL 4 32 (100.1) (12.5) 0 1 (100.0) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 (50.0) Minder stress ervaren 1 (12.5) 0 2 (25.0) Zelfverzekerder zijn 0 0 3 (60.0) Beter kunnen 5 1 15 concentreren (11.4) (2.3) (34.1) 3 (37.5) 2 (40.0) 10 (22.8) 1 (50.0) 2 (100.0) 0 2 8 (100.0) (25.0) 0 0 5 (100.0) 5 (11.4) 8 (18.2) 44 (100.0) 10

Alerter zijn 1 1 2 4 2 2 12 (100.0) (8.3) (8.3) (16.7) (33.3) (16.7) (16.7) Geheugen 1 0 2 4 1 0 8 (100.0) bevorderen (12.5) (25.0) (50.0) (12.5) Anders, namelijk 0 0 0 2 0 3 5 (100.0) [Open antwoorden] (40.0) (60.0) Subtotaal 117 Missing values 3 TOTAAL 120 SUMMA1, SUMMA2, SUMMA3, SUMMA4, TOTAAL n= n= n= n= Langer kunnen 0 0 0 1 (100.0) 1 (100.0) doorstuderen Om mijn coschap 0 0 0 0 0 vol te kunnen houden Om naast mijn 0 0 0 0 0 studie/coschap nog een bijbaan te kunnen doen Om naast mijn 0 0 0 0 0 studie/coschap andere activiteiten vol te houden Minder stress 0 0 0 0 0 ervaren Zelfverzekerder zijn 0 0 0 1 (100.0) 1 (100.0) Beter kunnen 1 (33.3) 2 (66.7) 0 0 3 (100.0) concentreren Alerter zijn 0 1 (100.0) 0 0 1 (100.0) Geheugen 0 0 0 0 0 bevorderen Anders, namelijk 0 0 0 0 0 [Open antwoorden] Subtotaal 6 Missing values TOTAAL Tabel 10 Op welke momenten wordt methylfenidaat gebruikt? 25. Wanneer heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk Voor een tentamen 31 30.7 Tijdens studeren 49 48.5 Voor een presentatie 6 5.9 Tijdens een coschap 4 4.0 Tijdens mijn bijbaan 2 2.0 In mijn vrije tijd 8 7.9 Anders, namelijk [Open antwoorden] 1 1.0 Subtotaal 101 100.0 Missing values 3 TOTAAL 104 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 66 NB. (101 66=) max. 35 personen meerdere antwoorden gegeven. 11

