NOTA SCHULDHULPVERLENING 2010



Vergelijkbare documenten
SCHULDHULPVERLENING september

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

SCHULDHULPVERLENING april

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Post-bachelorcursus Beschermingsbewindvoerder en beheer Aanvullende leesstof les 7

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

U wilt uw schulden wegwerken

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Schulddienstverlening

Beleidsregels schuldhulpverlening Heemskerk april 2013

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012,

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Beleidsregels Schuldhulpverlening Achtkarspelen

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Toelating schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

College van B en W van de Gemeente Breda. Beleidsregels over toelating tot schuldhulpverlening

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loon op Zand; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Beleidsregels. Schuldhulpverlening. gemeente Reimerswaal

BELEIDSVERSLAG 2012 AFDELING ZORG (gemeente Goes) Uitvoering voor gemeente Noord-Beveland

Schuldhulp- verlening

UIT DE SCHULDEN Wegwijs in de schuldhulpverlening

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT

Samenwerkingsovereenkomst Schuldhulpverlening. Leidschendam-Voorburg

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Zundertse Regelgeving

Beleidsregels toelating tot schulddienstverlening gemeente Borger-Odoorn.

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Bijlage 1: Bijzondere bijstand

Schulden? Pak ze snel aan

Van schuld naar schone lei

Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven

Een akkoord is de moeite waard

Jaartal / nummer 2014 / 045. Naam Beleidsregels schuldhulpverlening Publicatiedatum 17 april Opmerkingen

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis

Cijfers Schuldhulpverlening 2016

De Groningse Kredietbank

BELEIDSNOTITIE "SCHULDHULPVERLENING IN DE GEMEENTE DEN HELDER SAMEN DOEN"

De Groningse Kredietbank KREDIETBANK

Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Oost Gelre

Voorstel voor burgemeester en wethouders

Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 25 juni 2012 Agenda nr: Onderwerp: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Aan de gemeenteraad,

Begrippenlijst - schulden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Besluit College van BenW

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

Gemeenteblad nr. 1, 1 november Toelating tot de schuldhulpverlening Gemeente Deurne 2012

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

Beleidsregels Schulddienstverlening Haarlem Het college van de gemeente Haarlem

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Gemeente IJsselstein

Advies dienstverleningsovereenkomst Kredietbank Nederland

Beleidsregels schuldhulpverlening Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het college van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Schuldbemiddeling. Hulp bij financiële problemen

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;

december Totaal behandeld

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Armoedebeleid. Welkom bij deze presentatie!

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

ONS KENMERK DOORK1ESNUMMER

Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Leeuwarden 2014

schulddienstverlening gemeente Brielle

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

memo de gemeenteraad M.J.C. Suijker (wethouder) datum 29 november 2011

Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening 2013

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers

Meer over bewindvoering

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Beverwijk 2017

Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening

Schulden? Pak ze snel aan

Groep mensen die meer risico lopen op het krijgen van schulden dan anderen.

Schulden? Pak ze snel aan

Congres Low Budget High Service, IMW Breda zaterdag 4 oktober Workshop Beschermingsbewind

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers

Notitie Schulddienstverlening

DEBEWIND VOERDER. Het verschil tussen bewindvoering Wsnp en beschermingsbewind

Als schulden een probleem worden...

VOORBEELD OVEREENKOMST VOOR DE MINNELIJKE SCHULDREGELING

Beschermingsbewind. Informatie- en aanmeldingspakket

Burgemeester en Wethouders

-op de door het college daartoe verkregen bevoegdheid, als is vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Workshop Hoe kom ik uit de schulden?

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Onderzoek naar alternatieven voor beschermingsbewind

Foto: ANP/ Lex van Lieshout

Een schuldregeling KREDIETBANK

Inhoudsopgave. Schulden, hoe kom ik ervan af? Ik kan de rekeningen niet meer betalen. Wat nu? Wat kan ik zelf doen aan mijn schulden?

Beleidsplan schuldhulpverlening

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Transcriptie:

NOTA SCHULDHULPVERLENING 2010 DE KLANT CENTRAAL GEMEENTE KAPELLE

Inhoudsopgave 1. Leeswijzer... 2 2. Beslispunten... 3 3. Inleiding... 5 4. Landelijke gegevens 2008... 6 5. Wat zijn problematische schuldsituaties?... 7 6. Oorzaken en gevolgen van problematische schulden... 8 7. Wettelijk kader schuldhulpverlening... 9 7.1 Algemeen... 9 7.2 Wet werk en bijstand (Wwb).... 9 7.3 Schuldenproblematiek en re-integratie.... 10 7.4 Inkoop van re-integratie en schuldhulpverlening... 10 7.5 Algemeen geaccepteerde arbeid... 10 7.6Armoedebeleid.... 10 7.7 Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)... 11 7.8 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in relatie tot de Wwb... 11 7.9 Schuldhulpverlening... 11 8. Het belang van integrale schuldhulpverlening... 12 9. Conformeren aan de Gedragscode Schuldregeling... 13 9.1 De schone lei... 13 9.1.1 Het minnelijk traject... 13 9.1.2 Wsnp als ultieme middel... 13 9.2Conformeren aan de Gedragscode Schuldregeling, geen lidmaatschap van de NVVK, 13 10. Wie komt in aanmerking voor schuldhulpverlening?... 15 11. Huidige schuldhulpverlening in Kapelle... 16 12. Vernieuwde schuldhulpverlening in Kapelle.... 20 12.1 Budgetvoorlichting / preventieactiviteiten... 20 12.2 Budgetbegeleiding / Nazorg... 21 12.3.1Bemiddeling bij achterstanden huur, energie, water en ziektekostenverzekering... 21 12.4 Budgetbeheer... 22 12.5 Extra aandachtspunten... 23 12.5.1 Sociaal Noodfonds... 23 12.5.2 Bijzondere bijstand voor bewindvoering, beschermingsbewind en budgetbeheer.... 23 12.5.3 Bijzondere bijstand voor rentekosten bij een saneringskrediet... 23 13. Hoe vorm te geven aan de vernieuwde schuldhulpverlening?... 24 14. Financiën schuldhulpverlening... 25 Bijlage 1 Begrippenlijst... 26 1

1. Leeswijzer In de Nota schuldhulpverlening zijn in diverse hoofdstukken beslispunten opgenomen. Deze punten treft u samengevat aan in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de door uw raad vastgestelde bestuursvisie en de consequenties hiervan, zoals deze verwoord zijn in de door u op 5 februari 2008 vastgestelde Notitie beleidskader Wet werk en bijstand. Hoofdstuk 4 gaat over de landelijke gegevens uit 2008 inzake schuldhulpverlening, die verkregen zijn van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Wat onder problematische schuldsituaties wordt verstaan en de oorzaken en gevolgen hiervan treft u aan in de hoofdstukken 5 en 6. Op het wettelijk kader voor de schuldhulpverlening wordt ingegaan in hoofdstuk 7 en het belang van integrale schuldhulpverlening wordt behandeld in hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 gaat over het conformeren aan de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK. Wie in aanmerking komt voor schuldhulpverlening wordt besproken in hoofdstuk 10. Hoofdstuk 11 gaat over de huidige schuldhulpverlening in Kapelle en hoofdstuk 12 over de vernieuwde schuldhulpverlening in Kapelle. In hoofdstuk 13 staat vermeld hoe vorm gegeven wordt aan de vernieuwde schuldhulpverlening en hoofdstuk 14 gaat over de financiën betreffende dit onderwerp. Kapelle, augustus 2009. 2

