DE DRIE BUITENPLAATSEN OP KLEVERSKERKE (2) HOF RUSTENBURG



Vergelijkbare documenten
DE DRIE BUITENPLAATSEN OP KLEVERSKERKE (1)

DE DRIE BUITENPLAATSEN OP KLEVERSKERKE (3) HOF WEIBURG

SMET OP SLIKKENBURG. Alle eigenaren van en een schandaal op een Kleverskerkse boerderij. Jaco Simons Siereveld

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

Paauwenburg. Van boerderij te Koudekerke tot woonwijk van Vlissingen

Hof Valkenisse. Een buitenplaats tot leven gewekt. die als Zeeuws verhaal is gepubliceerd op de website van het Zeeuws Archief (

Groei en krimp Bewoningsgeschiedenis van Hof Ravestein

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

DELFLUST, LATER HET HOLLANDS HOF EEN KLEVERSKERKS HOF IN DE PERIODE VOOR 1814

Papegaayenburg. Van West Souburgse buitenplaats tot Vlissingse woonwijk JACO SIMONS

Onze vriendelijke republikeinse reis

DE WOERDENSE BINNENSTAD IN HET MONUMENTENJAAR ( II )

Nummer Toegang: G006. Collectie Hieronymus van Beverningh ( ) en Bruno van der Dussen ( ).

MR.DR.J.A.A.H. DE BEAUFORT, BURGEMEESTER VAN SOEST VAN

Inventaris van stukken betreffende de Buitenplaats Meerwijk onder Koudekerk

Café Kerkemeijer te Rekken

EEN VIJFTIENDE-EEUWS ROTTERDAMS FAMILIENET- WERK VERDER ONTRAFELD

Ytzen Lieuwes Tamminga # Hiltje Karsjens Kalma * , *

Het Snijdersplein. Voorwoord

Oud-archief van de landgoederen Ter Horst, Raaphorst en Eikenhorst gelegen in de gemeenten Voorschoten en Wassenaar

HOF WULPENBURG HUIS, BUITENPLAATS EN BOERDERIJ

IH'YIÏTIEIS van het ARCHIEF. van het ARCIEF. FAMILIE (HQEaGVSLD, te V/oerden. door. C.L.J. de Kaper

Concordans wijknummers

GROEN VAN TOEN BUITENPLAATSEN IN DE DORDTSE POLDERS

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld.

ZANDVLIET (onder Schijndel)

Graven van burgemeesters op het Kamper kerkhof in IJsselmuiden door Kees Schilder

vier generaties BEUKMAN Amsterdam

Het Blauwe Hof of Vrijburg

Plaatsingslijst van stukken betreffende de familie Wielenga en de families Zalsman en Van Andel

Rumoer in Ritsebuorren

winnaar 2015 BOERDERIJ KLEIN HOEFIJZER een klein openluchtmuseum

Blad 1. Kwartierstaat van Betje Hendriks ( ) De ouders van Betje

Inventaris van het archief. van het Gerechtsbestuur. Nederlangbroek, (1553, z.j.)

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande

Raadsheer Apollonius Ingels en Maria Schot

D74, thans Kruisstraat 12

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

Nummer Toegang: 858 Plaatsingslijst van de stukken afkomstig van Familiestichting Van der Kooij,

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd

D37, Scheiweg 2. Geplaatst in de Heise Krant februari 2015, gewijzigd

Willem II van Holland:?, februari Hoogwoud, 28 januari 1256

Van Koudekerkse Speelhof tot Vlissingse Scoutingboerderij

Takken Carolus en August. Rond 1932, Geduld Overwint, met o.a. Aug. Dellaert, P. Dellaert, P. Doens, Arn. Dellaert. Camiel en Eugene, getrouwd in

Nummer Toegang: 745 Plaatsingslijst van het archief van huis nieuwenhoorn en steenbakkerij de steenplaats te rijswijk,

Walcherse herkomst. Deel 1. Ritthem en De Schoone Waardin

de straat van toen Koningstraat Naaldwijk

1195. Op deze plaats stond waarschijnlijk de boerderij van onze voorvader Cornelis Gerritsz Breedijcken.

BOERDERIJEN WORDEN MONUMENTEN

Het leven van Petronella Kortenhof (l ), een Haarlemse vondelinge en inwoonster van Heemstede.

