Bachelor-masterstructuur en uitbreiding van de studieomvang: VLIR-standpunt t.a.v. de sociale & humane wetenschappen



Vergelijkbare documenten
Uitbreiding studieomvang

DE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS

Indeling hoger onderwijs

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Universitair onderwijs

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

Het hoger onderwijs verandert

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Omvorming naar de masteropleidingen

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

Omvorming naar de masteropleidingen

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Verder studer e n. Zoek de zeven verschillen: bachelor en master

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Advies over de uitstroomfinaliteit. gerichte bacheloropleiding

Wat na je bacheloropleiding aan Hogeschool PXL?

De invoering geschiedt volgens een gefaseerde opbouw (jaar na jaar), waarbij de oude opleidingen parallel met de nieuwe worden afgebouwd.

TOELATINGSVOORWAARDEN

Bachelor in de wijsbegeerte: 10 opties voor je toekomst

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs

Advies over het voorstel van decreet tot wijzigingen aan de studieomvang van opleidingen in het hoger onderwijs

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

Memorandum over de internationale opleiding van de industrieel ingenieur

Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt.

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.

betreffende het Onderwijs XXIII

Toekomstige structuur Vlaams Hoger Onderwijs

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

betreffende het onderwijs XXVI

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

MEMORANDUM. voor het beleid op politiek en academisch vlak

adviesnota de doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit

Mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

NAAR EEN TWEEJARIGE MASTER? 30 mei 2010

Word jij de leraar van morgen? Educatieve masteropleidingen UHasselt

Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar ingedeeld per cyclus, studiegebied, nationaliteit en geslacht - per universiteit

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding

Katholieke Universiteit Brussel. Katholieke Universiteit Leuven

VR DOC.0178/1

ZA4986. Flash Eurobarometer 260 (Students and Higher Education Reform) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

Doctoraatsreglement van de FPPW

Overgangsmaatregelen per opleiding: overzicht academiejaar (versie 5 oktober 2009)

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. VLOR 24 oktober 2018

INNOVEREND ONDERNEMEN

Katholieke Universiteit Brussel

Hoe word je leraar aardrijkskunde, biologie, chemie, fysica, informatica of wiskunde?

SCHAKELPROGRAMMA S UHASSELT

Advies over een vereenvoudigd studiegeldenmechanisme

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs

Bijzondere examenreglementen

Master in gender en diversiteit

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes:

Stap. Studieadviespunt Gent. Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Standpunt kader uitbreiding studieomvang

VERZOEKSCHRIFT. over een oplossing voor de gelijkwaardigheidserkenning van de diploma s psychologie van de Open Universiteit Nederland/Vlaanderen

Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL

Standpunt kader uitbreiding studieomvang

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2001 Nr. 38

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement

Handleiding voor het samenstellen van een individueel collegerooster

Het is dan ook belangrijk dat jongeren bewust kiezen voor STEM-opleidingen.

VR DOC.0438/3

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen

VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR

Decreet betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap


Infosessie voor ouders. 1 juli 2019

V R IJ E U N I V E R S I T E I T B R U S S E L VOORBEREIDINGSPROGRAMMA S VUB

betreffende het onderwijs XXIV

HET PERSONEELSBESTAND AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN OP 1 FEBRUARI 2008 EN DE PERSONEELSEVOLUTIE SINDS 1992

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, inzonderheid op artikel 15/1, 15/2 en 15/3;

Vraag nr. 746 van 9 augustus 2013 van PAUL DELVA

Voor opleidingen met startdatum 1 september 2019 of later geldt voor Vlaanderen de regelgeving van het VOV in plaats van de regelgeving van het BEV.

Voor wie is het leerkrediet (en dus deze folder)?

Hoger onderwijs in Vlaanderen. Informatiebrochure 2012

Transcriptie:

