Jaarrekening 2009. Rabobank Nederland



Vergelijkbare documenten
Rabobank Groep. Geconsolideerde jaarrekening Volgens International Financial Reporting Standards

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

Jaarrekening Rabobank Nederland

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

Jaarrekening Rabobank Nederland

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

Jaarrekening Rabobank Nederland. Jaarrekening 2014 Rabobank Nederland Maart

Jaarrekening Rabobank Nederland

Overzichten geconsolideerde jaarrekening

Geconsolideerde jaarrekening Rabobank Groep

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Geconsolideerde jaarrekening 2012

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Geconsolideerde jaarrekening Rabobank Groep

Geconsolideerde jaarrekening

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Jaarrekening Rabobank Nederland. Rabobank Nederland Jaarrekening April Rabobank Nederland

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarrekening. BrightNL Coöperatie U.A. Statutair gevestigd te Amsterdam KvK inschrijving:

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2016

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

NLNet gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

Interim Jaarrekening 2016

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2014

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

Waarderingsregels in IAS. (A) OVERZICHT BEGRIPPEN Prof. dr. Erik De Lembre 2004

Geconsolideerde jaarrekening Rabobank Groep

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

NLNet gevestigd te Nijkerk. Financiële verantwoording 2017

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

Handelsregister Kamer van Koophandel te Woerden, dossiernummer

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag april 2012

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019

Geconsolideerde jaarrekening 2008

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

IBUS ASSET MANAGEMENT UK B.V. HALFJAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA Amstelveen Telefoon Fax

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

PUBLICATIEBALANS 2017

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV

Handelsregister Kamer van Koophandel te Woerden, dossiernummer

Handelsregister Kamer van Koophandel te Plaats KvK, dossiernummer

Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Jaarrekening. BrightNL Coöperatie U.A. Statutair gevestigd te Amsterdam KvK inschrijving:

IBUS ASSET MANAGEMENT UK B.V. JAARREKENING Polarisavenue 85 - Postbus GE Hoofddorp Telefoon Fax

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon

HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2013

Jaarrekening 2012 Brand New Day Premiepensioeninstelling N.V.

Stichting Maryknoll Zusters van St. Dominicus

Halfjaarcijfers N.V. Dico International

Stichting GIST / GIST Foundation. Jan van Goyenkade HR AMSTERDAM. Jaarrekening 2015

Stichting Marthas Institute for Performing Arts gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Jaarrekening 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2017

NE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen. Publicatierapport 2016

OVMK Paraplufonds. Gouda. Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2019

Publicatiestukken van Ostrica B.V. te Amsterdam

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

Stichting Touwmuseum De Baanschuur Postbus DA Oudewater. Jaarcijfers

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2016

Stichting Cinema Enkhuizen gevestigd te Hoorn. Rapport inzake de Jaarrekening 2017

NLNet gevestigd te Nijkerk. Financiële verantwoording 2018

Vaste activa Materiële vaste activa

Jaarrekening Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring Resultaatvergelijking Meerjarenoverzicht 4

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

10 Buitenlandse deelnemingen in de (geconsolideerde) jaarrekening

Stichting Twente Hart Safe t.a.v. het bestuur Theo Wolvecampstraat ZZ HENGELO. Jaarrekening 2017

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg BC BILTHOVEN. Financieel verslag 2014

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2018

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Finquiddity Vermogensbeheer B.V., Hilversum Nummer kamer van koophandel: Gegenereerd op 10:40 25 mei 2016

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Stichting Maryknoll Zusters van St. Dominicus

Jaarverslag Stichting Steengoed. Spijkenisse

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/33

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

Stichting Ankh Antwoordkerk Kruisnetlaan KD Hoogvliet Rotterdam. Jaarrekening 2014

Jaarrekening Stichting Chabad Central Amsterdam Dr. Eijkmanstraat WG Amstelveen

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Tussentijdse cijfers / voor publicatiedoeleinden. van Ostrica B.V. te Amsterdam

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Jaarrekening Stichting Oevernet

Stichting Kringloopcentrum Spullenhulp, SOEST inzake de jaarrekening 2011

Tussentijdse cijfers / voor publikatiedoeleinden. van Ostrica B.V. te Amsterdam

Fortis Jaarrekening 2006

Publicatierapport 2017

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken augustus 2017

Sien gevestigd te Houten. Financiële verantwoording 2017

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2017

OVMK Paraplufonds Gouda

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016

Transcriptie:

Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

Deze publicatie, de geconsolideerde jaarrekening en de afzonderlijke uitgave Jaarverslag 2009 Rabobank Groep vormen het jaarverslag, de jaarrekening en de overige gegevens van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A.

Jaarrekening 2009 Balans Rabobank Nederland (voor winstbestemming) 2 Winst-en-verliesrekening Rabobank Nederland 4 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland 5 1 Algemeen 5 2 Grondslagen voor financiële verslaggeving 5 3 Risicopositie uit hoofde van financiële instrumenten 17 Toelichting balans Rabobank Nederland 22 1 Kasmiddelen 22 2 Kortlopend overheidspapier 22 3 Bankiers 22 4 Kredieten 23 5 Rentedragende waardepapieren 24 6 Aandelen 25 7 Deelnemingen in groepsmaatschappijen 25 8 Overige deelnemingen 25 9 Materiële vaste activa 26 10 Immateriële activa 26 11 Overige activa 27 12 Derivaten 27 13 Overlopende activa 30 14 Bankiers 30 15 Toevertrouwde middelen 31 16 Schuldbewijzen 31 17 Overige schulden 31 18 Derivaten 31 19 Voorzieningen 32 20 Achtergestelde schulden 34 21 Eigen vermogen 34 Overige toelichtingen Rabobank Nederland 37 22 Voorwaardelijke schulden 37 23 Onherroepelijke faciliteiten 38 24 Werknemers 38 25 Transacties tussen verbonden partijen 38 26 Belangrijkste dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen 39 27 Kosten dienstverlening conform artikel 2:382a BW 39 28 Raad van commissarissen en raad van bestuur 40 29 Goedkeuring raad van commissarissen 40 Overige gegevens 41 Accountantsverklaring 42

Balans Rabobank Nederland (voor winstbestemming) In miljoenen euro s Toelichting Per 31 december 2009 Per 31 december 2008 Activa Kasmiddelen 1 14.696 4.865 Kortlopend overheidspapier 2 830 996 Professionele effectentransacties 11.843 4.157 Overige bankiers 122.769 151.818 Bankiers 3 134.612 155.975 Kredieten aan de overheid 2.532 7.646 Kredieten aan de private sector 109.108 110.281 Professionele effectentransacties 8.003 3.519 Kredieten 4 119.643 121.446 Rentedragende waardepapieren 5 87.120 93.832 Aandelen 6 3.010 1.581 Deelnemingen in groepsmaatschappijen 7 11.448 10.839 Overige deelnemingen 8 3.455 2.975 Materiële vaste activa 9 770 592 Immateriële activa 10 429 411 Personeelsbeloningen 1.440 - Overige activa 11 931 1.054 Derivaten 12 42.416 69.820 Overlopende activa 13 2.619 3.747 Totaal activa 423.419 468.133 2 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

In miljoenen euro s Toelichting Per 31 december 2009 Per 31 december 2008 Passiva Professionele effectentransacties 744 502 Overige bankiers 43.177 72.881 Bankiers 14 43.921 73.383 Spaargelden 5.628 5.705 Professionele effectentransacties 3.662 1.286 Overige toevertrouwde middelen 88.004 125.960 Toevertrouwde middelen 15 97.294 132.951 Schuldbewijzen 16 168.933 125.136 Overige schulden 17 42.956 44.809 Derivaten 18 41.688 70.621 Overlopende passiva 2.902 3.503 Voorzieningen 19 1.032 567 398.726 450.970 Achtergestelde schulden 20 11.311 10.213 Kapitaal 4.001 2.004 Capital Securities 4.953 1.813 Herwaarderingsreserve en omrekeningsverschillen -441-884 Wettelijke reserve niet-uitgekeerde winsten - - Overige reserves 3.085 2.915 Resultaat boekjaar 1.784 1.102 Eigen vermogen 21 13.382 6.950 Aansprakelijk vermogen 24.693 17.163 Totaal passiva 423.419 468.133 Voorwaardelijke schulden 22 15.584 13.547 Onherroepelijke faciliteiten 23 29.947 31.781 3 Balans Rabobank Nederland

