Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied. Verspreidingsinformatie ten behoeve van externe werking



Vergelijkbare documenten
Documentnummer AMMD ( )

Beoordeling ganzenbeheermaatregelen en externe werking: analyse van acht Natura gebieden in Noord-Holland

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever


Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS

Natura 2000 gebied Markiezaat

Effectenanalyse FBP Noord-Holland Natura 2000-gebieden. Oktober 2009

Kitesurfen in Noord-Hollandse Natura 2000-gebieden

Natura 2000 gebied 72 - IJsselmeer

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten

Watervogels in IJsselmeer en Markermeer: seizoensverslag 2004/2005

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 7 augustus

Ganzen in de winter in Noord-Holland

Deel 4H: Deelonderzoek Vogels & vliegveiligheid

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09

HET VOGELRICHTLIJNGEBIED UITERWAARDEN VAN DE NEDERRIJN

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Verordening Natura 2000-gebieden Noord-Holland.

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Voortoets ruimtelijke structuurvisie Zaanstad

: Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Natura-2000 gebied IJsselmeer

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 3 oktober 2016 tot vaststelling van de Verordening Natura 2000-gebieden Noord-Holland.

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever:

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Plan van Aanpak Natura 2000 Noord-Holland. Hoe gaat de provincie Noord-Holland aan de slag met Natura 2000?

Analyse vogels & vliegveiligheid vliegveld Lelystad

omgevingsdienst HAAGLANDEN

PROVINCIE FLEVOLAND. Wat. Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager.

! " #! " "$ % &'%&()#" & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &, " & ") * '34( '5+(! "'!2%( && % &5" )+ & "&" "$& "&& ) * % " " 5" & "$)* & )!

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

1 7 AUG ir. dis. M. Wings over Holland T.a.v. De heer Huizenga Emoeweg PC LELYSTAD

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen

Natuurtoets amovatie eenheden FL30 en 32 Maxima-centrale, Lelystad

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 31 juli

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Natura 2000 gebied Grevelingen

Achtergrondinformatie Natura 2000-gebieden

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland

IJsselmeer

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

MER/SMB Bloemendalerpolder /KNSF-terrein

Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Wintergasten in Zwolle. Tussenresultaten tellingen winterhalfjaar 2009/2010

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000 Beheerplan IJsselmeergebied IJsselmeer

Natuurherstel in het zeekleilandschap: mag het iets meer zijn? Mennobart van Eerden Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

Ornithologisch jaarverslag Texel 2011

Voortoets Natuurbeschermingswet wintergasten gemeente Zwolle. Resultaten tellingen winterhalfjaar 2010/2011

Interessante vogelkijk locaties

Watervogels in het Lauwersmeer in 2010/2011

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

Habitattoets inpassingsplan verbreding N244

Waterwild*1! Eenden% A) Grondeleenden* Ze#hebben#allen#water#nodig#voor# 1 Voedsel# 1 Huisvesting# 1 Voortplanting#

Bestemmingsplan Noorderplassen West. 1 Aanleiding. 2 Voorgenomen wijziging. Quickscan natuurwetgeving

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.N februari 2012 SKu/RvS

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

OCMNL ZEEWOLDE VOORTOETS NATUURBESCHERMINGSWET - VERDIEPINGSSLAG -

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - februari 2016

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelderland, water(vogel)land! Leer ze herkennen en tellen.

Natura 2000 gebiedendocumenten leeswijzer

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Vogelcursus 2017 Zwemmers en waders. IVN Barneveld André en Marco van Reenen

Notitie. 1 Aanleiding

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Quick scan ecologie woningen op Marken

Projectnummer: :0.4

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

PROVINCIE FLEVOLAND. 'erbeek. mr. drs T. van der Wal. Geacht College,

Transcriptie:

Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 Verspreidingsinformatie ten behoeve van externe werking

2

Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 Verspreidingsinformatie ten behoeve van externe werking D.M. Hoogeboom, F. Visbeen, D. Tanger, C. van den Tempel en T. Baas Landschap Noord-Holland Rapportnummer: 13-007 2013 Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 3

4

Samenvatting In deze tabel staan de belangrijkste bevindingen per soort op provinciaal niveau. Specifieke informatie over een afhankelijkheidsrelatie tussen een Natura 2000 en ander staat hier niet in, maar kan worden teruggevonden bij de soortteksten. Representativiteit gegevens Bijdrage overige geb. aan provinciaal doel Bijdrage NH aan landelijk doel Naardermeer Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Vogelrichtlijn (nb) Fuut - - + x x x Aalscholver - - + x x x x Lepelaar ± - + x x x Kleine Zwaan + + ± x x x Toendrarietgans ± + ± x Kleine Rietgans + - - x Kolgans ± ± ± x x x x x Dwerggans + + + x x Grauwe Gans - ± ± x x x x x x x x Brandgans + ± ± x x x Bergeend ± - ± x Smient - - + x x x x x x x x x Krakeend - + ± x x x x x Wintertaling - + ± x x Wilde eend - - ± x Pijlstaart + - ± x Slobeend ± - ± x x x x x x x Krooneend + - + x Tafeleend + - + x x x x Kuifeend + - + x x x Toppereend + - + x x Brilduiker + - ± x x Nonnetje + - ± x x x x Grote Zaagbek + - + x x Meerkoet - ± ± x x x x x Kluut ± - + x Goudplevier - - + x x x Kievit - - ± x x Kemphaan - - ± x Grutto ± - + x x x x x Wulp ± ± ± x x Dwergmeeuw + - + x x Reuzenstern + - + x Zwarte Stern + - + x x Habitatrichtlijn Noordse woelmuis ± + + x x x x x x Markermeer en IJmeer IJsselmeer Eilandspolder Wormer-Jisperveld & Kalverpolder Polder Westzaan Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske Polder Zeevang Abtskolk en de Putten Zwanenwater en Pettemerduinen Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 5

