Masteropleiding Latijns Amerika Studies. Centrum voor Studie en Documentatie Latijns Amerika



Vergelijkbare documenten
Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Neerlandistiek CROHO 60849

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september april 2015

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Onderwijs- en examenregeling

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Onderwijs- en examenregeling

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

kennis op bachelorniveau op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Wijsbegeerte. Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Artikel 1 Toepassingsbereik

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

- verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Toetsplan Masteropleiding Kunst- en Cultuurwetenschap programma Kunsten, Cultuur en Media

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Transcriptie:

Masteropleiding Latijns Amerika Studies Centrum voor Studie en Documentatie Latijns Amerika December 2010

Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail: info@qanu.nl Internet: www.qanu.nl 2010 QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. 2 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

Inhoudsopgave Deel I Algemeen deel Taak, samenstelling en werkwijze van de commissie 7 Deel II Opleidingsdeel Masteropleiding Latijns Amerika Studies aan het CEDLA 11 Bijlagen A. Curricula vitae commissieleden 41 B. Bezoekprogramma 43 QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 3

4 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 5

6 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

Taak, samenstelling en werkwijze van de commissie Op verzoek van het bestuur van het CEDLA (Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns Amerika) heeft QANU de beoordeling uitgevoerd van de masteropleiding Latijns Amerika Studies. QANU heeft de beoordeling uitgevoerd in overeenstemming met de eisen van de NVAO. Bij de opstelling van het zelfevaluatierapport heeft de opleiding het kader gehanteerd dat door de NVAO is opgesteld. Het zelfevaluatierapport vormt de basis voor de beoordeling. Samenstelling van de commissie Het QANU-bestuur heeft in overleg met het CEDLA een voorzitter voor de commissie gezocht en vervolgens in overleg met de voorzitter de verdere samenstelling van de commissie ter hand genomen. Daarbij is gezocht naar een evenwichtige samenstelling met inbreng vanuit de wetenschap, het beroepenveld, het onderwijs en de ervaring als student. A tot voorzitter, tevens lid, van de visitatiecommissie te benoemen: prof. dr. L. de la Rive Box, emeritus hoogleraar-rector van het International Institute for Social Studies, Erasmus Universiteit Rotterdam; B tot leden van de commissie te benoemen: prof. dr. H.L.M. Hermans, hoogleraar Moderne Romaanse letterkunde en cultuurkunde, in het bijzonder de Spaanse, Rijksuniversiteit Groningen; dr. J. Kloosterman, beleidsadviseur bij Oxfam Novib op het gebied van gender en diversiteit, bij de afdeling onderzoek en ontwikkeling; drs. J. van Haren, student International Master Latin American and Caribbean Studies, Universiteit Utrecht. Als secretaris voor de commissie is opgetreden mevrouw dr. B.M. van Balen van het bureau van QANU. Als bijlage A zijn de curricula vitae van de commissieleden opgenomen. Taak van de commissie De visitatiecommissie kreeg de taak om op basis van de door het CEDLA aangeleverde informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken: 1. een oordeel te geven over de verschillende kwaliteitsaspecten van de opleiding, zoals beschreven in het NVAO Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs; 2. op basis daarvan vast te stellen of de opleiding naar haar oordeel voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit; 3. de aspecten van de opleiding te identificeren die naar haar oordeel voor verbetering vatbaar zijn. De bevindingen van de visitatiecommissie zijn in dit rapport vastgelegd volgens het in het genoemde NVAO-kader gegeven model. Het rapport is door de commissie aan het bestuur van de stichting QANU aangeboden. Het QANU-bestuur stuurt het rapport naar het bestuur van het CEDLA. QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 7

Werkwijze van de commissie De commissie hield op 29 oktober 2010 haar startvergadering. Tijdens deze vergadering is de commissie geïnformeerd over het NVAO-kader en zijn de procedure en werkwijze van de commissie besproken. Er zijn in de vergadering afspraken gemaakt over de te volgen werkwijze en het programma van het visitatiebezoek. Het NVAO-kader is leidraad geweest voor de werkwijze van de commissie. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de secretaris het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid van informatie. Op grond daarvan is bepaald of het rapport bruikbaar was voor het visitatiebezoek. Nadat het zelfevaluatierapport in orde was bevonden, zijn de commissieleden en de secretaris zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. De commissieleden lazen het rapport (en de bijlagen) en formuleerden vragen die werden besproken tijdens de startvergadering, voorafgaand aan het visitatiebezoek. De commissieleden lazen daarnaast van tevoren een selectie van afstudeerwerken van studenten. Deze afstudeerwerken zijn door de secretaris geselecteerd op basis van een spreiding naar cijfers. De volgende documenten zijn tijdens het bezoek ter beschikking gesteld: scripties en afstudeerverslagen en gebruikte beoordelingsformulieren; voorlichtingsmateriaal; studiemateriaal: handboeken en syllabi, readers, studiehandleidingen; voorbeelden van werkstukken, portfolio s, stageverslagen, onderzoeksverslagen; toetsmaterialen; resultaten van cursusevaluaties; lijst van alumni met huidige werkzaamheden Het visitatiebezoek De secretaris maakte in overleg met het CEDLA en de voorzitter van de commissie een bezoekprogramma (zie bijlage B). Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met het opleidingsmanagement, met docenten, studenten, afgestudeerden en de CEDLA Master Programma (CMP)-adviescommissie. Dit is een commissie van het CEDLA-bestuur. Zij adviseert het bestuur over de masteropleiding. De commissie gebruikte de laatste middag van het bezoek voor de voorbereiding van de mondelinge rapportage en een discussie over de beoordeling van de opleiding. Beslisregels De visitatiecommissie heeft de opleiding zorgvuldig beoordeeld, waarbij zij de volgende beslisregels heeft gehanteerd: de beoordeling onvoldoende wijst erop dat het facet beneden de gestelde verwachting ligt en dat verbetering op dit punt nodig is; de beoordeling voldoende houdt in dat het facet beantwoordt aan de basisstandaard of basisnorm; de beoordeling goed houdt in dat het niveau van het facet significant uitstijgt boven de basiskwaliteit. de beoordeling excellent houdt in dat voor het facet een niveau wordt gerealiseerd waardoor de beoordeelde opleiding voor dit aspect zowel nationaal als internationaal als een voorbeeld van goede praktijk kan functioneren. 8 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