Inventaris van het archief van W.O. Bloys van Treslong: Kolonel, Kapitein-ter-zee en Provisioneel Gouverneur van Suriname,

BOERDERIJ MOERBEEK 48 LUTJEWINKEL juni boerderij Moerbeek 48. Inleiding. eerste steen. Luchtfoto vanuit het noorden.

Marten Kanters (1761?), timmerman en kroeghouder In de patentregisters van 1815 t/m 1818 woont Marten Kanters op Plaats nr. 17

16 Dec Eerste generatie. 1. Johan Heinrich Michael 1 Schimmel, geboren CA hij trouwde Catharina Elizabeth Beltmann, getrouwd VR

Gerechtsbestuur Schalkwijk, (105)

32 e en 33 e kwartier. Hermannus LUTGERINK. Geboorte

Drucker ordinaris der Heeren Staten van Zeelandt

Het karakteristieke pand op de hoek Molenstraat-Denekamperstraat 1



Dag van het Kasteel 2012

Op de koffie bij Nicolaas van Hoorn

Inventaris van het archief van. familie De Vor te Vianen,

Cornelis Dros ( ), keldergraf 135, vak B Mede-eigenaar van de zeepziederij De Gekroonde Haan

E70, Goordonksedijk 4

Afstammelingen van Johannes Lütweiler/Leutweiler (Leutwylers von Lupfig)

Nummer Toegang: A15. Willem II, prins van Oranje, graaf van Nassau- Breda ( )

Everdina Josina van der Wyck ( ) en Epo Sjuck Burmania Vegelin van Claerbergen ( )

De ontwikkeling van het Schapenland of Hoe tante Hendrika ontsnapt aan de armoede

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

VIIc - 2. o.tr./tr. Berkel (Gerecht) 1/ (impost man f 15), scheiding van tafel en bed Berkel (Gerecht)

Het Snijdersplein in De Pijp Het Snijdersplein

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

Archief van het Algemeen Armbestuur van Poortvliet

Plaatsingslijst van het archief van het gezin van L.P. Krijger en J. Krijger- Hasper en familie

De geschiedenis van een boerderij te Gapinge in drie periodes

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

Johanna van Constantinopel: tussen 1194 en 1200 Marquette, 5 december 1244

Gerardus BESSELING Anna, Mactiae CRAMER (KRAEMETS) Joannis CRAMER (CREMER) Mariae HOEVEN Hendrick BESSELING Annitje BESSELING

Willem Maris ( )


Nummer Toegang: 587 Plaatsingslijst van de collectie c.d. goudappel,

Westerwijk. Een hof in de Westhoek van Koudekerke

Foto Adres Gebouw Datum Opmerkingen Hoeve Schelfhout datum onbekend

BIJNA 250 JAAR HOF NIEUWERKERKE. Jaco Simons Siereveld

D27, thans Driehuizen 4-4a

Tak CA. De nakomelingen van Cornelis Karsseboom ( )

PIETER CORNELIS ENGEBRECHTSZ., GENAAMD KUNST

DE KANTEELSTEEN OP T STINS AAN T PASTORIEHUIS TE FERWERD IN HET JAAR 1712.

D85, Past. van Haarenstraat 4

G E S C H I E D E N I S V A N O D I J K. N L

Nummer Toegang: A14. Frederik Hendrik, prins van Oranje, graaf van Nassau-Breda ( )

Verwijzingen naar andere bronnen over de historie van Nieuw-Amsterdam, Veenoord en Zandpol.

