R ope Rescue Technician



Vergelijkbare documenten
!"# $% % & $ $&& $ + ( & 7( 78 (9 : $ $'*( % & $ $ $ ( $ & $ = '*+ & ( % : && & & = ')*5$ (9 : & & & &= '*5 % $$ $ $& $&& $ && ( &$ & $ =

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Veilig werken op hoogte : een richtlijn voor de leden van de Algemene Schoorsteenvegers Patroon Bond

Risico s Vallen van hoogte. Collectieve beschermingsmiddelen Niet van toepassing.

INLEIDING. Factoren waarmee rekening moet worden gehouden. Valbeschermingsmethodes. Assortiment mobiele valbeveiliging VALBEVEILIGING

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Bij de keuze voor de juiste valbeveiliging stond H&S Foodtrans voor de volgende vragen:

Toolboxmeeting. Toolboxmeeting Werken op hoogte / Valbeveiliging

Arbocatalogus pkgv- industrie Besloten Ruimten

Toolboxfiche U014-14/2015

MA 1:1 MA 1:1 met touwomleiding MA 2:1 MA 2:1 met touwomleiding

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager

Specialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte

Leren van ongevallen. Storybuilder: een schat aan informatie. Leren van ongevallen: het proces. Producten. Vraag aan u

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Mythes over werken op hoogte opgehelderd. Test je kennis en word je bewust van de echte risico s

Tijdelijk werken op hoogte

Werken op hoogte Oorzaken van vallen Veiligheidsgrens: 2,50 meter

HSE guidelines. Sapril 2017 WERKEN OP HOOGTE

VERBINDINGSLIJNEN. Dynamische automatisch oprolbare verbindingslijn Verkort de valafstand, verbetert veiligheid

1 Beschrijving. Figuur 1: Voorbeeld van een steiger als opvangvloer

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN

Veiligheidsaspecten bij bekistingswerken

Handleiding Driepoot ELLERSAFE TM-9. EN 795:1996 Class B Ref: AT011. Lees aandachtig de handleiding alvorens het materiaal te gebruiken.

V A L B E V E I L I G I N G V O O R H E L L E N D E D A K E N. developed by

Europese regelgeving m.b.t. touwenparcours: EN en EN

NL... Horizontaal tilsysteem. Vers. 3.00

VALBEVEILIGING. Wetgeving. Beveiligingsmethode. Risicohiërarchie. Werkplaatsbeperking. Risico voorkomen/uitsluiten. Collectieve beschermingsmiddelen

WERKEN OP HOOGTE MET LADDERS EN TRAPPEN

Pelgrim Safety - Praktijkgids

SAFETY 4 DUMMIES. 20 september 2017 Practical Safety Event 1

LADDERS EN TRAPPEN BRON: ARBOUW

Vopak Fundamentals on Safety

HIJSINSTRUCTIE. Doel van deze instructie is te waarborgen dat de te hijsen last veilig en gecontroleerd verloopt.

Ref. no. : Doc. no. : G-483 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 Status : FINAL Revisie : O Onderwerp : LADDERS EN TRAPPEN Datum :

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Veilig bedienen van Hangbruginstallaties

NL Handleiding opbouw en gebruik Dakrandbeveiliging EN Relax. Het is een Altrex.

Toolboxfiche /2017

Bij het werken op grote hoogte bestaat er steeds een risico op valgevaar. Een groot deel van alle arbeidsongevallen gebeurt door vallen van een hoger

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

Toolbox-meeting Werken met ladders

Holland Solar heet u welkom. Veilig werken op daken. Solar Solu(ons 2015

6. Project management

VALBEVEILIGING : WETTELIJKE VERPLICHTINGEN

Glaszetter. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig glaszetten. Informatie voor de werknemer

... Think safety! Werken op hoogte. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

WERKEN OP HOOGTE MET DE ROLSTEIGER

MS Semen Storage Pro

De Trap Assistent Gebruikershandleiding

Factsheet ongevallen havensector

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Uw veiligheid, onze zorg!

WERKEN OP HOOGTE MET DE HOOGWERKER

1 Beschrijving. 2 Risico s. Preventiefiche /2016. Theoretische informatie: correct gebruik van valbeveiligingsharnas 1/6

De haken en ogen aan valgordels

Aantal onderzochte ongevallen top 3 sectoren

ANALYSE VAN ONGEVALLEN IN DE SECTOR TRANSPORT EN LOGISTIEK

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene beginselen

Betonstorter / gietbouwer

TOOLBOX VEILIG WERKEN MET MACHINES

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Gebruikshandleiding X-frame 1.0

GEBRUIKERSHANDLEIDING Fysieke afscherming voor het werken in en om het spoor Demontabel en instelbaar type voor het spoor

HANDLEIDING MONTAGE CUPLOK TRAPPENTOREN

Veilig werken met apparaten en machines

PBM s voor de bescherming tegen vallen

Valbeveiliging. Premium Valbeveiliging. Zorg dat bij een eventuele val er geen obstakels zijn die geraakt kunnen worden. EN354:2002 EN358:2000

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.).

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM. Bij het plaatsen van zonnepanelen

Valbeveiliging Doelstellingen

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Werken op hoogte. arbeidshygiënische strategie & Gebruik PBM

Protocol: Ongevallen Registratie

ALUMINIUM RUWBOUWSTELLING

Zijn voorwerpen te groot of te zwaar dan zijn er hulpmiddelen om het voorwerp te verplaatsen: - steekwagen - heftruck - takels - hijskranen

Bewezen geschiktheid. Product testen en prestatie

SAFETY QUIZ TEST UW (TEAM) KENNIS!

Opleveringskeuring valbeveiliging

Informatieblad Diensten Arbo- & Veiligheidsinspecties

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Blokzijltcl installatietechniek B.V.

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Minimalistisch, actief Scandinavisch design

Ref. no. : Doc. no. : G-484 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 Status : FINAL Revisie : A Onderwerp : Hoogwerkers Datum :

4 dood Risico-analyse d.m.v de matrix. Risicomatrix. Gevolg

L3G C.07 - Werken op hoogte, Bijlage 2 Valbeschermingsplan

V A L B E V E I L I G I N G V O O R P L A T T E D A K E N. developed by

We kennen de regels en procedures en volgen die op.

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A

valbeveiliging.nl Zeker op hoogte Valbeveiliging die de standaard normen overstijgt

Wat is werken op hoogte? Van werken op hoogte is sprake als er valgevaar is. Dit kan zelfs op begane grond zijn of daaronder.

Inhoud. Inleiding. Wetgeving. Algemene Preventie. Situaties eigen aan IMEC. Ladders. Stellingen. Docent: Tony Devolder IMEC restricted

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG

Sky-Line Universele overkapping

Transcriptie:

R ope Rescue Technician

Auteur: Rodney Sebregts Vormgeving: Daniel Graham Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch of mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Copyright 2008, Rescue 3 Europe. Alle rechten voorbehouden.