Door de toepassing van deze beslisregels is voldoende de meest gebruikte kwalificatie. Wanneer de commissie een good practice heeft gezien, luidt het oordeel in principe goed. Het oordeel over een onderwerp is een gewogen oordeel van de verschillende tot dat onderwerp behorende facetten, waarbij de commissie de weging heeft bepaald. Het oordeel over een onderwerp luidt voldoende of onvoldoende. Een onderwerp dat verschillende facetten heeft, waarvan er één als onvoldoende wordt beoordeeld, kan door de overige oordelen aan de basiskwaliteit voldoen, mits de commissie van mening is dat de oordelen over de andere facetten van zwaarder gewicht zijn dan het als onvoldoende beoordeelde facet. De rapportage De secretaris heeft, op basis van de bevindingen van de commissie, een conceptrapport opgesteld. Dit is in een eerste conceptvorm aan de commissieleden voorgelegd. Naar aanleiding van hun commentaar is het conceptrapport bijgesteld. In een tweede conceptvorm is het rapport door de commissie per e-mail vastgesteld. Vervolgens heeft een bestuurlijke toets binnen QANU plaatsgevonden. Bij de daaropvolgende hoor-wederhoorprocedure is het rapport aan het CEDLA aangeboden voor het aanwijzen van eventuele feitelijke onjuistheden. Vervolgens heeft de voorzitter de ontvangen reacties bekeken en deze voorgelegd aan de rest van de commissie, waarna de opmerkingen, wanneer daartoe aanleiding was, verwerkt zijn in de formulering van het definitieve beoordelingsrapport. QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 9

10 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

DEEL II: OPLEIDINGSDEEL QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 11

12 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

Masteropleiding Latijns Amerika Studies aan het CEDLA Administratieve gegevens Masteropleiding Latijns Amerika Studies: Naam opleiding: Latijns Amerika Studies CROHO-nummer: 75015 Niveau: master Oriëntatie: wo Studielast: 75 EC Graad: Master of Arts Variant(en): voltijd Locatie(s): Amsterdam Einddatum accreditatie: 29-5-2011 Het bezoek van de visitatiecommissie Latijns Amerika Studies aan het CEDLA vond plaats op 29 oktober en 1 november 2010. 0. Structuur en organisatie van het CEDLA Het Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns Amerika (CEDLA) is opgericht in 1964 aan de Universiteit van Amsterdam. In 1971 werd het CEDLA een intern universitair instituut. De onderzoeks-, onderwijs-, documentatie- en voorlichtingsactiviteiten worden uitgevoerd op een nationaal niveau. De instellingen die deelnemen in CEDLA zijn: Universiteit van Amsterdam Vrije Universiteit Amsterdam Universiteit Leiden Radboud Universiteit Nijmegen Erasmus Universiteit Rotterdam Universiteit Utrecht Universiteit van Tilburg Institute of Social Studies, Den Haag Rijksuniversiteit Groningen. Het CEDLA heeft een algemeen bestuur, dat gevormd wordt door vertegenwoordigers van de deelnemende instellingen. Dit algemeen bestuur bepaalt de algemene beleidslijnen van het CEDLA met betrekking tot het onderzoeksprogramma, het onderwijsprogramma, de financiële verantwoording, het jaarverslag en de zesjaarlijkse evaluaties. De doelstellingen van het CEDLA zijn: het uitvoeren van sociaalwetenschappelijk onderzoek met betrekking tot Latijns Amerika in de disciplines culturele antropologie, economie, geschiedenis, politicologie, sociale geografie en sociologie; het bevorderen van een effectieve coördinatie van sociaalwetenschappelijk onderzoek; QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 13

het verbreiden en vermeerderen van de kennis over de samenlevingen en culturen in Latijns Amerika; het bevorderen van academisch onderwijs over Latijns Amerika in de genoemde disciplines; het verzamelen van boeken, tijdschriften en ander bronnenmateriaal dat relevant is voor de studie en documentatie over Latijns Amerikaanse onderwerpen binnen de sociale wetenschappen. Een belangrijke taak van het CEDLA is het uitvoeren van sociaalwetenschappelijk onderzoek met betrekking tot Latijns Amerika. De genoemde zes disciplines liggen ten grondslag aan het onderzoeksprogramma. Elke discipline is op zijn minst vertegenwoordigd in een lid van de wetenschappelijke staf van het CEDLA. Het onderzoek is ondergebracht in één overkoepelend programma, getiteld Urbanisation and Natural Resource Use in Contemporary Latin America, met daarbinnen twee onderzoekslijnen, namelijk Gebruik van natuurlijke hulpbronnen en management van de gevolgen daarvan en Urbanisatieprocessen. Het CEDLA heeft aanzienlijke en regelmatige contacten met buitenlandse universiteiten en onderzoeksinstituten die gespecialiseerd zijn in Latijns Amerika. Op nationaal niveau treedt CEDLA op als secretariaat voor de Nederlandse Vereniging voor Latijns Amerika en Caribische Studies/Werkgemeenschap Latijns Amerika en het Caribische gebied NALACS. Latijns Amerika studies is een wetenschapsgebied dat zich richt op een breed spectrum van ontwikkelingen in de regio. Evenals bij andere regiostudies komen bij Latijns Amerika studies de kennis, analysen en onderzoeksmethoden van verschillende disciplines samen tot een multidisciplinaire en soms interdisciplinaire bestudering van de regio en de verhouding van de regio tot de rest van de wereld. Het CEDLA-onderzoek en -onderwijs baseren zich traditioneel vooral op de combinatie van de antropologische, politicologische, historische, economische, sociaalgeografische en sociologische wetenschappen. In de afgelopen jaren is ook expertise op het terrein van milieustudies en milieumanagement binnen het instituut ontwikkeld. Binnen het CEDLA zijn de verschillende disciplines duidelijk zichtbaar. CEDLAonderzoekers houden ook nauw contact met hun disciplinaire vakgenoten. Daarnaast sluit het CEDLA aan bij het wetenschapsgebied van de zogeheten area-studies. Dit zijn interdisciplinaire wetenschaps- en onderzoeksbenaderingen die zich in het bijzonder richten op geografische, nationale/federale of culturele gebieden. 1. Het beoordelingskader 1.1. Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Beschrijving: Het CMP leidt op tot een Master of Arts in Latijns Amerika studies. In deze opleiding komen zowel de inzichten en debatten uit de verschillende disciplines als die van de area-studies aan bod. De nadruk ligt daarbij op die aspecten die direct relevant zijn voor de bestudering van Latijns Amerika. Het masterprogramma is evenals het onderzoeksprogramma sterk gericht op 14 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