Winst-en-verliesrekening Rabobank Nederland Jaar eindigend op 31 december In miljoenen euro s Resultaat deelnemingen na belastingen 998 1.290 Overig resultaat na belastingen 786-188 Nettowinst 1.784 1.102 Opgesteld in overeenstemming met artikel 2: 402 BW. 4 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland 1 Algemeen De jaarrekening van Rabobank Nederland, een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaglegging en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De hierbij gehanteerde grondslagen komen, behoudens twee uitzonderingen, overeen met de grondslagen die gebruikt zijn bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van de Rabobank Groep, die is opgesteld op basis van IFRS. De uitzonderingen betreffen de waardering van deelnemingen en de waardering van interne derivaten. De terminologie in de onderstaande grondslagen is eveneens ontleend aan de geconsolideerde jaarrekening. Deelnemingen worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde en de interne derivaten worden gewaardeerd conform het aangroeibeginsel (zie toelichting 2.3). De Rabobank Groep bestaat uit de lokale Rabobanken ( Leden ) in Nederland, de centrale cooperatie Rabobank Nederland en overige gespecialiseerde dochterondernemingen. Rabobank Nederland is statutair gevestigd in Amsterdam. Hieronder zijn de waarderingsgrondslagen en de grondslagen voor resultaatbepaling opgenomen die gelden voor de jaarrekening van Rabobank Nederland. Rabobank Nederland vormt samen met enkele dochterondernemingen en de daarbij aangesloten banken een fiscale eenheid. 2 Grondslagen voor financiële verslaggeving De belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opstellen van deze jaarrekening zijn toegepast, worden hieronder vermeld. 2.1 Algemeen De geconsolideerde jaarrekening van de Rabobank wordt opgesteld volgens International Financial Reporting Standards ( IFRS ) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. In 2009 heeft de Rabobank IFRS 8, IFRIC 13, IFRIC 14 en de gewijzigde standaarden IAS 1, IFRS 7 en IAS 23 toegepast. Daarnaast zijn de verbeteringen aan de IFRSstandaarden toegepast. IFRS 8 Operationele segmenten is van toepassing op verslagperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. Deze standaard gaat in op de wijze waarop in de financiële verslaggeving segmenten moeten worden gedefinieerd. Daarnaast vraagt de standaard toelichting over producten en diensten die een onderneming aanbiedt, de geografische gebieden waarin de onderneming opereert en haar belangrijkste afnemers. Deze standaard heeft geen invloed op de wijze waarop de gesegmenteerde informatie wordt gepresenteerd. IFRIC 13 Loyaliteitsprogramma s is van toepassing op verslagperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. Loyaliteitsprogramma s worden door ondernemingen gebruikt om klanten te stimuleren in de vorm van bonuspunten tot het afnemen van producten of diensten. IFRIC 13 vereist dat ondernemingen deze bonuspunten als een afzonderlijke component van de verkooptransactie verantwoorden. Rabobank heeft geen loyaliteitsprogramma s en derhalve is IFRIC 13 niet van toepassing. IFRIC 14 De limiet voor een actief uit hoofde van een toegezegd-pensioenregeling, minimaal vereiste dekkingsgraden en de wisselwerking hiertussen is van toepassing op verslagperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. IFRIC 14 geeft verdere invulling aan het beoordelen van de beperking die IAS 19 toekent aan het overschot dat mag worden verantwoord als een vordering. Verder legt IFRIC 14 uit hoe een pensioenvordering of pensioenverplichting 5 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland

beïnvloed zou kunnen worden door statutaire of contractuele stortingsvereisten. Deze interpretatie heeft geen invloed op het resultaat of vermogen. De aanpassing van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening is van toepassing op verslagperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. De aanpassing is gericht op het verbeteren van de mogelijkheden van de gebruikers van financiële verslaggeving om de informatie in financiële overzichten te analyseren en te vergelijken. Deze standaard heeft invloed op de presentatie; het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is toegevoegd. De aanpassing van IFRS 7 is van toepassing op verslagperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. De aanpassing is gericht op het uitgebreider toelichten van de waarderingsmethoden van financiële instrumenten en van liquiditeitsrisico. De aanpassing resulteert in aanvullende toelichtingen, maar heeft geen invloed op het resultaat of vermogen. De aanpassing van IAS 23 Financieringskosten is van toepassing op verslagperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. De aanpassing vereist dat ondernemingen financieringskosten activeren indien deze direct toerekenbaar zijn aan de verwerving, constructie of productie van een kwalificerend actief als onderdeel van de kosten van dat actief. Het is niet langer toegestaan om dergelijke financieringskosten direct in de winst-en-verliesrekening te verantwoorden. Deze aanpassing heeft geen significant effect op de geconsolideerde jaarrekening. De belangrijkste nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties uitgegeven door de IASB welke van toepassing zijn voor de Rabobank vanaf 2009 zijn IFRS 3 Bedrijfscombinaties (gewijzigd) en IFRS 9 Financiële instrumenten. De Rabobank verwacht niet dat de gewijzigde IFRS 3 een materieel effect zal hebben op de geconsolideerde jaarrekening. De impact van IFRS 9 wordt nog nader onderzocht. Tenzij anders aangegeven, worden bedragen in de enkelvoudige jaarrekening vermeld in miljoenen euro s. 2.1.1 Veranderingen in waarderingsgrondslagen en presentatie Rabobank activeert vanaf 1 januari 2009 financieringskosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief als onderdeel van de kostprijs van dat actief. Andere financieringskosten worden als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt. Voor zover voortschrijdende inzichten noopten tot herrubricering, zijn de vergelijkende cijfers aangepast. 2.1.2 Gebruik van schattingen Het opstellen van de jaarrekening vereist dat het management schattingen doet en aannames hanteert die van invloed zijn op de gerapporteerde bedragen van activa en verplichtingen, op de rapportering van voorwaardelijke activa en verplichtingen op de datum van de jaarrekening en op de gerapporteerde bedragen van baten en lasten gedurende de verslagperiode. Het betreft met name het vaststellen van de voorziening op debiteuren, het bepalen van reële waarden van activa en passiva en het vaststellen van bijzondere waardeverminderingen. Hierbij worden de situaties beoordeeld, gebaseerd op beschikbare financiële gegevens en informatie. Hoewel deze schattingen worden gedaan op basis van de meest zorgvuldige beoordeling door het management van actuele gebeurtenissen en acties, kunnen de daadwerkelijke resultaten afwijken van deze schattingen. 2.2 Kapitaalbelangen 2.2.1 Dochterondernemingen Dochterondernemingen, dat wil zeggen die ondernemingen en overige entiteiten, inclusief voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten - special purpose entities - waarbij de Rabobank, direct of indirect, zeggenschap heeft over het financiële en operationele beleid, zijn gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Dochterondernemingen worden verwerkt per de datum waarop de effectieve zeggenschap overgaat op de Rabobank en worden niet langer verwerkt per de datum waarop deze zeggenschap eindigt. Alle onderlinge transacties, saldi en ongerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen bedrijfsonderdelen van de Rabobank Groep zijn geëlimineerd. 2.2.2 Joint ventures Het belang van de Rabobank in entiteiten waarover de zeggenschap wordt gedeeld, is gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. 2.2.3 Investeringen in geassocieerde deelnemingen Investeringen in geassocieerde deelnemingen worden gewaardeerd op basis van de equitymethode. Hierbij wordt het aandeel van de Rabobank in de winsten of verliezen, met inachtneming van de Rabobank grondslagen, na de verwerving van deelnemingen verantwoord in de winst-en-verliesrekening, en haar aandeel in de mutaties in de reserves na de overname wordt verantwoord in reserves. De cumulatieve mutaties na de verwerving worden aangepast in de kostprijs van de deelneming. 6 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