2. Beslispunten Beslispunt 1: Een wachtlijst voor schuldhulpverlening is niet acceptabel. Burgers moeten binnen één maand geholpen worden (hoofdstuk 3). Beslispunt 2: Instemmen met de definiëring van een problematische schuldsituatie zoals omschreven in de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK (hoofdstuk 5). Beslispunt 3: Bij schuldhulpverlening moet sprake zijn van integrale schuldhulpverlening, waarbij niet alleen aandacht wordt besteed aan een financiële oplossing, maar ook aan de oorzaken (hoofdstuk8). Beslispunt 4: De gemeente Kapelle conformeert zich aan de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK (hoofdstuk 9.2). Beslispunt 5: De gemeente Kapelle zal, uitgaande van de specifieke kwaliteitseisen die gesteld worden aan nieuwe leden en beperkte omvang van de werkzaamheden, geen lid worden van de NVVK. Bij uitbesteding wordt aangesloten bij een organisatie die lid is van de NVVK (hoofdstuk 9.2). Beslispunt 6: Bij de keuze voor één van de vormen van schuldhulpverlening zal geen onderscheid worden gemaakt waardoor alle inwoners van de gemeente in aanmerking komen mits aan de voorwaarden wordt voldaan. (hoofdstuk 10). Beslispunt 7: Het verstrekken van een saneringskrediet tot een maximum van 10.000,-- per saneringskrediet (hoofdstuk 11). Beslispunt 8: De gemeente Kapelle zal alleen in uitzonderingssituaties bijzondere bijstand in de vorm van leenbijstand verstrekken voor schulden (hoofdstuk 11). Beslispunt 9: De gemeente Kapelle zal met het geven van voorlichting en advies over budget- en consumentenvragen proberen schuldvorming te voorkomen (hoofdstuk 12.1). Beslispunt 10: Budgetbegeleiding als geïntegreerd onderdeel van schuldhulpverlening gaan toepassen (hoofdstuk 12.2). Beslispunt 11: Het uitvoeren van nazorg ter hand nemen (hoofdstuk 12.2). Beslispunt 12: Gedurende de eerste drie jaar na een afgerond of onderbroken traject van schuldbemiddeling een nieuwe aanvraag voor schuldhulpverlening afwijzen (hoofdstuk 12.2). Beslispunt 13: Het betalen van de huur, de energie, het water en de ziektekostenverzekering behoort tot de fundamentele eigen verantwoordelijkheden van burgers. Wel zal bemiddeling worden geboden bij het treffen van doorbetaling-en terugbetalingsregelingen om dreigende uithuiszetting en of afsluiting van energie te voorkomen. De gemeente zal zich pro-actief gaan opstellen door budgetvoorlichting te geven (hoofdstuk 12.3). Beslispunt 14: Uitvoering geven aan budgetbeheer (hoofdstuk 12.4). 3

Beslispunt 15: De noodzaak voor Kapelle van een Sociaal Noodfonds wordt niet aanwezig geacht. In de bestuursvisie wordt de verantwoordelijkheid bij de burger gelegd en is leenbijstand in uitzonderingssituaties mogelijk (hoofdstuk 12.5). Beslispunt 16: De kosten van bewindvoering, beschermingsbewind en budgetbeheer gedurende één jaar aan alle klanten vergoeden uit de bijzondere bijstand (hoofdstuk 12.6). Beslispunt 17: Uit sociale overwegingen de rentekosten bij een saneringskrediet gedurende één jaar voor 50% voor alle klanten te vergoeden uit de bijzondere bijstand (hoofdstuk 12.7). Beslispunt 18: Het bedrag van 25.000,-- meenemen in de beraadslagingen over de begroting 2010 en volgende jaren (hoofdstuk 14). 4

3. Inleiding Steeds meer mensen in Nederland hebben financiële problemen. Niet alleen het aantal huishoudens met schulden neemt toe, ook de problematiek wordt complexer. Gevolg van deze ontwikkeling is dat meer mensen in Nederland een beroep doen op schuldhulpverlening. In februari 2008 heeft uw raad daarom besloten te kiezen voor een proactieve opstelling. In zijn algemeenheid is dit verwoord in de vastgestelde bestuursvisie: De burgers in de gemeente Kapelle zijn zelf verantwoordelijk voor het herstellen of bevorderen van hun zelfredzaamheid en participatie in de samenleving. Indien nodig biedt de gemeente hierbij actief ondersteuning onder het motto werk boven inkomen. De gemeente zal ook (potentieel) kwetsbare of afhankelijke burgers stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen en daarbij Kapelse bedrijven, kerken, instellingen en verenigingen betrekken. Kapelle wil een sociale gemeente zijn voor mensen die het echt nodig hebben. Daarbij past een proactief, actief en op maat afgestemd armoedebeleid. De consequenties van deze bestuursvisie voor schuldhulpverlening zijn toegelicht in de door uw raad op 5 februari 2008 vastgestelde Notitie beleidskader Wet werk en bijstand. Ze luiden als volgt: Evenals bijzondere bijstand is ook schuldhulpverlening één van de beschikbare instrumenten voor het voorkomen en bestrijden van armoede. De doelgroep is dus groter dan de klanten van de Wwb. Burgers die schuldhulpverlening krijgen in het kader van een re-integratietraject, krijgen de bijbehorende re-integratieverplichtingen opgelegd. Voor inwoners van Kapelle zonder bijstandsuitkering of re-integratieverplichting geldt dat niet. We zullen met hen specifieke afspraken maken over de inspanningen die zij moeten verrichten om het schuldhulpverleningtraject zo snel mogelijk tot een goed einde te brengen. Als mensen de afspraken niet nakomen, zullen wij onze voorziening stopzetten. Een wachtlijst is niet acceptabel. Burgers moeten binnen een maand geholpen worden. En verder moet meer aandacht besteed worden aan preventie en nazorg. In de raadsvergadering van 5 februari 2008 heeft u onder andere besloten nog geen vergaande uitspraken te doen over de doelgroep en de aard van de dienstverlening, maar dit uit te werken in een Nota schuldhulpverlening. De nota heet Nota schuldhulpverlening 2010 De Klant Centraal en zal na vaststelling ingaan per 1 januari 2010. Beslispunt 1: Een wachtlijst voor schuldhulpverlening is niet acceptabel. Burgers moeten binnen één maand geholpen worden. 5