het bestuderen en onderzoeken van contemporaine processen in Latijns Amerika, alsmede hun historische achtergrond. De opleiding richt zich op inhoudelijke thema s die ook in het onderzoeksprogramma een belangrijke plaats vervullen. Deze inbedding geeft de studenten de gelegenheid om hun programma aan te laten sluiten bij de onderzoeksactiviteiten van het CEDLA. In lijn met de onderzoeksmissie en de onderzoekservaringen van de docenten heeft de masteropleiding niet alleen tot doel studenten vanuit Nederland kennis en inzicht te verschaffen over belangrijke ontwikkelingen in Latijns Amerika, het is de bedoeling dat zij in de regio zelf ook leren op wetenschappelijk en ethisch verantwoorde wijze informatie te vergaren en te analyseren. Hoewel de masteropleiding van het CEDLA geen formele onderzoeksmaster is, is het wel een opleiding met een relatief sterke onderzoekscomponent. De verplichte onderzoeksperiode in Latijns Amerika legt ten slotte de basis voor de eindscriptie. Het is de ambitie dat studenten na afronding van de masteropleiding een belangrijke rol kunnen vervullen binnen sectoren waarin vraag is naar regionale kennis en ervaring, onderzoekscapaciteiten en een goed ontwikkeld, multidisciplinair analysevermogen. De opleiding richt zich op gevorderde studenten van wie velen over een masterdiploma beschikken die een inhoudelijke specialisatie op het terrein van de Latijns Amerika studies ambiëren waarvan onderzoek in de regio een vanzelfsprekend onderdeel uitmaakt. De opleiding valt onder de noemer postinitiële master en mikt op een mix van studenten die zich relatief intensief en snel willen en kunnen verdiepen in Latijns Amerika. In eerste instantie betreft het personen met een mastertitel die een regiospecialisatie wensen, maar ook personen met een bachelortitel die in een 75 EC-programma substantiële onderzoekservaring willen opdoen en personen die na een studie al enige tijd relevante werkervaring met/in de regio hebben opgedaan en een verdere wetenschappelijke verdieping zoeken. De opleiding dient daarbij verschillende sectoren in de maatschappij waar behoefte bestaat aan kennis over Latijns Amerika en de plaats van Latijns Amerika in de wereld, waaronder het academische veld, de overheid, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en de politiek. Studenten die met succes de masteropleiding van het CEDLA hebben doorlopen: 1. hebben aantoonbare kennis van en inzicht in de belangrijkste hedendaagse sociale, economische, politieke en culturele ontwikkelingen in Latijns Amerika; en hebben een basis om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, onder andere in onderzoeks- en beleidsverband; 2. zijn in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere en multidisciplinaire context die gerelateerd is aan Latijns Amerika studies, en om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan; 3. zijn in staat om oordelen te formuleren op grond van beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaalwetenschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen; 4. zijn in staat conclusies, en de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten; 5. bezitten de leervaardigheden die hun in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd karakter. Oordeel De doelen van de opleiding zoals omschreven door het CEDLA sluiten aan bij de eisen die door vakgenoten gesteld worden aan een masteropleiding Latijns Amerika Studies, zoals tot QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 15

uitdrukking komt in de interdisciplinariteit die de opleiding beoogt en de focus op areastudies. In de omschrijving mist de commissie echter een relatie met de beroepspraktijk en de wensen van het werkveld. De masteropleiding richt zich op inhoudelijke thema s die ook deel uitmaken van het onderzoeksprogramma, dat gericht is op twee belangrijke transformatieprocessen die in het kader van het globaliseringproces hun impact hebben op Latijns Amerika. Naar het oordeel van de commissie zijn die thema s actueel en vormen zij de kern van het vakgebied. De commissie adviseert de opleiding in het Engels aan te bieden. Daarmee komt naar haar oordeel de koppeling met het beroepenveld beter tot haar recht. Een Engelstalige opleiding vergroot bovendien de mogelijkheid om buitenlandse studenten aan te trekken en om de contacten te verstevigen met andere Latijns Amerika Centra of opleidingen buiten Nederland. Hoewel de commissie van mening is dat het goed zou zijn als duidelijker werd aangegeven wat de wensen van de beroepspraktijk zijn en hoe de doelstellingen van het programma daarop voorbereiden, is zij van mening dat de doelstellingen van de opleiding en de beoogde eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij de eisen die door het vakgebied aan een masteropleiding Latijns Amerika Studies worden gesteld. Masteropleiding Latijns Amerika Studies: het oordeel van de commissie is voldoende. F2: Niveau: Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master. Beschrijving De eindkwalificaties van de opleiding zijn omschreven onder F1. Oordeel De eindkwalificaties van de opleiding zijn door het CEDLA omschreven aan de hand van de Dublin-descriptoren, de internationaal geaccepteerde beschrijving van het niveau van een masteropleiding. Zo is eindkwalificatie 1: hebben aantoonbare kennis en inzicht in de belangrijkste hedendaagse sociale, economische, politieke en culturele ontwikkelingen in Latijns Amerika; en hebben een basis om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, onder andere in onderzoeks- en beleidsverband, een uitwerking van Dublin-descriptor 1; kennis en inzicht. Eindkwalificatie 2, zoals hierboven omschreven, is een uitwerking van Dublin-descriptor 2: toepassing kennis en inzicht. Eindkwalificatie 3 is een uitwerking van Dublin-descriptor 3, oordeelsvorming, en eindkwalificatie 4 van Dublin-descriptor 4: communicatie. Tot slot wordt ook omschreven in eindkwalificatie 5 dat de afgestudeerden de leervaardigheden dienen te bezitten een vervolgstudie aan te gaan. Naar het oordeel van het panel reikt de ambitie van de opleiding verder dan die van vergelijkbare masteropleidingen. Die ambitie komt tot uitdrukking in de omvang, die 75 EC is. De commissie is in het bijzonder te spreken over het beoogde niveau op het gebied van onderzoeksvaardigheden en het oplossen van multidisciplinaire vraagstukken. Het niveau dat beoogd wordt door de opleiding is naar het oordeel van de commissie goed. Masteropleiding Latijns Amerika Studies: het oordeel van de commissie is goed. 16 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