Muschart, Grafzerken en Grafmonumenten in de Groote of St. Stevenskerk te Nymegen (Bijdragen en Mededeelingen Gelre 39, 1936)

DR WILLEM VAK DER HELM. VAN LANSCHOT, 110

OORSPRONKELIJK behoorde het huis aan de regulieren

Een Eemnesser familie Ruijter die in Blaricum terechtkwam

De straat van toen. Kerkstraat Naaldwijk

Transcriptie:

DE DRIE BUITENPLAATSEN OP KLEVERSKERKE (2) HOF RUSTENBURG Jaco Simons Siereveld In de vorige editie van Arneklanken is in het kader van de serie De drie buitenplaatsen op Kleverskerke kennis gemaakt met t Hof te Cleverskerke. Deze keer zal Hof Rustenburg de revue passeren. Rustenburg is een populaire naam die niet alleen dikwijls in Nederland, maar ook daarbuiten voorkomt. De Kleverskerkse buitenplaats Rustenburg lag, tot ongeveer 200 jaar geleden, direct ten noorden van het kerkje van het dorp. De families Godin en Govaerts uit Middelburg en Veere speelden de hoofdrol in de geschiedenis van dit landgoed. Vlak na de Franse tijd werd Hof Rustenburg afgebroken. Er zijn van dit buitenverblijf geen sporen meer te vinden in het landschap. Gelukkig hebben we de beschikking over diverse archieven, waardoor achterhaald kan worden welke personen hier lief en leed met elkaar deelden. Naam Rust vinden buiten een stad, binnen de beschermde omgeving van een landgoed. Zo zou je Rustenburg kunnen vertalen. Het is een zeer toepasselijke naam, want rust vinden was één van de uitgangspunten van het in bezit hebben van een buitenverblijf. Een vredige omgeving kon je in Kleverskerke zeker vinden. Je was hier, tussen de stadjes Arnemuiden en Veere, weg van de drukte. Rust vind je hier trouwens nog altijd en die is zelfs toegenomen nadat het landschap werd doorsneden. Dat gebeurde in de negentiende eeuw als gevolg van de aanleg van eerst de Middelburgse haven en later het Kanaal door Walcheren. Dat de naam Rustenburg in trek was, blijkt wel uit het feit dat die alleen al in Middelburg 20 veel voorkwam. Zo was er een huis met die identiteit in de Herenstraat. Verder wordt er in een oude stadsrekening, uit 1710, een herberg Rustenburg aan de Segeersweg vermeld en in die buurt lag dan ook het Rustenburgerpad. In de Middelburgsche Courant van 27 april 1784 werd een advertentie geplaatst betreffende de verkoop van een zogeheten speelhof Rustenburg, die aan de noordzijde van Middelburg lag, even buiten de Koepoort. En uiteraard herkennen we de naam van het huidige verzorgingshuis aan de Vrijlandstraat in de wijk Dauwendaele. Ook buiten Walcheren zijn er voorbeelden te vinden: twee buitenplaatsen één op Schouwen en één in Zeeuws Vlaanderen luister(d)en naar de naam Rustenburg. Zelfs in het verre Zuid Afrika, ten noorden van Johannesburg, heet een stad zo. Met meer dan een half miljoen inwoners is daar de rust inmiddels ver te zoeken. De kerk van Kleverskerke, afgebroken in het jaar 1861. Tekening in kleur; h. 27 cm; br. 35 cm. (Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Zelandia Illustrata II)