6

Auteurs D.M. Hoogeboom, F. Visbeen, D. Tanger, C. van den Tempel en T. Baas Foto s en afbeeldingen C. van den Tempel Foto cover G. Tik ProjectcoördinatiE Dorien Hoogeboom Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Rapport van Afdeling Onderzoek & Advies Landschap van Landschap Noord-Holland, Postbus 222, maart 2013 Wijze van citeren Hoogeboom, D.M. & F. Visbeen, D. Tanger, C. van den Tempel, T. Baas, 2013. Vogelen Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000. Verspreidingsinformatie ten behoeve van externe werking. Rapportnummer 13.007. Landschap Noord-Holland, Heiloo. Inhoudsopgave 1. Inleiding 7 2. Vogelrichtlijnsoorten 10 Fuut 10 Aalscholver 12 Lepelaar 14 Kleine zwaan 18 Toendrarietgans 20 Kleine rietgans 22 Kolgans 24 Grauwe gans 26 Dwerggans 28 Brandgans 30 Bergeend 32 Smient 34 Krakeend 36 Wintertaling 38 Wilde eend 40 Pijlstaart 42 Slobeend 44 Krooneend 46 Tafeleend 48 Kuifeend 50 Toppereend 52 Brilduiker 54 Nonnetje 56 Grote zaagbek 58 Meerkoet 60 Kluut 62 Goudplevier 64 Kievit 66 Kemphaan 68 Grutto 70 Wulp 72 Dwergmeeuw 74 Reuzenstern 76 Zwarte stern 78 Noordse woelmuis 80 Literatuur 83 Bijlage 85 Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 7

Tabel 1. Voor de Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten die in deze rapportage worden behandeld, zijn instandhoudingsdoelen geformuleerd voor verschillende Natura 2000-en. Naardermeer Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer IJsselmeer Eilandspolder Wormer-Jisperveld & Kalverpolder Polder Westzaan Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske Vogelrichtlijn (nb) A005 Fuut x x x A017 Aalscholver x x x x A034 Lepelaar x x x A037 Kleine Zwaan x x x A039b Toendrarietgans x A040 Kleine Rietgans x A041 Kolgans x x x x x A042 Dwerggans x x A043 Grauwe Gans x x x x x x x x A045 Brandgans x x x A048 Bergeend x A050 Smient x x x x x x x x x A051 Krakeend x x x x x A052 Wintertaling x x A053 Wilde eend x A054 Pijlstaart x A056 Slobeend x x x x x x x A058 Krooneend x A059 Tafeleend x x x x A061 Kuifeend x x x A062 Toppereend x x A067 Brilduiker x x A068 Nonnetje x x x x A070 Grote Zaagbek x x A125 Meerkoet x x x x x A132 Kluut x A140 Goudplevier x x x A142 Kievit x x A151 Kemphaan x A156 Grutto x x x x x A160 Wulp x x A177 Dwergmeeuw x x A190 Reuzenstern x A197 Zwarte Stern x x Habitatrichtlijn H1340 Noordse woelmuis x x x x x x Polder Zeevang Abtskolk en de Putten Zwanenwater en Pettemerduinen 8