Bachelor-masterstructuur en uitbreiding van de studieomvang: VLIR-standpunt t.a.v. de sociale & humane wetenschappen Inleiding De universiteiten, verenigd in de Vlaamse Interuniversitaire Raad, zijn op 4 november 2010 tot het unanieme besluit gekomen dat een uitbreiding van de studieomvang tot 120 studiepunten in de meeste masteropleidingen binnen de sociale & humane wetenschappen, alsook in de opleidingen in de logopedische en audiologische wetenschappen in het studiegebied Sociale Gezondheidswetenschappen, wenselijk en noodzakelijk is. De uitbreiding van de studieomvang van deze opleidingen staat al lang op de agenda en er is al veel over gesproken, geschreven, overlegd en gedebatteerd. Eerder dan dit debat in extenso weer te geven, of voor elke opleiding afzonderlijk te motiveren waarom de omvang van de masterfase 120 studiepunten zou moeten bedragen, wil de VLIR in deze notitie beknopt aangeven hoe dit standpunt gesitueerd moet worden in de ruimere context van de omvorming naar de bachelor-masterstructuur, wat de universiteiten en de betrokken faculteiten als de belangrijkste argumenten voor een uitbreiding naar 120 studiepunten zien, hoe zij deze uitbreiding wensen aan te pakken en wat zij daarbij als randvoorwaarden zien. Merk op: om recht te doen aan de Bolognahervormingen en aan de Vlaamse Kwalificatiestructuur, waardoor de omvang van een opleiding in het Vlaamse hoger onderwijs niet meer in jaren maar in studiepunten wordt uitgedrukt (waarbij een modeltraject per studiejaar bestaat uit 60 studiepunten, die elk voor 25 à 30 uren onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten staan), wordt in deze notitie gesproken over uitbreiding van de studieomvang in plaats van het wellicht meer vertrouwde studieduurverlenging. Deze woordkeuze sluit ook beter aan bij de terminologie die de decreetgever in dit specifieke verband hanteert (zie bv. de verwoording in Onderwijsdecreet XIX, waarnaar verder in deze notitie wordt verwezen) en vermijdt verwarring met het eveneens als studieduurverlenging aangeduide en als negatief gepercipieerde mogelijke effect van de flexibilisering (in die zin dat studenten door de mogelijkheden van de flexibilisering onnodig langer over hun studies zouden doen). 1. Situering a) Omvorming naar de bachelor-masterstructuur Met de ondertekening van de Bolognaverklaring op 13 juni 1999 ging de Vlaamse Gemeenschap het engagement aan om haar opleidingen van het hoger onderwijs om te vormen naar de bachelormasterstructuur. In het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (hierna: Structuurdecreet) bepaalde de overheid de contouren, voorwaarden en procedures voor die omvorming. Daarna konden de universiteiten en de hogescholen dossiers indienen om hun opleidingen in de nieuwe structuur onder te brengen, die vanaf het academiejaar 2004-2005 gradueel werd ingevoerd. Terecht gaf de overheid aan dat: Een goede omvorming vergt ook een herontwerpen van de bestaande curricula. Een bachelorsopleiding [met een nominale studieduur van drie jaar en oorspronkelijk ook een eigen VLIR-standpunttekst 25 november 2010 1