Oprichting Tijdens het onderzoek naar de buitenplaats Hof Rustenburg in Kleverskerke zijn er veel feiten aan de oppervlakte gekomen. Op de vraag wanneer en door wie Rustenburg is opgericht, kan het antwoord echter niet exact worden gegeven. Het landgoed zal hoogstwaarschijnlijk niet voor 1694 zijn ontstaan. Het tegenover de ingang van de dorpskerk gelegen Hof te Cleverskerke, dat in of vlak na 1694 gestalte kreeg, heeft geen specifieke naam meegekregen. Een dergelijk feit impliceert dat dit hof het eerste buitenverblijf was op het dorp. Rustenburg moet daarna zijn gevolgd, tussen circa 1700 en 1720. Wie de naam van de bouwheer van Rustenburg wil weten, krijgt wederom te maken met een onzekere factor. Was de Middelburger mr. Cornelis Govaerts of was het Veerse duo Jacob Godin Aegidius Johannes Govaerts de grondlegger van de buitenplaats? Een lichte voorkeur gaat uit naar het duo. Want als mr. Cornelis de oprichter was, waarom zou hij dan zo lang na zijn aankoop van een boerderij en land in 1679 hebben gewacht, voordat hij overging tot de oprichting van een buitenplaats? Bovendien, het feit dat Jacob en Aegidius in 1720 een samenwerkingsverband aangingen, pleit voor de veronderstelling dat zij een groot en kostbaar project voor ogen hadden en dat zij dat gezamenlijk wilden realiseren. De beschikbare bronnen geven ons helaas geen bewijzen om bovenstaande redeneringen te kunnen ondersteunen. Verderop in dit artikel worden de genoemde heren nader besproken. Boerderij Net als bij bijna alle buitenplaatsen het geval is, begint de geschiedenis van Rustenburg met een eenvoudige boerenhofstede. Die was gelegen in het deelgebied Blok benoorden de kerke. Al vóór 1566 stonden de toen nog rooms katholieke kerk van Kleverskerke en de boerderij op letterlijk een steenworp afstand van elkaar. De smalle dorpsstraat vormde de scheidslijn. De oudste overloper van Walcheren (1566) dat is een soort belastingregister waarin voornamelijk eigenaren van onroerende goederen staan genoteerd geeft aan dat de boerderij in handen was van de Curatus van Kleverskerke. De hofstede was dus een bezitting van de geestelijkheid. Later werd in de overloper de toevoeging 'vervallen' er bij gezet. Die toevoeging troffen we ook aan bij het artikel over t Hof te Cleverskerke. Het is goed mogelijk dat ook de boerderij benoorden de kerke het tijdens geweldsuitbarstingen zwaar te verduren had gekregen en vervolgens in vervallen toestand was geraakt. In de periode 1572 1574 woedde op Walcheren immers de bekende, grotendeels religieuze strijd tussen de Spanjaarden en de Geuzen. In de volgende bewaard gebleven overloper, uit 1581, blijkt ene Philips Constant het bezit van de intussen verdreven katholieken te hebben overgenomen; na 1574 waren geestelijke goederen geconfisqueerd en in wereldlijke handen gekomen. In de overloper van 1589 komen we ene Willem Machiels tegen. Hij kocht de boerderij niet van Philips Constant, maar van Simon Pieters de Vriese, die dus tussen 1581 en 1589 korte tijd eigenaar moet zijn geweest. De term 'vervallen' wordt nu niet meer gebruikt. We mogen aannemen dat één van de eigenaren zijn bezit had hersteld of misschien had vervangen door nieuwbouw. Vóór 1608 werd de hofstede, die op een stuk land stond ter grootte van 1 gemet en 54 roeden (iets minder dan een halve hectare), van de kinderen van de overleden Willem Machiels gekocht door Christiaen Maertense. Omdat Christiaen al een hofstede elders in Kleverskerke bewoonde, liet hij het boerenbedrijf op het dorp over aan een pachter. Deze, Jacob Simons, had volgens dezelfde 21