1. Inleiding Natura 2000 en zijn natuuren die zijn aangewezen in het kader van de Europese Vogel- en/of Habitatrichtlijn. Ze vormen een samenhangend netwerk in de Europese Unie (Ministerie van LNV, 2008). Het doel van deze richtlijnen is het tot staan brengen van de achteruitgang van biodiversiteit. Voor elk Natura 2000- zijn doelstellingen geformuleerd voor de dieren en vegetaties waarvoor ze zijn aangewezen. Om deze doelen te behalen worden maatregelen genomen en worden activiteiten getoetst op hun invloed op de Vogelen Habitatrichtlijnsoorten. Niet alleen activiteiten in een Natura 2000- hebben invloed op de staat van instandhouding van de soort, ook activiteiten buiten het kunnen de natuurwaarden in een beïnvloeden. Zo rust de smient bijvoorbeeld op het open water van Natura 2000 IJsselmeer, waarna hij s nachts foerageert op de binnendijkse graslanden buiten het Natura 2000-. Verlies van dergelijke graslanden zou direct effect kunnen hebben op de instandhoudingsdoelen van deze soort. De smient heeft een afhankelijkheidsrelatie met en buiten dit Natura 2000. Dit wordt externe werking genoemd. Er bestaat geen ruimtelijke grens voor externe werking: de effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van de soorten en habitattypen in het Natura 2000- zijn bepalend, ongeacht de afstand tot het beschermde. Afdeling vergunningen van Provincie Noord-Holland heeft onvoldoende informatie over de verspreiding van soorten van de Vogel- en Habitatrichtlijn, die een afhankelijkheidsrelatie hebben met en buiten de begrenzing van het Natura 2000- (zie Tabel 1). Het gaat om belangrijke rust- en slaapplekken van watervogels, belangrijke foerageeren en kolonies of verblijfplaatsen buiten het natuur. Provincie heeft onvoldoende gegevens over dergelijke relaties in het kader van externe werking. Aangezien zij te maken heeft met vergunningaanvragen, is hier wel dringend behoefte aan. van het project Het doel van dit project is om verspreidingsgegevens van niet-broedende Vogelrichtlijnsoorten en noordse woelmuis in kaart te brengen die een afhankelijkheidsrelatie met en buiten Natura 2000 hebben en het belang van deze en voor de instandhoudingsdoelstelling in te schatten. Deze gegevens dienen ter ondersteuning bij de beoordeling van vergunningaanvragen. Opbouw rapportage In het hoofdstuk methode staat beschreven hoe dit rapport tot stand is gekomen en welke gegevens er zijn gebruikt. Daarna worden de soorten besproken. Per soort hebben we een verspreidingskaart afgebeeld en geven we informatie over de Natura 2000 doelstellingen, functie van de Natura 2000 en en de overige en waar de soort voorkomt. We eindigen het rapport met een samenvatting in de vorm van een tabel. Onderzoeksvraag Wat is de bijdrage van en buiten Natura 2000 waarmee de Natura 2000 soort een afhankelijkheidsrelatie heeft aan het instandhoudingsdoel van het Natura 2000? Deelvragen 1. Wat is de verspreiding van de soort 2. Zijn de verspreidingsgegevens van de soort representatief? 3. Komt de soort buiten Natura 2000 en voor? 4. Welke functie vervullen de overige en voor de soort? 5. Is er een afhankelijksrelatie van de soort tussen de overige en en het Natura 2000? 6. Welke bijdrage leveren deze overige en aan het in standhoudingsdoel van het Natura 2000? 7. Welke bijdrage levert Noord-Holland aan de landelijke in standhoudingsdoelstelling van de soort? 8. Wat is de kwetsbare periode van de soort? Figuur 1. Vogel- en Habitatrichtlijnen Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 9

Uitvoering Provincie Noord-Holland is opdrachtgever voor dit project. Vanuit Landschap Noord-Holland coördineerde Dorien Hoogeboom het project. Frank Visbeen en Dirk Tanger hebben inhoudelijk bijgedragen aan de rapportage en Carola van den Tempel en Theo Baas GIS analyses uitgevoerd. Wij zijn allen werkzaam bij het team Onderzoek & Databeheer van Landschap Noord-Holland. Vanuit SOVON Vogelonderzoek Nederland, waren Dirk Zoetebier en Menno Hornman betrokken, voor het leveren van de database en toelichting daarover. Bij het braakbalonderzoek hebben we samengewerkt met Nico Jonker, mensen van de kerkuilenwerkgroep en Dick Bekker (Zoogdiervereniging). Methode Landschap Noord-Holland heeft bij SOVON uitgebreide datasets opgevraagd. Die hebben we in Excel en in GIS bewerkt en geanalyseerd in combinatie met expert judgement. Er is veelvuldig overleg geweest met de databeheerder van SO- VON. Per vogelsoort is aangegeven of het kaartbeeld representatief is of dat de soort op meerdere plekken in Noord-Holland voorkomt, en of de en buiten Natura 2000 wezenlijk bijdragen aan de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000 en. Deze inschatting is gemaakt op basis van telgegevens van SOVON en expert judgement. Voor de verspreiding van noordse woelmuis hebben we met vrijwilligers braakballen geplozen. Wanneer er 150 prooidieren zijn vastgesteld per territorium, hebben we een betrouwbaar beeld van de populatie kleine zoogdieren in dat territorium. Een kerkuil heeft een actieradius van 0,5 tot 5 km, zodat kan worden aangegeven dat er binnen dat territorium wel of geen noordse woelmuizen voorkomen. Als landelijke gemiddelde wordt 1 kilometer aangehouden. De braakballen zijn verzameld door mensen van de kerkuilenwerkgroep en andere contactpersonen. Gegevens Vogelrichtlijnsoorten Seizoensgemiddelden Gedurende de winterperiode worden in een aantal en in Noord Holland alle watervogels maandelijks van september tot april geteld. Dit gebeurt al enige jaren op een gestructureerde wijze. De hele provincie is ingedeeld in telen. Desondanks wordt slechts een deel van de en daadwerkelijk geteld. In de meeste gevallen gaat het om telen die in of langs Natura 2000 en liggen. Op basis van deze tellingen zijn door SOVON Vogelonderzoek Nederland de seizoensgemiddelden per tel berekend. Het seizoensgemiddelde is het gemiddelde aantal individuen over twaalf maanden van juli tot en met juni, met medeneming van de maanden waarin de soort afwezig is. De seizoensgemiddelden zijn berekend door het totaal aantal getelde vogels en het aantal bijgeschatte vogels. Bijschattingen worden gebruikt om niet getelde telen in een bepaalde maand in een bepaald jaar (uitgevallen tellingen door verschillende omstandigheden) toch van een aantal te voorzien. De seizoensgemiddelden zijn per soort in kaart gebracht. Daarvoor zijn de meest recente beschikbare gegevens gebruikt, namelijk seizoen 2008-2009. Per tel zijn de aantallen gecategoriseerd weergegeven. De categorieën zijn zo gekozen dat de spreiding in de aantallen goed wordt weergegeven. Op deze manier is in een oogopslag te zien welke en van groot belang zijn voor de aangewezen niet broedvogel soorten. Vogeldagen Van ganzen en zwanen zijn meer telgegevens beschikbaar. Deze dieren worden in meer en geteld. De weergave is echter in vogeldagen en niet in seizoensgemiddelden. Het aantal vogeldagen wordt op de volgende manier berekend: het aantal exemplaren van de maandtelling wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen van die maand. Vervolgens worden de resultaten van de maanduitkomsten uit het betreffende seizoen bij elkaar opgeteld. Noordse woelmuis Zoals al eerder genoemd, hebben we de gegevens over de verspreiding van noordse woelmuis verkregen door middel van het organiseren van pluisavonden. In 2012 zijn tien pluisavonden georganiseerd bij Landschap Noord-Holland en daarnaast hebben heel wat scholen en natuureducatie centra meegeholpen. In 2012 kwam dat neer op ruim 1000 vrijwilligers (sommige mensen doen meerdere keren mee). Behalve gegevens over noordse woelmuis uit braakballen is ook gebruik gemaakt van de NDFF. In de kaarten is onderscheid gemaakt tussen braakbalgegevens en overige waarnemingen 10