F3: Oriëntatie WO: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor en een Master: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. Beschrijving Volgens de omschrijving in het zelfevaluatierapport zijn de beoogde eindkwalificaties van het masterprogramma ontleend aan eisen vanuit een wetenschappelijke multidisciplinaire benadering van Latijns Amerika studies, de internationale wetenschapsbeoefening en de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Na afronding van het programma heeft de student een goede algemene kennis van het continent en de kwalificaties om zelfstandig multidisciplinaire vraagstukken op te lossen in een reeks sectoren. De studenten beschikken over algemene academische vaardigheden. Studenten zullen bovendien in staat zijn zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Oordeel Zoals onder F1 aangegeven, is de commissie van mening dat de eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan de eisen van de wetenschappelijke discipline. Onder F1 is ook aangegeven dat de commissie het wenselijk zou vinden de beroepscompetenties die de opleiding de studenten wil bijbrengen in de beoogde eindkwalificaties te expliciteren. Het is de commissie tijdens het bezoek duidelijk geworden dat de studenten wel worden getraind en getoetst op een aantal beroepscompetenties, zoals presentatie. Het zou goed zijn als dit ook in de eindkwalificaties geëxpliciteerd wordt. De doelstellingen maken duidelijk dat het CEDLA een degelijke en oorspronkelijke multidisciplinaire opleiding biedt die veldonderzoek benadrukt. Daarmee biedt de opleiding openingen naar de academische (doctoraat) en de beroepspraktijk (beleidswerk). De afgestudeerde aan de masteropleiding beschikt naar het oordeel van de commissie over algemene academische vaardigheden, heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen. De opleiding voldoet daarmee aan de criteria voor dit facet. Masteropleiding Latijns Amerika Studies: het oordeel van de commissie is voldoende. Oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding Op basis van de beoordelingen per facet komt de commissie tot een samenvattend oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding. Voor de masteropleiding Latijns Amerika Studies is het oordeel voldoende. 1.2. Programma Beschrijving van het programma De masteropleiding van het CEDLA heeft een relatief zwaar programma van 75 EC in plaats van de reguliere 60 EC; onderzoek in de regio neemt een centrale rol in; de multidisciplinaire benadering kent een zware sociaalwetenschappelijke component naast economische en sociaalgeografische expertise. Daarnaast heeft het CEDLA expertise ontwikkeld op het terrein van milieuvraagstukken en milieumanagement in Latijns Amerika. QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 17

Het programma van de masteropleiding is als volgt opgebouwd (zie onderstaande tabel). Opbouw masterprogramma Sep-okt Nov t/m apr Mei t/m nov Introductiecursus 10 EC Thematische mastercursussen: 25 EC Vervolg onderzoeksproject: Onderzoeksproject: 40 EC Fase 1: Veldwerkcursus + onderzoeksvoorstel Fase 2: Veldonderzoek Fase 3: Postveldwerk- Cursus en scriptie Het programma bestaat uit drie onderdelen: 1. Introductiecursus 2. Thematische mastercursussen 3. Onderzoeksproject bestaande uit drie fasen De introductiecursus en de thematische mastercursussen beslaan samen 35 EC. Studenten besteden hun tijd aan het volgen van colleges, het maken van verschillende schriftelijke en praktische opdrachten en eventueel een stage. De studenten maken in deze periode kennis met de relevante literatuur. Ze worden uitgedaagd tot het verwerken van die literatuur door verschillende opdrachten en het doen van mondelinge en schriftelijke presentaties. Tijdens deze periode worden de studenten intensief begeleid om te komen tot het eigen onderzoeksproject. Het onderzoeksproject heeft een zwaarte van 40 EC. Het veldonderzoek wordt uitgevoerd in Latijns Amerika. Hierbij bestaat voor studenten de vrijheid een eigen onderzoek op te zetten, maar er is ook de gelegenheid aan te haken bij onderzoek van de CEDLA-staf. Het onderzoek mondt uit in een scriptie, waarin de resultaten van het empirische onderzoek worden gekoppeld aan een verwerking van de verworven inzichten en theoretische uitgangspunten. Vóór studenten op veldwerk gaan, dienen zij hun onderwijsprogramma van 35 EC te hebben afgerond. F4: Eisen WO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een HBO- of een WO-opleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Beschrijving Het CMP sluit volgens het zelfevaluatierapport aan bij de criteria die gelden voor het wetenschappelijk onderwijs. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke disciplines doordat actuele wetenschappelijke theorieën worden besproken, 18 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