overloper naast zijn pachtcontract een klein perceel, van 174 roeden, in eigendom. Die kavel had hij eerder van zijn pachtheer Christiaen Maertense gekocht. Uit het zogeheten langdijkboek uit 1616 evenals een overloper een soort eigendomsregister leren we dat Jacob Simons in dat jaar zowel de 1 gemet en 54 roeden, inclusief boerderij en erf, als de genoemde 174 roeden land in bezit had. Het eerstgenoemde perceel had hij verworven van de weduwe van Christiaen Maertense. Een opmerkelijke ontwikkeling doet zich voor als we de overloper uit 1630 openslaan. Jacob Simons heeft de genoemde percelen weliswaar nog steeds in bezit, maar de boerderij en het kleine stukje land staan nu in omgekeerde volgorde genoteerd. Dit feit doet vermoeden dat hier een administratieve fout is gemaakt, maar niets is minder waar. Jacob moet de oude boerderij van Christiaen hebben afgebroken en een nieuw exemplaar hebben gebouwd op het kleinere perceel. Het grotere perceel is nu in gebruik als bouwland. In het zogeheten langdijkboek uit 1649 wordt duidelijk gemaakt dat er zich een nieuwe eigenaar heeft gemeld, namelijk Simon Meijnders. Er wordt in dit document bevestigd dat er een boerenhofstede op de 174 roeden land staat. Op het stuk bouwland staat intussen een boomgaard. Na 1649 treffen we Aernoud Govaerts als bezitter van de boerderij. Middelburger Govaerts woonde aan de Vlasmarkt en was lid van de Waalse kerk. Met de naam Govaerts zijn we bij een van oorsprong Zuid Nederlandse familie terecht gekomen, die een grote rol zou gaan spelen bij de oprichting van Hof Rustenburg. Het was niet zozeer deze Aernoud als wel zijn verwanten die hierbij betrokken zouden raken. Ongeveer tussen 1660 en 1670 moeten de erfgenamen van Aernoud Govaerts de boerderij van Simon Meijnders hebben gekocht. 22 Daarnaast waren zij in bezit gekomen van een andere hofstede, die niet ver van de oude zeedijk bij Kleverskerke stond. Die zou later ook bij het landgoed Rustenburg gaan horen. In 1679 kocht mr. Cornelis Govaerts de jonge, eveneens uit Middelburg, het bezit van de erfgenamen van Aernoud. Vervolgens ging Cornelis over tot de aanschaf van meerdere percelen land in het 'Blok benoorden de kerke', totdat hij in 1682 het hele blok in bezit had. Was hij degene die rond de aangekochte boerderij overging tot de aanleg van een buitenplaats, inclusief een herenhuis, bijgebouwen en (sier)tuinen? Dat is onzeker. Van mr. Cornelis Govaerts weten we wel dat hij tussen 1684 en 1702 diverse magistraatsfuncties in zijn stad vervulde, zoals raad, schepen en thesaurier. Vanaf 1699 was hij ook rekenmeester bij de West Indische Compagnie. Periode Godin Govaerts Als in 1720 mr. Jacob Godin en mr. Aegidius Johannes Govaerts hoogstwaarschijnlijk neven van elkaar een samenwerkingsverband aangaan, worden twee nauw verwante families aan elkaar gekoppeld betreffende de belangen in Rustenburg. Zoals eerder opgemerkt, zou dit feit een aanwijzing kunnen zijn betreffende de grondlegging van de buitenplaats. Jacob Godin werd in 1678 in Veere geboren als zoon van Jacques (Isaacszoon) Godin en Petronella de Mauregnault. Net als zijn vader zou ook Jacob burgemeester van Veere worden. Hij trouwde met Adriana Johanna Govaerts, ongetwijfeld familie van Jacobs zakenpartner. Het paar woonde in het huis De Sterre, aan de westzijde van de Veerse Markt. Net als de Godins was ook Aegidius Johannes Govaerts betrokken bij het Veerse stadsbestuur. Hij was raad en schepen. Daarnaast was hij schepen van de landvierschaar van Veere. Ook hij woonde aan de westzijde van de Markt, maar dan naast het stadhuis, in Het