Figuur 2 Bij de wintervogeltellingen worden alle watervogels in de winter geteld. De ganzen en zwanentellingen beperken zich tot deze soortgroepen (Bron: SOVON). Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 11

2. Vogelrichtlijnsoorten Fuut De drie aangewezen en hebben voor de fuut met name een functie als foerageer en rui. Ruiplekken bevinden zich onder andere langs de Houtribdijk, de kust bij Zeevang en de Afsluitdijk. Zeer bijzonder is de broedkolonie in de Compagnieshaven bij Enkhuizen. Het is de grootste futenkolonie van Nederland en mogelijk zelfs van Noordwest Europa. De soort is het hele jaar present, met verhoogde aantallen in augustus tot en met november en in maart. Het IJsselmeer levert de grootste bijdrage in Nederland na de Grevelingen (voorheen de grootste bijdrage) en is vooral van belang in de maanden augustus-oktober (ruiperiode). Met name de omgeving van de Houtribdijk (Markermeer & IJmeer) en het Enkhuizerzand (IJsselmeer) zijn dan van grote betekenis. Futen hebben een voorkeur voor rustige en met genoeg voedsel als vis en waterinsecten. Futen verplaatsen zich s nachts meer van de kust af om te foerageren. De afname van fuut heeft mogelijk te maken met concurrentie om kleine vis met sterke jaarklassen van de snoekbaars (Eemmeer & Gooimeer) en met de afname van prooidieren, met name van spiering rond 1990 en afname van het doorzicht van het water (Markermeer & IJmeer, IJsselmeer). Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Futen die s winters van elders naar Nederland trekken verblijven vaker in grotere groepen in buitendijkse en. De futen die in binnendijkse wateren verblijven, zoals het Kinselmeer en Barnegat, zijn vermoedelijk standvogels die ook in de nabije omgeving hebben gebroed. De aantallen in deze en dragen nagenoeg niet bij aan de instandhoudingsdoelstellingen van het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer en Eemmeer en Gooimeer. Tijdens vorst kunnen futen wel verplaatsen tussen de Natura 2000 en (IJsselmeer en Randmeren) en bovengenoemde en. Overige en waar de soort voorkomt Twiske, Oostelijk Vechtplassen, Het Zwanenwater en Alkmaardermeer en Mokbaai. Het gaat hier om maximaal enkele tientallen exemplaren die hier foerageren en rusten. Voor een deel zal het om lokale broedvogels gaan. Verder kunnen bij vorst grote aantallen futen zich voor de Noordzeekust ophouden. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 Eemmeer & Gooimeer f - = = 160 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Markermeer en IJmeer f - = = 170 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. IJsselmeer f - = = 1300 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 12