zoals zichtbaar is in de thematische inhoud van het programma en de literatuur die bij de verschillende colleges wordt bestudeerd. In de introductiecursus, de thematische mastercursussen, de veldwerkcursus, het veldonderzoek en de scriptie staan de wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden centraal. Studenten oefenen deze vaardigheden, zoals het zoeken en interpreteren van informatie uit verschillende bronnen, het mondeling en schriftelijk presenteren van eigen en andermans ideeën en analysen, en het formuleren van conclusies en aanbevelingen. Dergelijke vaardigheden hebben hun nut in uiteenlopende onderzoeks- en beleidsgerichte functies in verschillende sectoren. Oordeel Het programma is gericht op actuele vraagstukken in wetenschap en maatschappij, zoals identiteit, milieu, rol van het bedrijfsleven en gender. Het is ingebed in een onderzoeksinstituut; de koppeling tussen onderwijs en onderzoek is om die reden optimaal. Een groot deel van de opleiding wordt besteed aan voorbereiding op het onderzoek en het onderzoek zelf. Tijdens de visitatie is gebleken dat de studenten zich goed voorbereid voelen voor het veldonderzoek en getraind worden in de noodzakelijke onderzoeksvaardigheden. Er is mede ook door de thematische benadering van het onderwijs, die aansluit bij het onderzoek van de docenten, een goede uitwisseling tussen onderzoek en onderwijs. Masteropleiding Latijns Amerika Studies: het oordeel van de commissie is goed. F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Beschrijving: Doel van het CMP is studenten een intensieve, multidisciplinaire opleiding Latijns Amerika Studies te bieden met een sterke onderzoekscomponent. Het programma beoogt studenten vertrouwd te maken met de belangrijkste feiten en hedendaagse ontwikkelingen van Latijns Amerikaanse samenlevingen, de verschillende theorieën en perspectieven die zijn geformuleerd om die kennis zinvol toe te kunnen passen en het methodologische instrumentarium dat nodig is voor het verrichten van onderzoek in Latijns Amerika. De programmaonderdelen zijn op de volgende manier verbonden met specifieke leerdoelen en de eindkwalificaties: Introductiecursus: deze verplichte intensieve multidisciplinaire cursus biedt vanuit verschillende disciplines een inhoudelijke en analytische introductie op de hedendaagse sociale, economisch, politieke en culturele ontwikkelingen in Latijns Amerika. Hierbij komen de belangrijkste wetenschappelijke debatten aan bod, evenals de interpretatie van informatie over de regio en de verschillende manieren om die kennis te verkrijgen en te analyseren. De lesvormen bestaan uit het bestuderen van lesstof, het volgen van hoorcolleges en het participeren in werkgroepen. In de werkgroepen worden opdrachten besproken/uitgevoerd en wordt gediscussieerd over de stof. De toetsing van de cursus vindt plaats op basis van opdrachten, bespreking van literatuur en een schriftelijk take home-tentamen. De introductiecursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven van eindkwalificaties 1 (Dublin-descriptor: kennis en inzicht) en 3 (Dublin-descriptor: oordeelsvorming). QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 19

Na de introductiecursus specialiseren de studenten zich in hun onderzoeksthema door middel van een combinatie van verschillende thematische mastercursussen naar keuze. De studiezwaarte van deze lesvorm betreft in totaal 25 EC. Hoewel de invulling van de thematische cursussen flexibel is en afgestemd wordt op de individuele behoeften, worden studenten nadrukkelijk gestimuleerd cursussen te kiezen die nauw aansluiten bij hun onderzoeksplannen. Het CEDLA biedt elk academisch jaar ongeveer zes thematische cursussen in verschillende disciplines aan. De colleges omvatten veelal een combinatie van hoor- en werkcolleges, de kritische bestudering en behandeling van wetenschappelijke literatuur. Toetsing geschiedt op basis van presentaties van studenten, een of meer schriftelijke opdrachten en/of een uitgebreide paper. Studenten hebben de mogelijkheid een deel van deze lesvorm in te vullen door middel van zogeheten Lecturas Guiadas. Studenten bestuderen daarbij onder begeleiding van een staflid op individuele basis literatuur en nemen zodoende kennis van de wetenschappelijke ontwikkelingen in een bepaald veld. Beoordeling geschiedt op basis van een paper en een eindgesprek. Tot slot is het mogelijk dat studenten een deel van de studiepunten van deze lesvorm vergaren via een relevante stage. De beslissing hierover gebeurt in overleg met de studiementor. De mastercursussen en eventuele Lecturas Guiadas en stage dragen in belangrijke mate bij aan het verwerven van eindkwalificaties 1 (Dublin-descriptor: kennis en inzicht), 2 (Dublin-descriptor: toepassen kennis en inzicht) en 3 (Dublin-descriptor: oordeelsvorming). Opbouw onderzoeksproject bestaande uit drie fasen Fase 1 Fase 2 Fase 3 Nov-apr Mei-aug Sep-okt Sep-dec Veldwerkcursus Schrijven onderzoeksvoorstel Veldwerk (incl. 2 rapportages) Postveldwerkcursus Scriptie 5 EC 5 EC 5 EC 25 EC Het onderzoeksproject beslaat qua studiebelasting ruim de helft van het programma. De meeste EC zijn daarbij toegeschreven aan de scriptie. Het feitelijke onderzoek dat tijdens de veldperiode wordt uitgevoerd, is in drie fasen opgesplitst die de aanloop vormen naar die scriptie. Het onderzoeksproject als geheel kan dan ook worden gezien als de kernactiviteit waar omheen het programma is opgebouwd. Fase 1 start met de veldwerkcursus. In deze cursus worden verschillende onderzoeksmethoden behandeld die in onderscheiden disciplines gehanteerd worden. Alle stafleden leveren vanuit hun disciplinaire achtergrond en eigen onderzoekservaringen een bijdrage aan de veldwerkcursus. In die cursus staan wetenschapsfilosofie, het doen van multidisciplinair onderzoek en de bijbehorende wetenschappelijke methoden en technieken van onderzoek centraal. Daarbij wordt gekeken naar de mogelijke resultaten die dergelijke methoden kunnen opleveren en naar de specifieke problemen en mogelijkheden die zij bieden in de context van de bestudering van Latijns Amerika. Deze cursus bestaat uit werkcolleges onder leiding van de CEDLA-staf, afgewisseld met gastsprekers. Van studenten wordt verwacht dat zij tijdens de cursus op basis van de colleges, de opdrachten en de literatuur (verder) inhoud geven aan hun onderzoeksopzet. Toetsing is gebaseerd op participatie aan bijeenkomsten, schrijfopdrachten, presentaties en de formulering van het onderzoeksvoorstel. 20 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

