FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS VISIE VAN HET COLLEGE VOOR TOETSEN EN EXAMENS
pagina 2 van 8
Aanleiding en historisch perspectief De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft aangegeven benieuwd te zijn naar de ideeën van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) over flexibel toetsen en examineren in het voortgezet onderwijs. Het College heeft intern en extern (Cito en DUO) direct verantwoordelijken laten interviewen en de aldus verkregen opbrengsten afgewogen. In deze notitie wordt ingegaan op de vraag: flexibel examineren? Daarbij is gekeken naar de actuele discussie over dit thema, recent uitgebrachte adviezen en ook naar de ervaringen met de in 2006 gestarte pilot meerdere examenmomenten. De belangrijkste overwegingen voor flexibilisering zijn dat de veranderende maatschappij nieuwe eisen aan het onderwijs stelt, dat leerlingen onderling sterk verschillen en dat het onderwijs meer rekening zou moeten houden met die verschillen. Er is een roep om maatwerk of personalisering (VO-Raad 1, 2015) die ook tot uitdrukking zou moeten komen in de wijze van examinering, flexibeler in tijd en qua niveau. De hiervoor genoemde pilot is in 2009 gestopt vanwege de tegenvallende resultaten. De belangstelling van scholen was destijds beperkt, evenals het aantal deelnemende leerlingen. De scholen en ook het vervolgonderwijs richtten hun onderwijs er niet op in. De keuze voor meerdere examenmomenten bleek onvoldoende aan te sluiten bij de behoeften in het onderwijs. Bovendien werd duidelijk dat de kosten voor een brede invoering hoog zouden zijn. Vorm volgt inhoud Kenmerkend voor het examensysteem in het voortgezet onderwijs (vo) is de balans tussen schoolexamen en centraal examen. In het schoolexamen kan iedere school eigen accenten leggen, die aansluiten bij het verzorgde onderwijs. De centrale examens zorgen voor uniformiteit ten behoeve van de kwaliteitsborging, waardoor een havodiploma in Groningen dezelfde waarde heeft als in Maastricht. De centrale examens worden in nauwe samenwerking met docenten tot stand gebracht. Zo is geborgd dat de centrale examens aansluiten op het onderwijs en de doelstellingen die daaraan ten grondslag liggen. Door de inbreng van docenten komen ontwikkelingen in het onderwijs terug in het centraal examen. Andersom heeft het centraal examen een terugslageffect op het onderwijs. Balans en wisselwerking zijn de pijlers onder het grote maatschappelijk draagvlak voor het examensysteem in het vo. Het huidige examensysteem biedt de mogelijkheden om een deel van de vakken op een hoger niveau af te sluiten. Wat het College betreft is het essentieel dat de vorm van centrale toetsing en examinering aansluiten bij de inhoud van het onderwijs en de in scholen gehanteerde werkwijzen. Visie Het belang van het uitgangspunt vorm volgt inhoud wil het College illustreren aan de hand van een viertal aspecten, namelijk: flexibilisering van de centrale examens, formatieve toetsen, digitaal toetsen en de omvang van het verplichte curriculum. Met dat laatste aspect willen wij aansluiten bij de suggesties die zijn gedaan door het Platform Onderwijs2032. 1 Notitie Diploma op maat ruimte voor talent in het vo, Utrecht, november 2015 pagina 3 van 8
1. Flexibilisering van de centrale examens Ieder examensysteem moet aansluiten op de opleidingsstructuur waarin het functioneert. De opleidingsstructuur in het vo wordt in belangrijke mate bepaald doordat per vak in het examenprogramma is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen en dat de eindtoetsing daarvan plaatsvindt in het schoolexamen en het centraal examen. Per vak geldt daarbij als regel dat een leerling centraal examen mag doen, nadat hij het schoolexamen heeft afgesloten. Dientengevolge leggen de meeste leerlingen het centraal examen in al hun vakken aan het eind van het laatste leerjaar af. Bij de centrale examens taal en rekenen voor het mbo is gekozen voor flexibele afnametijdstippen omdat die vorm aansluit bij de flexibele opleidingsstructuur van die sector. Momenteel ziet het College geen aanleiding om in het vo tot brede verdergaande flexibilisering over te gaan dan op de wijzen waarop het nu al gebeurt. Een uitzondering hierop vormen de cspe s 2 in de profielvakken van het vmbo. Met de invoering van profielvakken en keuzevakken verandert immers de opleidingsstructuur van het beroepsgerichte deel van het vmbo. Afhankelijk van de onderwijskundige en organisatorische keuzes van scholen zal het profielvak, dat met een cspe wordt afgesloten, gepland worden in leerjaar 3 of in leerjaar 4 of verspreid over beide leerjaren. Dat geeft scholen meer mogelijkheden om te komen tot een door hen gewenste inrichting van het curriculum. 