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Regelgeving Wettelijke kaders.... 6 Veiligheid.... 6 Hoofdstuk 2 Uitrusting Materialen en CE markering.... 9 Normen... 9 Soorten materialen....11 Hoofdstuk 3 Risicomanagement Risico inventarisatie en evaluatie...12 Pre-planning algemeen....13 Pre-planning specifiek...14 Preplanning aangaande technieken...14 Hoofdstuk 4 Incident Management L.A.S.T.....18 Situatieanalyse...20 Plan van aanpak....21 Teambriefing....21 Opbouwfase...22 Voorbereiding operatie...22 Start operatie...22 Na afloop....24 Hoofdstuk 5 Basistechnieken Knopen....25 Beveiligen....33 Katrolsystemen....37 Katrolwerkingen...37 Theoretisch mechanisch voordeel en praktisch mechanisch voordeel 41 Hoofdstuk 6 Persoonlijke vaardigheden Stijgtechniek korte afstand...44 Stijgtechniek lange(re) afstand....45 Afdalen....45 Omlaag klimmen...45 Ombouwen van stijgen naar afdalen....46 Ombouwen van afdalen naar stijgen...46 Omleidingpunten passeren tijdens het stijgen...46 Omleidingpunten passeren tijdens het dalen...46 Knopen passeren tijdens het stijgen...47 Knopen passeren tijdens het afdalen....47 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Ankerpunten passeren tijdens het stijgen...48 Ankerpunten passeren tijdens het afdalen...48 Dalende redding van bovenaf met extra lijnen....48 Hoofdstuk 7 Team vaardigheden Artificiële richtingsveranderingen en mobiele ankerpunten...50 Gebruik driepoot....53 Gebruik multipoot Arizona Vortex...55 Gebruik A-frame Arizona Vortex....57 Gebruik zijwaarts A-frame Arizona Vortex....57 Gebruik éénpoot Arizona Vortex...58 Gebruik opspanlijnen bij éénpoot...59 Hoofdstuk 8 Highlines Waarom highlines gebruiken?....60 Bijlage I Europese richtlijn werken op hoogte Bijlage II Koninklijk besluit tijdelijke werkzaamheden op hoogte Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 1 Regelgeving Hoofdstuk 1 Regelgeving Wettelijke kaders Van werken op hoogte is sprake als er valgevaar bestaat. Bij werk op 2,5 meter en hoger moet een werkgever maatregelen nemen om valgevaar te voorkomen. Bij werk met valgevaar (bij een hoogteverschil van 2,5 meter) moet u zich als werkgever houden aan de Europese Richtlijn Werken op Hoogte. De Europese richtlijn stelt eisen aan het gebruik van ladders, steigers, valbeveiliging en lijnen. Als u werkzaamheden op hoogte wilt (laten) uitvoeren, dan moet u daarvoor hulpmiddelen kiezen die voldoende bescherming bieden tegen het vallen. Niet alleen de hoogte, maar ook het karakter van de werkzaamheden en de directe omgeving bepalen het aanwezige gevaar. Veiligheid Werkzaamheden op hoogte mogen daarom alleen worden uitgevoerd vanaf een veilige en ergonomisch verantwoorde steiger, stelling, bordes of werkvloer. Als dat niet mogelijk is, moet u het meest geschikte arbeidsmiddel kiezen om het werk zo veilig mogelijk te kunnen uitvoeren. Uit de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) zal moeten blijken wat het meest geschikte middel is in een bepaalde situatie. De keuze voor de juiste maatregelen baseert u op de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Daarin dient u onderscheid te maken in: De beveiliging voor het bereiken van de werklocatie. De beveiliging voor het veilig uitvoeren van de werkzaamheden van en op de werklocatie. De reddingsmogelijkheden en oplossingen na een val. Als het echt niet mogelijk is valgevaar te voorkomen door maatregelen aan de bron of door collectieve maatregelen (leuningen) moeten werknemers persoonlijke valbeveiliging dragen. De werkgever is verplicht de juiste materialen met de juiste training en opleiding aan te bieden. De gebruikte materialen moeten een bewijs van keuring hebben en voldoen aan de geldende Europese normen voor persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) voor het gebruik bij werken op hoogte. Onder de 2,5 meter hoeven in principe geen maatregelen genomen te worden, tenzij er risicoverhogende omstandigheden zijn, zoals bijvoorbeeld vallen langs of op uitstekende delen. In het werken op hoogte met persoonlijke beschermingsmiddelen kan men een onderscheid maken in 4 soorten beveiligings- en werkmethodes: 6 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 1 Regelgeving 1) Werkruimtebeperking Bij werkruimtebeperking is de arbeider d.m.v. een positioneringharnas in combinatie met een leeflijn verbonden met een vast ankerpunt. De leeflijn zorgt ervoor dat de arbeider de gevarenzone niet kan betreden. 2) Werken met valbeveiliging Bij het werken met valbeveiligingsmiddelen is de arbeider met behulp van een een antival harnas en een valstop apparaat verbonden met een vast ankerpunt. Valbeveiliging moet de val stoppen en de gevolgen van een val op het menselijk lichaam opvangen (optredende krachten reduceren tot onder 6 KN). Er zijn twee soorten valbeveiliging: valbeveiliging voor werken in het horizontale vlak en valbeveiliging voor het werken in het verticale vlak. 3) Werkpositionering Daar waar de arbeider de handen vrij dient te hebben kan deze gebruik maken van positioneringlijnen om zich aan een structuur te bevestigen. Naast het gebruik van positioneringlijnen dient de arbeider ook gebruik te maken van valbeveiligingsmiddelen. De arbeider dient in dit geval gebruik te maken van een volledig antival en positioneringharnas. 4) Toegang met behulp van lijnen (rope access) Daar waar het niet mogelijk is een locatie op veilige wijze te betreden met behulp van de structuur van de locatie kan de arbeider gebruik maken van lijnen voor het betreden van de locatie. In dit geval dient men gebruik te maken van twee afzonderlijk verankerde lijnen. Eén hiervan dient voor het betreden van de structuur. De arbeider dient met deze lijn verbonden te zijn middels een zelfblokkerend afdaalapparaat of middels zelf blokkerende stijgapparatuur. De arbeider dient met de tweede lijn verbonden te zijn middels een automatisch mee omhoog/ omlaag lopend valbeveiligingsapparaat. De arbeider dient in dit geval gebruik te maken van een volledig antival en positioneringharnas. Van het werken met twee lijnen mag alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden afgeweken als blijkens een gedegen RI & E blijkt dat de risico s in het werken met twee lijnen gevaarlijker zou zijn dan het werken met één lijn. In geval van langer durende werkzaamheden, hoge risico s of indien het werken zonder zitje niet verantwoord is dient de arbeider gebruik te maken van een zitje met toebehoren om steun te hebben tijdens zijn/ haar werkzaamheden. Gereedschappen en/of hulpstukken dienen met het harnas of het zitje van de arbeider verbonden te zijn om risico s van vallende materialen te voorkomen. Het werken met lijnen mag alleen als andere veiligere arbeidsmiddelen vrijwel onmogelijk zijn. Alleen werknemers met een specifieke opleiding mogen met lijnen werken. En dan nog staan in de Europese Richtlijn heel strikte voorwaarden. Rescue 3 International - European Manual v2.0 7