Tabel 10a Hangt het moment van gebruik significant samen met het geslacht? Man, n= Vrouw, n= TOTAAL Significantie Voor een tentamen 22 (71.0) 9 (29.0) 31 (100.0) 0.089 Tijdens studeren 28 (57.1) 21 (42.9) 49 (100.0) 0.335 Voor een presentatie 4 (66.7) 2 (33.3) 6 (100.0) 0.738 Tijdens een coschap 2 (50.0) 2 (50.0) 4 (100.0) 0.663 Tijdens mijn bijbaan 2 (100.0) 0 2 (100.0) 0.244 In mijn vrije tijd 5 (62.5) 3 (37.5) 8 (100.0) 0.893 Anders, namelijk [Open antwoorden] 1 (100.0) 0 1 (100.0) 0.414 Subtotaal 101 Missing values 3 TOTAAL 104 Tabel 10b Is er een significant verschil in het moment van gebruik samenhangend met bachelor of masterstudent zijnde? Bachelor Master, TOTAAL SUMMA/ Significantie n= n= A KO Voor een tentamen 12 (42.9) 16 (57.1) 28 (100.0) 3 0.452 Tijdens studeren 23 (48.9) 24 (51.1) 47 (100.0) 2 0.351 Voor een presentatie 1 (16.7) 5 (83.3) 6 (100.0) 0 0.208 Tijdens een coschap 0 4 (100.0) 4 (100.0) 0 0.110 Tijdens mijn bijbaan 2 (100.0) 0 2 (100.0) 0 0.275 In mijn vrije tijd 4 (50.0) 4 (50.0) 8 (100.0) 0 0.724 Anders, namelijk [Open antwoorden] 0 1 (100.0) 1 (100.0) 0 0.592 Subtotaal 96 5 Missing values 3 TOTAAL 99 Tabel 10c Is er een significant verschil in het moment van gebruik samenhangend met coassistent of niet coassistent zijnde? Coschappen Coschappen JA, TOTAAL Significantie NEE, n= n= Voor een tentamen 18 (58.1) 13 (41.9) 31 (100.0) 0.537 Tijdens studeren 32 (65.3) 17 (34.7) 49 (100.0) 0.298 Voor een presentatie 2 (33.3) 4 (66.7) 6 (100.0) 0.130 Tijdens een coschap 0 4 (100.0) 4 (100.0) 0.008 Tijdens mijn bijbaan 2 (100.0) 0 2 (100.0) 0.260 In mijn vrije tijd 4 (50.0) 4 (50.0) 8 (100.0) 0.458 Anders, namelijk [Open antwoorden] 0 1 (100.0) 1 (100.0) 0.199 Subtotaal 101 Missing values 3 TOTAAL 104 Tabel 10d Hangt het moment van gebruik significant samen met het studiejaar van de student? 1, n= 2, n= 3, n= Voor een tentamen 4 1 7 (14.3) (3.6) (25.0) Tijdens studeren 5 3 15 (10.6) (6.4) (31.9) Voor een 0 0 1 presentatie (16.7) Tijdens een coschap 4, n= 5 (17.9) 11 (23.4) 1 (16.7) 0 0 0 0 1 (25.0) 12 5, n= 6, n= 4 7 (14.3) (25.0) 6 7 (12.8) (14.9) 0 4 (66.7) 3 (75.0) TOTAAL 28 (100.1) 47 (100.0) 6 (100.1) 4 (100.0)

Tijdens mijn bijbaan 1 0 1 0 0 0 2 (100.0) (50.0) (50.0) In mijn vrije tijd 1 0 3 1 1 2 8 (100.0) (12.5) (37.5) (12.5) (12.5) (25.0) Anders, namelijk 0 0 0 0 0 1 1 (100.0) [Open antwoorden] (100.0 ) Subtotaal 96 Missing values 3 TOTAAL 99 SUMMA1, SUMMA2, SUMMA3, SUMMA4, TOTAAL n= n= n= n= Voor een tentamen 1 (33.3) 1 (33.3) 0 1 (33.3) 3 (99.9) Tijdens studeren 0 1 (50.0) 0 1 (50.0) 2 (100.0) Voor een 0 0 0 0 0 presentatie Tijdens een 0 0 0 0 0 coschap Tijdens mijn bijbaan 0 0 0 0 0 In mijn vrije tijd 0 0 0 0 0 Anders, namelijk 0 0 0 0 0 [Open antwoorden] Subtotaal 5 Missing values TOTAAL 4.2.3 Bètablokkers Tabel 11 Wat is de frequentie van bètablokkergebruik? 26. Je geeft aan dat je bètablokkers hebt gebruikt. Kun je aangeven hoe vaak? N= % 1 3 keer per jaar 12 54.5 >3 keer per jaar 6 27.3 1 3 keer per maand 2 9.1 1 3 keer per week 1 4.5 >3 keer per week 1 4.5 TOTAAL 22 99.9 Aantal respondenten bij deze vraag: 22 Tabel 12 Wat zijn de verschillende redenen voor het gebruik van bètablokkers? 27. Waarom heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk Langer kunnen doorstuderen 2 5.4 Om mijn coschap vol te kunnen houden 2 5.4 Om naast mijn studie/coschap nog een bijbaan te kunnen doen 1 2.7 Om naast mijn studie/coschap andere activiteiten vol te houden 1 2.7 Minder stress ervaren 20 54.1 Zelfverzekerder zijn 5 13.5 Beter kunnen concentreren 3 8.1 Alerter zijn 1 2.7 Geheugen bevorderen 1 2.7 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 1 2.7 TOTAAL 37 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 22 13