finaliteit] is heel wat anders dan een verlengde kandidaatsopleiding [met in de regel een nominale studieduur van twee jaar en met enkel doorstroomfinaliteit]. 1 Maar tegelijk stelde zij ook onomwonden: De hervorming naar de bachelor-masterstructuur mag in geen geval, zonder een duidelijke en verantwoorde motivering, aanleiding geven tot een studieduurverlenging. Normaliter zal de studieduur van de bachelors- en mastersopleiding samen niet groter zijn dan het huidige studietraject van een licentiaatsopleiding (inbegrepen de kandidatuursjaren). De erkenningscommissie zal hierover waken en de inhoudelijke argumentatie toetsen. 2 De opleidingen die voorheen in het 2+2 model pasten (2 kandidatuurs- en 2 licentiejaren), werden in de regel dan ook omgevormd volgens het 3+1 model (3 bachelorjaren en 1 masterjaar). Zo bleef de totale nominale studieduur van deze opleidingen behouden, ook na de omvorming naar de bachelormasterstructuur. b) Omvorming van de exacte en de biomedische wetenschappen Bij de omvorming van de oorspronkelijk vierjarige opleidingen in de studiegebieden Wetenschappen en Biomedische Wetenschappen stemde de overheid er op aandringen van de universiteiten mee in om de universiteiten de kans te geven deze opleidingen volgens een 3+2 model om te vormen (drie bachelor- en twee masterjaren). Nadat de Erkenningscommissie de omvormingsdossiers aan de hand van een aantal bijkomende criteria had beoordeeld, keurde de Vlaamse Regering in 2006 voor een eerste reeks opleidingen, en in 2007 uiteindelijk ook voor alle resterende opleidingen in de betrokken studiegebieden, een omvorming volgens het 3+2 model goed. 3 c) Aanpassing van het Structuurdecreet Naar aanleiding van de omvormingsdossiers van de opleidingen in de studiegebieden Wetenschappen en Biomedische Wetenschappen bevestigde de Vlaamse Regering dat zij geen lineaire studieduurverlenging wenste, maar erkende zij tegelijk ook dat in andere disciplines een gerechtvaardigde vraag kon bestaan naar een uitbreiding van de studieomvang van de masteropleidingen. In een principenota over de structuur en de omvang van de masteropleidingen, die de regering in 2005 goedkeurde, 4 concludeerde zij onder andere: 1 Memorie van Toelichting bij het Structuurdecreet, zoals opgenomen op p. 23 van het bij het Vlaams Parlement neergelegde stuk 1571 (2002-2003) Nr. 1, te raadplegen op: http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2002-2003/g1571-1.pdf 2 Idem, p. 44. 3 Voor een eerste reeks opleidingen (geografie, chemie, biologie, biomedische wetenschappen, ) gebeurde dat met het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 houdende wijziging van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2004 tot vaststelling van de lijst van de bachelors- en de mastersopleidingen in het hoger onderwijs in Vlaanderen, te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13827. Voor een tweede reeks opleidingen (informatica, wiskunde, fysica, ) gebeurde dat met het besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 2007 houdende wijziging van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2004 tot vaststelling van de lijst van de bachelor- en de masteropleidingen in het hoger onderwijs in Vlaanderen, te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13862. 4 De structuur en omvang van de mastersopleidingen in het Vlaamse hoger onderwijs. Principenota, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 27 mei 2005, te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/archief/2005/2005p/files/principenota_mastersopleidingen.pdf. VLIR-standpunttekst 25 november 2010 2

Er wordt decretaal een geobjectiveerde procedure uitgewerkt waarbij eens in de drie jaar (eerste maal in 2008) een mogelijkheid bestaat om een uitbreiding van de studieomvang van mastersopleidingen te vragen indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan 5. Die decretale uitwerking kreeg uiteindelijk haar beslag in het academiejaar 2008-2009. Via artikel V.46 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het onderwijs XIX (hierna: Onderwijsdecreet XIX) 6 werd in het Structuurdecreet een onderafdeling 3bis ingevoegd, waarmee de overheid het mits het vervullen van bepaalde voorwaarden mogelijk maakte om de studieomvang van masteropleidingen op vraag van de aanbiedende instellingen dan wel op initiatief van de overheid zelf aan te passen. d) Nieuwe omvormingen Van de nieuwe mogelijkheid om de studieomvang aan te passen, maakten de K.U.Leuven, de UGent en de VUB vorig jaar voor het eerst gebruik. Voor de opleidingen in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen dienden zij een aanvraag in om de omvang van de masteropleiding vanaf het academiejaar 2013-2014 op 120 in plaats van 60 studiepunten te brengen. De Vlaamse Regering keurde deze aanpassing van de studieomvang zonder meer goed. 7 In verschillende andere faculteiten en opleidingen vond en vindt ondertussen intens interuniversitair overleg plaats over de uitbreiding van de studieomvang van de masteropleidingen van 60 studiepunten. Met name voor de opleidingen in de studiegebieden Wijsbegeerte & Moraalwetenschappen, Taal- & Letterkunde, Geschiedenis, Archeologie & Kunstwetenschappen (vaak samen aangeduid als Letteren & Wijsbegeerte) en Godgeleerdheid, Godsdienstwetenschappen & Kerkelijk Recht, alsook voor de opleiding in de logopedische en audiologische wetenschappen in het studiegebied Sociale Gezondheidswetenschappen, zijn de dossiers voor het aanvragen van een uitbreiding van de studieomvang bijzonder ver gevorderd. Ook voor opleidingen in andere studiegebieden (Politieke & Sociale Wetenschappen, Economische & Toegepaste Economische Wetenschappen, de opleiding in de criminologische wetenschappen in het studiegebied Rechten, Notariaat & Criminologische Wetenschappen) werken de betrokken faculteiten inmiddels aan dossiers voor het aanvragen van een uitbreiding van de studieomvang van de masteropleidingen tot 120 studiepunten. 2. Masters van 120 studiepunten: voorwaarde voor kwaliteitsvolle en internationaal erkende opleidingen in de sociale & humane wetenschappen De universiteiten, verenigd in de VLIR, zijn tot het unanieme besluit gekomen dat een uitbreiding van de studieomvang tot 120 studiepunten in vele masteropleidingen binnen de sociale & humane wetenschappen (en in de opleiding in de logopedische en audiologische wetenschappen in het studiegebied Sociale Gezondheidswetenschappen) wenselijk en noodzakelijk is. 5 Idem, p. 13. 6 Te raadplegen op: http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2008-2009/g2159-4.pdf. Het vermelde artikel is terug te vinden op p. 61. De via Onderwijsdecreet XIX in het Structuurdecreet ingevoegde artikelen zijn het jaar nadien nog licht aangepast, via het decreet van 8 mei 2009 betreffende het onderwijs XX ( Onderwijsdecreet XX ). Zie daarvoor de artikelen V.17 tot en met V.19, zoals terug te vinden op de pp. 34 en 35 in http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2009-2010/g526-6.pdf. 7 Besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2009 tot goedkeuring van de in 2009 ingediende rationalisatieplannen hoger onderwijs, o.a. te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14183. VLIR-standpunttekst 25 november 2010 3