Fase 2 begint als de studenten op veldwerk gaan. Zij krijgen hiertoe toestemming als zij alle EC van de introductiecursus en thematische mastercursussen hebben behaald en als hun onderzoeksvoorstel is goedgekeurd. De studenten doen in de periode mei-augustus empirisch onderzoek in Latijns Amerika. De lengte van de onderzoeksperiode is afhankelijk van de aard van het onderzoek en de ervaringen en wensen van de student. Studenten dienen uiterlijk 15 augustus terug te zijn. Het onderzoek wordt verricht in de vorm van documentenstudie, vraaggesprekken, enquêtes, observaties, of een combinatie daarvan. Hierbij gemaakte keuzen dienen zo goed mogelijk te worden verantwoord. De CEDLA-staf streeft ernaar om het onderzoek van de studenten thematisch te laten vallen binnen een van de twee onderzoekslijnen van CEDLA s onderzoeksprogramma, maar studenten zijn vrij een eigen thema te kiezen. Na zes weken veldwerk schrijven de studenten hun eerste onderzoeksrapportage, waarbij ze verslag doen van hun wekelijkse activiteiten, reflecteren op hun voortgang, een beschrijving geven van hun resultaten en de verwerking van de data, reflecteren op de onderzoeksopzet en een plan maken voor de resterende tijd. Onmiddellijk na terugkomst in Nederland schrijven ze hun tweede veldwerkrapportage, waarbij naast de onderwerpen van de eerste rapportage een opzet van de scriptie wordt gepresenteerd. Fase 3 omvat de postveldwerkcursus en het schrijven van de scriptie. De postveldwerkcursus bestaat uit vijf tweewekelijkse bijeenkomsten met opdrachten en is bedoeld om de dataanalyse en het schrijven van de scriptie te ondersteunen. Het uitgangspunt is dat de cursus de stappen structureert die genomen worden tijdens het schrijfproces. De opdrachten die de studenten maken tijdens de cursus betreffen de analyse van de verzamelde data en het schrijven van delen van de scriptie. Het schrijven van de scriptie doen de studenten onder individuele begeleiding van een staflid, dat de inhoudelijke begeleiding op zich neemt. De leerdoelen van het onderzoeksproject zijn als volgt geformuleerd. Van studenten die het programma hebben afgerond, wordt verwacht dat zij in staat zijn zelfstandig en creatief onderzoek te verrichten en daar op wetenschappelijk verantwoorde wijze over te rapporteren. Door middel van het succesvol uitvoeren van veldonderzoek in Latijns Amerika en het schrijven van de masterscriptie hebben studenten de volgende vaardigheden verworven: het formuleren en afbakenen van een probleemstelling en het zelfstandig opstellen van een onderzoeksopzet, waarin onder meer een duidelijke onderzoeksstrategie en tijdsplanning is vastgelegd; het zelfstandig verrichten van sociaalwetenschappelijk onderzoek gericht op een specifiek probleem, waarbij te werk wordt gegaan volgens verantwoorde methodologische principes en onderzoekstechnieken, zodat betrouwbaarheid en geldigheid van het onderzoek zijn gewaarborgd; het creatief gebruikmaken van de voor dit probleem relevante theoretische inzichten; het genereren van nieuwe kennis in verband met het aan de orde gestelde probleem; het helder, systematisch en verantwoord rapporteren over het onderzoek, en de resultaten daarvan; het kunnen verwoorden van de theoretische en praktische betekenis van de onderzoeksresultaten. QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 21

Oordeel De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn naar het oordeel van de commissie goed vertaald in het programma dat wordt aangeboden. Het programma is goed gestructureerd en helder van opzet, waarbij duidelijk is dat de nadruk ligt op het doen van veldonderzoek. De voorbereiding en afronding van het veldonderzoek wordt zeer gedegen en gestructureerd aangepakt door de veldwerkcursus en de postveldwerkcursus. Voordat studenten op reis gaan dienen zij een onderzoeksvoorstel te hebben uitgewerkt en contacten te hebben gelegd op de locatie, zodat alle tijd in het veld nuttig en doelgericht wordt besteed. Naar het oordeel van de commissie stelt het programma de studenten goed in staat om de eindkwalificaties te bereiken. Masteropleiding Latijns Amerika Studies: het oordeel van de commissie is goed. F6: Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Beschrijving Het masterprogramma sluit nauw aan bij het multidisciplinaire onderzoeksprogramma van het CEDLA. Het stelt de studenten in staat om op het snijvlak van verschillende disciplines zelfstandig onderzoek te doen in Latijns Amerika. De studenten worden gestimuleerd een onderzoeksthema te kiezen dat aansluit bij het gezamenlijke en interdisciplinaire onderzoeksprogramma van de staf. De studenten worden daarnaast actief betrokken bij de bredere academische activiteiten van CEDLA, zoals de lezingenserie, stafseminars en workshops. Deze activiteiten bieden de studenten de mogelijkheid om hun kennis te verdiepen/verbreden en mee te doen aan discussies. Het programma richt zich thematisch op de onderzoekslijnen van het CEDLA s onderzoeksprogramma. Vanaf 2009 betreft dat de volgende lijnen: 1) het gebruik van natuurlijke bronnen en het management van de impact daarvan op samenlevingen op macro-, meso- en micro-niveau, en 2) urbaniseringsprocessen. Het grootste deel van de cursussen wordt door CEDLA zelf verzorgd op basis van hun eigen disciplinaire expertise. In de introductiecursus en de veldwerkcursus participeren alle CEDLA-docenten. In die cursussen wordt het multidisciplinaire karakter van het CEDLA gebruikt bij de inhoud en opbouw van de cursus. Voor de keuze van thematische mastercursussen, eventuele Lecturas Guiadas, en/of stage wordt overleg gepleegd met de mentor en is goedkeuring van de onderwijscoördinator vereist. De introductiecursus betreft een intensief multidisciplinair vak dat de samenhang van het programma op de volgende twee manieren versterkt: het legt een analytisch en cognitief fundament als voorbereiding op de meer gespecialiseerde colleges die erop volgen; het creëert een gemeenschappelijk referentiekader voor de studenten die vanuit een verschillende achtergrond aan het CMP zijn begonnen. De introductiecursus beoogt een intensieve inleiding te geven op de thematiek van het programma en de studenten een min of meer gelijkwaardige basis te geven wat betreft kennis en vaardigheden. Het is ook bedoeld om de kennis en vaardigheden van de nieuwe studenten te toetsen en eventuele deficiënties in een vroeg stadium te kunnen signaleren. Het college is 22 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