Hoofdstuk 1 Regelgeving Daar waar er gewerkt wordt op hoogte is het van belang dat de arbeiders een adequate en specifieke opleiding ontvangen ten behoeve van het gebruik van de gekozen arbeidsmiddelen, waarbij de nadruk dient te liggen op reddingsprocedures. Tevens dient er op locatie voldoende toezicht te zijn om adequaat te kunnen handelen in geval van een incident. 8 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 2 Uitrusting Hoofdstuk 2 Uitrusting Materialen en CE markering In Europa is het verplicht om op een aantal materialen een CE markering te voeren. Dit geldt onder andere ook voor persoonlijke beschermingsmiddelen. De vraag is echter: wat is de CE markering nou eigenlijk en waar staat dit voor? Een CE markering garandeert dat het product voldoet aan fundamentele (minimum) Europese eisen met betrekking tot veiligheid, milieu en gezondheid voor de gebruiker. Deze garantie is gebaseerd op de voor dat product geldende Europese richtlijnen (bijvoorbeeld Persoonlijke Beschermingsmiddelen). De CE markering heeft primair tot doel vrij verkeer van goederen binnen de Europese Unie mogelijk te maken. Diverse richtlijnen geven minimum eisen aan waaraan een product moet voldoen. Productaansprakelijkheid gaat over gevolgschade bij het gebruik van een (gebrekkig) product. Aangezien men bij de CE markering uitsluitend ingaat op veiligheid, milieu en gezondheid voor de gebruiker betekent een CE markering niet, dat daarmee ook de productaansprakelijkheid volledig wordt afgedekt. Hoogstens toont een CE markering aan dat een bedrijf zorgvuldig heeft gehandeld. Wil men als organisatie producten verkopen dan dienen de meeste producten binnen Europa te beschikken over een CE markering. Normen In Europa zijn er tal van richtlijnen die op een gegeven moment omgezet zijn/worden in Europese normen. Deze richtlijnen/normen geven voor tal van producten inhoudelijke eisen aan, waaraan deze moeten voldoen om een goed en veilig product te zijn. Nationale norminstituten kunnen conform nationale wetgeving eventueel aanvullende eisen stellen. Producenten hoeven niet aan EN normen vast te houden zolang hun producten maar voldoen aan de minimumeisen die de CE markering stelt. Het voldoen aan EN normen geldt echter wel als sterk item als het gaat om het fabriceren van kwaliteit. Zodra een Europese norm een geharmoniseerde Europese norm is betekent dit dat een producent voor zijn product moet voldoen aan de gestelde Europese norm indien men in Europa handel wil drijven. Op het gebied van hoogteredding zijn er een aantal type normen die een belangrijke rol spelen. Aangezien er niet specifiek Europese normen zijn op het gebied van hoogteredding of voor het werken met zware lasten (200kg of meer) kan het handig zijn om ook kennis te hebben van internationaal geldende normen (buiten Europa). De diverse normen zijn: 1) de Europese normen op het gebied van persoonlijke beschermingsmidden. Redders hebben te maken met de normen voor persoonlijke beschermingsmiddelen als het gaat om het dragen en werken van individuele uitrusting, zodra zij bezig zijn met het uitvoeren van hun werkzaamheden. Rescue 3 International - European Manual v2.0 9

Hoofdstuk 2 Uitrusting Belangrijke Europese normen voor persoonlijke beschermingsmiddelen zijn: EN 397 EN 355 EN 361 EN 1891 EN 341 EN 587 EN 353 EN 360 EN 813 Helmen werken op hoogte Schok absorbers Volledig integraalharnas Semi-statische kernmantel lijn Afdaalapparaten Stijgklemmen Valstop apparaten Valblokken Zitharnas 2) de NFPA normen op het gebied van uitrusting en op het gebied van kwaliteiten van organisaties en hun personeel. Op het gebied van technische reddingen is de NFPA (National Fire Protection Association) de enige organisatie wereldwijd die allerlei normen heeft opgesteld t.a.v. de capaciteiten van redders, hun opleidingen en hun materiaal. De NFPA onderscheidt twee soorten materiaal voor hoogteredding: NFPA light use (éénpersoons lasten) en NFPA general use (tweepersoons lasten). In tegenstelling tot de Europese normen zijn de NFPA normen echter facultatief om te gebruiken. Naast normen voor uitrusting stelt de NFPA ook normen vast voor organisaties waaraan zij kunnen voldoen en waaraan hun personeel dient te voldoen. Dit komt tot uiting in respectievelijk de NFPA 1670 (organisatie) en de NFPA 1006 (individu) normen. 3) Naast EN en NFPA normen geldt de BCCTR (British Columbia Council for Technical Rescue) drop test, waarin uitrusting wordt blootgesteld volgens een specifiek testmethode, internationaal als één van de beste fabrikant onafhankelijke testmethodes. In deze test wordt beveiligingsuitrusting blootgesteld aan een valtest. In deze specifieke test wordt een massa van 200kg blootgesteld aan een val van 1 meter, waarbij de val gestopt wordt met behulp van beveiligingsapparaten en een lijn van 11mm van drie meter. De val dient door de gebruikte materialen gestopt te worden binnen één meter, inclusief touwslip door het beveiligingsapparaat en touwrek in het systeem. Daarnaast mag de piekbelasting op het ankerpunt niet groter zijn dan 15 Kilonewton. 4) Tenslotte kan men ook gebruik maken van militaire specificaties/ eisen die gesteld worden aan producten (te herkennen aan Nato Stock Nummers) Alhoewel het binnen Europa verboden is om materiaal te verkopen wat niet voldoet aan de eisen die behoren bij de CE markering is het niet verboden materiaal te gebruiken wat niet beschikt over een CE markering. Hier kleven echter een tweetal nadelen aan: gezien het feit dat deze materialen binnen Europa niet verkocht mogen worden zijn deze lastiger verkrijgbaar. in het geval er vergelijkbaar materiaal is met een CE markering zullen er in geval van een arbeidsongeval vragen gesteld worden t.a.v. de reden van het gebruik van materiaal waarvan niet is aangetoond dat het voldoet aan de gestelde Europese normen. 10 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 2 Uitrusting In het geval men toch afwijkend materiaal wil gebruiken wat niet beschikt over een CE markering is het erg belangrijk dat dit onderbouwd wordt middels een gedegen RI & E t.a.v. het specifieke product en het juiste gebruik en dat men dit bij voorkeur ondersteund met behulp van testdata en internationale toonaangevende referenties op het desbetreffende vakgebied. Soorten materialen Talloze materialen zijn geschikt voor hoogteredding en voldoen aan de strengste normen. Niettemin is het vaak een lastige keuze om een goede teamuitrusting te vergaren. Aandachtspunten zijn functionaliteit en multi-inzetbaarheid. Het dragen van een universele persoonlijke uitrusting geniet sterk de voorkeur. Materialen die men in ieder geval nodig heeft zijn: Helmen Harnassen Lijnen Karabiners Touwklemmen Katrollen Positioneringlijnen en antival apparaten Beveiligingsapparaten Randbescherming Overige hardware Ankerpunten (mobiel en om te construeren) Materiaal voor slachtofferzorg Rescue 3 International - European Manual v2.0 11