Verschillende argumenten onderbouwen dit besluit. Zo staat de internationale erkenning van masterdiploma s die verworven zijn na het voltooien van een opleiding van 60 studiepunten onder toenemende druk: het diploma van afgestudeerden van onze universiteiten dreigt buiten de Vlaamse Gemeenschap niet meer ten volle naar waarde geschat te worden. 8 De problemen beginnen zelfs al binnen de eigen landsgrenzen: in de Franse Gemeenschap wordt aan afgestudeerden met een diploma van een masteropleiding van slechts 60 studiepunten de toegang tot vervolg- of doctoraatsopleidingen ontzegd; de situatie heeft zich in de praktijk helaas al herhaaldelijk voorgedaan. Er wordt met andere woorden onomstotelijk voldaan aan de decretaal bepaalde voorwaarde dat een uitbreiding van de studieomvang slechts toegestaan kan worden als de nationale of internationale context aantoonbaar tot een uitbreiding van de studieomvang noodzaakt. 9 De uitbreiding van de studieomvang zal ook toelaten de bachelor-masterstructuur meer naar de geest van de Bolognaverklaring te implementeren en een scherpere cesuur tussen de bachelor- en de masteropleiding door te voeren, waardoor het eigen profiel van deze beide soorten opleidingen meer tot zijn recht kan komen. Overigens moet de meerwaarde van een masterdiploma meer dan vroeger duidelijk zijn voor studenten én werkgevers, aangezien verwacht kan worden dat door talentschaarste steeds meer studenten al na het voltooien van de bacheloropleiding naar de arbeidsmarkt gelokt zullen worden. Het belangrijkste argument voor de uitbreiding van de studieomvang is echter te vinden in het behoud en de versterking van de kwaliteit van de master- én de bacheloropleidingen in de betrokken studiegebieden. Met de uitbreiding van de studieomvang beogen de universiteiten: de studeerbaarheid van de opleidingen te verhogen en zo de afstand tussen de formele en de werkelijke studieduur te verkleinen. Het inpassen van de vroegere kandidaturen en licenties in een 3+1 model met volwaardig uitgebouwde bacheloropleidingen heeft in vele gevallen tot een zwaar programma in de masteropleidingen geleid, met een bijzonder hoge studiedruk. In deze opleidingen slaagt één derde van de studenten die hun opleiding succesvol voltooien, er niet in om het diploma binnen de normaal voorziene tijd van vier jaar te behalen; de reële gemiddelde studieduur aan bijvoorbeeld de Letterenfaculteiten is daardoor 5 à 6 maanden langer dan de nominale studieduur van 4 jaar. Ook in verschillende visitatierapporten wordt daarover een opmerking gemaakt. 10 ruimte te creëren voor een mobility window in de opleidingen. Terwijl het belang van een studieverblijf in het buitenland alom erkend en recent zelfs extra aangemoedigd wordt 11, blijkt het 8 Het kwalificatieraamwerk voor de Europese Hogeronderwijsruimte, dat de Europese ministers van onderwijs op hun tweejaarlijkse conferentie in opvolging van het Bolognaproces in mei 2005 in het Noorse Bergen hebben goedgekeurd, zegt inderdaad: Qualifications that signify completion of the second cycle [i.e. de mastercyclus] ( ) [t]ypically include 90-120 ECTS credits, with a minimum of 60 credits at the level of the 2nd cycle. Het kwalificatieraamwerk is o.a. te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/bologna/documents/qf-ehea-may2005.pdf. Op enkele uitzonderingen na (Vlaanderen, in zekere zin ook Nederland, Zweden) respecteren alle Bolognalanden die omvang bij de implementatie van de bachelor-masterstructuur in hun nationale onderwijsstructuur. 9 Zie artikel 63quater, punt 1, van het Structuurdecreet. 10 Zie bv. het rapport van de opleiding in de logopedische en audiologische wetenschappen (december 2005), dat hierover op p. 33 stelt: De combinatie van de stages, de eindverhandeling (masterproef), de examens én de additioneel opgelegde stageopdracht4 genereert volgens de commissie een te hoge werkdruk voor de studenten. Te raadplegen op: http://www.vlir.be/media/docs/visitatierapporten/2005/kv05v3-logopedieaudiologie.pdf. 11 Zie bv. de doelstelling in het communiqué dat de Europese ministers van onderwijs op hun tweejaarlijkse conferentie in opvolging van het Bolognaproces in april 2009 in Leuven en Louvain-la-Neuve hebben uitgebracht: 18. ( ) We call upon each country to increase mobility, to ensure its high quality and to diversify its types and scope. In 2020, at least 20% of those graduating in the European Higher Education Area should have had a study or training period abroad. Te raadplegen op: VLIR-standpunttekst 25 november 2010 4