4. Landelijke gegevens 2008 De Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) is de belangenvereniging van gemeentelijke kredietbanken, publieke instellingen en bedrijven die mensen met schulden helpen. De gemeente Goes, die een eigen Gemeentelijke Kredietbank heeft en de Kredietbank Walcheren zijn lid van genoemde vereniging. Kleinere gemeenten, zoals Kapelle, zijn normaliter geen lid gelet op de beperkte omvang van de werkzaamheden op het gebied schuldhulpverlening. Wel kunnen zij besluiten zich te conformeren aan de Gedragscode Schuldregeling. Het jaarverslag van de NVVK over het jaar 2008 geeft een goed inzicht van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de schuldhulpverlening. - In 2008 is het aantal aanvragen voor een schuldregeling voor het eerst gedaald. Na een stijging in de afgelopen vier jaar van 39.000 aanvragen in 2005 naar 47.500 in 2007 is het aantal aanvragen in 2008 op 44.100 uitgekomen. Het betreft een lichte daling die gelet op de eind 2008 ontstane kredietcrisis naar verwachting in 2009 niet zal doorzetten. - In 2008 is gestart met de implementatie van Schuldhulpverlening nieuwe stijl. Aanleiding hiervoor was het lage slagingspercentage van schuldregelingen in 2004 en 2005. Voorheen was schuldhulpverlening namelijk zeer gericht op het proces en het aanbod. In de vernieuwde werkwijze staat het financiële probleem van de klant centraal, waarvoor een passende oplossing moet komen. Een werkwijze die de voornaamste verklaring voor de hier gesignaleerde daling kan zijn. - Een ander effect van de invoering van Schuldhulpverlening nieuwe stijl is af te lezen uit het slagingspercentage van de schuldhulpverlening. Dit slagingspercentage is gestegen van 22% in 2007 naar 33% in 2008. - Op 1 januari 2008 is de wijziging van de Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) in werking getreden. De wet biedt instrumenten om het minnelijk schuldregelingstraject te versterken, hetgeen ook blijkt uit het aantal afgegeven Wsnpverklaringen. Deze zijn gedaald van 12.464 in 2007 naar 8.599 in 2008. - Het uitvalpercentage (vroegtijdig stoppen schuldhulpverleningstraject) is in 2008 gedaald van 52% in 2004 naar 27% in 2008. In 2007 was dit nog 31%. Ook hier is een relatie te leggen met de invoering van Schuldhulpverlening nieuwe stijl. Door niet langer in processen te denken, maar de klant en zijn probleem centraal te stellen worden oplossingen voor de problemen gevonden, waardoor de schuldhulpverlening alsnog succesvol kan worden afgerond. - Cliënten kunnen bij schuldhulpverlening niet alleen geholpen worden met schuldhulpverlening, maar ook met budgetbeheer. Meestal bestaat schuldhulpverlening uit een combinatie van budgetvoorlichting, budgetbegeleiding, gedragverandering, schuldregeling. - Bij budgetbeheer ontvangt de cliënt per week of per maand huishoudgeld. In 1999 waren er bij de leden van de NVVK ongeveer 10.000 budgetbeheerrekeningen, in 2006 waren dit er 37.000. In 2008 is het aantal budgetbeheerrekeningen bij NVVK-leden gestegen tot 51.000. Onderstaande tabel geeft de stand van zaken over vijf opeenvolgende jaren weer. 2004 2005 2006 2007 2008 Aanvragen schuldregeling 39.000 43.000 46.000 47.500 44.100 Slagingspercentage schuldregeling 9% 14% 18% 22% 33% Doorverwijzing Wsnp 5% 11% 19% 26% 19% Uitvalpercentage schuldregeling 52% 52% 38% 31% 27% Aantal budgetbeheerrekeningen 27.000 33.500 37.000 44.000 51.000 6

5. Wat zijn problematische schuldsituaties? Een problematische schuld heeft iemand volgens de NVVK - als hij niet in staat is om uit de schulden te komen. Het kan zijn dat iemand er niet meer uitkomt doordat bij tientallen instanties rekeningen niet zijn betaald. Het kan ook alleen om een huurachterstand gaan, waarbij een dreigende uithuiszetting ook ernstig is. De NVVK heeft een aantal gedragcodes ontwikkeld. Eén daarvan is de Gedragscode Schuldregeling. Deze code wordt onderschreven door veel instanties die in Nederland schuldhulpverlening bieden. Omdat niet elke schuldsituatie als problematisch aangemerkt hoeft te worden, heeft het NVVK nadere criteria ontwikkeld op basis waarvan vastgesteld kan worden of een schuldsituatie problematisch is. Een problematische schuldsituatie is volgens de NVVK: de situatie waarin van een natuurlijk persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij heeft opgehouden te betalen, bepaald op basis van vastgestelde criteria ( meer informatie over de Gedragscode Schuldregeling: site NVVK, nvvk.eu). Zo wordt er gekeken naar: Hoe hoog de som is van de geëiste maandelijkse aflossingen. Of er bedreigende schulden zijn in de categorieën: huur/hypotheek, energie, ziektekostenverzekering. Of er een openbare verkoop van roerende zaken dreigt. Of het aantoonbaar niet mogelijk is de schulden te herfinancieren. Of er aantoonbaar één of meerdere schuldeisers niet bereid zijn om een betalingsregeling te treffen. Of er vermogen is dat conform de regels van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) geliquideerd kan worden. De gemeente Kapelle onderschrijft het belang van deze werkwijze en sluit zich aan bij deze definiëring van een problematische schuldsituatie. Beslispunt 2: Instemmen met de definiëring van een problematische schuldsituatie zoals omschreven in de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK. 7

6. Oorzaken en gevolgen van problematische schulden Oorzaken In de literatuur over schuldhulpverlening wordt onderscheid gemaakt tussen exogene en endogene oorzaken van problematische schulden. Exogene oorzaken zijn schuldoorzaken die geheel of gedeeltelijk - buiten de persoon zelf liggen, zoals ontslag, echtscheiding en ziekte. Bij endogene oorzaken gaat het om in de persoon gelegen oorzaken, zoals een verslaving of het niet met geld kunnen omgaan. De belangrijke factoren voor het ontstaan van een problematische schuldsituatie zijn: Langdurig een inkomen op bijstandsniveau; Ontslag en werkloosheid; Echtscheiding; Ziekte; Arbeidsongeschiktheid; Verslaving; Door de maatschappij gestimuleerd consumptiegedrag; Ruim aanbod van kredieten; Meedoen met buren, vrienden en familie; Niet met geld kunnen omgaan. Verschillen De kredietbehoefte en de beschikbare financiële ruimte spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van problematische schulden. De kredietbehoefte neemt in het algemeen toe naarmate het inkomen stijgt. Dit geldt ook voor huishoudens op het niveau van de minima. Toch is er een verschil. Zij wijken van dit patroon af, omdat zij verhoudingsgewijs een grotere schuldenlast hebben dan op grond van hun inkomen zou mogen worden verwacht. Die grotere schuld hangt sterk samen met het beschikbare huishoudbudget. Ook zij hebben denormale kredietbehoefte voor de aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen, maar ze financieren vaak ook hun tekorten. Als bezuinigen niet lukt, worden de tekorten vaak als volgt gefinancierd: men stelt andere betalingen uit, koopt op afbetaling (bijvoorbeeld bij postorderbedrijven) of koopt bij leveranciers die minder strenge eisen stellen. Er is nog een verschil op te merken. Bij uitkeringsgerechtigden ligt het accent overwegend op schulden die te maken hebben met de maandelijkse woonlasten (huur- en energieschulden). Bij de bovenminimale inkomensgroepen zijn de problematische schuldsituaties vooral het gevolg van overkreditering en onvoldoende aanpassing van de levensstijl na een plotselinge inkomensachteruitgang. Gevolgen Een problematische schuldsituatie beïnvloedt in veel opzichten de kwaliteit van het bestaan. Zij kan bijvoorbeeld consequenties hebben voor de gezondheid van de leden van het huishouden, het voedingspatroon, de woonomstandigheden, ontspanning en vakantie. Bovendien kan een problematische schuldsituatie juist psychosociale problemen veroorzaken. 8

