LADDERS EN TRAPPEN BRON: ARBOUW

Transcriptie

1 LADDERS EN TRAPPEN BRON: ARBOUW

2 Inleiding Gemiddeld overlijden 3-4 werknemers per jaar als gevolg van een val van ladder of trap, 20 werknemers per jaar houden permanent letsel hieraan over. Een trap of een ladder is dus een risicovolle arbeidsmiddel, daarom is het belangrijk om hier zorgvuldig mee om te gaan. In deze toolbox behandelen we de afspraken die gemaakt zijn rondom het werken met ladders en trappen.

3 Wanneer mag de ladder/trap gebruikt worden? Ladders zijn bedoeld om op de werkplek te komen, niet als werkplek. Alleen wanneer er geen gebruik gemaakt kan worden van alternatieve arbeidsmiddelen, zoals een (rol)steiger, hoogwerker, mag (mits veilig) een ladder worden toegepast. Wanneer mag er gebruik gemaakt worden van een ladder of trap als werkplek?: - Operationeel-economisch: bv bereikbaarheid werkplek, opstelmogelijkheden, zeer korte gebruiksduur - Veiligheidskundig: de risico s van het gebruik van een ander arbeidsmiddel ligt hoger.

4 Wetgeving Ladder of trap zijn als werkplek niet toegestaan wanneer een ander, veiliger arbeidsmiddel kan worden gebruikt.

5 Beslisboom gebruik ladder/trap Als er belemmeringen zijn om een ander arbeidsmiddel in te zetten om op hoogte te werken, bijvoorbeeld een steiger, rolsteiger of hoogwerker dan mag een trap of ladder gebruikt worden mits voldaan wordt aan deze beslisboom. De belemmeringen kunnen zijn: de bereikbaarheid werkplek, opstelmogelijkheden, zeer korte gebruiksduur, 2. Als het gebruik van een ander arbeidsmiddel gevaarlijker is dan het gebruik van een ladder of een trap mag een ladder of een trap gebruikt worden mits voldaan wordt aan deze beslisboom N is 10 kilogram

6

7

8 Technische staat Trappen en ladders worden ieder jaar gekeurd. Controleer of de ladder/trap waar je mee gaat werken gekeurd is. Controleer de ladder/trap voor je er mee gaat werken of deze nog in goede staat verkeerd. Geen deuken, scheuren of gebogen bomen of sporten. Beugels behoren deugdelijk gemonteerd te zijn. Rubberen voetstukken horen in tact te zijn.

9 Veilig plaatsen ladders en trappen (1) Zorg voor voldoende vrije ruimte om de ladder op te stellen. Ladder/trap zwaarder dan 25 kg of langer dan 4 meter met 2 personen verplaatsen. Werk niet buiten op ladder/trap bij windkracht 6 Bf of hoger, gladheid, zware regen. Zorg dat de opstelplaats opvalt, zet zo nodig de omgeving af, laat niet onbeheerd achter. Blokkeer deuren als de ladder/trap ervoor moet staan. Zorg voor een horizontale stevige vlakke en harde ondergrond. Neem zo nodig maatregelen om wegzakken te voorkomen zoals stabiliteitsbalk onder de ladder, geborgd tegen schuiven met ladderschoenen of prikpaaltjes. Voorkom wegglijden aan onderzijde door stroeve ondergrond of vastzetten (met hulpstukken zoals ladderstopper of laddermat). Plaats een ladder met de ladderbomen tegen de vlakke constructieve delen van het te beklimmen object. Dus nooit tegen onderdelen die daar niet op zijn berekend, zoals dakgoten, randen, ramen of waterslagen.

10 Veilig plaatsen ladders en trappen (2) Gebruik houten of kunststof ladders/trappen in de buurt van elektra. Borg een ladder aan de bovenzijde tegen zijwaarts wegglijden (met touw of speciale borgvoorzieningen). De ladder moet minimaal 1 meter doorsteken boven het te betreden oppervlak. Zorg voor een veilige overstap (zonder valgevaar). De opstelhoek van de ladder is 75 graden. Hierbij is de afstand van de voet van de ladder tot de muur gelijk aan een kwart van de lengte van de ladder. Of als je met je voeten tegen de bomen staat en je armen recht vooruit de bomen kan vastpakken. Let bij de opstelling op automatisch bewegende geveldelen of zonwering (zet deze uit). Borg onderdelen van meerdelige ladders en schuifladders. Voorwerpen zwaarder dan 10 kg of groter dan 1 meter mogen niet op de ladder/trap gehanteerd worden. Als een ladder of trap op een balkon of galerij wordt gebruikt, moet het leuningwerk verhoogd worden tot 1 meter boven de stand van de voeten. Trappen met vergroot stavlak moeten 60 cm boven de hoogste staplaats voorzien zijn van een steunpunt.

11