NB. (37 22=) max.15 personen meerdere antwoorden gegeven. Tabel 13 Op welke momenten worden bètablokkers gebruikt? 28. Wanneer heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk Voor een tentamen 13 40.6 Tijdens studeren 4 12.5 Voor een presentatie 9 28.1 Tijdens een coschap 4 12.5 Tijdens mijn bijbaan 1 3.1 In mijn vrije tijd 1 3.1 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 0 0.0 TOTAAL 32 99.9 Aantal respondenten bij deze vraag: 22 NB. (32 22=) max.10 personen meerdere antwoorden gegeven. 4.2.4 Benzodiazepinen Tabel 14 Met welke frequentie worden benzodiazepinen gebruikt? 29. Je geeft aan dat je benzodiazepinen hebt gebruikt. Kun je aangeven hoe vaak? 1 3 keer per jaar 1 16.7 >3 keer per jaar 2 33.3 1 3 keer per maand 1 16.7 1 3 keer per week 1 16.7 >3 keer per week 1 16.7 TOTAAL 6 100.1 Aantal respondenten bij deze vraag: 6 Tabel 15 Wat zijn de verschillende redenen voor benzodiazepinegebruik? 30. Waarom heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk Langer kunnen doorstuderen 1 10.0 Om mijn coschap vol te kunnen houden 0 0.0 Om naast mijn studie/coschap nog een bijbaan te kunnen doen 0 0.0 Om naast mijn studie/coschap andere activiteiten vol te houden 0 0.0 Minder stress ervaren 3 30.0 Zelfverzekerder zijn 1 10.0 Beter kunnen concentreren 1 10.0 Alerter zijn 2 20.0 Geheugen bevorderen 0 0.0 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 2 20.0 TOTAAL 10 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 6 NB. (10 6=) max.4 personen meerdere antwoorden gegeven. Tabel 16 Op welke momenten worden benzodiazepinen gebruikt? 31. Wanneer heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk N= % Voor een tentamen 1 7.7 Tijdens studeren 2 15.4 Voor een presentatie 3 23.1 Tijdens een coschap 2 15.4 14

Tijdens mijn bijbaan 2 15.4 In mijn vrije tijd 2 15.4 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 1 7.7 TOTAAL 13 100.1 Aantal respondenten bij deze vraag: 6 NB. (13 6=) max.7 personen meerdere antwoorden gegeven. 4.2.5 Cocaïne Tabel 17 Met welke frequentie wordt cocaïne gebruikt? 32. Je geeft aan dat je cocaïne hebt gebruikt. Kun je aangeven hoe vaak? 1 3 keer per jaar 0 0.0 >3 keer per jaar 0 0.0 1 3 keer per maand 1 50.0 1 3 keer per week 0 0.0 >3 keer per week 1 50.0 TOTAAL 2 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 2 Tabel 18 Wat zijn de redenen voor cocaïnegebruik? 33. Waarom heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk N= % Langer kunnen doorstuderen 1 20.0 Om mijn coschap vol te kunnen houden 0 0.0 Om naast mijn studie/coschap nog een bijbaan te kunnen doen 1 20.0 Om naast mijn studie/coschap andere activiteiten vol te houden 0 0.0 Minder stress ervaren 1 20.0 Zelfverzekerder zijn 0 0.0 Beter kunnen concentreren 1 20.0 Alerter zijn 1 20.0 Geheugen bevorderen 0 0.0 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 0 0.0 TOTAAL 5 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 2 NB. (5 2=) max. 2 personen meerdere antwoorden gegeven. Tabel 19 Op welke momenten wordt cocaïne gebruikt? 34. Wanneer heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk N= % Voor een tentamen 1 25.0 Tijdens studeren 1 25.0 Voor een presentatie 0 0.0 Tijdens een coschap 1 25.0 Tijdens mijn bijbaan 0 0.0 In mijn vrije tijd 1 25.0 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 0 0.0 TOTAAL 4 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 2 NB. (4 2=) max.2 personen meerdere antwoorden gegeven. 15