De drie Kleverskerkse buitenplaatsen op de kaart van Walcheren van de gebroeders Hattinga (ca. 1750). t Hof te Cleverskerke, t Hof Rustenburg en t Hof Weyburg. Roode Hert. Aan het begin van de vorige eeuw werd dit pand overigens verlaagd en rond 1957 kreeg het de naam De Gulden Garnaele. Van Jacob Godin weten we dat hij uit een zeer vermogende familie stamde die, net als Govaerts, uit de Zuidelijke Nederlanden kwam. Voorzaten van Godin vinden we in het Kohier van de duizendste penning uit 1622. Hieruit blijkt dat zij behoorden tot de rijkste lieden van Zeeland. Enkele jaren vóór 1731 moet Jacob Godin zijn overleden. Zijn dood betekende uiteraard het einde van de samenwerking met zijn compagnon Aegidius Govaerts. De vrouw van Godin werd vervolgens eigenaresse. Weduwe Adriana Johanna hertrouwde in 1731 met Johannes van Arxhoek. Dominee Van Arxhoek woonde aan de Lange Noordzijde in Veere, aan de overkant van de Kaai. Voordat hij in 1722 in Veere werd beroepen, stond hij in Vrouwenpolder. Aan zijn huwelijk met Adriana kwam in 1744 een einde als gevolg van haar overlijden. Het afscheid van Adriana was de reden dat Van Arxhoek enkele jaren daarna met emeritaat ging. 'Haar spoedig overlijden, gevoegd bij een inwendig, smartelijk gebrek deed hem in januari 1747, op zijn verzoek, emeritaat verwerven', zo meldt het standaardwerk Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. We mogen deze achttiende eeuwse omschrijving van de situatie als opmerkelijk beschouwen, want het was in die tijd ongebruikelijk zo openlijk te spreken over gevoelige, persoonlijke zaken. In 1744 werd een achterneef van Jacob Godin, mr. dr. Cornelis Godin, eigenaar van Hof Rustenburg. Cornelis was een zoon van Jacques (Louis zoon) Godin en Adrienne Jeanne 23