Hoofdstuk 3 Risicomanagement Hoofdstuk 3 Risicomanagement Risico management is het voeren van een adequaat beleid gericht op het voorkomen van ongevallen en daar waar er onverhoopt toch een ongeval mocht gebeuren ervoor zorgen dat de negatieve gevolgen zoveel mogelijk beperkt blijven. Risico inventarisatie en evaluatie Om risicobeleid te voeren is het essentieel om risico s voorafgaand aan het werken en redden op hoogte in kaart te brengen en te beoordelen op de ernst. Als risico s in kaart zijn gebracht, dan kan men vervolgens ervoor zorgen dat er, indien nodig, risicobeperkende maatregelen genomen worden. Bij het kijken naar risico s hebben we te maken met twee factoren: Wat is de kans dat een bepaalde gebeurtenis optreedt; Hoe vaak wordt men aan deze waarschijnlijkheid blootgesteld Wat is het effect als een bepaalde gebeurtenis optreedt Als we dit in formulevorm weergeven, dan kan men stellen dat Risico = waarschijnlijkheid x blootstelling x effect Vanuit een hulpverleningsperspectief hebben we op meerdere manieren met risico s te maken. In de eerste plaats bestaan er in onze eigen dagelijkse werkzaamheden risico s die we in kaart moeten brengen en waar we beperkende maatregelen voor moeten nemen. Dit kan gestructureerd en voorafgaand aan het uitvoeren van deze werkzaamheden geschieden. Door dit schriftelijk te doen, wordt voldaan aan wettelijke verplichtingen en worden deze risico-inventarisaties inzichtelijk voor andere partijen. Mogelijke effecten die op kunnen treden zijn: Materiaalschade Psychische letsels Fysieke letsels Overlijden 12 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 3 Risicomanagement Mogelijke factoren die de kans op één van bovenstaande factoren aanzienlijk vergroten zijn: Vallen van hoogte Vallende voorwerpen Gebruik ondeugdelijk materiaal Onjuist materiaalgebruik Contact met chemicaliën Contact met losse elektriciteit Contact met vrijkomende gassen Brandstoffen Besloten ruimtes (o.a. door temperatuur) Instortingsgevaar (Stromend) water Zuurstoftekort Werkende machines Regen/ Sneeuw Contact met vrijkomende stoom Wind Zon Menselijke fouten Onervarenheid Gebrek aan training Met name bij hoog risico werkzaamheden en werkzaamheden die niet vaak voorkomen, zullen extra risico afwegingen moeten worden gemaakt. Dit betekent dat er risicoanalyses ontwikkeld moeten worden specifiek ten behoeve van de uit te oefenen taken die uitgevoerd moeten worden. Hierin worden ook de te treffen beheersmaatregelen meegenomen. Doelstelling van het maken van taakrisicoanalyses is uiteindelijk om de risico s te kennen en vervolgens te elimineren of dusdanige maatregelen te treffen dat deze aanvaardbaar worden. Pre-planning algemeen Om beter te kunnen reageren op mogelijk toekomstige scenario s is het van belang dat er naast een risico-inventarisatie van de eigen werkzaamheden van hulpverleners een gedegen inventarisatie plaatsvindt van risico s die binnen het inzetgebied op kunnen treden en waarop hulpverleners moeten reageren. Als men ook deze risico s kent kan men voorafgaand aan een mogelijk scenario een responsplan ontwikkelen, zodat er op toekomstige scenario s een adequate respons mogelijk is. Door een responsplan te ontwikkelen en de organisatie hierop voor te bereiden wordt niet alleen de efficiëntie, maar ook de veiligheid van de hulpverleners vergroot. In een responsplan dienen in ieder geval de volgende vier componenten ontwikkeld te worden: Management Personeel Training Uitrusting Welke taken? Welke kennis/kunde? Hoeveel? Welke kennis/kunde/ervaring? Hoe vaak? Welke scenario s? Welke technieken? Fysieke gesteldheid? Welke persoonlijke uitrusting? Welke teamuitrusting? Welk gebruik? Bovenstaande componenten zijn niet specifiek voor een hoogtereddingsinzet, maar kunnen ook op andere inzetgebieden toegepast worden. Daar waar men de taak heeft hoogteredding uit Rescue 3 International - European Manual v2.0 13

Hoofdstuk 3 Risicomanagement te voeren, zal men zich moeten beraden op de invulling van deze componenten in algemene zin. Dit neemt niet weg dat men daarmee (nog) niet specifiek voorbereid is op specifieke klussen. Pre-planning specifiek Nadat de vier bovenstaande componenten ingevuld zijn in algemene zin, kan men ook nog situatiespecifiek bekijken of er aanvullingen nodig zijn. Een calamiteit op een grootschalig industrieel complex of bij een ingewikkeld waterreddingsscenario met stuwen en/of sluizen kan bijvoorbeeld om een meer specialistische invulling van één van bovenstaande componenten vragen. Naast de eerder genoemde componenten kan vervolgens een meer situatiespecifieke invulling gegeven worden aan de volgende onderstaande componenten: Locatie/routes» Bijv.: Hoe ter plaatse te komen?» Actuele kaarten en/of gps? Specifieke gevaren» Bijv.: Straling Communicatiemiddelen» Bijv.: Explosiegevaar? Werking gsm? Externe partijen» Bijv.: Beheerder (bijv.: elektriciteitsmaatschappij, waterschap)? Opvang/facilitaire ondersteuning» Bijv.: Langdurige/grootschalige inzet (bijv.: gemeente/rode Kruis) Overige hulpdiensten» Hoe inschakelen brandweer/ambulance/politie/civiele bescherming/leger + kennis van capaciteiten en hoe samen te werken Specifieke uitrusting» Bijv.: Voorklimmaterialen/helikopter/linegun Aanvalsplan» Bijv.: Benadering langs twee kanten bij gebruik highline Preplanning aangaande technieken Bij de keuze van te gebruiken technieken onderscheiden we twee stadia waarin de keuze omtrent de te gebruiken technieken gemaakt worden, namelijk: 1. Pre-planning zodra je over standaard systemen beslist 2. Dynamisch - reagerend op wisselende omstandigheden (hier dient in de training al rekening meegehouden te worden dat dit kan gebeuren, waardoor iets proberen zonder de uitkomst te kennen voorkomen wordt) Bij ieder te gebruiken systeem dienen we een aantal stappen te doorlopen om de veiligheid van het systeem te analyseren. Na elke stap moeten we tevreden zijn met de antwoorden alvorens door te gaan 14 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 3 Risicomanagement naar de volgende stap. Pas nadat alle stappen met succes doorlopen zijn kan gesteld worden dat het systeem akkoord bevonden is. Stap 1 Analyse van zwakke punten Bij iedere component in het systeem kijken we naar: Leidt falen van die component tot falen van het hele systeem? Stap 2 Fluit test Wat gebeurt er als iedereen op hetzelfde moment alles loslaat? Stap 3 Whiteboard analyse Bepaal de kracht op iedere component Beschouw het totale systeem al een ketting en bepaal de zwakste schakel (afhankelijk van de manier van opbouwen) Bereken Systeem Veiligheids Factoren System Safety Factors System safety factors geven de veiligheidsmarges aan in het touwtechnische systeem. System safety factors kan men statisch bekijken, door het systeem bijvoorbeeld op een whiteboard te projecteren en te analyseren. Daarnaast kan men analyseren wat de piekbelasting is in het systeem en daarmee de dynamic system safety factor bepalen. Dit doen we door te starten vanaf de kant waar de last haar input geeft. Rescue 3 International - European Manual v2.0 15