4.2.6 Andere middelen Tabel 20 Wat is de frequentie van het gebruik van andere middelen? 35. Je geeft aan dat je een ander middel hebt gebruikt. Kun je aangeven hoe N= % vaak? Antwoorden 1 3 keer per jaar 7 77.8 >3 keer per jaar 1 11.1 1 3 keer per maand 0 0.0 1 3 keer per week 0 0.0 >3 keer per week 1 11.1 TOTAAL 9 100.0 Aantal respondenten bij deze vraag: 9 Tabel 21 Wat is de reden voor het gebruik van andere middelen? 36. Waarom heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk N= % Langer kunnen doorstuderen 4 26.7 Om mijn coschap vol te kunnen houden 0 0.0 Om naast mijn studie/coschap nog een bijbaan te kunnen doen 1 6.7 Om naast mijn studie/coschap andere activiteiten vol te houden 0 0 Minder stress ervaren 1 6.7 Zelfverzekerder zijn 0 0 Beter kunnen concentreren 4 26.7 Alerter zijn 2 13.3 Geheugen bevorderen 0 0.0 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 3 20.0 TOTAAL 15 100.1 Aantal respondenten bij deze vraag: 9 NB. (15 9=) max.6 personen meerdere antwoorden gegeven. Tabel 22 Op welke momenten worden andere middelen gebruikt? 37. Wanneer heb je dit middel gebruikt? Meerdere antwoorden mogelijk N= % Voor een tentamen 4 30.8 Tijdens studeren 5 38.5 Voor een presentatie 0 0.0 Tijdens een coschap 0 0.0 Tijdens mijn bijbaan 1 7.7 In mijn vrije tijd 1 7.7 Anders, namelijk [ Open antwoorden ] (zie bijlage) 2 15.4 TOTAAL 13 100.1 Aantal respondenten bij deze vraag: 9 NB. (13 9=) max.4 personen meerdere antwoorden gegeven. 5. Conclusie Van de 2739 respondenten gaven 94 respondenten (3.4%) aan wel eens een middel gebruikt te hebben ter verbetering van de studieprestaties, naast 2638 respondenten (96.3%) die daarop nee antwoordden en 7 respondenten (0.3%) die daar geen antwoord op wilden geven. (Zie tabel 6) 16

Deze 94 respondenten kregen hierna een vraag over welk middel zij daarvoor gebruikten, waarbij ze konden kiezen uit methylfenidaat (ritalin), bètablokkers, benzodiazepinen, cocaïne en anders. Opvallend is hier dat met 62.9% van de gegeven antwoordopties (totaal n=105) methylfenidaat (ritalin) werd aangeklikt. Op de tweede plaats werden bètablokkers aangegeven (n=22, 21.0%). (Zie tabel 7) Methylfenidaat Van de methylfenidaatgebruikers is 60.6% man en dit is SIGNIFICANT (p=0.000) vaker dan het aantal vrouwen. Het merendeel van de studenten gebruikt methylfenidaat 1 3 keer per jaar (65.1%), mannen gebruiken het vaker dan vrouwen. De meest genoemde reden voor het gebruik van methylfenidaat is beter kunnen concentreren (38.2%), gevolgd door langer kunnen doorstuderen (26.8%) en alerter zijn (10.6%). Methylfenidaat wordt het vaakst gebruikt tijdens het studeren (48.5%) of voor een tentamen (30.7%). (Zie tabel 8) Bètablokkers Bètablokkers worden vaker door vrouwen gebruikt (81.8%) dan door mannen (18.2%), dit is SIGNIFICANT met een p waarde van 0.014. De meeste studenten gebruiken het 1 3 keer per jaar (54.5%), om minder stress te ervaren (54.1%) of zelfverzekerder te zijn (13.5%). Momenten waarop bètablokkers worden gebruikt, zijn voor een tentamen (40.6%), voor een presentatie (28.1%) of tijdens een coschap (12.5%). Benzodiazepinen Benzodiazepinen worden door zowel mannen als vrouwen gebruikt (beide 50%), met een frequentie van meer dan drie keer per jaar (33.3%). De vaakst genoemde reden is minder stress ervaren (30%) gevolgd door alerter zijn (20%). Bètablokkers worden het vaakst gebruikt voor een presentatie (23.1%). Benzodiazepinen wordt vaker gebruikt in de coschappen dan in de bachelor (83.3% versus 16.7%. Cocaïne Door twee vrouwelijke studenten is aangegeven dat zij cocaïne gebruiken. Eén student gebruikt het 1 3 keer per maand, de ander meer dan drie keer per week. Redenen voor het gebruik van cocaïne zijn: langer kunnen doorsturen, het kunnen doen van een bijbaan, minder stress ervaren, beter kunnen concentreren en alerter zijn. Andere middelen Onder de open antwoorden werd initieel vooral koffie en energiedrankjes aangegeven. Na hercodering van de open antwoorden bleef er als ander middel o.a. homeopathische medicijnen over. (Zie bijlage 1) De meeste studenten gebruikten een ander middel 1 3 keer per jaar (77.8%), om langer te kunnen doorstuderen (26.7%) en om zich beter te kunnen concentreren (26.7%). De andere middelen worden met name gebruikt tijdens het studeren (38.5%) of voor een tentamen (30.8%). 6. Referenties 17