7. Wettelijk kader schuldhulpverlening 7.1 Algemeen. De gemeente heeft geen wettelijke verplichting ten aanzien van schuldhulpverlening, maar om zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen en armoede te bestrijden, is de rol van de gemeente belangrijk door het aanbieden van het instrument schuldhulpverlening. Toch ligt er wel iets in de wet vast. -In de Wet werk en bijstand (Wwb) is wel het een en ander bepaald met betrekking tot een aantal specifieke onderdelen van schuldhulpverlening, zoals verstrekking van bijstand in natura, verplicht budgetbeheer en re-integratie. -In de Faillissementswet is bepaald dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het afgeven van de Wsnp-verklaringen. -Volgens de Wet maatschappelijk ondersteuning hebben gemeenten de verantwoordelijkheid voor wonen, zorg en welzijn voor sociaal of fysiek zwakke groepen in de samenleving. Naast wettelijke beleidskaders bestaan er ook gedragscodes waaraan gemeenten zich kunnen conformeren. Eén van de belangrijkste kaderscheppende bepalingen is de algemene zorgplicht die gemeenten hebben voor hun burgers. De gemeentelijke beleidsvrijheid is dus groot. En ten slotte is er het beleid van het huidige kabinet, dat vindt dat de gemeente het initiatief moet nemen in het organiseren van de integrale schuldhulpverlening. De centrale regelgeving vanuit het Rijk moet zo veel mogelijk beperkt blijven, is de mening van de regering. De gemeentelijke instanties, belast met de uitvoering van schuldhulpverlening, moeten zelf hun regelgeving op dit terrein vaststellen. Toch zijn er ontwikkelingen gaande. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een wetsvoorstel aangekondigd, waarbij wettelijke eisen gesteld zullen worden aan de gemeentelijke schuldhulpverlening. In de regels komt bijvoorbeeld te staan hoe lang iemand met schulden maximaal op een gemeentelijke wachtlijst mag staan en hoe lang de gemeente erover mag doen om een oplossing voor te stellen. De invoering wordt eind 2009 verwacht. De branchevereniging van bewindvoerders betwijfelt of de aangekondigde maatregelen op tijd zullen zijn om de verwachte problemen het hoofd te bieden. De gemeente ontvangt geen geoormerkte middelen. Wel ontvangen gemeenten middelen in de algemene uitkering bestemd voor armoedebeleid en schuldhulpverlening. Hieronder worden de huidige (wettelijk) kaders nader toegelicht. 7.2 Wet werk en bijstand (Wwb). Op 1 januari 2004 is de Wwb in werking getreden. De wet regelt kort samengevat - de bijstand en re-integratie voor burgers zonder inkomen. Ongeveer 40% van de cliënten schuldhulpverlening in Kapelle heeft een bijstandsuitkering. De Wwb is daarom een belangrijk beleidskader. De Wwb heeft als uitgangspunt de eigen verantwoordelijkheid van de burger om werk te vinden en te behouden. Als dat niet lukt, is de opdracht voor de gemeente om de burger naar werk te begeleiden en de tweede opdracht is pas om de burger een uitkering te verstrekken. Deze eerste opdracht krijgt zijn uitwerking in de door gemeente vastgestelde re-integratieverordening. Om deze re-integratie te kunnen uitvoeren, wordt aan de gemeente een budget re-integratie (werkdeel) toegekend. 9

Het aspect schuldenlast is terug te vinden in de artikelen 13, 48 en 49 van de Wwb. De eigen verantwoordelijkheid van de uitkeringsgerechtigde is het uitgangspunt. Bijzondere situaties uitgezonderd wordt geen bijstand verstrekt voor schulden. De gemeente kan bijzondere bijstand verlenen in de vorm van borgtocht of geldlening. Via borgtocht kan de transactie plaatsvinden door een kredietbank of een kredietinstelling. Dit heeft nadrukkelijk voorrang. Als dit geen uitkomst biedt en er dringende redenen bestaan, kan een geldlening worden verstrekt via de bijzondere bijstand. Voor de aflossing zal een draagkrachtberekening worden gemaakt volgens de regels in de verordening bijzondere bijstand. 7.3 Schuldenproblematiek en re-integratie. Bij re-integratie moet in een zo vroeg mogelijk stadium aan de schuldenproblematiek worden gewerkt. Als dat niet gebeurt, is de kans groot dat de re-integratie niet slaagt. De schuldenproblematiek kan het leven van de schuldenaar zo beheersen dat hij zich onvoldoende kan concentreren op werk of het zoeken naar werk. Door middel van schuldhulpverlening wordt de situatie van de schuldenaar gestabiliseerd en krijgt hij rust om zich op een betaalde baan en andere zaken te kunnen richten. Voor de schuldenaar is werk op de korte termijn vaak niet financieel aantrekkelijk. Het extra inkomen moet worden gebruikt om de schulden af te lossen. Meestal geldt ook dat het recht op huurtoeslag, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en bijzondere bijstand vervalt. Op langere termijn, na aflossing van de schulden, heeft betaald werk echter wel een positief effect op het inkomen. Bovendien heeft werk ook andere voordelen, zoals contacten met collega s, dagritme en het gevoel dat aan een stabiele inkomenssituatie wordt gewerkt. Bovendien zullen schuldeisers sneller geneigd zijn akkoord te gaan met een schuldregeling als zij zien dat de schuldenaar zich inspant om zijn inkomen te vergroten. 7.4 Inkoop van re-integratie en schuldhulpverlening. De gemeente voert de regie over de re-integratie en kan de uitvoering voor een groot deel uitbesteden. Op basis van beschikbare middelen en te voeren beleid bepaalt de gemeente welke re-integratietrajecten worden ingekocht. In geval van schulden is schuldhulpverlening meestal een voorwaarde om aan de slag te kunnen. Schuldhulpverlening kan daarom worden beschouwd als een voortraject naar werk. Het kan als afzonderlijk re-integratieinstrument worden ingekocht. Het werkdeel dat de gemeente van het Rijk ontvangt, kan daarvoor worden aangewend. 7.5 Algemeen geaccepteerde arbeid. De schuldenaar moet alles in het werk stellen om een betere uitgangspositie te krijgen voor de aflossing van de schulden en het aanvaarden van werk. De Wwb kent niet langer het begrip passende arbeid. Dit begrip is vervangen door het begrip algemeen geaccepteerde arbeid. Werk dient niet langer afgestemd te zijn op opleiding, ervaring of reistijd. Dit geeft meer mogelijkheden om de cliënt te stimuleren (zelfs te dwingen) werk te accepteren en daarmee het te ontvangen inkomen uit arbeid te vergroten. Een cliënt hoeft geen werk te aanvaarden dat niet als algemeen geaccepteerde arbeid wordt beschouwd. Een standaardvoorbeeld is het werk in de prostitutie. 7.6Armoedebeleid. Schuldhulpverlening maakt deel uit van het gemeentelijke armoedebeleid. Het gemeentelijke armoedebeleid is daarom kaderscheppend voor het schuldhulpverleningsbeleid. Instrumenten die gemeenten kunnen inzetten ter voorkoming en bestrijding van armoede, schulden en sociale uitsluiting zijn onder andere bijzondere bijstand, regelingen ter bevordering van sociaal-culturele en sportieve activiteiten, collectieve zorgverzekering, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen. 10

In het kader van de WWB zijn gemeenten verplicht een langdurigheidtoeslag te verstrekken aan langdurige minima met een grote afstand naar de arbeidsmarkt. Via het gemeentefonds ontvangen de gemeenten een niet geoormerkt budget bijzondere bijstand. 7.7 Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Op 1 december 1998 is de Wsnp in werking getreden. Indien een minnelijke regeling van de schuldenlast op basis van de uitgangspunten van de Gedragscode Schuldregeling van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) niet mogelijk is, biedt de Wsnp onder voorwaarden het perspectief op een schuldenvrije toekomst, de zogenaamde schone lei. 7.8 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in relatie tot de Wwb. De Wmo is op 1 januari 2007 in werking getreden. Het belangrijkste uitgangspunt van zowel de Wwb als de Wmo is de zelfredzaamheid van de burger: Uitgangspunt van de Wwb is dat de burger zelf verantwoordelijk is om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien; Uitgangspunt van de Wmo is dat de burger zo lang mogelijk zelfstandig dient te blijven wonen en actief deelneemt aan de samenleving. Het hebben van schulden kan een belemmering zijn voor deelname aan de samenleving. Het hebben van schulden kan ook een belemmering zijn voor het krijgen of behouden van werk. 7.9 Schuldhulpverlening. Het belangrijkste uitgangspunt in de schuldhulpverlening is dat de verantwoordelijkheid daar blijft liggen, waar hij juridisch ligt, namelijk bij de schuldenaar en de schuldeiser(s). De belangrijkste taak van de schuldhulpverlening is daarom gericht op preventie, het voorkomen van problematische schulden en het bemiddelen bij de totstandkoming van een schuldregeling tussen schuldenaar en schuldeiser(s). 11