Geassocieerde deelnemingen zijn entiteiten waarop de Rabobank invloed van betekenis heeft en waarin ze normaliter tussen de 20% en 50% van de stemrechten houdt, maar geen zeggenschap heeft. De investering van de Rabobank in geassocieerde deelnemingen omvat mede goodwill bij de verwerving. Indien het aandeel van de Rabobank in de verliezen van een deelneming gelijk is aan of groter dan haar belang in de deelneming, dan verantwoordt de Rabobank geen verdere verliezen tenzij de Rabobank verplichtingen is aangegaan of betalingen heeft gedaan ten behoeve van de deelnemingen. 2.3 Afgeleide financiële instrumenten en hedging 2.3.1 Algemeen Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) omvatten over het algemeen vreemdevalutacontracten, valuta- en rentefutures, forward rate agreements, valuta- en renteswaps en valuta- en renteopties (zowel geschreven als verworven). Afgeleide financiële instrumenten kunnen hetzij aan een beurs verhandeld worden of over the counter; (OTC) tussen de Rabobank en een cliënt worden verhandeld. Alle derivaten worden bij eerste opname verantwoord tegen kostprijs in de balans en vervolgens, tenzij het interne derivaten betreft die gebruikt worden voor hedging binnen de Rabobank Groep, tegen reële waarde geherwaardeerd. De reële waarde wordt bepaald aan de hand van genoteerde marktprijzen, door handelaren aangeboden prijzen, modellering van contant gemaakte kasstromen en optiewaarderingsmodellen op basis van de actuele marktprijzen en contractuele prijzen van de onderliggende instrumenten, alsmede aan de hand van de tijdswaarde van geld, rendementscurves en de volatiliteit van de onderliggende activa of verplichtingen. Alle derivaten worden opgenomen als activa wanneer hun reële waarde positief is en als verplichtingen wanneer hun reële waarde negatief is. Derivaten die zijn besloten in overige financiële instrumenten worden als afzonderlijke derivaten behandeld indien de risico s en kenmerken ervan niet nauw samenhangen met die van het basiscontract en het basiscontract niet tegen reële waarde is opgenomen waarbij ongerealiseerde winsten en verliezen in de resultaten worden opgenomen. 2.3.2 Niet als afdekking gebruikte instrumenten Wanneer de Rabobank derivaten voor handelsdoeleinden aangaat, worden gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen verantwoord in de winst-en-verliesrekening. 2.3.3 Afdekkingsinstrumenten De Rabobank maakt tevens gebruik van afgeleide financiële instrumenten als onderdeel van haar balansbeheer teneinde renterisico s, kredietrisico s en valutarisico s te beheersen. De Rabobank maakt gebruik van de mogelijkheden die de EU heeft geboden door de carve-out in IAS 39. Door de carve-out kan op bepaalde posities wel fair value portfolio hedgeaccounting worden toegepast. Bij de effectiviteitsmeting wordt gebruikgemaakt van buckets. Op de datum dat zij een afgeleid contract aangaat kan de Rabobank bepaalde derivaten aanwijzen als (1) een afdekking van de reële waarde van een op de balans opgenomen actief of verplichting (reëlewaardeafdekking); (2) een afdekking van een toekomstige kasstroom toe te rekenen aan een op de balans opgenomen actief of verplichting, een verwachte transactie of vaste verplichting (kasstroomafdekking); of (3) een afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit (netto-investeringsafdekking). Hedge accounting kan, voor op deze wijze aangewezen derivaten, worden gebruikt indien aan bepaalde criteria is voldaan. De criteria waaraan een afgeleid financieel instrument moet voldoen voor verantwoording als afdekkingsinstrument omvatten mede: - Formele documentatie van het afdekkingsinstrument, de afgedekte positie, de doelstelling van de afdekking, de strategie en de afdekkingsrelatie wordt opgesteld voordat hedgeaccounting wordt toegepast; - De afdekking is naar verwachting zeer effectief (binnen een bandbreedte van 80% tot 125%) in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen in reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie gedurende de hele verslagperiode; en - De afdekking is vanaf het begin en continu zeer effectief. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt als reëlewaardehedge en die zeer effectief blijken in relatie tot het afgedekte risico, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, samen met de overeenkomstige wijziging in reële waarde van de afgedekte activa of verplichtingen die worden toegerekend aan die specifieke afgedekte risico s. Wanneer de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge-accounting (reëlewaardehedgemodel), wordt de aanpassing van de boekwaarde van een afgedekt rentedragend financieel instrument geamortiseerd ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening over de periode tot einde van de gehedgde periode. De aanpassing van de boekwaarde van een afgedekt eigenvermogensinstrument wordt verantwoord onder het eigen vermogen tot de afstoting van het eigenvermogensinstrument (netto-investeringsafdekking). 7 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland

Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als kasstroomafdekkingen en die zeer effectief blijken in relatie tot het afgedekte risico, worden verantwoord in de afdekkingsreserve in het eigen vermogen (zie toelichting onder 21), het niet-effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van de derivaten wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Als de verwachte transactie of de vaste verplichting resulteert in de verantwoording van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting, worden winsten en verliezen die voorheen uitgesteld waren in het eigen vermogen overgedragen uit het eigen vermogen en opgenomen in de initiële waardering van de kostprijs van het actief of de verplichting. Voor het overige worden in het eigen vermogen uitgestelde bedragen overgebracht naar de winst-en-verliesrekening en gerubriceerd als baten of lasten in de periodes waarin de afgedekte vaste verplichting of de verwachte transactie van invloed is op de winst-en-verliesrekening. Bepaalde afgeleide transacties, die weliswaar als economische afdekkingen fungeren in het kader van de risicobeheersposities van de Rabobank, kwalificeren zich niet voor hedgeaccounting volgens de specifieke regels in IFRS en worden derhalve behandeld als voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten. De reële waarde van voor handelsdoeleinden en voor hedging aangehouden afgeleide financiële instrumenten wordt vermeld in toelichting 10: Derivaten (en overige handelsverplichtingen) van de geconsolideerde jaarrekening. Deze is tevens opgenomen in toelichting 12. 2.4 Handelsverplichtingen en overige verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 2.4.1 Handelsverplichtingen Handelsverplichtingen bestaan voornamelijk uit alle negatieve reële waarden van derivaten en leveringsverplichtingen uit shortverkopen van effecten. Effecten worden short verkocht om winst te genereren uit hoofde van kortetermijnprijsschommelingen. De effecten benodigd voor de afwikkeling van shortverkopen worden verkregen door effectenuitleningsovereenkomsten of effectenterugkoopovereenkomsten. Short verkochte effecten worden opgenomen tegen reële waarde per balansdatum. 2.4.2 Overige verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening Overige verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening omvatten bepaalde financiële verplichtingen die de Rabobank niet voornemens is te verhandelen, maar die zij bij de initiële opname tegen reële waarde heeft verantwoord. Wijzigingen in de reële waarde van deze financiële verplichtingen worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin zij zich voordoen. 2.5 Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa zijn financiële activa die zijn verworven om winst te genereren uit kortetermijnfluctuaties in prijzen of marges van handelaren, of financiële activa die onderdeel zijn van een portefeuille die een patroon van kortetermijnwinstneming kent. Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa worden gewaardeerd tegen reële waarde op basis van genoteerde biedprijzen. Alle gerelateerde gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen worden opgenomen onder Resultaat uit handelsactiviteiten. Rente verdiend op voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa wordt verantwoord als rentebaten. Dividenden ontvangen op voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa worden verantwoord onder Resultaat uit handelsactiviteiten. Alle aankopen en verkopen van voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa die levering vereisen binnen een door regelgeving of marktconventie voorgeschreven tijdslimiet, worden verantwoord op de transactiedatum. Overige handelstransacties worden verantwoord als derivaten totdat zij worden afgewikkeld. 2.6 Niet voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening De Rabobank heeft ervoor geopteerd om als financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening financiële instrumenten aan te wijzen die niet worden verworven of aangegaan om winst te genereren uit kortetermijnfluctuaties in prijzen of marges van handelaren. Deze financiële instrumenten, waaronder venture capital, worden gewaardeerd tegen reële waarde. Financiële activa en verplichtingen zijn door het management in deze categorie geclassificeerd bij eerste verwerking indien wordt voldaan aan (een van de) volgende criteria: - Deze aanwijzing elimineert of vermindert significant een inconsistente behandeling die anders zou zijn ontstaan bij het waarderen van de activa of verplichtingen of bij het erkennen van winsten of verliezen op verschillende waarderingsgrondslagen; of 8 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