erg moeilijk om een significante stap vooruit te zetten in het aantal studenten dat een dergelijk verblijf in het buitenland in het studieprogramma opneemt. 12 Daar zijn vele en verscheidene redenen voor, maar recent is daar zonder twijfel ook de moeilijke inpasbaarheid in een al erg gebald opleidingsprogramma van slechts 60 studiepunten bij gekomen. Door de studieomvang van de masteropleidingen tot 120 studiepunten uit te breiden, kan in de opleidingsprogramma s gemakkelijker in de nodige ruimte voor zo een studieverblijf in het buitenland voorzien worden. Minister van Onderwijs Pascal Smet anticipeerde daar trouwens al op in zijn beleidsnota: Zoveel mogelijk studieprogramma s van de tweejarige masteropleidingen zullen een ingebouwde studieperiode of periode van werkplekleren van minstens drie maanden in het buitenland moeten bevatten. 13 de mogelijkheid te creëren tot het organiseren van volwaardige afstudeerrichtingen die specifiek op het wetenschappelijk onderzoek, het werkveld of een doorgedreven vakinhoudelijke specialisatie gericht zijn. Een masteropleiding met een totale omvang van 120 studiepunten biedt de ruimte om verschillende afstudeerrichtingen met een eigen finaliteit aan te bieden en die afstudeerrichtingen ook echt volwaardig uit te bouwen. o o o Zo ontstaat bijvoorbeeld de mogelijkheid om de afstand tot het werkveld te verkleinen en de valorisatie van onderzoek en ondernemingszin te stimuleren door stages in het opleidingsprogramma in te bouwen. In andere afstudeerrichtingen kan dan weer meer aandacht besteed worden aan de wetenschappelijke methodologie en kunnen het wetenschappelijk onderzoek en de zwaartepunten die in de eigen onderzoeksgroepen ontwikkeld worden, meer in het onderwijs worden ingebracht. Dergelijke trajecten creëren ook een vlottere overgang naar een onderzoeksloopbaan een loopbaanperspectief dat dankzij de inhaalbewegingen rond Wetenschap & Innovatie en de stimulansen van de overheid via bijvoorbeeld het financieringsmodel voor de universiteiten ook in de sociale & humane wetenschappen belangrijker geworden is. Doorgedreven vakinhoudelijke specialisatie is dan weer mogelijk door specialisaties uit de bestaande master-na-masteropleidingen te laten indalen en in het programma van de initiële masteropleidingen op te nemen. http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/bologna/conference/documents/leuven_louvain-la- Neuve_Communiqué_April_2009.pdf. De Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement hebben deze Bolognadoelstelling bij herhaling onderschreven, onder andere in de Beleidsnota Onderwijs & Vorming 2004-2009 en in de Motie van aanbeveling van 8 juli 2010 bij de maatschappelijke beleidsnota over de hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. 12 Zie bv. het nauwelijks toenemende aantal universiteitsstudenten dat deelneemt aan het bekendste en meest populaire programma, Erasmus. Statistieken te raadplegen op de webpagina s van de vzw EPOS-Vlaanderen: http://www.epos-vlaanderen.be/?categoryid=262. De absolute aantallen studenten maskeren trouwens bepaalde fenomenen die zich her en der voordoen, zoals het inkrimpen van de duur van het buitenlandse studieverblijf of het verschuiven van dat studieverblijf van de masterfase naar de bachelorfase. 13 Zie de paragraaf OD 2.9. Studeren in het buitenland stimuleren (p. 27) in de Beleidsnota Onderwijs & Vorming 2004-2009, te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/beleid/nota/2009-2014.pdf. VLIR-standpunttekst 25 november 2010 5