8. Het belang van integrale schuldhulpverlening Omdat een problematische schuldsituatie veelal niet het gevolg is van één oorzaak, maar meestal van meerdere, samenhangende oorzaken zoals baanverlies, ziekte of echtscheiding, is het oplossen daarvan een complex proces. In deze nota wordt de nadruk gelegd op de extra activiteiten die ontwikkeld worden. Omdat bij problematische schulden financiële en psychosociale oorzaken vaak nauw verweven zijn, is het van belang bij schuldhulpverlening nauw samen te werken met het maatschappelijk werk en andere hulpverlenende instanties. De gemeente moet daar waar nodig het initiatief nemen in het organiseren van integrale schuldhulpverlening. Bij integrale schuldhulpverlening wordt niet alleen aandacht besteed aan een financiële oplossing, maar ook aan de oorzaken. Een goed functionerende vorm van integrale schuldhulpverlening is op dit moment het samenwerkingsproject Woon(her)kansen van Emergis, de GGD, de gemeenten, de woningcorporaties in de Oosterschelderegio en de Stichting Maatschappelijk Werk & Welzijn Oosterschelderegio (SMWO). Woon(her)kansen biedt mensen, dankzij de inzet van gespecialiseerde hulpverleners, een laatste kans. In samenwerking met de ketenpartners geven deze gespecialiseerde hulpverleners praktische ondersteuning bij het maken van betalingsafspraken. De gezamenlijke inspanning is gericht op het voorkomen van uithuiszettingen en het wegnemen van overlast (indien daar sprake van is). Aanmelden voor Woon(her)kansen gebeurt alleen door een woningcorporatie, een psychiatrische instelling of een hulpverlenende instelling. De medewerkers begeleiden ook klanten die na een verblijf in een instelling in een instelling weer zelfstandig gaan wonen, maar daarbij begeleiding nodig hebben. Het doel is dat ze uiteindelijk zelfstandig kunnen wonen. De gemeente Kapelle maakt momenteel gebruik van de externe expertise op het gebied van integrale schuldhulpverlening. Uitgangspunt is dat cliënten met een verslavingsprobleem geholpen dienen te worden door de verslavingszorg, cliënten met verstandelijke beperkingen door bijvoorbeeld stichting MEE, psychiatrische patiënten door Emergis en cliënten met algemene psychosociale problematiek door het Algemeen Maatschappelijk Werk. In bepaalde situaties kan bij schuldhulpverlening ook op een zinvolle wijze worden samengewerkt met de verschillende diaconieën. Het succes van een effectieve schuldhulpverlening is gebaseerd op samenwerking en maatwerk. Beslispunt 3: Bij schuldhulpverlening moet sprake zijn van integrale schuldhulpverlening, waarbij niet alleen aandacht wordt besteed aan een financiële oplossing, maar ook aan de oorzaken. 12

9. Conformeren aan de Gedragscode Schuldregeling 9.1 De schone lei De Algemene Ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) heeft de richtlijnen voor sociale kredietverlening door gemeentelijke kredietbanken vastgesteld. Deze richtlijnen zijn vastgelegd in de Gedragscode Schuldregeling die landelijk maatgevend is. 9.1.1 Het minnelijk traject Wat? De kredietbanken, de grotere gemeenten en de particuliere organisaties die zijn aangesloten bij de NVVK conformeren zich aan deze gedragscode. Het belangrijkste uitgangspunt van de Gedragscode Schuldregeling is het streven naar een schone lei. Een schuldenaar die zich gedurende een periode van maximaal 36 maanden volledig heeft ingezet om zijn schulden te betalen, heeft het recht op een nieuwe financiële start (schone lei). Van de schuldenaar wordt wel verwacht, dat hij zich gedurende deze drie jaar werkelijk tot het uiterste inspant om zijn schulden te voldoen. De schuldregelende instelling moet op deze inspanningen toezien. Hoe? De kredietbanken, gemeenten en particuliere organisaties die zich conformeren aan de gedragsregels van de NVVK, werken bij het minnelijk traject van schuldregeling met het 120- dagen model. Dit model beschrijft de werkmethode. Na ondertekening van de overeenkomst tot schuldregeling moet binnen 120 dagen duidelijk worden of een schuldregeling voor de schuldenaar kan worden opgezet. Hierbij geldt zowel voor de schuldenaar, de schuldregelende instelling als de schuldeiser een stringente termijn waarbinnen moet worden gereageerd. Reageert bijvoorbeeld de schuldeiser niet binnen de gestelde termijn, dan wordt de vordering geschat op basis van de gegevens van de schuldenaar, of wordt deze volledig geschrapt. Fasen Het minnelijke traject schuldregeling bestaat uit twee fasen. De eerste fase gaat vooraf aan het werkelijke schuldregelingstraject. In deze fase dienen alle zaken op orde te worden gebracht om de kans van slagen van de schuldregeling (tweede fase) te vergroten. In de tweede fase treedt de schuldregelende instelling op als tussenpersoon van de schuldenaar en zijn schuldeisers, waarbij deze de belangen van alle betrokken partijen zo goed mogelijk moet behartigen. 9.1.2 Wsnp als ultieme middel Lukt het toch niet om via een minnelijk traject een schone lei te verkrijgen, dan kan onder bepaalde voorwaarden via het wettelijke traject, op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen, alsnog na drie jaar een nieuwe start worden gemaakt. 9.2Conformeren aan de Gedragscode Schuldregeling, geen lidmaatschap van de NVVK, De Gedragscode Schuldregeling van de NVVK is erkend door zowel de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) als door de rechtbanken in Nederland. Omdat het conformeren aan de Gedragscode Schuldregeling enerzijds naar buiten toe - aangeeft dat een bepaald kwaliteitsniveau wordt gegarandeerd én anderzijds voor de eigen organisatie op uitvoeringsniveau duidelijke richtlijnen geeft, conformeren veel kleinere gemeenten en instellingen voor schuldhulpverlening zich aan deze gedragscode. 13

Beslispunt 4: De gemeente Kapelle conformeert zich aan de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK. Een lidmaatschap van de NVVK is voor Kapelle niet aan de orde, gelet op de beperkte omvang van de werkzaamheden en de specifieke kwaliteitseisen die aan leden gesteld worden. Beslispunt 5: De gemeente Kapelle zal, uitgaande van de specifieke kwaliteitseisen die gesteld worden aan nieuwe leden en de beperkte omvang van de werkzaamheden, geen lid worden van de NVVK. Bij uitbesteding wordt aangesloten bij een organisatie die lid is van de NVVK. 14