gebaseerd op de gedachte dat de studenten al enige kennis hebben van de Latijns Amerikaanse samenleving, en probeert een aantal essentiële thema s en debatten in de bestudering van het continent de revue te laten passeren. Daarbij zal speciaal aandacht worden gegeven aan de twee bovengenoemde onderzoekslijnen van het onderzoeksprogramma. In de thematische mastercursussen richten studenten zich meer op de thematiek en disciplines die hen persoonlijk interesseren en die aansluiten bij hun onderzoeksplannen. De thematische cursussen kunnen per jaar variëren maar sinds 2009 worden er altijd cursussen aangeboden die samenhangen met de twee onderzoekslijnen van CEDLA s onderzoeksprogramma. Oordeel De introductiecursus, zo is tijdens het bezoek gebleken, wordt door de studenten zeer gewaardeerd. In deze zeer intensieve cursus wordt de studenten een goed overzicht geboden van de inhoud en de wetenschappelijke benadering binnen het vakgebied Latijns Amerika studies. De introductiecursus bereidt de studenten goed voor op de rest van het programma. Zoals ook onder F5 is aangegeven, wordt het veldwerkonderzoek, dat een centrale plaats heeft in het programma, goed voorbereid. Bijzonder positief is dat er tevens aandacht wordt geschonken aan de afronding van het veldwerk in een postveldwerkcursus. De samenhang in het programma wordt ook bevorderd door de aansluiting bij de onderzoeksthema s van CEDLA. De docenten hebben aangegeven dat zij studenten stimuleren om met hun onderzoeksonderwerp aan te sluiten bij die onderzoeksthema s. Dit beleid gaat echter niet ten koste van de flexibiliteit. Studenten blijven de mogelijkheid behouden om met een eigen themakeuze te komen. Er is dan ook voldoende ruimte om die eigen themakeuze inhoudelijk en qua begeleiding te ondersteunen. Inhoudelijk is het mogelijk om op individuele basis literatuur onder begeleiding van een docent te bestuderen: de Lecturas Guiadas. Er wordt ook voldoende ruimte geboden om een begeleider van buiten het CEDLA aan het begeleidingsteam toe te voegen. De commissie is van oordeel dat door het CEDLA een goed gestructureerde, samenhangende, sterke opleiding wordt geboden, die ook voldoende flexibel is om aan te sluiten bij de wensen en de vooropleiding van de studenten. Masteropleiding Latijns Amerika Studies: het oordeel van de commissie is goed. F7: Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Beschrijving Het programma wordt verzorgd in het CEDLA zelf. Dat zorgt ervoor dat het contact tussen docenten, onderwijssecretariaat en studenten gemakkelijk en vanzelfsprekend is. Om de studielast gelijkmatiger te verdelen over het jaar en de studieduur meer in overeenstemming te brengen met de duur van de opleiding heeft het CEDLA een aantal maatregelen genomen. 1. Het programma omvat 75 EC en duurt 15 maanden, van 1 september tot 1 december in het daaropvolgende jaar. 2. De structuur van het onderwijsprogramma is aangescherpt door de verschillende fasen van het onderzoek (voorbereiding, uitvoering, verslaglegging) als een geïntegreerd en gefaseerd onderzoeksproject aan te bieden. Dit betekent dat studenten vanaf het eerste QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 23