3. Uitbreiding studieomvang: niet zonder aandacht voor de ruimere context De universiteiten en de betrokken faculteiten bekijken de uitbreiding van de studieomvang van de masteropleidingen niet los van hun ruimere context en willen daarbij ook aandacht besteden aan de opleidingen die deze masteropleidingen voorafgaan of er onmiddellijk op aansluiten. de bacheloropleidingen die aan deze masteropleidingen voorafgaan, zullen worden getoetst op de noodzaak tot aanpassing van het curriculum. Zonder afbreuk te doen aan de autonomie van de individuele instellingen zullen de betrokken faculteiten onderling overleggen voor welke domeinen brede dan wel meer specifieke bachelors wenselijk zijn. Door de uitbreiding van de studieomvang van de masteropleidingen zal het ook mogelijk zijn om opleidingsonderdelen die eerder bij de masteropleiding horen (zoals sommige voorbereidingen op de masterproef), uit het programma van bepaalde bacheloropleidingen weg te halen. de master-na-masteropleidingen zullen in de mate van het mogelijke zo veel mogelijk geïncorporeerd worden in het opleidingsprogramma van de in omvang uitgebreide masteropleidingen. Veelal heeft het immers geen zin meer om deze voortgezette opleidingen nog aan te houden, als het opleidingsprogramma van de initiële masteropleidingen in de nodige inhoudelijke verdieping en wetenschappelijke specialisatie voorziet. Een bijkomend positief effect daarvan is dat zo de druk op studenten vermindert om onmiddellijk aansluitend op de initiële masteropleiding verder te specialiseren door een voortgezette opleiding te volgen. 14 wat trouwens ook afbreuk dreigt te doen aan de waarde van het initiële masterdiploma. uit de betrokken opleidingen stromen traditioneel veel afgestudeerden door naar het onderwijs. Met de hervorming van de lerarenopleidingen, die onder andere tot een uitbreiding van de studieomvang van de specifieke lerarenopleidingen heeft geleid (overigens ook op basis van correcte argumenten als kwaliteit, inhoudelijke verdieping, nauwere contacten met het werkveld, e.d.), is de instroom in deze lerarenopleidingen en daarmee wellicht ook de doorstroom naar het beroep van leraar onder druk komen te staan. De noodzakelijke uitbreiding van de studieomvang van de masteropleidingen mag deze druk niet verder opvoeren. De universiteiten kiezen er daarom voor om deze specifieke lerarenopleidingen, als op zichzelf staande afstudeerrichtingen, zo veel mogelijk te laten indalen in de overeenstemmende masteropleidingen. Afhankelijk van de opleiding kan het gaan om een indaling van 30 tot 60 studiepunten. 4. Uitbreiding studieomvang: op dossier en in overleg Hoewel dit op zich geen onlogische beslissing zou zijn, begrijpen de universiteiten dat de overheid de omvang van de masteropleidingen niet standaard op 120 studiepunten wil vastleggen en voor elke masteropleiding waarvan de omvang uitgebreid zou moeten worden, een onderbouwde aanvraag wil ontvangen, die zij zal laten toetsen aan de criteria die in het Structuurdecreet zijn opgenomen. Voor bepaalde opleidingen hebben de betrokken faculteiten al veel geïnvesteerd in kwaliteitsvolle dossiers; voor andere opleidingen zijn de voorbereidende werkzaamheden vooralsnog minder ver gevorderd. De universiteiten zullen er in ieder geval over waken dat elk dossier met de grootst mogelijke zorg wordt afgewerkt en dat hierover in de geëigende organen en participatiestructuren telkens voldoende overlegd wordt, zodat er naar het voorbeeld van de operatie in de exacte en de 14 De neiging om opleidingen te stapelen, doet trouwens ook afbreuk aan de intrinsieke waarde van het masterdiploma als dit door studenten en/of door het werkveld na verloop van tijd eerder als een toegangsticket tot een master-na-masteropleiding beschouwd zou worden en niet als een op zichzelf staand, waardevol diploma. VLIR-standpunttekst 25 november 2010 6