10. Wie komt in aanmerking voor schuldhulpverlening? Op grond van de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK kunnen natuurlijke personen in Nederland zich wenden tot een schuldregelende instelling. Betrokkenen kunnen een aanvraag schuldregeling indienen bij de in de desbetreffende gemeente werkzame schuldregelende instelling. Om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening hanteert de NVVK een aantal voorwaarden voor deelname aan schuldhulpverlening. Voorwaarden 1. De aanvrager moet meerderjarig zijn (18 jaar of ouder). 2. De aanvrager moet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). 3. De aanvrager moet een natuurlijk persoon zijn. Een natuurlijk persoon is per definitie een mens van vlees en bloed. Dit in tegenstelling tot rechtspersonen, zoals een stichting. 4. Er moet sprake zijn van een problematische schuldsituatie conform de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK. 5. De aanvrager moet een inkomen/uitkering hebben. Uitsluiting Een cliënt kan voor bepaalde tijd NVVK heeft daarvoor termijnen vastgesteld - uitgesloten worden van schuldhulpverlening. Dat geldt: Indien een cliënt tussentijds, na de aanschrijving van de schuldeisers, de schuldbemiddeling staakt. Indien een aanvrager eerder gebruik heeft gemaakt van schuldbemiddeling. Indien sprake is van een fraudeschuld, bijvoorbeeld bij bijstandsfraude. Een dergelijke schuld kan niet worden kwijtgescholden. Eisen Ook van een cliënt wordt verwacht dat die zich zal houden aan de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK. De cliënt moet een volledig inzicht geven in de financiële gegevens. Vanaf het moment waarop een aanvraag schuldhulpverlening is ingediend, worden geen nieuwe schulden meer gemaakt. Alle nieuwe rekeningen, zoals de nota s van de huur, energie, en verzekeringspremies moeten (weer) op tijd betaald worden. Er mogen geen nieuwe bestellingen meer worden gedaan bij postorderbedrijven. Er mogen geen nieuwe leningen meer worden afgesloten. De gehele aflossingscapaciteit wordt volgens de NVVK-norm berekend. Uitgangspunt is dat tot 90% van de Wwb-norm voor de cliënt beschikbaar moet blijven. De cliënt moet alles in het werk stellen om zijn inkomen te verhogen. Dit is vooral van belang indien een partner (nog) niet werkt, maar hiertoe wel in staat is. Indien dure goederen zijn aangeschaft die niet noodzakelijk zijn, moet hiervan afstand worden gedaan (auto s, meerdere audioapparatuur, e.d.) door ze te verkopen. Het volgen van de gedragscode NVVK bevordert een uniforme handelwijze voor alle burgers. Immers iedere cliënt wordt gelijkgesteld. Bij de keuze voor één van de vormen van schuldhulpverlening (budgetvoorlichting, budgetbegeleiding, schuldregeling, budgetbeheer, het verstrekken van een lening en/of leenbijstand voor achterstanden bij de betaling van huurlasten, energie, water, ziektekostenverzekering en het afgeven van de Wsnp-verklaring) zal geen onderscheid gemaakt worden tussen cliënten met een uitkering op grond van de Wwb, Ioaw, Ioaz, Bbz en andere inwoners van de gemeente. 15

Toekomstverwachting Vanwege de ontwikkelingen in het afgelopen jaar verwacht de NVVK dat haar doelgroep gaat uitbreiden. In voorgaande jaren konden mensen met een laag inkomen relatief gemakkelijk aan (extra) financiering komen. Dit stelde hen in staat om volop mee te doen aan de consumptiemaatschappij. Velen kwamen echter daardoor in financiële problemen en klopten aan voor hulp. Deze mensen hebben moeite met het voeren van een stabiele financiële huishouding en het aanbrengen van balans tussen het realiseren van hun wensen en het daarvoor beschikbare inkomen. Daarnaast zal er mogelijk een nieuwe doelgroep ontstaan. Dat is de huidige middenklasse die afgelopen jaren veel heeft geconsumeerd. Er zijn te dure huizen gekocht en te grote financieringen aangegaan. Als die bevolkingsgroep nu tegenslagen krijgt te verduren zoals baanverlies, ziekte of echtscheiding, is de kans groot dat men niet meer kan rondkomen en in een neerwaartse spiraal terechtkomt. De verwachting is dat de omvang van de schulden van deze doelgroep groter zal zijn dan nu, omdat zij grotere verplichtingen is aangegaan. Omdat er aan de andere kant een hogere aflossingscapaciteit is, zullen de schulden makkelijker te regelen zijn. Doorgaans hebben deze mensen minder moeite met het voeren van een stabiele financiële huishouding en kunnen ze hun wensen goed afstemmen op hun inkomen. Daardoor heeft deze doelgroep minder begeleiding nodig en is de kans op recidive een stuk kleiner. Beslispunt 6: Bij de keuze voor een van de vormen van schuldhulpverlening zal geen onderscheid worden gemaakt waardoor alle inwoners van de gemeente in aanmerking komen mits aan de voorwaarden wordt voldaan. 16

11. Huidige schuldhulpverlening in Kapelle Onder schuldhulpverlening wordt verstaan: het geheel van activiteiten gericht op hulpverlening aan personen met problematische schulden. Schuldhulpverlening bestaat uit: 1. Budgetvoorlichting / preventieactiviteiten. 2. Budgetbegeleiding / nazorg. 3. Schuldregeling: 3.1 Bemiddeling bij achterstanden huur, energie, water en ziektekostenverzekering. 3.2 Schuldbemiddeling. 3.3 Schuldsanering. 4. Budgetbeheer 5. Het verstrekken van een lening en/of leenbijstand voor achterstanden bij de betaling van huurlasten, energie en water. 6. Het afgeven van de Wsnp-verklaring (traject Wet schuldsanering natuurlijke personen) Wat doen we al? De werkzaamheden op het gebied van schuldhulpverlening in de gemeente Kapelle hebben zich in de afgelopen jaren geconcentreerd op: a. bemiddeling ter voorkoming van uithuiszetting (3.2); b. schuldregeling door middel van het verstrekken van een saneringskrediet (3.3); c. het verstrekken van leenbijstand voor schulden leenbijstand (5); d. het afgeven van Wsnp-verklaringen (6); e. incidentele hulp aan cliënten met een Wwb-uitkering. Veelal is in die gevallen bemiddeld, zodat de kosten beperkt zijn gebleven tot de uitvoeringskosten. Op de genoemde werkzaamheden volgt nu een korte toelichting. Ad. a. bemiddeling ter voorkoming van uithuiszetting: Dit betreft werkzaamheden om in eerste instantie de situatie te stabiliseren door doorbetalingen te regelen waarna een schuldbemiddelingstraject richting schuldeisers wordt opgesteld. Als gevolg van de verscherpte normen Wsnp worden gecompliceerde vormen van schuldbemiddeling uitbesteed. De regie blijft bij de gemeente. In incidentele gevallen wordt bij een schuldbemiddeling en ook bij schuldsanering door schuldeisers geëist dat de gemeente Kapelle zich niet alleen conformeert aan de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK, maar ook daadwerkelijk is aangesloten bij de NVVK. In die situaties dient de schuldbemiddeling te worden uitbesteed aan een organisatie die wel lid is. Ad. b. schuldregeling door middel van het verstrekken van een saneringskrediet: Het verstrekken van een saneringskrediet (schuldsanering) is niet zonder risico. De gemeente is namelijk uiteindelijk verantwoordelijk voor de terugbetaling van het krediet, terwijl de gemeente bij schuldbemiddeling alleen de uitvoeringskosten betaalt. Het saneringskrediet wordt verstrekt door de Gemeentelijke Kredietbank Goes. De gemeente Kapelle staat borg voor dit krediet. De grens van de borgstelling kan worden bepaald door eigen beleid van de desbetreffende gemeente waaronder de kredietbank valt. Het verdient aanbeveling een plafond in te stellen. De gemeente Goes heeft een bedrag van 10.000,-- als bovengrens vastgesteld. Wij stellen voor dat te volgen. Beslispunt 7: Het verstrekken van een saneringskrediet tot een maximum van 10.000,= per saneringskrediet. 17