- De activa en verplichtingen zijn onderdelen van een groep van financiële activa en/of financiële verplichtingen die gemanaged en beoordeeld worden op basis van de reële waarde in overeenstemming met een gedocumenteerde risicomanagementstrategie of investeringsstrategie; - Het financieel instrument bevat een embedded derivaat, tenzij het embedded derivaat geen significante impact heeft op de kasstromen of indien het evident is dat, met een beperkte of geen analyse, het niet apart hoeft te worden opgenomen. Rente verdiend of te betalen op deze activa en verplichtingen wordt verantwoord als rentebaten of -lasten. Alle overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen bij herwaardering van deze financiële instrumenten tegen reële waarde worden opgenomen onder Resultaat uit overige financiële activa en verplichtingen. 2.7 Day 1 profit Als er op het moment van het aangaan van een financieel instrument tegen reële waarde gebruikgemaakt wordt van waarderingstechnieken dan kan er een verschil ontstaan tussen de transactieprijs en de reële waarde. Een eventueel verschil hiertussen wordt de Day 1 profit genoemd. De Rabobank verantwoordt deze winst onmiddellijk onder Resultaat uit handelsactiviteiten, indien de waarderingstechniek gebaseerd is op waarneembare inputs (van actieve markten). Als gebruikgemaakt is van niet-waarneembare inputs dan wordt de Day 1 profit geamortiseerd over de looptijd van de transactie en verantwoord onder de Overige schulden. De winst wordt alsnog genomen als het betreffende financiële instrument verkocht is of de gegevensinvoer alsnog waarneembaar is geworden. 2.8 Voor verkoop beschikbare financiële activa Het management bepaalt de geëigende rubricering van financiële activa op de datum van verwerving. Financiële activa die zijn bedoeld om voor onbepaalde tijd te worden aangehouden en die kunnen worden verkocht om te voorzien in liquiditeitsbehoeften of als reactie op wijzigingen in het rentetarief, wisselkoersen of aandelenkoersen, worden gerubriceerd als voor verkoop beschikbaar. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden bij eerste waardering verantwoord tegen kostprijs en direct geherwaardeerd tegen reële waarde op basis van genoteerde biedprijzen of bedragen afgeleid uit kasstroommodellen. De reële waarde voor niet-genoteerde eigenvermogensinstrumenten wordt geschat op basis van geëigende koers-winstverhoudingen, aangepast om de specifieke omstandigheden van de emittent te weerspiegelen. Ongerealiseerde winsten en verliezen voortvloeiend uit wijzigingen in de reële waarde van als voor verkoop beschikbaar gerubriceerde financiële activa worden verantwoord in het eigen vermogen, tenzij het geamortiseerde rente betreft. Als de financiële activa worden afgestoten of als er een bijzondere waardevermindering plaatsvindt, worden de aanpassingen van de reële waarde opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het management beoordeelt op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen bestaan dat voor verkoop beschikbare activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Een investering wordt geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan indien de kostprijs de realiseerbare waarde duurzaam overtreft, dat wil zeggen dat de reële waarde langdurig of significant lager is dan de kostprijs. Voor de investeringen in de vorm van niet-genoteerde eigen vermogensinstrumenten wordt de realiseerbare waarde bepaald door toepassing van erkende waarderingstechnieken. Voor genoteerde financiële activa wordt de realiseerbare waarde bepaald aan de hand van de marktprijs. Deze genoteerde activa worden geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan indien er objectieve aanwijzingen zijn dat de daling van de marktprijs zodanig is dat het niet redelijk is om te veronderstellen dat de waarde in de voorzienbare toekomst zal herstellen tot het niveau van de boekwaarde. Indien in een periode daarna de bijzondere waardevermindering van voor verkoop beschikbare activa afneemt en de afname objectief kan worden toegeschreven aan een gebeurtenis die zich na de afwaardering heeft afgespeeld, wordt de bijzondere waardevermindering teruggenomen via de winst-en-verliesrekening. Dit geldt niet voor beleggingen in eigen vermogensinstrumenten, waarbij een waardevermeerdering na een duurzame waardevermindering als een herwaardering wordt behandeld. Alle aankopen en verkopen volgens standaardmarktconventies van voor verkoop beschikbare financiële activa worden verantwoord op de transactiedatum. Alle overige aankopen en verkopen worden verantwoord op de datum van afwikkeling. 2.9 Tot einde looptijd aangehouden financiële activa Financiële activa waarvan het einde van de looptijd en de kasstromen vaststaan worden - indien het management zowel het voornemen als het vermogen heeft deze tot het einde van de looptijd aan te houden - gerubriceerd als tot einde looptijd aangehouden financiële activa. Het management bepaalt op de transactiedatum de geëigende rubricering van zijn investeringen. 9 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland

Tot einde looptijd aangehouden financiële activa worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectiefrendementmethode, na aftrek van eventuele voorzieningen voor bijzondere waardevermindering. Rente verdiend op tot einde looptijd aangehouden financiële activa wordt verantwoord als rentebaten. Alle aankopen en verkopen volgens standaardmarktconventies van tot einde looptijd aangehouden financiële activa worden verantwoord op de datum van afwikkeling. Alle overige aankopen en verkopen worden verantwoord als afgeleide termijntransacties tot de datum van afwikkeling. 2.10 Terugkoopovereenkomsten en omgekeerde terugkoopovereenkomsten Financiële activa die zijn verkocht onder voorbehoud van een gerelateerde terugkoopovereenkomst ( terugkoopovereenkomsten ) worden in de jaarrekening opgenomen als Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en Voor verkoop beschikbare financiële activa. De verplichting ten aanzien van de tegenpartij is opgenomen in Schulden aan andere banken en Toevertrouwde middelen al naar gelang van toepassing. Financiële activa verworven in het kader van terugverkoopovereenkomsten ( omgekeerde terugkoopovereenkomsten ) worden opgenomen als Vorderingen op andere banken of Kredieten aan cliënten, al naar gelang van toepassing. Het verschil tussen verkoopprijs en terugkoopprijs wordt verantwoord als rentebaten of rentelasten over de duur van de overeenkomsten op basis van de effectiefrendementmethode. 2.11 Securitisatie en overige regelingen voor verwijdering van de balans De Rabobank securitiseert, verkoopt en onderhoudt verschillende financiële activa, waarbij sprake kan zijn van een verkoop van deze activa aan special purpose entities ( SPE s ) die op hun beurt effecten uitgeven aan beleggers. De Rabobank kan een belang houden in de vertitelde en verkochte financiële activa in de vorm van achtergestelde interest-only strips, achtergestelde effecten, spread accounts, servicingrechten, garanties, put- en callopties en overige regelingen. Een financieel actief (of een deel van een financieel actief) wordt van de balans verwijderd als: - De rechten op de kasstromen uit het actief aflopen; - De rechten op de kasstromen uit het actief en nagenoeg alle risico s en voordelen van het eigendom van het actief worden overgedragen; - Een verplichting om de kasstromen uit het actief over te dragen verondersteld wordt en nagenoeg alle risico s en voordelen worden overgedragen; - Niet alle economische risico s en voordelen worden overgedragen of behouden maar de zeggenschap over het actief wordt overgedragen. Tot op heden heeft bij de Rabobank nog geen verwijdering plaatsgevonden. Indien de Rabobank de zeggenschap over het actief behoudt maar niet nagenoeg alle risico s en voordelen, wordt het actief verantwoord overeenkomstig de mate van de aanhoudende betrokkenheid van de Rabobank. Een gerelateerde verplichting wordt eveneens verantwoord overeenkomstig de mate van aanhoudende betrokkenheid. De verantwoording van de wijziging in de waarde van de verplichting geschiedt in overeenstemming met de verantwoording van wijzigingen in de waarde van het actief. Wanneer een transactie niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoet voor verwijdering van de balans, wordt zij verantwoord als een lening met zekerheidsstelling. Voor zover een overdracht van een financieel actief zich niet kwalificeert voor verwijdering van de balans, worden de contractuele rechten van de Rabobank in verband met de overdracht niet afzonderlijk verantwoord als derivaten indien verantwoording van zowel het afgeleide als het overgedragen actief, danwel de verplichting voortvloeiend uit de overdracht zou resulteren in dubbele verantwoording van dezelfde rechten of verplichtingen. Winsten of verliezen op securitisatie of verkooptransacties hangen voor een deel af van de vorige boekwaarde van de financiële activa die bij de overdracht zijn betrokken. De boekwaarde van deze activa wordt toegerekend aan de verkochte en de aangehouden belangen op basis van de relatieve reële waarde van deze belangen op de datum van verkoop. Winsten of verliezen worden verantwoord op het tijdstip van de overdracht en worden verantwoord in het resultaat. De bepaling van de reële waarde van de verkochte en de aangehouden belangen geschiedt op basis van genoteerde marktprijzen of door bepaling van de contante waarde van verwachte kasstromen op basis van prijsmodellen die rekening houden met verschillende aannames, zoals kredietverliezen, rekenrente, rendementscurves, betalingssnelheid en overige factoren. 10 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