2. Ontwikkeling van formatieve vormen van toetsing Onder verantwoordelijkheid van het CvTE wordt een diagnostische tussentijdse toets (DTT) ontwikkeld en ingevoerd 3 voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Met de DTT biedt het CvTE scholen en docenten een instrument dat samen met het oordeel van de docent een scherp inzicht geeft in de onderliggende deelvaardigheden en kennisaspecten die nodig zijn om leergroei bij individuele leerlingen te realiseren. De DTT biedt docenten de informatie en de kans om op maat te onderwijzen en de leerlingen om op maat te leren. De implementatie van deze innovatieve wijze van toetsing past binnen het leerstofjaarklassensysteem. Door groepsrapportages kan worden aangesloten bij de nu veel voorkomende werkwijze in het voortgezet onderwijs. Rapportages op individueel niveau bieden tevens een opstap naar gepersonaliseerd leren door aan te sluiten bij de talenten van individuele leerlingen. De DTT is een digitaal, diagnostisch instrument, dat laat zien waar leerlingen goed in zijn en waar zij nog meer ondersteuning kunnen gebruiken. Aandacht voor het vergroten van de deskundigheid van docenten voor dit type toetsing en het hanteren van de onderwijskundige gevolgen, kan als een vliegwiel werken voor vormen van maatwerk in de klas en voor individuele leerlingen. Door het gebruik van de DTT krijgt de docent de mogelijkheid tijdig in te spelen op de talenten en de leervragen van de individuele leerling en het programma voor de daaropvolgende leerfase af te stemmen. Dat maakt de DTT een toekomstgerichte toets. 2 cspe = centraal schriftelijk én praktisch examen. Het cspe is de vorm van het centraal examen beroepsgericht vmbo. In het cspe is de toetsing van de theorie geïntegreerd in de praktische opdrachten die kenmerkend zijn voor het profielvak. 3 In een driejarige pilot wordt de DTT in nauwe samenwerking met het veld ontwikkeld en geïmplementeerd. In het huidig schooljaar, het tweede pilotjaar, werken 280 scholen daaraan mee. pagina 4 van 8
3. Digitaal examineren In 2005 werden voor het eerst digitale centrale examens afgenomen op tien vmboscholen. Sindsdien is het hard gegaan. Het overgrote deel van de vmbo-scholen kiest jaarlijks voor digitale centrale examens in BB en KB. Alle minitoetsen van het cspe worden digitaal afgenomen. Sinds de invoering van de rekentoets in het vo en de centrale examens taal en rekenen in het mbo, hebben alle vo-scholen en alle mbo-instellingen ervaring met digitale centrale toetsen en/of examens. Voor digitale centrale toetsen en examens is het programma Facet ontwikkeld. Facet is vanaf het schooljaar 2016-2017 hét platform voor digitale centrale toetsen en examens. Digitaal examineren is geen doel op zich, maar wordt wel steeds vaker toegepast. Dat gebeurt met name als het gewenst is dat scholen de afnametijdstippen zelf kunnen bepalen. Met andere woorden als sprake is van flexibilisering in de tijd. Flexibel en digitaal examineren vereisen een opgavenbank waaruit een groot aantal varianten van een examen kan worden samengesteld. Die varianten moeten uiteraard gelijkwaardig zijn en daarom moeten opgaven kunnen worden hergebruikt in latere examenjaren. Dat betekent dat voor digitale centrale examens andere regels gelden dan voor papieren centrale examens, bijvoorbeeld ten aanzien van geheimhouding. Een ander verschil is dat bij digitale examens de gesloten vragen automatisch kunnen worden gescoord. Zowel bij summatieve toetsen (centrale examens) als formatieve toetsen (DTT) kan digitalisering flexibilisering ondersteunen. Het samenstellen van grote opgavenbanken is niet voor ieder vak haalbaar. Hoe hoger het niveau, hoe groter de opgavenbank moet zijn. Om die reden denkt het CvTE dat flexibiliteit in de tijd niet breed ingevoerd kan worden bij de afsluitende examens voor GL/TL, havo en vwo. 4. Minder vakken centraal examineren? In het Nederlandse voortgezet onderwijs vormen het schoolexamen en het centraal examen een uitgebalanceerd duo dat docenten en scholen enerzijds mogelijkheden biedt tot het leggen van eigen accenten en anderzijds de onderlinge vergelijkbaarheid biedt waardoor diploma s maatschappelijke waardering genieten. Het vaststellen van een pakket van kernvakken, het aanwijzen van nieuwe leergebieden (Platform Onderwijs 2032) of een focus op vakken waarvan het tertiair onderwijs aangeeft dat zij van belang zijn voor toelating en doorstroming kan een verandering van de genoemde balans tot gevolg hebben. Het College wijst op het belang van leerprogramma s waarin de balans tussen school- en centraal examen per vak goed is geborgd. pagina 5 van 8
Ten slotte Om het afsluiten van vakken op een hoger niveau meer te waarderen, kan overwogen worden om dat explicieter dan nu op het getuigschrift te vermelden. Een terugvalmogelijkheid 4 voor ambitieuze kandidaten en duidelijkere vermelding van plusvakken op het diploma is eenvoudig te organiseren. Voor het afsluiten van een of meer vakken op een hoger niveau is slechts een beperkte aanpassing van regelgeving nodig. In zijn advies van november 2015 stelt de Onderwijsraad 5 dat de rol van centrale examens voor de Nederlandse samenleving groot is: Eindtoetsing en diploma s vervullen een belangrijke rol bij de doorstroom binnen het onderwijsstelsel. Daarnaast hebben diploma s buiten het onderwijs een civiel effect dat van grote waarde is. Verruiming van de wettelijke kaders van eindtoetsing doet afbreuk aan deze aspecten. Het College hecht aan het behoud van de omnivalentie van het huidige diploma. Het koesteren van de genoemde verworvenheden ziet het College als uitvloeisel van zijn missie. Namens het College voor Toetsen en Examens, Drs. P.J.J. Hendrikse Voorzitter 4 Met terugvalmogelijkheid wordt de mogelijkheid bedoeld dat voor een leerling die ervoor kiest om een vak op een hoger niveau af te sluiten en dat niet haalt, binnen de huidige herkansingsregeling terug kan vallen op het oorspronkelijke niveau. 5 Advies Onderwijsraad: Maatwerk binnen wettelijke kaders: eindtoetsing als ijkpunt voor het funderend onderwijs Den Haag, november 2015. pagina 6 van 8
pagina 8 van 8