biomedische wetenschappen in alle geledingen een voldoende draagvlak is voor de voorgenomen uitbreiding van de studieomvang. 5. Methode en tijdspad De universiteiten vinden het belangrijk dat de studenten al van bij hun inschrijving voor de bacheloropleiding weten dat de aansluitende masteropleiding(en) mogelijks een studieomvang van 120 studiepunten zal (zullen) hebben. De universiteiten zijn er zich bovendien van bewust dat het uitwerken en implementeren van de aangepaste opleidingsprogramma s zorgvuldig moet gebeuren en veel personeelsinzet en tijd zal vergen. De universiteiten opteren er daarom voor om de aangepaste opleidingsprogramma s rollend in te voeren, te beginnen bij het eerste bachelorjaar van het modeltraject en jaar na jaar opbouwend. Die rollende invoering gaat van start in het academiejaar dat volgt op het academiejaar waarin de aanvraag tot uitbreiding van de studieomvang van de masteropleiding is ingediend; de in omvang uitgebreide masteropleiding gaat dan drie academiejaren later van start. Vijf jaar na het indienen van de dossiers zullen dan de eerste masters afstuderen die een masteropleiding van 120 studiepunten gevolgd hebben. Voor de opleidingen waarvoor bij de eerstvolgende gelegenheid, in juni 2011, een aanvraag wordt ingediend (dat zijn bij de huidige stand van zaken in principe alleszins de opleidingen in de logopedische & audiologische wetenschappen en de opleidingen uit de faculteiten Letteren & Wijsbegeerte), betekent dit concreet o dat het eerste jaar van de masteropleiding van 120 studiepunten zal starten in het academiejaar 2014-2015 15, en o dat de eerste diploma s van de in omvang uitgebreide masteropleidingen in juni 2016 uitgereikt zullen worden. 6. Randvoorwaarden Er moeten nog enkele voorwaarden vervuld worden om de gewenste uitbreiding van de studieomvang van de masteropleidingen volgens het in deze notitie geschetste stramien te kunnen laten verlopen. a) Aanpassingen aan het Structuurdecreet Een eerste aanpassing is eerder technisch van aard. Het Structuurdecreet voorziet in artikel 63bis in de mogelijkheid om aanvragen in te dienen, maar houdt dat venster enkel dit jaar nog open en eist bovendien dat de aangepaste opleidingen dan al in het academiejaar 2012-2013 van start zouden gaan: 15 Merk op: als een in studieomvang uitgebreide master, met daarin ook een afstudeerrichting specifieke lerarenopleiding, ten vroegste ingaat in het academiejaar 2014-2015, valt dit na de geplande visitatie van de lerarenopleidingen en de decretaal voorziene evaluatie van het lerarendecreet. Met deze timing vormt deze beslissing dan ook geen voorafname op de geplande evaluaties en kunnen de resultaten van deze evaluaties zo nodig nog meegenomen worden bij het vaststellen van het opleidingsprogramma. VLIR-standpunttekst 25 november 2010 7