Hoofdstuk 3 Risicomanagement Voorbeeld 1 Massa van 200 kg geeft een kracht van 2 KN Nergens vindt een krachtenreductie plaats of een vermenigvuldiging van krachten, gezien het feit dat de last statisch aan het ankerpunt gefixeerd is zonder tussenkomst van katrolfuncties. Bepalen zwakste schakel = 25kN Bandslinge Static System Safety Factor (SSSF) = 25kN:2kN = 12.5:1 Voorbeeld 2 Massa van 200 kg geeft een kracht van 2 KN Nergens vindt een krachtenreductie plaats of een vermenigvuldiging van krachten, gezien het feit dat de last statisch aan het ankerpunt gefixeerd is zonder tussenkomst van katrolfuncties. Bepalen zwakste schakel = 30 KN Karabiners en knopen uitgaande van 25% reductie Static System Safety Factor (SSSF) = 30 KN : 2 KN = 15:1 Voorbeeld 3 Massa van 200 kg geeft een kracht van 2 KN Richtingsveranderingskatrol = krachten vermenigvuldiger (voorbeeld gaat uit van worst case scenario = 200%) Bepalen zwakste schakel = Karabiner RV (30 KN) Static System Safety Factor (SSSF) = 30 KN : 4KN = 7.5:1 16 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 3 Risicomanagement Voorbeeld 4 Massa van 200 kg geeft een kracht van 2 KN Richtingsveranderingskatrol = krachten vermenigvuldiger (voorbeeld gaat uit van gefixeerde lijn) Starten vanaf de takelkant, uitgaande van 2.2 KN input Bepalen zwakste schakel = Karabiner RV (30 KN) Dynamic System Safety Factor (SSSF) = 30 KN : 13.2 KN = 2.27:1 Er zijn in verschillende branches verschillende normen die men hanteert als het gaat om de minimum static safety factor. Werkveld Static System Safety Factor Hijsindustrie 5:1 of 7:1 NFPA 15:1 (maar alleen voor de lijn BCCTR 10:1 Internationale consensus 10:1 Bovenstaande veiligheidsfactoren gaan allen uit van statische veiligheidsfactoren. Deze zijn bedoelt om een schokbelasting op te vangen. De British Columbia Council for Technical Rescue neemt een piekbelasting van 15 KN als worst case scenario bij het optreden van een schokbelasting met een rescue last met een massa van 200 kg. In het geval er dus gewerkt wordt met een minimum static system safety factor van 10:1 en er treed een schokbelasting op van 15 KN, dan hebben we dus een een dynamic system safety factor van 1,33:1 als we er vanuit gaan dat onze ankerpunten (wederom in worst case scenario) 20 KN zijn. Rescue 3 International - European Manual v2.0 17

Hoofdstuk 4 Incident Management Hoofdstuk 4 Incident Management L.A.S.T. In een reddingsoperatie onderscheiden we vier componenten die uitgevoerd moeten worden, namelijk: Locate Access Stabilize Transport Waar bevindt het slachtoffer(s)zich? Hoe krijgen we toegang? Welke stabilisatie is er vereist. Is dit technisch of medisch van aard of allebei? Hoe halen we het slachtoffer weg? Welk vervolg dient er te gebeuren? Elke redding zal uiteindelijk deze vier componenten bevatten. Het gebruik van verticale technieken kan voor elk van deze vier componenten van belang zijn. Wellicht moeten we afdalen om locaties te inspecteren of om toegang te verkrijgen tot een patiënt. Iemand die aan een stalen object hangt en alleen met handen en voeten verbonden is, moeten we nadat we deze persoon bereikt hebben zo snel mogelijk stabiliseren (voorkomen dat deze kan vallen), vervolgens moeten we deze persoon transporteren naar een veilige omgeving. De stabilisatiecomponent kan ook betekenen dat er medisch gestabiliseerd dient te worden. Het beschikken over medisch geschoolde redders is daarom sterk aan te bevelen. 18 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 4 Incident Management Teamrollen De te onderscheiden teamrollen en verantwoordelijkheden zijn: Incident manager Veiligheidsmanager Taakleider werklijn Taakleider veiligheidslijn Redder(s) Medic Randmanager Materiaalbeheerder Operatieleider totale aansturing operatie controle totale systeem opbouw werklijn en bediening opbouw veiligheidslijn en bediening klaarmaken + bedienen PBM s SO en/of brancard medische zorg SO op afstand of aan lijn (kan tevens redder zijn) opbouw + bediening mobiel ankerpunt op rand beheren en uitgeven materialen vooraf, tijdens en achteraf leiding geven aan technische uitvoering van de redding na de veiligheidscontrole De incident manager dient degene te zijn met de meeste kennis, kunde en ervaring om zo efficiënt mogelijk een team aan te sturen en niets over het hoofd te zien. Bij de verdeling van de overige teamrollen dient er gekeken te worden naar kennis, kunde, ervaring en fysieke capaciteit. Daar waar men extra mensen heeft kunnen deze op basis van hun capaciteiten ingedeeld worden bij de diverse taken die gedaan moeten worden. Daar waar men niet voldoende mensen heeft om alle teamrollen in te vullen, kan men teamrollen samenvoegen en dezelfde personen meerdere rollen toedienen. Bij het organiseren van een efficiënte teaminzet tijdens een hoogtereddingsscenario komt een heleboel kijken. Gezien de specialistische materie en de veelal grote gevaren wordt de incident manager vaak sterk op de proef gesteld. De verschillende fases gedurende de inzet worden hierna weergegeven worden tezamen met mogelijke vragen en specifieke afwegingen die een incident manager zichzelf moet voorleggen. Rescue 3 International - European Manual v2.0 19

Hoofdstuk 4 Incident Management Situatieanalyse Zodra we reageren op een incident is het belangrijk dat we informatie verzamelen t.a.v. het incident. Deels zal informatie bekend worden via degene van wie we de inzetaanvraag ontvangen, maar voor een belangrijk deel zal de situatieanalyse gedaan moeten worden door het inzetteam zelf. Vragen die men dient te beantwoorden zijn o.a.: Hoeveel slachtoffers zijn er? Waar zijn deze slachtoffers exact? Wat is hun toestand? Met wat voor soort omgeving hebben we te maken? Wat zijn de specifieke gevaren Hoe komen we ter plaatse? Kunnen we de omgeving in, maar kunnen we er ook weer uit? Welke mensen en middelen hebben we ter beschikking? Hebben we aanvullende ondersteuning nodig van interne/ externe organisaties? In de tijd dat de incident manager zich over deze vraagstukken buigt, kan de rest van het team alvast een veiligheidszone opzetten, het materiaal op gestructureerde wijze uitleggen en een buddy check doen. Bij de situatieanalyse en in het bijzonder bij lokaliseren van het slachtoffer kan het voor de incident manager erg handig zijn om de taakleider werklijn en taakleider veiligheidslijn hierbij te betrekken, zodat deze zich meteen een beeld van de situatie kunnen vormen en mee kunnen denken in het ontwikkelen van een plan van aanpak! Niet alleen dienen we rekening te houden met het hier en nu. We dienen een vooruitziende blik te ontwikkelen en er zoveel mogelijk achter te komen hoe de situatie zich zou kunnen ontwikkelen! Het veranderen van de situatie kan betekenen dat de situatie voor de redder zich vereenvoudigt, maar kan ook betekenen dat het complexer wordt en wellicht gevaarlijker. Zaken die van invloed kunnen zijn op het scenario zijn bijvoorbeeld weersomstandigheden, waterstanden, instortingsgevaar. Aan de hand van de actuele feiten en de inschattingen die de incident manager maakt, moet de incident manager beslissen of het verantwoord is om een inzet daadwerkelijk uit te voeren of dat het niet verantwoord is en dat men standby moet blijven. Factoren die hierin een belangrijke rol kunnen spelen zijn of men te maken heeft met een zogenaamde redding of met een berging en wat zijn de risico s voor de redders. Niemand is er bij gebaat als er meerdere personen in de problemen komen, doordat er ondoordachte acties ondernomen worden of doordat een inzet gebaseerd is op adrenaline in plaats van op gezond verstand! Het maken van dynamische risico-inventarisaties (aan de hand van de wisselende omstandigheden) is iets wat een goede incident manager, maar ook een teamlid doorlopend dient te doen. In het geval er een onveilige situatie (dreigt) ontstaat kan men vroegtijdig ingrijpen. Om overzicht te bewaren, maar ook om verantwoording af te kunnen leggen en een goede evaluatie te kunnen houden is het van belang dat er een efficiënte en gedetailleerde administratie bij wordt gehouden van het inzetverloop. De incident manager dient tijdens de operatie 20 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 4 Incident Management zoveel mogelijk schematische administratie bij te houden en kan dit naderhand verder uitwerken in een rapportage. Plan van aanpak Nadat de situatie geanalyseerd is, zal de incident manager eventueel ondersteund door zijn taakleiders een plan van aanpak moeten ontwerpen. Hierin maken we gebruik van de standaard systemen die in een eerder stadium zijn ontwikkeld en geanalyseerd. Het proberen van iets nieuws tijdens het incident is niet de juiste plek om dit te doen. De incident manager kan goede ondersteuning krijgen van zijn taakleiders om de juiste strategie te bepalen, maar uiteindelijk dient de incident manager de eindbeslissing te nemen. Overwegingen bij het ontwerpen van een plan van aanpak kunnen zijn: dat zo snel mogelijk inzicht verkregen dient te worden in de medische situatie van het slachtoffer. Het verkrijgen van toegang door een medic (op afstand) moet dus zo snel mogelijk gebeuren. De medic bepaalt de tijdsfactor en of de redding omhoog of omlaag moet gaan (indien optie). De medic kan om deze redenen eventueel afzonderlijk en al in een vroeg stadium afdalen. het naar beneden sturen van de brancard zonder dat er een mobiel ankerpunt opgezet is, kan hier heel effectief zijn, mits de patiënt op een stabiel oppervlak in de brancard gefixeerd kan worden, terwijl er boven een mobiel ankerpunt opgezet kan worden. indien mogelijk wordt er niet recht boven het slachtoffer afgedaald om te voorkomen dat het slachtoffer geraakt wordt door vallende materie. in het geval van een pick off, dient er juist wel recht boven het slachtoffer afgedaald te worden. Teambriefing Zodra het plan van aanpak ontworpen is, is het zaak om het team een gedegen briefing te geven, zodat éénieder aan de slag kan met zijn/haar taak. Een briefing volgens een standaard patroon laten verlopen zorgt voor duidelijkheid en overzichtelijkheid. Het briefingsmodel SMEAC is erg populair en in gebruik bij tal van militaire en reddingseenheden. S Situation (Situatie) Wat is er gebeurt? Hoe lang is het gaande? Wie doet wat? M Mission (Missie) Wat gaan we doen? E Execution (Uitvoering) Hoe gaan we het doen? Met welke uitrusting en met hoeveel mankracht? Hoe lang? Rescue 3 International - European Manual v2.0 21