7.Contactgegevens Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) KNMG Studentenplatform Domus Medica Mercatorlaan 1200 3528 BL Utrecht Postadres: Postbus 20051 3502 LB Utrecht E mail: Studentenplatform@fed.knmg.nl Telefoon: 030 282 38 00 Fax: 030 282 33 26 www: www.knmgstudentenplatform.nl 18

8.Bijlagen Bijlage 1: Open antwoorden vraag 22: Anders, namelijk 22. Welk(e) middel(en)? (n=92, 4 personen niets ingevuld ) 1 Valeriaan 2 energiedrank 3 Koffie 4 koffie 5 energy drink 6 Homeopathisch 7 visolie 8 caffeine 9 Valium 10 koffie 11 koffie en chocola ;) 12 Red Bull 13 koffie 14 nee, vraag verkeerd begrepen 15 samenvattingen 16 cafeine 17 valeriaan 18 Dexamfetamine 19 Dynarax 20 valeriaan 21 cafeïne 22 caffeine 23 geen, maar kan de vorige vraag niet aanpassen 24 nicotine 25 Valdispert 26 caffeïne 27 Vorige vraag verkeerd beantwoord, dacht aan elektronische hulpmiddelen als een ipad. 28 Koffie 29 Valeriaan 30 energie drank 31 energydrankje 32 thee 33 geen / koffie 34 captagon 35 Energy drink 36 ik heb fout aangeklikt bij de vorige vraag, maar kan het niet veranderen 37 Koffie 38 redbull, veeel koffie 39 Amfetamine 40 Gingko biloba 41 cafeine 42 Atomoxetine (voorgeschreven door psychiater wegens diagnose ADHD) 43 heel veel koffie en redbull 44 Koffie 45 passiflora 46 Dexamphetamine 47 homopatische druppels 48 Valeriaan 49 valeriaan 50 Valeriaan 51 vorige vraag per ongeluk verkeerd op ja geklikt 52 dextro energy, redbull 53 koffie en thee 19