2.12 Geldmiddelen en kasequivalenten Kasequivalenten zijn zeer liquide investeringen voor de korte termijn die worden aangehouden om te kunnen voldoen aan kortetermijnverplichtingen in geldmiddelen en niet zozeer voor investeringen of andere doeleinden, met een resterende looptijd van minder dan negentig dagen vanaf de aankoopdatum, die eenvoudig converteerbaar zijn in vaststaande geldbedragen en die onderhevig zijn aan een verwaarloosbaar risico van waardeveranderingen. 2.13 Saldering van financiële activa en verplichtingen Financiële activa en financiële verplichtingen worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt in de balans opgenomen indien er een juridisch afdwingbaar recht is om de verantwoorde bedragen te salderen en indien het voornemen bestaat om de verwachte toekomstige kasstromen op nettobasis te verrekenen, of tegelijkertijd het actief te realiseren en de verplichting af te wikkelen. Het betreft hier met name saldering van rekening courant. 2.14 Vreemde valuta 2.14.1 Buitenlandse entiteiten Posten opgenomen in de jaarrekening van elke entiteit in Rabobank Nederland worden gewaardeerd op basis van de valuta die het best de economische realiteit van de onderliggende gebeurtenissen en omstandigheden weergeeft die relevant zijn voor die entiteit ( de functionele valuta ). De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro s, de functionele valuta van de moedermaatschappij. Winst-en-verliesrekeningen en kasstromen van buitenlandse entiteiten worden omgerekend in de presentatievaluta van de Rabobank tegen de koers op transactiedata die te benaderen is door middel van gemiddelde koersen, en hun balans wordt omgerekend tegen de wisselkoersen op 31 december. Valutakoersverschillen voortvloeiend uit de omrekening van de netto-investering in buitenlandse entiteiten en van leningen en overige valutainstrumenten aangemerkt als hedges van dergelijke investeringen, worden verwerkt in het eigen vermogen. Wanneer een buitenlandse entiteit is verkocht, worden dergelijke valutakoersverschillen verantwoord in de winsten-verliesrekening als deel van de winst of verlies op verkoop. Goodwill en reëlewaardeaanpassingen voortvloeiend uit de overname van een buitenlandse entiteit worden verantwoord als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en omgerekend tegen de slotkoers. 2.14.2 Transacties in vreemde valuta Transacties in vreemde valuta worden omgerekend in de waarderingsvaluta op basis van de wisselkoersen op de transactiedatum. Omrekeningsverschillen die ontstaan bij afwikkeling van dergelijke transacties en bij omrekening van monetaire activa en verplichtingen luidend in buitenlandse valuta, worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening, behalve wanneer zij worden verantwoord in het eigen vermogen, als kwalificerende netto-investeringsafdekkingen. Omrekeningsverschillen op schuldpapieren en overige monetaire financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde worden opgenomen onder valutakoerswinsten en verliezen. Omrekeningsverschillen op niet-monetaire posten, zoals voor handelsdoeleinden aangehouden eigenvermogensinstrumenten, worden verantwoord als deel van reëlewaardewinsten of -verliezen. Omrekeningsverschillen op voor verkoop beschikbare niet-monetaire posten worden opgenomen onder de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. 2.15 Rente Rentebaten en -lasten worden op basis van het toerekeningsbeginsel verantwoord in de winst-en-verliesrekening voor alle rentedragende instrumenten waarbij de effectiefrendementmethode wordt gehanteerd. Rentebaten omvatten mede coupons met betrekking tot vastrentende financiële activa en voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en geaccumuleerd agio en disagio op schatkistpapier en overige contant gemaakte instrumenten. Indien leningen onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering, worden zij afgewaardeerd tot hun realiseerbare bedragen en rentebaten worden vervolgens verantwoord op basis van het rentetarief dat is gehanteerd om de toekomstige kasstromen contant te maken teneinde het realiseerbare bedrag te bepalen. 2.16 Honoraria en provisies Inkomsten uit hoofde van vermogensbeheeractiviteiten bestaan voornamelijk uit unit trust, fondsenbeheer en administratie. Baten uit vermogensbeheer en assurantiebemiddeling worden verantwoord als verdiend wanneer de dienst is geleverd. Honoraria en provisies worden over het algemeen verantwoord op basis van het toerekeningsbeginsel. Honoraria en provisies voortvloeiend uit het onderhandelen of deelnemen aan het onderhandelen van een transactie voor een derde, bijvoorbeeld de overname van leningen, aandelen of overige effecten of de aankoop of verkoop van ondernemingen, worden verantwoord bij afronding van de onderliggende transacties. 11 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland

2.17 Kredieten aan cliënten en vorderingen op andere banken Kredieten aan cliënten en vorderingen op andere banken zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen, die niet op een actieve markt zijn genoteerd, met uitzondering van dergelijke activa die door de Rabobank geclassificeerd zijn als aangehouden voor handelsdoeleinden of bij eerste opname in de balans aangemerkt zijn als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening of als beschikbaar voor verkoop. Deze leningen en vorderingen worden gewaardeerd op basis van de geamortiseerde kostprijs inclusief transactiekosten. De leningen worden onderworpen aan een individuele dan wel een collectieve impairmentanalyse. Een waarderingscorrectie, voorziening voor verliezen op leningen, wordt gemaakt als er objectieve aanwijzingen zijn dat de Rabobank niet alle ingevolge de oorspronkelijke contractuele bepalingen verschuldigde bedragen zal kunnen innen. Het bedrag van de voorziening is het verschil tussen de boekwaarde en het realiseerbare bedrag, zijnde de contante waarde van verwachte kasstromen, inclusief bedragen realiseerbaar uit garanties en waarborgen, contant gemaakt tegen het oorspronkelijke effectieve rentetarief van leningen. De voorziening voor leningen omvat verliezen wanneer er objectieve aanwijzingen zijn dat er op de balansdatum sprake is van verliezen in onderdelen van de leningenportefeuille. Objectieve aanwijzingen voor een mogelijke waardevermindering kunnen zijn: - Significante financiële problemen bij de kredietnemer; - In gebreke blijven of nalatigheid van kredietnemers bij de betaling van interest en/of aflossing; - Heronderhandeling van een lening; - Kans op faillissement of financiële reorganisatie bij de kredietnemer; - Veranderende betalingsstatus van kredietnemers; - Veranderingen in economische omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot het in gebreke blijven van de kredietnemer. Bij elk afzonderlijk onderdeel worden de verliezen geschat op basis van de kredietwaardigheidsbeoordeling van de leners en de waarde van de zekerheden die zijn ondergezet ten behoeve van de bank, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele economische omstandigheden waarin de leners hun activiteiten ontplooien. De boekwaarde van de leningen wordt verminderd door gebruik te maken van een voorzieningenrekening, en het bedrag van het verlies wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Blijkt een lening oninbaar, dan wordt zij afgeschreven van de gerelateerde voorziening voor verliezen op leningen; alsnog geïnde bedragen worden ten gunste gebracht van de post Waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Op basis van haar rol als relatiebankier zal de Rabobank door adequaat kredietbeheer, periodiek overleg met haar cliënten en het tijdig nemen van maatregelen mogelijke wanbetaling door de cliënt trachten te voorkomen. Indien ondanks die inspanningen een cliënt toch in default raakt, probeert de Rabobank, zolang zij continuïteitsperspectieven ziet, de lening te herstructureren in plaats van het onderpand uit te winnen. Dit kan ertoe leiden dat de betalingsafspraken worden verlengd, nieuwe voorwaarden voor de lening worden afgesproken of aanvullende dekking wordt verkregen. Zodra het continuïteitsperspectief is hersteld, wordt de lening niet langer als impaired (onvolwaardig) beschouwd. Het management beoordeelt continu deze heronderhandelde leningen om er zeker van te zijn dat aan alle criteria is voldaan en dat de toekomstige kasstromen naar verwachting gaan plaatsvinden. Het management beoordeelt op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen bestaan dat geherclassificeerde leningen die voorheen als voor verkoop beschikbare activa waren opgenomen, een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. In het geval van een bijzondere waardevermindering wordt de herwaarderingsreserve verantwoord in het Resultaat uit overige financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. De lening wordt vervolgens geherwaardeerd naar de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de effectieve rentevoet bij het aangaan van het contract en ook verantwoord in winst-en-verliesrekening. 2.18 Immateriële vaste activa 2.18.1 Goodwill Goodwill vertegenwoordigt het bedrag waarmee de kostprijs van een overname de reële waarde te boven gaat van het aandeel van de Rabobank in de nettoactiva en de voorwaardelijke verplichtingen van de verworven dochteronderneming of deelneming op de overnamedatum. Bij de aankoop van belangen van derden wordt het positieve en negatieve verschil tussen de kostprijs en de boekwaarde verwerkt als goodwill. Jaarlijks, of vaker als er aanwijzingen zijn, wordt er een impairmenttest uitgevoerd om vast te stellen of een bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden. 12 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