Govaerts, alweer een Govaerts. Mr. dr. Cornelis was gehuwd met Maria Suzanna Huyssen. Hij was lid van de vroedschap van Veere en later burgemeester van Veere. In 1746 vertrok Cornelis naar Den Haag, waar hij was benoemd tot rekenmeester van de Generaliteits Rekenkamer. Deze functie bekleedde hij tot 1754. Daarnaast was Cornelis bewindhebber van de Kamer Zeeland van de Verenigde Oost Indische Compagnie. De cartografenbroers Hattinga noteerden op hun kaart van Walcheren uit circa 1750 'Hr. Arxhoek' als bezitter van Rustenburg. Johannes van Arxhoek, op dat moment oud predikant, was echter niet de eigenaar, zoals de Hattinga s suggereerden. Hij had de buitenplaats slechts in bruikleen in verband met de afwezigheid van Cornelis Godin tijdens diens Haagse periode. Godin liet in 1762 zijn testament opstellen en vestigde daarbij een zogeheten fideï commis. Erfgoederen konden zo niet in handen komen van een andere familie, zoals dat kon gebeuren wanneer een dochter in het huwelijk trad. Cornelis overleed in 1767. Merkwaardig genoeg deed zijn dochter en erfgename Jacoba Johanna Godin in 1768 een 'donatie' aan haar man. Het lijkt er sterk op dat Jacoba deze actie ondernam om de wil van haar vader te omzeilen. Hoe het ook zij, de nieuwe eigenaar van Rustenburg werd Jacoba s man ofwel schoonzoon van Cornelis Godin, Jan Bijlevelt. Hij was burgemeester van Veere. Al het jaar daarop ging Rustenburg voor 1228 pond Vlaams naar een zwager van Bijlevelt, mr. Johan Marinus Chalmers, die het hoge ambt van raadpensionaris van Zeeland bekleedde in de periode 1770 1785. Daarvoor was Chalmers al secretaris bij de Staten van Zeeland geweest en raad en schepen van de stad Veere. Ook hij woonde aan de Markt (westzijde), in het huis De Roode Rose. Chalmers was in 1744 getrouwd met Elisabeth Potteij en in 1758 hertrouwd met Cornelis Godins dochter Suzanna Hendrika. Lokale landmannen en afbraak Het jaar 1777 betekende het einde van de Godin Govaertsperiode. Patriciërs gingen, vaak uit geldnood, plaats maken voor plaatselijke rijke boeren. 'Hof en land' gingen voor 1900 pond naar Pieter Janszoon Poppe, landbouwer en later schepen van Kleverskerke. Rustenburg had toen een omvang van meer dan 95 gemeten, ongeveer 38 hectare. Poppe verkocht verreweg het grootste deel van zijn bezit in 1802 en vertrok naar Zaamslag. Tot 1807 behield hij nog 11 gemeten en 130 roeden land in Kleverskerke om te verpachten. Pieter Poppe was gehuwd met Catharina Reinaard en overleed in 1817 in het Zeeuws Vlaamse dorp. Tijdens de verkoop van 1802 was het landgoed Rustenburg uiteen gevallen. Verschillende percelen werden verkocht aan diverse nieuwe eigenaren. In april van dat jaar volgde de verkoop van het herenhuis, inclusief 50 gemeten land. Dit gedeelte van Rustenburg, ongeveer de helft, ging voor 1632 pond naar Cornelis de Vogel uit Oost Souburg. Landman De Vogel was een geboren West Souburger, net als zijn vrouw Elisabeth Louwerse. Daarnaast was De Vogel tijdens zijn Kleverskerkse jaren nog gemeenteraadslid en schepen van dat dorp. Elisabeth overleed in 1805 in Kleverskerke, waarna Cornelis in 1810 hertrouwde met de van oorsprong Koudekerkse Willemina Bakker. Weduwe Bakker had met haar eerste man op boerderij Hazeberg bij Arnemuiden gewoond. In het archief van Kleverskerke bevinden zich waardevolle kadastrale en belastingtechnische gegevens. We kunnen daaruit opmaken dat De Vogel in de periode 1811 1814 zijn herenhuis overdeed aan koopman Jan Fak Brouwer. Dat was vermoedelijk noodgedwongen 24