Hoofdstuk 4 Incident Management A Administration (Administratie) Registratie gebruikte uitrusting? Inzetplan? Rust/eten/drinken? Medische aanpak? C Command & Communications (leiding en communicatie) Wie heeft de leiding op welk moment? Waar is de commandopost? Hoe communiceren we? Opbouwfase Tijdens de opbouwfase bevraagt de incident manager regelmatig aan ieder teamlid wat en waarom deze zijn/haar taak op deze wijze uitvoert en hoe lang het nog duurt. Op deze wijze houdt de incident manager overzicht op de veiligheid en op de tijdsplanning. Hierin kan de incident manager de teamleden pushen en aanmanen tot spoed om de operatie te bespoedigen! De incident manager dient doorlopend vooruit te denken en plant/regelt logistieke ondersteuning, transport en opvang van de pers. Doorgaans kan de incident manager bij grotere organisaties beschikken over verdere ondersteuning om deze taken daadwerkelijk uit te voeren. Voorbereiding operatie Zodra de opbouw afgerond is, vraagt de incident manager aan de veiligheidsmanager om een totale systeemcheck te doen en daarvoor een tijdsinschatting te geven. Dit wordt opgevolgd met 1x lang fluitsignaal, gevolgd door: minuten tot de uitvoer van de operatie! Na een goedgekeurde systeemcheck draagt de incident manager de uitvoer van de operatie over aan de operatieleider, door 1x lang fluitsignaal, gevolgd door: Operatieleider heeft de leiding! De Incident manager blijft het totaal overzicht houden en overige zaken buiten de operatie regelen. Start operatie De operatieleider start de uitvoer van de operatie met: 1x lang fluitsignaal: De operatie gaat starten. Iedereen op positie! Stilte alstublieft! Operatieleider: Veiligheid, is het gehele systeem gecontroleerd? Antwoord veiligheidsmanager: Systeem gecontroleerd en klaar voor operatie! Operatieleider: Werklijn klaar? Antwoord werklijn: Werklijn klaar! 22 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 4 Incident Management Operatieleider: Veiligheidslijn klaar? Antwoord veiligheidslijn: Veiligheidslijn klaar! Operatieleider: Redder klaar? Antwoord redder: Redder klaar! Operatieleider: Randmanager klaar? Antwoord randmanager: Randmanager klaar! Nadat iedereen klaar is: Operatieleider: Veiligheidslijn klaar? Antwoord veiligheidslijn: Veiligheidslijn klaar! Operatieleider: Redder, nader de rand! Als de redder in positie is: Operatieleider: Werklijn, touw in en blokkeer! Adviseer wanneer gereed! Antwoord werklijn: Werklijn geblokkeerd! Operatieleider: Redder, test het systeem! Antwoord redder: Systeem getest Operatieleider: Redder, klaar voor afdalen? Antwoord redder: Klaar voor afdalen! 3 x kort fluitsignaal: Werklijn touw uit? Antwoord werklijn: Werklijn, touw uit! 1x kort fluitsignaal: Stop! Antwoord werklijn: STOP! Operatieleider: werklijn, klaarmaken om te takelen! Adviseer wanneer gereed! Antwoord werklijn: Werklijn, klaar om te takelen 2x kort fluitsignaal: Werklijn, touw in! Rescue 3 International - European Manual v2.0 23

Hoofdstuk 4 Incident Management Antwoord werklijn: Werklijn touw in! 1x lang fluitsignaal: STOP, iedereen STOP! Antwoord werklijn: Iedereen STOP! Iedereen kan het commando STOP geven. De operatieleider heeft de fluit altijd klaar om te fluiten om dit algemeen commando voor iedereen duidelijk hoorbaar te maken, direct gevolgd door de vraag: Waarom STOP?. Deze vraag wordt niet gesteld in het geval de redder dit commando geeft! De redder moet tenslotte de handelingen uitvoeren en heeft daarvoor vaak even tijd nodig! Na afloop Na afloop dienen alle materialen geteld, schoongemaakt, gecontroleerd en opgeruimd te worden. Houdt er hier in het bijzonder rekening mee dat iedereen tijdens het afbreken en opruimen ter plaatse geconcentreerd blijft werken en de veiligheid goed in de gaten blijft houden. Juist na afloop is het risico op ongevallen voor de redders het grootst door wellicht optredende vermoeidheid en het wegvallen van een bepaalde spanning of een ontstaan euforiegevoel. Van elke redding is het verstandig om een registratie/rapportage te maken, zodat er exact vastgelegd wordt hoe het verloop van de operatie is gegaan. Dit zorgt voor bewijslast t.a.v. inzetten en procedures en kan tevens waardevolle informatie leveren om mee te nemen in toekomstige trainingen en nieuwe inzetten. Het evalueren van het scenario is belangrijk om te leren voor de toekomstige scenario s. Op deze wijze kan er ook gericht getraind worden op mogelijk aandachtspunten. Tevens dient er ruimte te zijn voor het uiten van persoonlijke ervaringen en problemen die ontstaan zijn tijdens de operatie. 24 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Hoofdstuk 5 Basistechnieken Knopen Bij het uitvoeren van specialistische reddingstechnieken met behulp van touwen maken we veelal gebruik van diverse knopen. Zo gebruiken we knopen om ankerpunten te creëren, om redders en slachtoffer te verbinden met touwen en om materialen te fixeren. Er zijn boeken te koop waarin honderden knopen weergegeven zijn voor allerlei soorten toepassingen. Bij specialistische reddingstechnieken, zoals hoogteredding zijn er echter maar een beperkt aantal knopen die men dient te gebruiken. Afhankelijk van de kennis/kunde van de gebruikers kan men het aantal en de moeilijkheidsgraad van de knopen beperken. Naarmate men echter meer kennis/kunde heeft kan men er ook voor kiezen om een aantal knopen te gebruiken die het werken uiteindelijk éénvoudiger maken. Bij het gebruik van knopen zijn er een aantal zaken van belang: knopen reduceren de breeksterkte van het touw; uiteinden van knopen moeten minimaal 10x de diameter van het touw in centimeters zijn; knopen moeten functioneel zijn, kortom ze moeten het werk doen; knopen dienen netjes en overzichtelijk gelegd te worden, zodat een collega deze eenvoudig kan herkennen; de te gebruiken knopen moeten zoveel mogelijk de originele breeksterkte van de gebruikte materialen behouden als nodig is; knopen moeten na belasting weer los te maken zijn; knopen die gelegd worden dienen 100% goed gelegd te zijn, anders zijn ze hopeloos fout en gevaarlijk. Bij de navolgende knopen is er bewust voor gekozen om niet de hele methodische opbouw weer te geven die behoort bij het leggen van de diverse knopen, aangezien hier anders een compleet boek ontstaat op het gebied van knopen. Rescue 3 International - European Manual v2.0 25