2.18.2 Ontwikkelingskosten van software Kosten in verband met de ontwikkeling of instandhouding van software worden verantwoord als een last wanneer zij worden gemaakt. Kosten die direct worden gemaakt in verband met identificeerbare en unieke softwareproducten waarover de Rabobank de zeggenschap heeft en die waarschijnlijk gedurende een periode langer dan een jaar economische voordelen zullen opleveren die de kosten te boven gaan, worden verantwoord als immateriële activa. Directe kosten omvatten mede personeelskosten van het softwareontwikkelingsteam en een geëigend deel van de relevante overhead. Uitgaven die de prestaties van software verbeteren ten opzichte van hun oorspronkelijke specificaties worden aan de oorspronkelijke kostprijs van de software toegevoegd. Softwareontwikkelingskosten worden verantwoord als activa en lineair afgeschreven over hun gebruiksduur van maximaal vijf jaar. 2.18.3 Verzekeringscontracten verworven in een bedrijfscombinatie of bij portefeuilleoverdracht en overige immateriële vaste activa De reële waarde (netto contante waarde van de verwachte kasstromen) van de contractuele verzekeringsrechten en verzekeringsverplichtingen wordt geactiveerd onder immateriële activa en afgeschreven over de looptijd van het contract, die in het algemeen ligt tussen twee en vijf jaar. De overige immateriële vaste activa worden afgeschreven overeenkomstig de looptijd van de activa. De activa worden jaarlijks beoordeeld op bijzondere waardevermindering, op basis van verwachte toekomstige cashflows. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen als verwachte toekomstige winsten de waarde van het actief niet ondersteunen. 2.18.4 Bijzondere waardevermindering van goodwill Goodwill wordt jaarlijks aan het eind van het jaar getoetst op bijzondere waardevermindering door vergelijking van de opbrengstwaarde van kasstroomgenererende eenheden met hun boekwaarde. De hoogste van de waarde in gebruik enerzijds en de reële waarde verminderd met verkoopkosten anderzijds bepaalt de opbrengstwaarde. Het type van overgenomen onderneming is bepalend voor de definiëring van kasstroomgenererende eenheden. De realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid wordt bepaald door berekening van de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen van die kasstroomgenererende eenheid met de rentevoet voor belasting. De belangrijkste aannames die zijn gebruikt in het kasstroommodel zijn afhankelijk van de inputgegevens die verschillende financiële en economische variabelen weerspiegelen, zoals de risicovrije rente in een land en een premie die het inherente risico van de betreffende entiteit weergeeft. Deze variabelen worden bepaald op basis van een beoordeling door het management. 2.18.5 Bijzondere waardevermindering van immateriële vaste activa Telkens op de balansdatum beoordeelt de Rabobank of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van de overige immateriële activa. Is er sprake van dergelijke aanwijzingen, dan wordt een analyse uitgevoerd om te beoordelen of de boekwaarde van de overige immateriële activa volledig realiseerbaar is. Afwaardering vindt plaats wanneer de boekwaarde hoger is dan het realiseerbare bedrag. Voor de goodwill en de software in ontwikkeling wordt jaarlijks per balansdatum, of vaker indien er een aanwijzing is, een impairmenttest uitgevoerd om vast te stellen of een bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden. 2.19 Materiële vaste activa Apparatuur (voor eigen gebruik) wordt verantwoord tegen historische kosten na aftrek van geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Vaste activa, terreinen en gebouwen (voor eigen gebruik) bestaan hoofdzakelijk uit kantoren en worden eveneens verantwoord tegen kostprijs, na aftrek van geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen worden als volgt lineair berekend ter afwaardering van de kostprijs van dergelijke activa tot hun restwaarde over hun geschatte gebruiksduur. - Terreinen Niet afgeschreven - Gebouwen 25 40 jaar Apparatuur, waaronder - Computerapparatuur 1 5 jaar - Overige apparatuur en motorvoertuigen 3 8 jaar De Rabobank beoordeelt jaarlijks of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. Wanneer de boekwaarde van een actief groter is dan het geschatte realiseerbare bedrag, wordt deze onmiddellijk afgewaardeerd naar het realiseerbare bedrag. Winsten en verliezen op afstoting van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen worden bepaald ten opzichte van hun boekwaarde en worden 13 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland

verwerkt bij de bepaling van het bedrijfsresultaat. Herstelwerkzaamheden en instandhouding worden ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening wanneer de uitgave ervoor is gedaan. Uitgaven die de voordelen van terreinen en gebouwen verlengen of vergroten ten opzichte van hun oorspronkelijke gebruik worden geactiveerd en vervolgens afgeschreven. 2.20 Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen, voornamelijk bestaand uit kantoorgebouwen, worden aangehouden voor de langetermijnhuurbaten en worden niet gebruikt door de Rabobank of haar dochterondernemingen. Vastgoedbeleggingen worden verantwoord als langetermijnbelegging en opgenomen tegen kostprijs na aftrek van geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De vastgoedbeleggingen worden afgeschreven overeenkomstig de looptijd van de onderliggende leasecontracten. 2.21 Onderhanden werk Het onderhanden werk is verantwoord onder de balanspost Overige activa. Onderhanden werk betreft commercieelvastgoedprojecten, alsmede verkochte en onverkochte woningbouwprojecten in aanbouw of voorbereiding, en wordt gewaardeerd tegen gemaakte kosten vermeerderd met toegerekende rente en verminderd met eventueel noodzakelijke voorzieningen. Aan kopers en opdrachtgevers gefactureerde termijnen worden in mindering gebracht op onderhanden werk. Indien voor een project het saldo negatief is (de gefactureerde termijnen bedragen meer dan de geactiveerde kosten), wordt het saldo op dat project overgeboekt naar Overige schulden. Winsten en verliezen worden genomen op basis van de voortgang van het project ( percentage of completion - methode) omdat er sprake is van een continuous transfer van eigendom. De Rabobank draagt de zeggenschap en de wezenlijke risico s en voordelen van eigendom van het onderhanden werk in zijn actuele staat over aan de koper naarmate de bouw vordert. 2.22 Leasing 2.22.1 Rabobank is de lessee Leaseovereenkomsten van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen waarbij nagenoeg alle risico s en voordelen van het eigendom worden overgedragen aan de Rabobank worden gerubriceerd als financiële leaseovereenkomsten. Financiële leaseovereenkomsten worden geactiveerd bij aanvang van de leaseovereenkomst tegen de reële waarde van de geleasde vaste activa of tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen indien de contante waarde lager is. Elke leasebetaling wordt zodanig toegerekend tussen de verplichting en financieringskosten dat dit resulteert in een constante rente over het resterende saldo van de verplichting. De corresponderende huurverplichtingen worden, na aftrek van financieringskosten, opgenomen onder Overige schulden. De rentecomponent van de financieringskosten wordt ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening over de leaseperiode. Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen verworven in het kader van financiële leaseovereenkomsten worden afgeschreven over de gebruiksduur van het actief of, indien korter, de leasetermijn. Leaseovereenkomsten waarbij een aanzienlijk deel van de risico s en voordelen van de eigendom wordt behouden door de lessor, worden gerubriceerd als operationele leaseovereenkomsten. Betalingen uit hoofde van operationele leaseovereenkomsten worden (na aftrek van eventuele kortingen door de lessor) lineair ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening over de leaseperiode. 2.22.2 Rabobank is de lessor Financiële leaseovereenkomsten Indien activa worden geleasd in het kader van een financiële leaseovereenkomst, wordt de contante waarde van de leasebetalingen verantwoord als een vordering onder Vorderingen op andere banken of Kredieten aan cliënten. Het verschil tussen de brutovordering en de contante waarde van de vordering wordt verantwoord als onverdiende financieringsbaten. Lease-inkomsten worden verantwoord als rentebaten over de leaseperiode op basis van de netto-investeringsmethode, die een constante periodieke rente weergeeft. Operationele leaseovereenkomsten Activa geleasd in het kader van operationele leaseovereenkomsten worden in de balans opgenomen onder Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. Zij worden afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur in overeenstemming met die voor vergelijkbare onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. Huurinkomsten worden (na aftrek van aan lessees verstrekte kortingen en afschrijvingen) verantwoord in Overige baten op lineaire basis over de leaseperiode. 14 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