Hogescholen en universiteiten kunnen uiterlijk op 30 juni 2009, 30 juni 2010 of 30 juni 2011 een aanvraag indienen bij de Vlaamse Regering tot uitbreiding van de studieomvang van een masteropleiding met een studieomvang van 60 studiepunten met het oog op het opstarten van deze masteropleidingen vanaf het academiejaar 2010-2011, 2011-2012 of 2012-2013. De aanvraag wordt gezamenlijk ingediend door alle instellingen die de betrokken opleiding aanbieden. Via het op stapel staande Onderwijsdecreet XXI zou een wijzigend artikel kunnen worden ingeschreven, dat latere indiendata en de rollende invoering van de aangepaste opleidingen mogelijk maakt. 16 Zo een artikel zou als volgt kunnen luiden: Hogescholen en universiteiten kunnen uiterlijk op 30 juni van een gegeven kalenderjaar een aanvraag indienen ( ) met het oog op het opstarten van deze masteropleidingen ten vroegste vanaf het academiejaar dat volgt op het academiejaar waarin de Vlaamse Regering het in artikel 63sexies bedoelde besluit genomen heeft. De aanvraag wordt ( ). Een tweede aanpassing betreft de mogelijkheid om de specifieke lerarenopleidingen voor meer dan 30 studiepunten in de masteropleidingen te laten indalen. Nu is die volgens artikel 55octies, 3, van het Structuurdecreet nog beperkt tot exact 30 studiepunten. Ook hier zou een beperkte amendering via het op stapel staande Onderwijsdecreet XXI moeten volstaan: Universiteiten kunnen voor de afgestudeerden van de masteropleidingen een specifieke lerarenopleiding aanbieden, die leidt tot het diploma van leraar. De universiteiten kunnen minstens 30 studiepunten van die lerarenopleidingen organiseren als een afstudeerrichting in het opleidingsprogramma van een masteropleiding van 120 studiepunten. ( ) 17 Ook in artikel 63ter van het Structuurdecreet, dat aangeeft aan welke structuur de in omvang uitgebreide masteropleidingen moeten voldoen, wordt best een beperkte wijziging aangebracht: - de gerichte opleidingscomponenten betreffen ten minste 30 studiepunten en zijn specifiek gericht op één of meer van de volgende finaliteiten : ( ) 2 lerarenopleiding, waarbij een deel van de lerarenopleiding geheel of gedeeltelijk ingebouwd wordt als afstudeerrichting in de initiële master zoals bepaald in artikel 55octies, 2 en 3, van dit decreet; ( ) b) Indienen van de aanvragen De aanvragen tot uitbreiding van de studieomvang moeten worden ingediend bij de Erkenningscommissie. De universiteiten vragen zo snel mogelijk in het bezit gesteld te worden van de nodige aanvraagformulieren en sjablonen. Daarbij wordt voorgesteld zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de formulieren en instructies die de Erkenningscommissie in 2010 heeft uitgewerkt en aan de hand waarvan reeds een aantal opleidingen dossiers hebben opgesteld. 16 In haar nota over de conclusies van het maatschappelijk debat over de mogelijke integratie van de academiserende opleidingen van de hogescholen in de universiteiten, die de Vlaamse Regering op 16 juli 2010 heeft goedgekeurd en waarin onder andere ook de mogelijke uitbreiding van de studieomvang van bepaalde masteropleidingen ter sprake komt, lijkt de regering alvast op latere indiendata dan 30 juni 2011 te anticiperen. Op p. 17 van deze integratienota luidt het Indien er beslissingen tot uitbreiding van de studieomvang worden genomen tussen 2011 en 2015 ( ). De integratienota is te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/integratie/2010-07-16_nota_aan_de_vlaamse_regering.pdf. 17 Mutatis mutandis zegt 2 van dit artikel hetzelfde voor de academisch gerichte opleidingen van de hogescholen. Het ware logisch om deze bepaling in dezelfde zin aan te passen. VLIR-standpunttekst 25 november 2010 8

c) Gelijk oversteken met de hogeschoolopleidingen Naast de universiteiten zijn ook de hogescholen vragende partij om de studieomvang van sommige van hun masteropleidingen tot 120 studiepunten uit te breiden. De universiteiten begrijpen deze vraag en kunnen ze in principe ook ondersteunen. Omdat het in sommige gevallen om opleidingen gaat die nauw verwant zijn met universitaire opleidingen hebben (de masteropleidingen in het tolken, in het vertalen, in de bestuurskunde & het publiek management, ), én omdat de academisch gerichte hogeschoolopleidingen vanaf het academiejaar 2013-2014 in de universiteiten geïntegreerd zullen worden, lijkt het de universiteiten niet aangewezen dat over deze hogeschoolopleidingen beslissingen genomen zouden worden die volledig los staan van de beslissingen die ten aanzien van de universitaire opleidingen (mogelijk) genomen (zullen) worden. De universiteiten zijn bereid om mee overlegfora op te richten, waarin de afstemming tussen verwante opleidingen inzake studieomvang, profielen, einddoelen, opleidingsprogramma s e.d. georganiseerd kan worden. VLIR-standpunttekst 25 november 2010 9