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Basisknopen voor iedere hoogteredder Enkele steek Zaksteek Enkele achtknoop Dubbele achtknoop Terug gestoken achtknoop Achtknoop met twee lussen Mickey Mouse knoop Negenknoop Alpiene vlinderknoop 26 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Enkele paalsteek Mastworp Halve mastworp Blokkeerknoop halve mastworp Dubbele overhandse stopperknoop Dubbele vissersknoop Ankersteek Prussikknoop Rescue 3 International - European Manual v2.0 27

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Knopen voor gevorderde hoogteredders Yosemite paalsteek Paalsteek met dubbele overhandse stopperknoop Driedubbele paalsteek Constrictorknoop Integrerende paalsteek met lange uiteinden Dubbel geweven paalsteek met lange uiteinden Paalsteek inlijn Achtknoop inlijn 28 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Paalsteek met mastworp combinatie Bandslingeknoop Dubbele schootsteek met yosemite afbindmethode Dubbele overhandse slipknoop Dubbele halve mastworp Super halve mastworp Klemheist Bachman Rescue 3 International - European Manual v2.0 29

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Ankerpunten Bij hoogteredding hebben we vaak niet de luxe dat we vooraf allerlei ankerpunten kunnen plaatsen. Dit betekent dat we in de praktijk moeten zoeken naar materie die voorhanden is en waar we onze systemen aan kunnen bevestigen. Deze soorten ankerpunten kunnen van alles zijn, denkend aan, schoorstenen, liftschachten, bomen, rotsblokken, betonblokken, hekwerken, houten draagbalken. De meest voorkomende materie waaraan we ankerpunten kunnen maken zijn hout, steen/beton en staal. Ieder heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Bij het werken met ankerpunten dient de bouwer de stevigheid van de constructie te controleren en te beoordelen. Dit kan vaak lastig zijn, gezien het feit dat men vaak niet binnenin de constructie kan kijken. Aandachtspunten om ankerpunten op te beoordelen zijn: soort materie invloeden van hitte/koude/chemicaliën diameter roest/rot hol vs. niet hol scherpe randen omgevingsfactoren gunstige/ongunstige ligging kwaliteit v/d bevestiging aan grotere objecten Verder geldt: bij aanbindpunten aan verticale staanders: hoe dichter bij de grond, hoe sterker, gezien het feit dat we de hefboomwerking aanzienlijk minder groot maken. In geval van bomen: zijn ze levend of dood, is het een loof of een naaldboom Enkelvoudige ankerpunten Bij het gebruik van ankerpunten kennen we twee basisankerpunten, namelijk 1) Bombproof ankerpunten Deze ankerpunten zijn zo sterk en zo solide, dat we er spreekwoordelijk vanuit gaan dat deze de belasting die wij erop willen loslaten (uitgaande van worst case scenario) kunnen houden. In geval er enige twijfel rijst omtrent de vraag of een ankerpunt bombproof is, gaan we er vanuit dat dat niet zo is! 2) Marginale ankerpunten Marginale ankerpunten zijn ankerpunten die op zichzelf wellicht een statische belasting kunnen houden, maar die hoogstwaarschijnlijk onder invloed van schokbelasting niet sterk genoeg zijn om de complete belasting op te vangen zonder risico op uitbreken. 30 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Meervoudige ankerpunten Daar waar we ankerpunten niet enkelvoudig kunnen/willen belasten gaan we ankerpunten veelal met elkaar verbinden om diverse redenen: verdelen van krachten creëren van een backup in geval een enkelvoudig ankerpunt uitbreekt positioneren van een geschikter centraal aanbindpunt om vandaan te werken. Bij het creëren van meervoudige ankerpunten moeten we er in de bouwconstructie voor zorgen dat we in geval er een ankerpunt zou uitbreken de rest niet blootgesteld wordt aan een grote schokbelasting. Daar waar we met meervoudige ankerpunten werken die we met elkaar verbinden moeten we in acht nemen dat als deze door een lijn of band met elkaar verbonden worden, de interne hoek niet groter wordt dan 120 graden, aangezien we dan in plaats van krachten te verdelen, krachten gaan vermenigvuldigen. Speciale ankerpunten Speciale ankerpunten zijn ankerpunten die veelal een combinatie zijn van EV en MV ankerpunten, maar een bijzondere constructie hebben of een bijzonder aanbindpunt. Voorbeelden van enkelvoudige ankerpunten Ankerstrap Staalkabel Bandslinge dubbel Wrap 3 pull 2 met open bandslinge High strength tie off Rescue 3 International - European Manual v2.0 31