Ad. c. het verstrekken van leenbijstand bij schulden: Tot nu toe is slechts in beperkte mate bijzondere bijstand verstrekt voor achterstanden bij de betaling van huur, energie, water en ziektekostenverzekering. De gemeente Kapelle zal ook in de toekomst alleen in bijzondere situaties leenbijstand in van vorm van bijzondere bijstand verstrekken voor schulden. Allereerst moet duidelijk zijn dat er geen voorliggende voorzieningen zijn. Dat is bijvoorbeeld een lening bij de Gemeentelijke Kredietbank (al dan niet met borgstelling). Bovendien mag het niet verstrekken van een lening niet leiden tot een ongewenste situatie. Die is er bijvoorbeeld bij een uithuiszetting zonder dat een alternatieve huisvesting aanwezig is. Bij het verstrekken van leenbijstand voor schrijnende gevallen zal geen onderscheid gemaakt worden tussen alleenstaanden of gezinnen. Wel zal altijd gekeken worden naar alternatieven. Zo zal een aanvraag van een alleenstaande jongere bij een dreigende uithuiszetting worden afgewezen wanneer hij zonder problemen weer bij zijn ouders kan gaan wonen of elders een kamer kan huren. Beslispunt 8: De gemeente Kapelle zal alleen in uitzonderingssituaties bijzondere bijstand in de vorm van leenbijstand voor schulden verstrekken. Ad. d. het afgeven van Wsnp-verklaringen: In de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) is bepaald dat de gemeente verantwoordelijk is voor het afgeven van de Wsnp-verklaring. In deze verklaring wordt aangegeven welke inspanningen zijn verricht om een minnelijke regeling te treffen. De gemeente geeft de verklaring af aan de schuldenaar. De schuldenaar geeft de verklaring vervolgens af aan de rechtbank, samen met een verzoekschrift voor toelating tot de Wsnp. Inwoners van Kapelle moeten zich wenden tot de rechtbank in Middelburg. De verklaring wordt afgegeven als één of meer schuldeisers niet akkoord gaan met een minnelijke schuldregeling. In de verklaring geeft de gemeente aan wat er in het minnelijke traject is ondernomen om de schuldenproblematiek op te lossen. Als de rechter van oordeel is dat de mogelijkheden in het minnelijke traject voldoende zijn benut, kan hij de cliënt toelaten tot de Wsnp. De rechter beslist hoe lang er moet worden afbetaald en hoe hoog de maandelijkse betaling is aan de schuldeisers. Op basis van een door de Rechtbank vastgesteld saneringsplan worden alle zaken gedurende 3 jaar behartigd door de door de Rechtbank aangewezen bewindvoerder. Middels voortgangsverslagen wordt toegezien op het nakomen van de verplichtingen door de schuldenaar. Per 1 januari 2008 is de wet gewijzigd. Er zijn strengere toelatingseisen gekomen ter bevordering van de buitengerechtelijke schuldsanering en schuldhulpverlening. De wijziging houdt onder meer in dat schuldeisers die op onredelijke gronden weigeren mee te werken aan een minnelijk akkoord, alsnog door de rechter kunnen worden gedwongen mee te werken. Dit sluit aan bij een van de doelen van de Wsnp, namelijk het vergroten van het aantal minnelijke schuldregelingen dat tot stand komt. De gemeente Kapelle moet op basis van deze landelijke wetgeving meer onderzoek doen naar de mogelijkheden van een minnelijk traject. Beschermingsbewind Officieel wordt hiermee bedoeld het onder bewindstelling ter bescherming van meerderjarigen. Het bewind zegt niets over de vermogenspositie van de cliënt, maar wel over het geestelijke of lichamelijke onvermogen om de eigen financiën te beheren. 18

De cliënt mag niet meer zelfstandig over de onder bewind gestelde goederen beslissen. Door de kantonrechter wordt een bewindvoerder benoemd die het vermogen van de cliënt gaat beheren. In een jaarlijkse rekening en verantwoording aan de kantonrechter worden onder andere aangeven het totaal ontvangen inkomen, de totaal betaalde vaste lasten, een overzicht van het vermogen en de schulden aan het begin en eind van het jaar. De cijfers Tot slot een overzicht schuldhulpverlening periode 2005 t/m juni 2009. 2005 2006 2007 2008 2009 (1juli) Aantal aanvragen 8 14 24 27 15 schuldhulpverlening Afgebroken: vanwege onvoldoende medewerking geen recht i.v.m. eerder Wsnp 4 7 7 1 9-2 - Leenbijstand voor schulden - - 4 - - Schuldregeling (minnelijk) met - - 1-1 saneringskrediet via GKB Goes Wsnp-trajecten 3 7 5 1 2 Stand per 31 december: 1 - - nog niet afgewikkeld 2 3 7 - wachtlijst 4 7 6 Bemiddeling ter voorkoming van een - - 9 6 1 woningontruiming Bron: Afdeling Samenleving gemeente Kapelle Voor 2009 is de verwachting dat het aantal aanvragen schuldhulpverlening zal stijgen naar 40 aanvragen. Dit is mede gebaseerd op de gevolgen van de kredietcrisis en de toename van de werkloosheid. De verwachting is dat een grotere groep mensen wordt geconfronteerd met een inkomensdaling waardoor vaste lasten niet meer betaald kunnen worden. 19

12. Vernieuwde schuldhulpverlening in Kapelle. Zoals in hoofdstuk 11 staat vermeld bestaat de schuldhulpverlening uit de volgende onderdelen: 1. Budgetvoorlichting / preventieactiviteiten / vroegsignalering. 2. Budgetbegeleiding / nazorg. 3. Schuldregeling: 3.1 Bemiddeling bij achterstanden huur, energie, water en ziektekostenverzekering. 3.2 Schuldbemiddeling. 3.3 Schuldsanering. 4.Budgetbeheer 5.Het verstrekken van een lening en/of leenbijstand voor achterstanden bij de betaling van huurlasten, energie en water. 6.Het afgeven van de Wsnp-verklaring (traject Wet schuldsanering natuurlijke personen) De onderdelen 3.2, 3.3, 5 en 6 worden reeds uitgevoerd en zijn behandeld in hoofdstuk 11. In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe de schuldhulpverlening in de gemeente Kapelle kan worden uitgebreid en worden verbeterd ten opzichte van de huidige situatie. 12.1 Budgetvoorlichting / preventieactiviteiten Budgetvoorlichting is preventief, gericht op het voorkomen van problematische schulden. Onder budgetvoorlichting moet worden verstaan: het geven van voorlichting en advies met betrekking tot budget- en consumentenvragen. Te denken valt aan vragen als: Hoe krijg ik inzicht in mijn uitgaven? Zal ik gaan sparen of lenen? Hoe stem ik mijn uitgavenpatroon af op mijn inkomsten? Welke voorzieningen zijn er voor minima en hoe kunnen die worden aangevraagd? Preventieactiviteiten: Budgetteringscursussen voor mensen die gebruik maken van budgetbeheer en/of schuldbemiddeling; Budgetadviesgesprek; Voorlichting aan groepen (doelgroepen, potentiële doelgroepen); Voorlichting op scholen; Voorlichting aan eerstelijns functionarissen (beroepskrachten en vrijwilligers), zoals huisartsen, thuishulpen, ouderenadviseurs, op scholen, vrijwilligers van het vluchtelingenwerk en de diaconie; Algemene activiteiten die erop gericht zijn meer bekendheid te geven aan de schuldhulpverlening in de gemeente Kapelle. Hierbij moet gedacht worden aan het verspreiden van folders, artikelen in de Scheldepost en verspreiding van nieuwsbrieven. Vroegsignalering: Belangrijk is dat schuldvorming wordt voorkomen. Zo zijn er afspraken gemaakt met de RWS en Delta Nutsbedrijf om in vroeg stadium inwoners met huur-en of energie betalingachterstand tijdig te informeren over schuldbemiddeling door de gemeente. Belangrijk is dan ook deze aanpak verder uit te breiden met voorlichting aan eerstelijns functionarissen, scholen, kerken, vrijwilligersorganisaties en bijvoorbeeld de buurtbrigades. Beslispunt 9: De gemeente Kapelle zal met het geven van voorlichting en advies over budget- en consumentenvragen proberen schuldvorming te voorkomen. 20