2.23 Voorzieningen Voorzieningen worden verantwoord als de Rabobank een actuele juridische of feitelijke verplichting heeft uit hoofde van gebeurtenissen in het verleden, als het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen nodig is om die verplichting af te wikkelen, en als een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het bedrag. Indien de Rabobank vergoeding verwacht van een voorziening, bijvoorbeeld in het kader van een verzekeringscontract, wordt de vergoeding verantwoord als een afzonderlijk actief maar alleen als de vergoeding nagenoeg zeker is. De voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen. 2.23.1 Herstructurering Herstructureringsvoorzieningen bestaan uit boetes voor beëindiging van leaseovereenkomsten, betalingen uit hoofde van afvloeiingsregelingen en overige direct aan de herstructureringsprogramma s toe te rekenen kosten. Deze kosten worden verantwoord in de periode waarin voor de Rabobank een juridische of feitelijke betalingsverplichting ontstaat en voor afvloeiing een gedetailleerd plan is opgesteld. Voor kosten in verband met de lopende bedrijfsactiviteiten van de Rabobank worden vooraf geen voorzieningen getroffen. 2.23.2 Fiscale en juridische zaken De voorziening voor fiscale en juridische zaken is gebaseerd op de best mogelijke schattingen zoals beschikbaar op jaareinde waarbij rekening wordt gehouden met de adviezen van juridische en fiscale adviseurs. Het tijdstip van de uitgaande kasstromen die samenhangen met deze voorzieningen is onzeker omdat de uitkomst van de geschillen en de tijd die daarmee gemoeid is onvoorspelbaar zijn. 2.23.3 Overige voorzieningen Onder overige voorzieningen zijn voorzieningen begrepen ten behoeve van verlieslatende overeenkomsten, kredietverplichtingen, Opmaat en uit hoofde van het depositogarantiestelsel. 2.24 Personeelsbeloningen De Rabobank heeft verschillende pensioenregelingen op basis van de lokale omstandigheden en praktijken in de landen waar zij activiteiten ontplooit. De regelingen worden over het algemeen gefinancierd door betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of trustee-administered funds zoals bepaald door periodieke actuariële berekeningen. Een toegezegdpensioenregeling is een pensioenregeling die een bedrag aan te betalen pensioenuitkeringen toezegt, gewoonlijk in relatie tot een of meer factoren als leeftijd, dienstjaren of beloning. Een toegezegdebijdrageregeling is een pensioenregeling in het kader waarvan de Rabobank vaste bijdragen betaalt aan een afzonderlijke entiteit (een fonds) en geen juridische of feitelijke verplichting heeft als het fonds onvoldoende activa heeft om alle uitkeringen aan personeel te betalen in verband met diensttijd van personeel in de actuele en voorgaande periodes. 2.24.1 Pensioenverplichtingen De verplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen is de contante waarde van de toegezegdpensioenverplichting op de balansdatum na aftrek van de reële waarde van fondsbeleggingen, tezamen met aanpassingen voor niet in aanmerking genomen actuariële winsten/verliezen en kosten voor verstreken diensttijd. De toegezegdpensioenverplichting wordt jaarlijks berekend door onafhankelijke actuarissen op basis van de projected unit credit -methode. De contante waarde van de toegezegdpensioenverplichting wordt bepaald door de geschatte toekomstige uitstroom van geldmiddelen op basis van rentetarieven van hoogwaardige bedrijfsobligaties met looptijden welke die van de gerelateerde verplichting benaderen. De meeste pensioenregelingen zijn middelloonregelingen en de kosten van dergelijke regelingen, dat wil zeggen de nettopensioenlasten voor de periode na aftrek van werknemersbijdragen, worden opgenomen in Personeelskosten. Actuariële winsten en verliezen voortvloeiend uit aanpassingen aan de feitelijke ontwikkelingen of actuariële aannames worden verwerkt in de corridor. Voor zover eventuele niet-opgenomen cumulatieve actuariële winsten of verliezen meer bedragen dan 10% van de contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van de toegezegdpensioenregeling, dan wel van de reële waarde van de fondsbeleggingen indien deze hoger is, wordt dat gedeelte in de winst-en-verliesrekening opgenomen over een periode van twee jaren. 2.24.2 Toegezegde-bijdrageregelingen Voor toegezegdebijdrageregelingen betaalt de Rabobank bijdragen aan openbaar of privaat beheerde pensioenverzekeringsplannen op een verplichte, contractuele of vrijwillige basis. Zodra de bijdragen zijn voldaan, heeft de Rabobank geen verdere betalingsverplichtingen. De reguliere bijdragen zijn netto periodieke kosten over het jaar waarin zij betaalbaar worden en zij worden als zodanig opgenomen onder Personeelskosten. 15 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland

2.24.3 Overige verplichtingen na uitdiensttreding Sommige onderdelen van de Rabobank bieden hun werknemers overige tegemoetkomingen na uitdiensttreding aan. Voor het recht op deze uitkeringen is gewoonlijk vereist dat de werknemer tot de pensioenleeftijd in dienst blijft en een minimumaantal dienstjaren heeft. De verwachte kosten van deze uitkeringen worden over de diensttijd opgebouwd, op basis van een systematiek die vergelijkbaar is met toegezegdpensioenregelingen. Deze verplichtingen worden ieder jaar gewaardeerd door onafhankelijke actuarissen. 2.25 Belasting Acute belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd als er een wettelijk recht op saldering bestaat en als er de intentie is voor simultane afwerking of verrekening. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd als er een wettelijk recht op saldering bestaat en als zij betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit en voortkomen uit dezelfde fiscale groep. Volledige voorzieningen worden getroffen voor uitgestelde belasting, op basis van de liabilitymethode, op tijdelijke verschillen tussen de fiscale waarde van activa en verplichtingen en hun boekwaardes in de jaarrekening. De belangrijkste tijdelijke verschillen komen voort uit afschrijvingen van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen, herwaardering van bepaalde financiële activa en verplichtingen inclusief afgeleide contracten, voorzieningen voor pensioenen en overige uitkeringen na uitdiensttreding, voorzieningen voor kredietverliezen en overige bijzondere waardeverminderingen en belastingverliezen en - in verband met overnames - het verschil tussen de reële waarden van de overgenomen nettoactiva en hun fiscale waarde. De per de balansdatum vigerende of nagenoeg vigerende belastingtarieven worden gehanteerd om de uitgestelde belastingen te bepalen. Bij de verantwoording van latente belastingvorderingen wordt rekening gehouden met de mate waarin het waarschijnlijk is dat in de toekomst een belastbare winst beschikbaar is voor aanwending van de tijdelijke verschillen. Voorzieningen worden getroffen voor tijdelijke verschillen voortvloeiend uit investeringen in dochterondernemingen, deelnemingen en joint ventures, behalve wanneer de timing van de omkering van het tijdelijke verschil gestuurd kan worden en als het waarschijnlijk is dat het verschil niet in de overzienbare toekomst wordt omgekeerd. Belastingen op de winst worden op basis van de toepasselijke belastingwetgeving in iedere jurisdictie verantwoord als een last in de periode waarin de winst ontstaat. De belastingeffecten van verrekenbare compensabele verliezen worden verantwoord als een actief als het waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn voor aanwending van deze verliezen. Voor herwaarderingen van voor verkoop beschikbare financiële activa en kasstroomafdekkingen die direct ten laste of ten gunste worden gebracht van het eigen vermogen, worden uitgestelde belastingvorderingen, danwel uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen. Bij realisatie wordt dit vervolgens, samen met de uitgestelde winst of het verlies, verantwoord in de winst-en-verliesrekening. 2.26 Schulden aan andere banken, toevertrouwde middelen en uitgegeven schuldpapieren Deze opgenomen gelden worden bij eerste opname verantwoord tegen kostprijs, dat wil zeggen hun uitgiftebaten na aftrek van direct toerekenbare en incidentele transactiekosten. Vervolgens worden leningen opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs, en eventuele verschillen tussen nettobaten en de aflossingswaarde worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de periode van de leningen op basis van de effectiefrendementmethode. Indien de Rabobank eigen schuldinstrumenten aankoopt, worden deze uit de balans verwijderd en wordt het verschil tussen de boekwaarde van een verplichting en de betaalde vergoeding verantwoord onder de baten of lasten. 2.27 Capital Securities De Capital Securities worden verantwoord onder het Eigen vermogen omdat er geen formele verplichting bestaat tot (terug)betaling van de hoofdsom en de vergoeding. 2.28 Financiële garanties Financiële garantiecontracten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens wordt de garantie gewaardeerd voor het hoogste van twee bedragen, namelijk ofwel het bedrag dat de Rabobank in redelijkheid zou moeten betalen om de verplichting op de balansdatum te voldoen of aan een derde over te dragen, ofwel het bedrag van de intiële waardering minus de afschrijvingen. 16 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland

2.29 Wissels Wissels bestaan uit toezeggingen door de Rabobank om wissels op cliënten te voldoen. De Rabobank verwacht dat de meeste wissels tegelijkertijd worden voldaan met ontvangst van de vergoeding door cliënten. Wissels worden verantwoord als niet op de balans opgenomen transacties en vermeld als voorwaardelijke verplichtingen en verbintenissen. 3 Risicopositie uit hoofde van financiële instrumenten 3.1 Risico governance In de geconsolideerde jaarrekening is een uitgebreidere toelichting te vinden op het risicomanagement van de Rabobank Groep aangezien het risicomanagement en de kwantificering van de risico s plaatsvindt op groepsniveau en niet op het niveau van Rabobank Nederland. Binnen de Rabobank Groep vindt het risicomanagement plaats op diverse niveaus. Op het hoogste niveau stelt de raad van bestuur de te volgen risicostrategie, beleidsuitgangspunten en limieten vast, onder toezicht van de raad van commissarissen en op advies van de Balans en Risico Management Commissie Rabobank Groep en de Kredietbeleidscommissie Rabobank Groep. De raad van commissarissen evalueert regelmatig de risico s die verbonden zijn aan de activiteiten en de portefeuille van de Rabobank Groep. De Chief Financial Officer, tevens lid van de raad van bestuur, is verantwoordelijk voor de implementatie van het risicobeleid binnen de Rabobank Groep. Binnen de Rabobank Groep is de verantwoordelijkheid voor het risicobeleid verdeeld over twee directoraten. Group Risk Management is verantwoordelijk voor het beleid omtrent rente-, markt-, liquiditeits-, valuta- en operationeel risico, evenals voor het beleid omtrent de kredietrisico s op portefeuilleniveau. Kredietrisicomanagement is verantwoordelijk voor het acceptatiebeleid van kredietrisico s op postniveau. Daarnaast kennen de groepsonderdelen een onafhankelijk risicomanagement. 3.2 Strategie voor het gebruik van financiële instrumenten Naar hun aard zijn de activiteiten van de Rabobank gerelateerd aan het gebruik van financiële instrumenten, waaronder ook derivaten. De Rabobank neemt deposito s van cliënten in bewaring tegen zowel vaste als variabele rente voor verschillende periodes en streeft ernaar rentemarges te verdienen door belegging van deze middelen in hoogwaardige activa. De Rabobank streeft ernaar deze marges te vergroten door consolidering van kortlopende middelen en leningen voor langere periodes tegen hogere tarieven, en door tegelijkertijd voldoende liquiditeit aan te houden om alle bedragen die eventueel opeisbaar worden te kunnen voldoen. De Rabobank streeft er tevens naar om haar rentemarges te vergroten door marges te verkrijgen, na aftrek van voorzieningen en door leningen te verstrekken aan commerciële en retail-leningnemers met verschillende kredietwaardigheidsbeoordelingen. Dergelijke risico s betreffen niet alleen op de balans verantwoorde kredieten; de Rabobank gaat tevens garanties aan, zoals letters of credit en performance, en overige verplichtingen. De Rabobank handelt tevens in financiële instrumenten wanneer zij posities inneemt in ter beurze verhandelde contracten en niet ter beurze verhandelde (OTC-)contracten, waaronder derivaten, om te profiteren van kortetermijnbewegingen in de aandelen en obligatiemarkten en in valuta- en rentetarieven en in goederenprijzen. 3.3 Renterisico Uit hoofde van haar activiteiten is de Rabobank blootgesteld aan renterisico vanuit haar kernbedrijf. Hierbij geldt dat renterisico in de financiële marktenomgeving onderdeel is van marktrisico. Renterisico is het risico dat het financiële resultaat en/of de economische waarde van de bank kan dalen door ongunstige ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Dit risico kan ontstaan door een rentetypische mismatch tussen activa en passiva (mismatchrisico), doordat in producten rentegerelateerde opties zijn verwerkt die de kasstromen kunnen beïnvloeden (optierisico), doordat de vorm van de rentecurve kan veranderen (yieldcurverisico) en doordat de relatie tussen verschillende rentecurves verandert (basisrisico). Het eventuele renterisico dat klanten lopen doordat hun verplichtingen door rentestijgingen toenemen, heeft geen impact op de renterisicopositie van de Rabobank. Eventueel negatieve effecten die hieruit voortvloeien worden beschouwd als kredietrisico. Het accepteren van een bepaalde mate van renterisico is een wezenlijk onderdeel van het bankieren en kan een belangrijke bron van resultaat en waardecreatie zijn. Onder toezicht van de raad van commissarissen, stelt de raad van bestuur de risicobereidheid en daarbij behorende limieten jaarlijks vast. Maandelijks wordt over de actuele renterisicopositie gerapporteerd aan de respectievelijke risicomanagementcommissies. De dagelijkse monitoring wordt uitgevoerd door de verschillende treasuryafdelingen binnen de groepsonderdelen. Ook wordt op kwartaalbasis gerapporteerd aan de toezichthouder, De Nederlandsche Bank. 17 Toelichting op de jaarrekening Rabobank Nederland

Het meten van renterisico wordt niet alleen gedaan op basis van de contractueel vastgelegde gegevens, maar ook wordt rekening gehouden met klantgedrag in het gehanteerde interne renterisicomodel. Zo wordt rekening gehouden met vervroegde aflossingen bij hypotheken, en worden balansposten zonder contractueel vastgelegde looptijd, zoals spaargelden en rekening-courantgelden, gemodelleerd op basis van de zogenaamde replicating portfoliotechniek. Hierbij wordt gezocht naar portefeuilles van geld- en kapitaalmarktinstrumenten die het gedrag van deze posten het best repliceren. Voor de bepaling van het renterisico wordt gebruikgemaakt van gapanalyse, durationbepaling en simulaties. Er zijn limieten gesteld aan zowel de inkomstengevoeligheid (income at risk) als de marktwaardegevoeligheid (equity at risk). Daarnaast is de basispuntgevoeligheid (BPV) van de renterisicopositie een belangrijke risico-indicator. De BPV is het absolute verlies aan marktwaarde van het eigen vermogen dat optreedt bij een parallelle stijging van de gehele rentecurve met 1 basispunt. De BPV is in het verslagjaar niet hoger geweest dan 26. De voor het beheer van het renterisico gebruikte definitie van het eigen vermogen wijkt af van de IFRS definitie van het eigen vermogen. Voor renterisicobeheer is de economische waarde van het eigen vermogen gedefinieerd als de contante waarde van de activa minus de contante waarde van de passiva plus de contante waarde van de derivatenpositie. Door toepassing van hedge accounting en vanwege het feit dat een groot gedeelte van de balans in termen van IFRS tegen geamortiseerde kostprijs is opgenomen en dus geen waardeveranderingen ondergaat, zullen de effecten van de berekende waardeveranderingen op het IFRS vermogen grotendeels beperkt blijven tot een impact op het renteresultaat. 3.4 Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij niet in staat is om een financiële of andere contractuele verplichting jegens de bank te voldoen. Kredietrisico is inherent aan het verlenen van kredieten. Posities in verhandelbare activa zoals obligaties en aandelen zijn eveneens onderhevig aan kredietrisico. Het management van het kredietrisico vindt op groepsniveau plaats en niet op het niveau van Rabobank Nederland. De Rabobank beperkt het kredietrisico door het stellen van limieten op de kredietverlening aan een individuele tegenpartij, of aan een groep van tegenpartijen en op de kredietverlening aan landen. Een belangrijk uitgangspunt bij de kredietverlening is het vier ogen principe. Over de grotere kredietaanvragen wordt in commissieverband besloten. Daarbij is een structuur aangebracht van commissies op diverse niveaus, waarbij de hoogte van de financiering bepalend is voor de vraag welke commissie bevoegd is. Over de grootste financieringsaanvragen besluit de raad van bestuur zelf. Het kredietrisico op afzonderlijke leningnemers kan verder worden beperkt door sublimieten die al dan niet op de balans verantwoorde risico s afdekken en dagelijkse leveringslimieten in relatie tot handelsposten zoals valutatermijncontracten. Daadwerkelijke risico s worden grotendeels dagelijks getoetst aan de limieten. Nadat een krediet is verstrekt, vindt doorlopend kredietbeheer plaats waarbij nieuwe informatie, zowel financiële als niet-financiële wordt beoordeeld. Zonodig worden de kredietlimieten aangepast. Bij de kredietverlening verkrijgt de Rabobank veelal zekerheden of garanties. Per 1 januari 2008 is het nieuwe kapitaalakkoord - Basel II - van kracht geworden voor de Rabobank Groep. De Nederlandsche Bank heeft goedkeuring gegeven aan de Rabobank Groep om de Basel II-vermogenseisen volgens de meest geavanceerde benaderingen, de zogenoemde Advanced Internal Ratings Based approach, te bepalen. Hiertoe zijn in de afgelopen jaren eigen risicomodellen ontwikkeld. 3.4.1 Derivaten De Rabobank hanteert stringente limieten op open afgeleide posities, zowel qua bedrag als qua looptijd. Indien ISDA (International Swaps and Derivatives Association) van toepassing is of een gelijkwaardige overkoepelende overeenkomst met de tegenpartij en als de jurisdictie van de tegenpartij saldering toestaat, dan wordt de netto open positie bewaakt. Te allen tijde wordt het bedrag dat onderhevig is aan kredietrisico beperkt tot de reële waarde van transacties plus toevoegingen voor potentiële toekomstige risico s. Dit kredietrisico wordt beheerst als onderdeel van de algehele leninglimieten ten aanzien van cliënten. Zonodig verkrijgt Rabobank zekerheden of overige waarborgen voor kredietrisico s bij deze transacties. Het kredietrisico vertegenwoordigt de actuele reële waarde van alle uitstaande afgeleide contracten met een positieve marktwaarde, rekening houdend met in rechte afdwingbare masternettingovereenkomsten. 18 Jaarrekening 2009 Rabobank Nederland