54 energydrink/koffie 55 valeriaan en energypilletjes(huismerk, placebo?) 56 Dextroamfetamine 57 DMAA 58 Plantival 59 caffeine 60 slaapmiddelen 61 Energiedrank 62 caffeine 63 caffeine 64 koffie/red bull 65 Energydrink 66 Valeriaan 67 Koffie 68 Homeopathisch middel 69 Caffeïne 70 koffie 71 geen jullie bedoelen geneesmiddelen ik had de vraag verkeerd begrepen, dacht aan samenvattingen ofzo 72 ritalin/concerta; ivm gediagnosticeerd ADHD 73 dmt 74 dexamphetamine 75 koffie (cafeïne) 76 koffie 77 valdispert stress 78 valeriaan 79 nervovit 80 Koffie 81 koffie 82 Voorgeschreven D Amphetamine 83 koffie en energydrink 84 Cafeïne 85 koffie 86 koffie 87 homeopathische middelen om rustig te worden 88 rustgevend tegen stress Bijlage 2: Open antwoorden vraag 24: Anders, namelijk 24. Waarom heb je dit middel (Methylfenidaat (ritalin)) gebruikt? (n=14, alle personen hebben ingevuld) 01 AD(H)D diagnose (NB. Mogelijk hierdoor exclusie van deze vraag??); verbeteren planning en organisatie, verbeteren communicatieve vaardigheden, overzicht beter kunnen behouden etc. 02 Voor concentratie bij het studeren voor een tentamen wat ik MOEST halen. 03 Add 04 kijken of het hielp met geconcentreerder studeren 05 Nieuwsgierig naar effect 06 ik heb ADD en zonder mijn medicijnen blijft er vrijwel niets hangen 07 tijdens nachtdienst (niet studiegerelateerd) 08 nieuwsgierig 09 add/adhd 10 op recept 11 ADD 12 diagnose ADD 13 Medische indicatie (een zwakke) 14 wakker blijven (narcolepsie) Bijlage 3: Open antwoorden vraag 25: Anders, namelijk 25. Wanneer heb je dit middel (Methylfenidaat (ritalin)) gebruikt? (n=6, alle personen hebben ingevuld) 1 dagelijks 20

2 eenmalig voor tentamen 3 wetenschappelijke stage 4 dagelijks 5 In elke situatie waarbij ik door mijn ADHD belemmert wordt 6 krijg het officieel voorgeschreven, dus gebruik het vrijwel iedere dag, niet voor bepaalde momenten. Echter wel meer in bijvoorbeeld de week voor een tentamen. Bijlage 4: Open antwoorden vraag 27: Anders, namelijk 27. Waarom heb je dit middel (bètablokkers) gebruikt? (n=1, alle personen hebben ingevuld) 1 2x gebruikt voor grote presentatie op congres, stressreductie Bijlage 5: Open antwoorden vraag 28: Anders, namelijk 28. Wanneer heb je dit middel (bètablokkers) gebruikt? (n=0) Bijlage 6: Open antwoorden vraag 30: Anders, namelijk 30. Waarom heb je dit middel (benzodiazepinen) gebruikt? (n=2, 1 persoon niets ingevuld) 1 Meer rust Bijlage 7: Open antwoorden vraag 31: Anders, namelijk 31. Wanneer heb je dit middel (benzodiazepinen) gebruikt? (n=1, 1 persoon niets ingevuld) Bijlage 8: Open antwoorden vraag 33: Anders, namelijk 33. Waarom heb je dit middel (cocaïne) gebruikt? (n=0) Bijlage 9: Open antwoorden vraag 34: Anders, namelijk 34. Wanneer heb je dit middel (cocaïne) gebruikt? (n=0) Bijlage 10: Open antwoorden vraag 36: Anders, namelijk 36. Waarom heb je dit middel (een ander middel bij vraag 22) gebruikt? (n=16, 1 persoon niets ingevuld) 1 niet 2 wakker blijven tijdens college 3 niet 4 geen, maar kon antwoord niet meer veranderen 5 niet 6 ADHD symptoomreductie 7 niet 8 minder moe/meer energie 9 Om goed te kunnen slapen om zo de dag erna goed te kunnen leren 10 Erg veel uitloop met alle activiteiten op de dag door ADD 11 niet 12 als geoorloofde therapie 13 zenuwen onderdrukken 14 Slapen 15 beter slapen Bijlage 11: Open antwoorden vraag 37: Anders, namelijk 37. Wanneer heb je dit middel (een ander middel bij vraag 22) gebruikt? (n=13, 1 persoon niets ingevuld) 1 niet 2 voor een college 3 nooit 4 geen, maar kon antwoord niet meer veranderen 5 niet 21

6 Dagelijks 7 goede nachtrust 8 nooit 9 Voor het slapengaan 10 niet 11 dagelijks 12 praktijk examen auto 22