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 13

Aalscholver Alle aangewezen en vervullen een functie als foerageer. De grootste aantallen aalscholvers (duizenden) worden aangetroffen in het zuidelijk deel van het IJsselmeer, en komen uit omliggende broedkolonies en rustplaatsen (zoals Oostvaardersplassen, De Ven bij Enkhuizen, Steile Bank, Workumerwaard (Friese IJsselmeerkust) en nabij Andijk). De aalscholvers die foerageren in het Markermeer komen uit de broedkolonies en rustplaatsen in Naardermeer, Lepelaarplassen en Oostvaardersplassen. Tegenwoordig broeden er zo n 11.000 broedparen verspreid over de zeven kolonies in Noord-Holland en Flevoland: het eiland De Kreupel, Vooroever Onderdijk, De Ven bij Enkhuizen, Trintelhaven, Oostvaardersplassen, Lepelaarsplassen en het Naardermeer (Noordhuis, 2010). De aanwijzing van de Oostelijke Vechtplassen voor de aalscholver heeft met name betrekking op de functie slaapplaats. De soort is het hele jaar present in het Eemmeer en Gooi- meer, met sterk verhoogde aantallen in september/oktober. De recente lichte afname heeft mogelijk te maken met het te kort aan voedselaanbod in het algemeen en door het ondoorzichtige water in het Markermeer. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De inschatting is dat slechts een klein deel van de vogels van het IJsselmeer, Markermeer en Vechtplassen buiten de Natura 2000 en foerageert. Overige en waar de soort voorkomt Texel (vooral zuidpunt), Marsdiep en Balgzand. Verder Twiske en in mindere mate Zeevang, Eilandspolder en Alkmaardermeer. De Noordzee is de laatste decennia belangrijker geworden als foerageer voor de vogels die broeden in Het Zwanenwater en PWN duinen (o.a. Hoefijzermeer en Vogelmeer). En tijdens vorstperiodes kunnen er duizenden aalscholvers in de Noordzeekust voorkomen Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Oostelijke Vechtplassen Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 s + = = geen Eemmeer & Gooimeer; Markermeer en Ijmeer; f + + f + = = 160 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Eemmeer & Gooimeer Markermeer en Ijmeer; f + = = 2600 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. IJsselmeer f + = = 8100 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 14

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 15

Lepelaar Alle aangewezen en fungeren onder andere als foerageer, maar ook als rustplaats, zoals de Eilandspolder- Oost in de zomermaanden. Lepelaars pleisteren in het IJsselmeer vooral langs de Makkumer- en Kooiwaard (incl. de omgeving van Gaast) en op de Mokkebank. Na de broedtijd verspreiden lepelaars zich en houden zich op in en in voornamelijk laag Nederland, met genoeg voedsel (visjes en garnalen). Door toename van het aantal broedparen (meer dan 2500 in 2011, (zie www.werkgroeplepelaarnederland.nl), gaat het nu om ruim 5.000 adulte vogels en ruim 1500 jongen zich na de broedtijd verspreiden. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De omliggende droogmakerijen zoals Wijde Wormer, Beemster en Schermer kunnen van belang zijn voor de vogels die rusten in de Eilandspolder. Precieze aantallen en betekenis zijn echter onbekend. In alle wateren die ondiep zijn en met een bepaalde draagkracht van de bodem (zand, klei, dus niet teveel bagger of veen) zijn tegenwoordig lepelaars voedselzoekend aan te treffen. Overige en waar de soort voorkomt De Mokbaai op Texel, de polders op Texel en het Balgzand herbergen behoorlijke aantallen (Mokbaai tot 75, Balgzand tot 300 ex). Deze vogels hebben een relatie met de broedlocaties op Texel en Balgzand, maar na de broedtijd komen er ook velen bij uit andere (wadden)kolonies. Mogelijk is er ook uitwisseling met belangrijke en in het IJsselmeer. Daarnaast zijn sommige polders en droogmakerijen van belang als foerageeren voor lepelaars, zoals Belmermeer en Broekermeer. Zo was vroeger de Schagerkogge van belang voor de lepelaars uit het Zwanenwater en foerageren vogels uit de Oostvaarderplassen in de droogmakerijen als de Wijde Wormer. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Markermeer en IJmeer Landelijke SvI kwaliteit populatie f + = = 2 IJsselmeer f + = = 30 Eilandspolder f + = = 2 Belangrijke en voor N2000 doel Wadden en Oostvaardersplassen Wadden en Oostvaardersplassen Beemster, Schermer en Wijde Wormer Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 b+f + + b+f + + f ± ± 16

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens). Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 17