12.2 Budgetbegeleiding / Nazorg. Onder budgetbegeleiding wordt verstaan: het leren afstemmen van de uitgaven op de inkomsten. Budgetbegeleiding kan zowel preventief als curatief van aard zijn. Enerzijds kan het dus te maken hebben met het voorkomen dat een klant in een schuldensituatie terecht komt, anderzijds hangt het samen met voorkomen dat een klant opnieuw in een schuldensituatie terecht komt. Budgetbegeleiding is een geïntegreerd onderdeel van de werkzaamheden van de organisatie die de schuldhulpverlening biedt. Dit kan de gemeente zijn, een hulpverlenende instantie zoals het maatschappelijk werk of een externe partij die de schuldregeling of het budgetbeheer uitvoert. Het bieden van nazorg behoort tot een geslaagd traject van schulpverlening. Daarmee wordt voorkomen dat er draaideurklanten komen. Bij nazorg wordt een cliënt na een mogelijk goed afgeronde schuldregeling, die drie jaar duurt, nog een periode gevolgd met als doel het voorkomen van nieuwe schulden. Dit kan worden uitbesteed aan een bewindvoerder, een maatschappelijke organisatie, zoals SMWO, bemoeizorg, het samenwerkingsproject Woon(her)kansen of kredietbank. Als er wel sprake is van een draaideurklant, zal in beginsel gedurende de eerste drie jaar na een afgerond of onderbroken traject van schuldbemiddeling een nieuwe aanvraag voor schuldhulpverlening door de gemeente worden afgewezen. In dat geval zal wel de mogelijkheid en de noodzaak van bewindvoering moeten worden overwogen. Beslispunt 10: Budgetbegeleiding als geïntegreerd onderdeel van schuldhulpverlening gaan toepassen. Beslispunt 11: Het uitvoeren van nazorg ter hand nemen. Beslispunt 12: Gedurende de eerste drie jaar na een afgerond en onderbroken traject van schuldbemiddeling een nieuwe aanvraag voor schuldhulpverlening afwijzen. 12.3 Schuldregeling (het minnelijke traject) Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldhulpverlenende instantie tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. Schuldregeling is curatief, gericht op het oplossen van reeds ontstane problematische schulden. Schuldregeling kan bestaan uit: schuldbemiddeling: het regelen van (nieuwe) betalingsafspraken met schuldeisers, al dan niet met een percentageaanbod tegen finale kwijting van de restantschuld na een bepaalde periode, doorgaans 36 maanden; schuldsanering: het verstrekken van een lening waarmee alle schulden in een keer kunnen worden afbetaald, al dan niet met een percentageaanbod tegen finale kwijting van de restantschuld, gebaseerd op de looptijd van de lening van doorgaans 36 maanden. 12.3.1Bemiddeling bij achterstanden huur, energie, water en ziektekostenverzekering. Een bijzondere vorm van schuldregeling is het treffen van terugbetalingsregelingen voor huur, energie, water en de kosten van de ziektekostenverzekering. Vaak kan in een vroeg stadium een regeling worden getroffen, waarbij de gemeente enkel en alleen bemiddelt. Met name wanneer de achterstand niet al te hoog is en er slechts van één schuldeiser sprake is, bijvoorbeeld bij dreigende uithuiszetting of afsluiting van energie, is de interventie van de gemeente waardevol. Een dergelijke actie voorkomt vaak grotere problemen en heeft dan 21

ook niet alleen een curatief, maar ook een preventief karakter. Op dit moment wordt bij een dreigende uithuiszetting een brief verstuurd aan de bewoner waarin de gemeente Kapelle hulp aanbiedt. Met woningbouwvereniging RWS en Delta nutsbedrijven is afgesproken dat de gemeente Kapelle in beginsel in bijzondere situaties hulp biedt c.q. bemiddelt om een betalingsregeling te treffen. Zij kunnen hierover hun cliënten informeren. Voor de RWS is een gemeentelijke folder beschikbaar gesteld die zij klanten aanbiedt bij huurachterstand, terwijl voor de Delta een regionale folder beschikbaar is gesteld bij betalingsachterstanden van de energienota. Zodra er van de deurwaarder bericht over uithuiszetting komt, leggen we een huisbezoek af en bieden hulp aan. Met de woningbouwvereniging zijn afspraken gemaakt over het signaleren en melden van huurachterstanden, voordat het innen van de schuld naar een incassobureau/ deurwaarder gaat. Omdat het betalen van de huur, de energie, het water en de ziektekostenverzekering tot de fundamentele eigen verantwoordelijkheden van burgers behoort, zal de gemeente Kapelle zijn burgers daarop met budgetvoorlichting wijzen. Beslispunt 13: Het betalen van de huur, de energie, het water en de ziektekostenverzekering behoort tot de fundamentele eigen verantwoordelijkheden van burgers. Wel zal bemiddeling worden geboden bij het treffen van doorbetaling-en terugbetalingsregelingen om dreigende uithuiszetting en of afsluiting van energie te voorkomen. De gemeente zal zich pro-actief gaan opstellen door budgetvoorlichting te geven. 12.4 Budgetbeheer Onder budgetbeheer (ook wel inkomensbeheer genoemd) wordt verstaan: het geheel of gedeeltelijk beheren van zowel de inkomsten als de uitgaven van een cliënt en het verrichten van in het budgetplan afgesproken betalingen en reserveringen. De klant ontvangt per week of per maand huishoudgeld. Budgetbeheer is een belangrijk instrument bij het oplossen van problematische schuldsituaties (curatief budgetbeheer). Via budgetbeheer kan een balans worden aangebracht in de inkomsten en de uitgaven, zodat er financiële rust ontstaat. Curatief budgetbeheer gedurende een schuldregeling heeft ook een opvoedend karakter. De schuldenaar leert verantwoord met zijn financiële middelen om te gaan en ook financieel verantwoorde keuzes te maken. Ook wordt budgetbeheer ingezet bij het voorkomen van problematische schulden (preventief budgetbeheer). Dit wordt gedaan om te voorkomen dat iemand in een problematische schuldsituatie terechtkomt omdat hij niet in staat is om zijn eigen financiën op een verantwoorde wijze te beheren (het doorbetalen van de vaste lasten en/of schulden). In beginsel kan gedurende maximaal 3 jaar gebruik worden gemaakt van budgetbeheer. Deze periode komt overeen met de periode van 36 maanden waarin schulden via een schuldregeling moeten zijn voldaan. Slechts in uitzonderingssituaties kan een inwoner van Kapelle op kosten van de gemeente langer gebruik maken van budgetbeheer. Daarbij moet komen vast te staan dat iemand niet in staat is om zonder budgetbeheer in deze samenleving te functioneren. Steeds moet de afweging gemaakt worden tussen verlenging van budgetbeheer of de keuze voor bewindvoering. Jaarlijks vindt een onderzoek plaats naar de draagkracht en de noodzaak tot het voortzetten van het budgetbeheer. Beslispunt 14: Uitvoering geven aan budgetbeheer. 22