als gevolg van de slechte economische situatie tijdens de Franse tijd (1795 1814). De eerder succesvolle De Vogel vertrok naar Arnemuiden, waar we hem treffen als eenvoudige dagloner. In 1826 overleed hij daar. Fak Brouwer was naast koopman chocoladefabrikant in Middelburg. Hij woonde in de Korte Noordstraat en was vanaf 1815, samen met zijn vrouw Anna Tak, ook nog eigenaar van de bekende buitenplaats Vluchtenburg in Oost Souburg. Kon Fak Brouwer het herenhuis van Rustenburg voor een laag bedrag overnemen omdat het in een verwaarloosde staat was? Mogelijk, want al tussen oktober 1814 en 1818 liet Fak Brouwer het pand afbreken. Het afbraakmateriaal dat na de sloop over bleef, leverde in die tijd veel geld op en daar zal Fak Brouwer brood in hebben gezien. Dat ook de bijbehorende boerderij niet aan de slopershamer ontkwam, mag als opmerkelijk worden gezien. Meestal zien we juist dat een boerderij gespaard bleef omdat een grotendeels zelfvoorzienend bedrijf in economisch moeilijke tijden van nut kon zijn. Aan Hof Rustenburg was als gevolg van deze ontwikkelingen een einde gekomen. De grond waarop het landgoed Rustenburg minstens een eeuw had gelegen, werd geschikt gemaakt voor landbouwdoeleinden. In de oorspronkelijke aanwijzende tafels van het Kadaster van de gemeente Kleverskerke (1818) staat bij het perceel waarop het herenhuis van Rustenburg had gestaan, dan ook genoteerd: huis = bouwland. Onder andere dit perceel was tussen 1815 en 1818 verkocht aan de van oorsprong Zeeuws Vlaamse landman Jacobus van Ouwerkerk. Hij woonde in één van de dorpshuizen schuin tegenover Rustenburg. Het voormalige Rustenburgperceel bleef lange tijd in gebruik als bouwland. Pas in 1870 werden er twee huizen gebouwd op initiatief van de toenmalige eigenaar, landbouwer Cornelis Sturm. Tussen 1870 en circa 1980 hebben alleen deze woningen aan de noordkant van de Dorpsstraat gestaan. Pas daarna werd die zijde van de straat verder bebouwd, voornamelijk op initiatief van de markante ondernemer Adriaan Groenendijk. We komen hem ook tegen in het volgende artikel. Op de plek van de voormalige buitenplaats Weiburg dat is nu Dorpsstraat nummer 2 en omgeving bouwde Groenendijk namelijk een nieuw huis waarin hij zelf ging wonen. Naast de twee in 1870 gebouwde woningen aan de Dorpsstraat staat een pand dat Rustenborg is genoemd. Heeft die spellingsfout te maken met onwetendheid of moeten we denken aan een knipoog naar de Groningse landgoederen, die eerder borgen dan burgen worden genoemd? Er had natuurlijk Rustenburg op de gevel moeten staan. Met dank aan de heer Jan Midavaine voor het verstrekken van gegevens over een aantal Veerse huizen. Bronnen Dr. P.C. Molhuysen en Prof. Dr. P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Leiden 1911 1937 J. Simons, Zwanenburg, Paauwenburg, Westerwijk, Valkenisse, Vrijburg en Ravestein in: De Wete, 2008, nr. 3, 2009, nrs. 2 en 3, 2010, nr. 1, 2011, nr 1, 2012, nr. 1 en 2013, nr. 4 J. Simons, Grooten Boomgaard, Bon Repos, Papegaaienburg en Anderwijk in: Den Spiegel, 2010 nr. 1, 2010 nr. 4, 2011 nr. 3 en 2012 nr. 2 J. Simons, Delflust, later het Hollands Hof en Brakenburg, in: Arneklanken, 2012 nr. 3 en 4 www.zeeuwengezocht.nl www.arnehistorie.com www.watwaswaar.nl Zeeuws Archief Atlas Hattinga, Kaart van Walcheren [blad 8], (1750), inv. nr. 23 25

Collectie Zeeuwse Genealogieën, inv. nr. 9 Kaarten Zeeland, Reiskaart van het eiland Walcheren (ca. 1780), inv. nr. 1920.79 idem, Eiland Walcheren (ca. 1800), inv. nr. 1956.15 Polder Walcheren, inv.nrs. 271 276 en 902 906 Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden, inv. nrs. 1147 1150 Rekenkamer van Zeeland, Gedeponeerde Archieven, inv. nrs. 1128 1129 Stad en gemeente Arnemuiden, Archief Kleverskerke, inv. nrs. 1619 en 1891 Op deze foto van Kleverskerke tijdens de watersnood van 1953 is goed te zien dat er aan de noordkant van de Dorpsstraat (rechts) maar twee huizen staan. Dit zijn de door Cornelis Sturm in 1870 gebouwde huizen. (foto: KLM Fototechnisch Bedrijf; nr. 19552) OVER DE HEREN VAN ARNEMUIDEN EN NOORD BEVELAND (2) Gerard van der Wal In het vorige artikel (Arneklanken 19 (maart 2014)1) lazen we over Floris van Henegouwen, een man die voor Arnemuiden een belangrijke rol vervulde. Ook het ontstaan van de relatie tussen de Heren van Arnemuiden en het Henegouwse adellijke geslacht De Trazeg 26 nies kwam aan bod. In dit, en komend, artikel gaan we dieper in op de Ridders/Heren van Arnemuiden en het adellijke geslacht De Trazegnies, en waarom zij zich ook Heren van Arnemuiden mochten noemen.