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Voorbeelden van meervoudige ankerpunten Krachtendriehoek 2 ankerpunten Krachtendriehoek 3 ankerpunten Y-hang met alpiene vlinderknoop Y-hang met mickey mouse knoop Krachtendelend ankerpunt BFK Integrerende V s Voorbeelden van speciale ankerpunten Voorgespannen backup Voertuigen als ankerpunt 32 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Beveiligen Bij redden op hoogte is het vaak mogelijk om een redding naar beneden te laten plaatsvinden. In het geval een redding naar beneden plaatsvindt dan hoeven we alleen maar gebruik te maken van de zwaartekracht. De zwaartekracht zorgt er al voor dat een last naar beneden wil. De taak van de redders bestaat er dan uit om ervoor te zorgen dat deze last gecontroleerd naar beneden gaat. Dit wordt gedaan door gebruik te maken van wrijving en in het bijzonder wrijvingsapparaten. Hoe meer wrijving er is, hoe minder kracht het kost om een last gecontroleerd te laten zakken. Er bestaan diverse soorten wrijvingsapparaten, die onder allerlei verschillende namen in de handel zijn. De 2 belangrijkste soorten beveiligingsapparaten zijn: 1) Conditionele beveiligingsmiddelen Conditionele beveiligingsmiddelen zijn wrijvingsmiddelen die in hun werking berusten op het feit dat deze door een persoon bediend dienen te worden om te blijven werken. In het geval de bediener, om wat voor reden dan ook, stopt met het bedienen van het apparaat dan stopt de werking van het apparaat en is de beveiliging opgeheven. Veelal komen deze beveiligingsmiddelen uit de sportklimwereld. Gezien hun werking zijn deze beveiligingsmiddelen niet geschikt voor het beveiligen in het verticaal vlak. Enkele van deze apparaten zijn echter uitstekend geschikt voor specifieke toepassingen op het gebied van wilderness, mountain en swiftwater rescue. 2) Zelfblokkerende beveiligingsmiddelen Zelfblokkerende beveiligingsmiddelen zijn wrijvingsmiddelen die in hun werking berusten op het feit dat deze niet door een persoon bediend dienen te worden om te blijven werken. In het geval de bediener, om wat voor reden dan ook, stopt met het bedienen van het apparaat dan stopt de werking van het apparaat niet en is de beveiliging nog steeds actief. Veelal zijn deze beveiligingsmiddelen ontwikkeld als persoonlijke afdaalapparaten in de speleologie en doorontwikkeld in de rope acceswereld. Niet alle apparaten die als persoonlijk afdaalapparaat ontwikkeld zijn, zijn echter even geschikt als beveiligingsapparaat op het gebied van hoogteredding. Bij de keuze van beveiligingsmiddelen dient men specifiek op onderstaande zaken te letten, alvorens een keuze te maken voor het juiste beveiligingsmiddel! Wat is de werking van het beveiligingsapparaat? Is deze zelfblokkerend of niet? Heeft het zelfblokkerend afdaalapparaat een antipaniekfunctie? Is het apparaat geschikt voor gebruik in de werk en/of de beveiligingslijn? Kan het beveiligingsapparaat ook gebruikt worden in een takelsysteem? Is het beveiligingsapparaat geschikt voor het gebruik met zware lasten? Is het beveiligingsapparaat in staat schokbelasting op te vangen, zonder dat dit schade oplevert en waarbij de goede en volledige werking van het beveiligingsapparaat behouden blijft? Rescue 3 International - European Manual v2.0 33

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Kan het apparaat gebruikt worden om persoonlijk mee af te dalen en/of te stijgen? Aan welke Europese normering voldoet het apparaat op het gebied van PBM s? Geeft de gebruikershandleiding van de fabrikant aan dat men het beveiligingsapparaat ook daadwerkelijk kan gebruiken zoals men voor ogen heeft? Aan de hand van bovenstaande vragen, zal duidelijk worden dat maar enkelen van de hierna weergegeven apparaten, die men veelal tegenkomt in het werkveld van technical rescue, ook daadwerkelijk geschikt zijn voor het gebruik met zware lasten in een hoogtereddingsscenario. 34 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Conditionele beveiligingsmiddelen Afdaalacht Beveiligingsapparaat voor klimmen Te gebruiken voor gecontroleerd afdalen Geschikt voor éénpersoons lasten Geen CE markering Geen PBM normering Niet voor schokbelasting Beveiligingsplaten Beveiligingsapparaat voor klimmen Niet te gebruiken voor gecontroleerd laten afdalen Geschikt voor éénpersoons lasten Geen CE markering Geen PBM normering Sommige apparaten kunnen gebruikt worden als zelfblokkerend beveiligingsmiddel HMS-karabiners Karabiner met knoop te gebruiken om te beveiligen Te gebruiken voor gecontroleerd afdalen Geschikt voor éénpersoons lasten In speciale configuratie te gebruiken met tweepersoonslasten Niet voor schokbelasting Rescue 3 International - European Manual v2.0 35

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Zelf blokkerende beveiligingsmiddelen Petzl grigri Beveiligingsapparaat voor klimmen Geschikt voor éénpersoons lasten Kan gebruikt worden in een katrolsysteem als teruglooprem Geen PBM normering Niet voor schokbelasting Petzl stop Persoonlijk afdaalapparaat Geschikt voor éénpersoons lasten Kan moeilijk gebruikt worden in een katrolsysteem als teruglooprem PBM normering Niet voor schokbelasting Petzl I d Persoonlijk afdaalapparaat Geschikt voor zware lasten Geschikt voor gebruik op de werklijn en als beveiligingsapparaat Kan gebruikt worden in een katrolsysteem als teruglooprem PBM normering Geschikt voor schokbelasting Traverse Rescue Belay Beveiligingsapparaat Geschikt voor zware lasten Niet geschikt voor gebruik op de werklijn. Alleen te gebruiken als beveiligingsapparaat CE markering Geschikt voor schokbelasting Slaagt als enige voor BCCTR droptest 36 Rescue 3 International - European Manual v2.0

Hoofdstuk 5 Basistechnieken Katrolsystemen Niet altijd is het mogelijk om een last te laten zakken. Ook kan het zo zijn dat wanneer men de last laat zakken, men niet op een plaats uitkomt waarvandaan men de last verder naar de gewenste plaats kan transporteren. Bijvoorbeeld, silo s, kelders, etc. In het geval de last dus omhoog moet gaan moet men zoveel kracht genereren dat zowel de zwaartekracht als de optredende wrijving overwonnen wordt. Katrolsystemen kunnen hier uitkomst bieden en kunnen zowel in het horizontale als in het verticale vlak gebruikt worden. Met behulp van katrolsystemen kan men krachten die men als input in een takelsysteem geeft vermenigvuldigen. Dit wordt het creëren van mechanisch voordeel genoemd. Naast het omhoog takelen van een last kan men met katrolsystemen tal van andere dingen doen, zoals: het gebruiken van katrollen om af te dalen (besloten ruimtes); het creëren van afleiders; het voorspannen van back-up ankerpunten; het creëren van zwevende ankerpunten; het positioneren van mobiele ankerpunten (één, twee- en driepoten); het horizontaal en/of verticaal kantelen van brancards; het takelen van een slachtoffer bij pick offs. Om katrolsystemen goed en veilig te kunnen gebruiken is het van belang dat men een goed inzicht heeft in de werking van deze systemen. Vaak ziet men dat er vooraf geïnstalleerde katrolsystemen een plaats hebben in de uitrusting van een reddingsteam. Deze vooraf geïnstalleerde systemen kunnen voordelen opleveren als het gaat om bijvoorbeeld tijdwinst. Geenszins moet het echter zo zijn dat reddingsteams volledig rekenen op deze vooraf geïnstalleerde systemen. Het kan namelijk zo zijn dat deze niet genoeg katrolwerking kunnen genereren, het katrolsysteem vergeten is, niet lang genoeg is, of uit elkaar gehaald is. Ieder teamlid dient te beschikken over een gedegen kennis aangaande het bouwen van katrolsystemen en aangaande hun werking. Alleen op deze wijze kan men maximale inzetbaarheid en toepasbaarheid van mens en materiaal garanderen. Naast optimaal gebruik van katrollen verhoogt het ook de veiligheid, doordat men niet alleen weet wat men doet, maar ook waarom men iets doet. Hierdoor worden gevaarlijke situaties voorkomen, waarbij men eindeloos katrolsystemen op elkaar blijft stapelen en men wellicht onaanvaardbaar grote krachten in een katrolsysteem creëert. Hiervoor is inzicht in de werking van katrollen van essentieel belang. Katrolwerkingen Algemene regels bij het werken met katrollen: Mechanisch voordeel wordt uitgedrukt als een veelvoud van de input. De input geldt altijd als waarde 1. Bijvoorbeeld 3:1, 4:1, 5:1, 9:1. Bij het uitdrukken van mechanisch voordeel wordt er over het algemeen gesproken over theoretisch mechanisch voordeel (TMV). Dit is het Rescue 3 International - European Manual v2.0 37