college van de veldwerkcursus in november worden aangestuurd om met hun onderzoeksthema, theoretisch kader en toe te passen methoden aan de slag te gaan. 3. Studenten worden gestimuleerd om in een zeer vroeg stadium hun begeleider voor hun onderzoek te kiezen, die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke begeleiding van het onderzoek. Eventuele hiaten in specifieke voorkennis worden door de begeleider aangepakt, bijvoorbeeld door de student op de relevante literatuur te wijzen. 4. Studenten worden gestimuleerd om thema s te kiezen die aansluiten bij de expertise van de docenten en die vallen binnen CEDLA s onderzoeksprogramma. 5. Het systeem waarmee de voortgang van de studenten wordt gevolgd en beoordeeld, is volgens het zelfevaluatierapport de afgelopen jaren verbeterd. De docent die de student bij het onderzoek begeleidt, is nu tevens zijn of haar studiementor, hetgeen impliceert dat deze het gehele verloop van de studie in de gaten houdt en bij eventuele achterstand of andere onderwijsgerelateerde problemen overleg pleegt met de onderwijscoördinator. Ook het onderwijssecretariaat speelt een rol in het monitoren van de voortgang omdat daar alle prestaties van studenten samenkomen. Het onderwijssecretariaat rapporteert maandelijks aan de docenten over de voortgang van de studenten. Deze informatie functioneert als input voor het maandelijks stafberaad. Bovendien zijn er vier beoordelingsmomenten ingevoerd waarbij de examencommissie studenten die onvoldoende presteren verdere deelname aan het programma kan weigeren. De regels over voortgang en eventuele achterstand zijn vastgelegd in de informatiegids die de studenten aan het begin van de opleiding krijgen uitgereikt. Uiteraard is de strengere controle op voortgang bedoeld om studenten te stimuleren en om eventuele vrijblijvendheid van hun kant af te remmen. De commissie heeft tijdens het bezoek met de studenten en alumni gesproken over de studielast en de mogelijkheden om de opleiding binnen de gestelde tijd af te ronden. Zowel studenten als alumni waren van mening dat de studie intensief is, dat er veel van de studenten gevraagd wordt, maar dat de studie in principe binnen de nu gestelde tijd voltooid kan worden. Beide groepen gaven ook aan dat de begeleiding vanuit het CEDLA erop gericht is de studievoortgang van de studenten te bevorderen. Overschrijdingen van deadlines worden slechts bij hoge uitzondering en onder specifieke omstandigheden toegestaan. Oordeel De commissie heeft kunnen constateren dat het CEDLA maatregelen heeft genomen om studievoortgangsbelemmerende factoren weg te nemen. De verlenging van de studieduur naar vijftien maanden is naar het oordeel van de commissie een goede ingreep om de studeerbaarheid van de opleiding te bevorderen, evenals het toezicht op de aangebrachte fasering binnen het onderzoeksproject. De studenten geven aan dat de overige in de zelfevaluatie beschreven maatregelen om de studievoortgang te bevorderen worden nageleefd en effectief zijn. De studenten voelen zich zeer gestimuleerd om de studie binnen de gestelde tijd af te ronden. De studielast is hoog maar dat wordt door de studenten eerder als een stimulans dan als een probleem ervaren. Masteropleiding Latijns Amerika Studies: het oordeel van de commissie is voldoende. F8: Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: WO-bachelor: VWO, HBO-propedeuse of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. WO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. 24 QANU/Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292

Beschrijving Het CMP is in principe postinitieel. De opleiding mikt op studenten met een mastertitel die een regiospecialisatie wensen, maar ook op geselecteerde studenten met een bachelortitel die in een vijftien maanden durend programma substantiële onderzoekservaring willen opdoen, evenals op studenten die na een studie al enige tijd relevante werkervaring met/in de regio hebben opgedaan maar een verdere wetenschappelijke verdieping zoeken. Bij aanmelding en inschrijving voor het CMP dienen studenten zowel kopieën van hun diploma s toe te zenden als de bijbehorende cijferlijsten. Deze informatie wordt door het onderwijssecretariaat gecontroleerd en door alle stafleden beoordeeld en waar nodig van commentaar voorzien, alvorens wordt besloten tot toelating of afwijzing. Alle CEDLAdocenten vormen dus gezamenlijk de toelatingscommissie. Elke aanmelding wordt door alle stafleden individueel bezien en beoordeeld. Daarbij geldt een aantal standaardprocedures. Studenten met een masterdiploma in de sociale wetenschappen kunnen bij een nietproblematische cijferlijst en een normale motivatiebrief door naar het CMP. Studenten met opmerkelijk zwakke punten of een weinig overtuigende motivatiebrief kunnen uitgenodigd worden door de coördinator en/of een docent, zo daar behoefte toe wordt gevoeld. Studenten met een masterdiploma in andere wetenschappen of met een bachelordiploma dienen naast cijferlijsten, diploma en motivatiebrief een onderzoeksvoorstel te schrijven van circa vijf pagina s. Dit voorstel is niet bindend maar dient uitsluitend om te toetsen of deze kandidaten in staat zijn tot het zelfstandig uitwerken op hoofdlijnen van een onderzoeksprogramma op het terrein van de sociale wetenschappen. Dit stelt de staf beter in staat zich een beeld te vormen van de capaciteiten van de kandidaat, en opent de mogelijkheid deze, in een gesprek met de coördinator of staflid, een advies te geven om zich verder te bekwamen, ter voorbereiding van deelname aan het masterprogramma. Deze procedure wordt met grote zorgvuldigheid toegepast in het geval hbo-kandidaten wensen deel te nemen. Veelal wordt bij hen gebruikgemaakt van het zomerreces om hun literatuur aan te bevelen ter voorbereiding van deelname. Uiteindelijk worden alle toegelaten kandidaten uitgenodigd voor een individueel kennismakingsgesprek op het CEDLA, om essentiële informatie over de inhoudelijke aspecten van het masterprogramma toe te lichten. De commissie heeft tijdens het bezoek bij alumni en studenten geverifieerd of het programma aansluit bij de verschillende achtergronden van de instromende studenten. De studenten en alumni hadden uiteenlopende vooropleidingen, zoals rechtsgeleerdheid, psychologie, culturele antropologie, kunst en cultuurwetenschap en kunstgeschiedenis. De studenten gaven aan dat de introductiecursus voldoende kennis en inzicht op het terrein van de Latijns Amerika studies bijbrengt, zodat zij allen op een vergelijkbaar niveau voort kunnen gaan met de opleiding. De veldwerkcursus stelt de studenten, volgens hun zeggen, in staat om zich bij te scholen in onderzoeksmethoden die nodig zijn om het veldwerkonderzoek te kunnen doen. Jaarlijks stromen zes tot tien studenten in de masteropleiding in. De docenten hebben tijdens het bezoek een toelichting gegeven op het intakebeleid van het CEDLA, waarin de nadruk werd gelegd op de individuele benadering van de kandidaten en het maatwerk dat de opleiding toepast. Oordeel Op basis van de informatie die de commissie heeft ontvangen over het toelatingsbeleid en de wijze waarop het programma wordt afgestemd op de instromende studenten, is duidelijk dat het CEDLA hiervoor veel aandacht heeft. De aanpak van de selectie van kandidaten voor de opleiding en de individuele benadering van de student dragen er zorg voor dat het QANU / Latijns Amerika Studies, CEDLA, Q292 25