Kleine zwaan De kleine zwaan is een wintergast, vooral aanwezig in oktober-december, met kleinere aantallen tot maart. Alle aangewezen en fungeren als foerageer. Het IJsselmeer levert daarnaast als slaapplaats een relatief grote bijdrage. Die liggen ter hoogte van de Wieringermeer en de Noordoostpolder. De Steile Bank vervult ook een functie als rustplaats. De landelijke afname van de kleine zwaan (staat van instandhouding matig ongunstig) is grotendeels verbonden aan fluctuaties in de van de internationale populatie en heeft in het IJsselmeer mogelijk tevens te maken met concurrentie met andere soorten (knobbelzwaan). Kleine zwanen in het IJsselmeer concentreren zich recent sterk langs de Friese kust, waar ze foerageren op waterplanten. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Als kleine zwanen net in Nederland zijn binnengekomen foerageren ze nog op plekken met wortelknolletjes van fontein- kruiden. Daarna gaan over op graslanden en akkerresten en een deel trekt door naar Engeland. Belangrijke en voor kleine zwanen met een directe relatie met de Natura 2000 en (IJsselmeer en Waddenzee) zijn de Wieringermeer en de polders op Texel. De vogels foerageren hier voornamelijk op bouwland waar zij de oogstresten zoals voederbieten eten. De Bloemendalerpolder, Noordpolder, Polder Katwoude, Rietbroek en Monnikenbroek zijn foerageer (grasland) voor vogels die het Markermeer, IJmeer en Gooimeer als rust gebruiken. Ook vogels uit de Zeevang zullen het Markermeer als slaapplaats gebruiken. Overige en waar de soort voorkomt Buiten de bovengenoemde en komen er nauwelijks grote aantallen kleine zwanen voor behalve in de Bovenkerkerpolder waar soms 50-100 vogels worden waargenomen. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige en aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Eemmeer & Gooimeer Landelijke SvI kwaliteit populatie f - = = 2 IJsselmeer f+s - = = 20 foer/ 1600 slaap Polder Zeevang f - = = 30 Belangrijke en voor N2000 doel Bloemendalerpolder / Noordpolder Functie belangr. Afhankelijkheidsr elatie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 f ± ± Wieringenmeer f + + Markermeer, mogelijke Polder Katwoude f - - 18

Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 19

Toendrarietgans Het IJsselmeer vervult voor de toendrarietgans de functie als slaap- en rust. De ganzen foerageren op oogstresten in omliggende akkerbouwen. Ze kunnen daarvoor afstanden van enkele tientallen kilometers afleggen. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De vogels die op Texel, en in de Anna Paulownapolder en Wieringermeer verblijven en foerageren, hebben een directe relatie met de slaapplaatsen op de Waddenzee (Balgzand) en het IJsselmeer. Als ze worden verstoord in hun foerageer heeft dat ook effecten op de aantallen in het slaap. Overige en waar de soort voorkomt Buiten de bovengenoemde en komen toendrarietganzen voor in Spaarnwoude, Polder Katwoude en de Haarlemmermeer. Daarnaast worden tijdens de ganzentellingen in de overige en (Zeevang, Waterland Oost en Vechtstreek) enkele vogels waargenomen. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige en aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit IJsselmeer s + = = populatie Belangrijke en voor N2000 doel Wieringermeer en Texel Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 f + + 20

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens). Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 21

Kleine rietgans Kleine rietgans gebruikt het IJsselmeer voornamelijk als rusten slaapplaats (met name de Friese IJsselmeerkust tussen Kornwerderzand en Makkum, tussen Piaam, Workum en Steile Bank). Het gewenste doelniveau heeft betrekking op de foerageerfunctie. De slaapplaatsfunctie is waarschijnlijk belangrijker, maar er zijn niet voldoende telgegevens voor kwantificering in het doel. De soort is vooral aanwezig van oktober tot en met december en sterk geconcentreerd op de Steile Bank. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling In Noord-Holland liggen geen belangrijke en voor de kleine rietgans. De belangrijkste foerageeren liggen in zuidwest Friesland waar met name in oktober-november 20.000-30.000 verblijven. In recente jaren gaat het in die periode om 15- a 20.000 exemplaren. Overige en waar de soort voorkomt In de winter worden tijdens de maandelijkse ganzentellingen soms enkele vogels waargenomen in Waterland Oost, Wieringermeer en op Texel. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gering Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 IJsselmeer r+s + = = 30 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 22

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 23

Kolgans De kolgans gebruikt het IJsselmeer, Abtskolk en de Putten en de Oostelijke Vechtplassen om te foerageren en te slapen. Het Naardermeer hoofdzakelijk als slaapplaats. Polder Zeevang vervult met name de functie als foerageer. De slaapplaats bestaat uit ondiep water waar ze veilig kunnen staan. Ze foerageren op graslanden en soms op oogstresten (met name suikerbiet) of wilde planten. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De precieze relatie tussen slaapplaats en foerageer is moeilijk vast te stellen. Kolganzen kunnen een behoorlijke actieradius hebben vanuit de slaapplaats en verschillende foerageeren exploreren. In principe foerageren ze in direct omliggende geschikte graslanden en als die er niet zijn trekken naar verder gelegen graslanden. De ganzen die in Zeevang foerageren, gebruiken het Markermeer en met name de Oostvaardersplassen als rust- en foerageer. Naast Zeevang worden ook andere graslanden die tegen de kust van het Marker-, en Eemmeer aanliggen, als foerageer gebruikt. Bijvoorbeeld de Noordpolder, Eempolder en aansluitende vechtpolders. Dat geldt ook voor kolganzen die slapen in het Naardermeer, Oostelijke vechtplassen en het IJmeer en Gooimeer (alleen bij vorst). Overige en waar de soort voorkomt Texel, West Friesland (polders langs IJsselmeer), Eilandspolder, Polder Mijzen, Wormer- en Jisperveld, Wijde Wormer, Ilperveld, Waterland Oost, Bovenkerkerpolder, Ronde Hoep, Nieuwe Keverdijkse polder, Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer, Spaarnwoude, polders rondom Alkmaardermeer. De kolganzen foerageren in deze en op grasland. Daarnaast liggen slaapplaatsen in het Alkmaardermeer en Vinkeveense plassen. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gemiddeld Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit Naardermeer s + = = Oostelijke Vechtplassen populatie f+s + = = 920 Belangrijke en voor N2000 doel Omliggende polders zoals Keverdijkse polder, Hilversumse Meent Omliggende polders zoals Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer Functie belangr. Afhankelijkheidsr elatie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 f ± ± f ± ± Eemmeer & Gooimeer f+s Noordpolder f ± ± IJsselmeer f+s + = = 4400 foer/ 19000 Friese graslanden f ± ± slaap Polder Zeevang f + = = 1000 uitwisseling omliggende graslanden, Polder Katwoude, Waterland Oost, Markermeer en Ijmeer f+r ± ± Abtskolk en de Putten f+s + = = 1000 Verenigde Harger en Pettemerpolder, Polder Q en L en Groeterpolder f ± ± 24

Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 25

Dwerggans Abtskolk en de Putten wordt gebruikt als rust- en slaapplaats. De foerageeren liggen onder andere in de Vereenigde Harger- en Pettemerpolder en de ruime omgeving van de Abtskolk zoals Polder Q en L. In de Abtskolk zelf rusten ze. Dwergganzen zijn aanwezig in de periode november tot met half maart. Dwergganzen slapen in de duinmeren van het Zwanenwater. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Voor de dwergganzen die jaarlijks in de Abtskolk & de Putten en Het Zwanenwater verblijven zijn de omliggende polders zoals de Groeterpolder, Verenigde Harger- en Pettemerpolder, Polder Q en L van belang als foerageer. Overige en waar de soort voorkomt Buiten de N2000 en worden in sommige jaren enkele vogels gezien in de Groetpolder, De Rijperweeren in Waterland Oost en de Hilversumsche Bovenmeent (seizoensgemiddelde 1 ex). Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige en aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 Abtskolk en de f+r -- = = 20 Groeterpolder f + + Putten Verenenigde Harger- en 20 Pettemerpolder, Zwanenwater s -- = = (seizoens f + + Groeterpolder, Polder Q en L max) en Abtskolk de Putten. 26

Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 27

Grauwe gans Alle aangewezen en, met uitzondering van Polder Zeevang en het Naardermeer hebben de functie foerageer en slaapplaats. In het Ilperveld, Oostzanerveld, Varkensland en Twiske en in Polder Zeevang komt de grauwe gans in het hele foeragerend voor. Grauwe ganzen gebruiken het Markermeer/IJmeer als slaapplaats en rust en foerageren in de aangrenzende polders van Noordpolder, Bloemendaler polder, Waterland Oost, Polder Katwoude, Marken, de Zeevang, In het IJsselmeer concentreren ze langs de Friese kust en de vooroevers bij Andijk. Ze foerageren en rusten hier in de oevers. De slaapplaatsen in de Oostelijke Vechtplassen bevinden zich in de Spiegelplas, Ankeveensche Plassen en Breukeleveensche Plas. Ook het Naardermeer wordt gebruikt als slaapplaats. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Aangrenzende en als de Keverdijkse polder, Hilversumse Meent, Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer, de Noordpolder, Bloemendalerpolder, Waterland Oost, Polder Katwoude, De Kogen, graslanden rondom Polder Zeevang en Groeterpolder, zijn van belang voor de grauwe gans. Ze liggen rondom de Natura 2000 en en maken deel uit van het foerageer. Overige en waar de soort voorkomt De grauwe gans is een algemene vogel in Noord-Holland en neemt in aantal toe. De vogel wordt in steeds meer en waargenomen. Grauwe ganzen blijken in toenemende mate te ruien in het waar zij, al dan niet, jongen grootbrengen. Naast de bovengenoemde en zijn Texel, Amstelmeer, Anna Paulownapolder, Wieringen, noord Wierin-germeer, randen West-Friesland, Alkmaardermeer, Wormer- en Jisperveld, Zaanstreek, Eilandspolder, Polder Mijzen, Haarlemmerliede, Spaarnwoude, Ronde Hoep en Bovenkerkerpolder van belang. Belangrijke ruiplaatsen liggen in Zwanenwater, noordkant Alkmaardermeer, Waterland Oost en Oostvaardersplassen. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gemiddeld Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 Naardermeer s + = = Keverdijkse polder, Hilversumse Meent f ± ± Oostelijke Heintjesrak- en Broekerpolder, f+s + = = 1200 Vechtplassen Horstermeer f ± ± Eemmeer & Noordpolder en Overscheensef+s + = = 300 Gooimeer polders f ± ± Waterland Oost, Zeevang, Markermeer en Polder Katwoude, De Kogen, f+s + = = 510 IJmeer De Noordpolder, f ± ± Bloemendalerpolder IJsselmeer f+s + = = 580 West Friesland f ± ± Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & f+s + = = 90 omliggende graslanden f ± ± Twiske Polder Zeevang f + = = 190 omliggende graslanden in de Zeevang f ± ± Abtskolk en de Putten f + = = Verenenigde Harger- en 600 Pettemerpolder, (seizoens Groeterpolder, Polder Q en L max) en Abtskolk de Putten. f ± ± 28

Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 29

Brandgans Het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer fungeren vooral als slaapplaats, de Polder Zeevang met name als foerageer. De soort is aanwezig van oktober-april, met een piek in februari-april, vlak voor de wegtrek. Ze verblijven dan hoofdzakelijk langs de Friese kust tussen Kornwerderzand en Makkum, tussen Piaam, Workum en Steile Bank waar ze slapen en foerageren. In recente jaren ook in Zeevang, polder Katwoude en Waterland oost. De hoogste aantallen in de aangewezen en liggen in het IJmeer en het oostelijke deel van Polder Zeevang nabij het Markermeer wat als rust- en slaapplaats wordt gebruikt. Voorts zijn de Oostvaarderplassen als slaapplaats van belang voor de brandganzen die in Noord-Holland voedsel zoeken. Er is een duidelijke relatie tussen slaapplaatsen en foerageeren op binnendijkse graslanden. Geschikte slaapplaatsen bestaan uit ondiep water waar de vogels in kunnen staan. Waterbergingsen worden vanwege geringe waterdiepte ook steeds meer gebruikt. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Zeevang vormt met de omringende en in het zuidelijk deel van Waterland een belangrijk voor brandganzen in Noord-Holland. De brandgans neemt sterk toe als overwinteraar. Belangrijke slaapplaatsen liggen in het IJsselmeer, de Oostvaardersplassen en IJmeer/Markermeer (de Hoecklingsdam in Waterland Oost). Vanuit slaapplaatsen trekken de vogels naar de verschillende foerageeren in Noordpolder, Waterland Oost, Zeevang en West Friesland. Overige en waar de soort voorkomt Polder Eierland, Dijkmanshuizen, Amstelmeer, Wieringen, oostelijk deel West Friesland, Westerkogge, Beetskoog, Eilandspolder, Alkmaardermeer, Wormer- en Jisperveld, Ilperveld, Ronde Hoep, Noordpolder beoosten Muiden, Horstermeer. Voor een deel betreft het hier plaatselijke broedvogels. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gemiddeld Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Markermeer en IJmeer Landelijke SvI kwaliteit populatie f+s + = = 160 IJsselmeer f+s + = = 1500 foer/2 6200 max Polder Zeevang f + = = 70 Belangrijke en voor N2000 doel Waterland Oost, Polder Katwoude, Noordpolder Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 f ± ± vooral Friesland f ± ± omliggende graslanden f ± ± 30

Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 31

Bergeend Het heeft voor de bergeend met name een functie als foerageer. De bergeend concentreert zich langs de Friese IJsselmeerkust. De soort is het hele jaar present, met een piek in oktober/november als het lagere winterpeil is ingesteld en op droogvallende grond of in ondiep water gefoerageerd kan worden. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling In het IJsselmeer concentreren zich vogels die vanuit verschillende (broed)en afkomstig zijn. Ze trekken na het broeden ook naar Zeeland en de Wadden. In de binnendijkse en worden ook bergeenden waargenomen, maar aantallen zijn te beperkt om wezenlijk bij te dragen aan het instandhoudingsdoel dat voor het IJsselmeer geldt. Overige en waar de soort voorkomt Balgzand en Texel (o.a. Mokbaai, Slufter, Schorren) zijn belangrijke en waar veel bergeenden zich kunnen ophouden. Het wadden is van groot belang als voedsel- en rui. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheidsr Bijdrage aan doel elatie met N2000 N2000 IJsselmeer f + = = 210 Texel en waddenzee b+r+f + + 32

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 33

Smient De smient overwintert in Nederland en is vooral aanwezig van oktober-april. Rustplaatsen liggen langs de Friese kust en tussen Marken en Durgerdam, t Zwet (Wormer- en Jisperveld), Stootersplas (Twiske), meertjes in Eilandspolder-West, oa. Wijde Blik, Loenderveensche Plas (Oostelijke Vechtplassen), overige brede vaarten en ondergelopen percelen van de Natura 2000 en. De slaapplaatsen bestaan uit open water. Ze foerageren onder andere op graslanden in de Zeevang gebruikt, noord-oostzanerveld, Ilperveld en Varkensland. In het Wormer- en Jisperveld foerageert de smient in het hele. Ook is er uitwisseling van smienten met andere voedselen in de ruime omgeving, zoals smienten van het IJsselmeer. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gering Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Belangrijke slaapplaatsen zijn het IJsselmeer, Markermeer (relatie Zeevang) en Alkmaardermeer (relatie Wormer- en Jisperveld). Ook de delen van de Zeevang buiten de Natura 2000 grenzen zijn van belang. Smienten zijn waarschijnlijk erg plaatstrouw. Bij ijsvorming trekken zij naar open water. Polders en wateren in de directe omgeving kunnen van belang zijn voor de vogels in de Natura 2000 en, zoals wateren in Waterland Oost (Braken, Aeen en Dieen, Kinselmeer) en waterbergingsen in West Friesland. De relatie tussen Natura 2000 en en graslanden daarbuiten is vaak onduidelijk omdat smienten in de nacht kunnen foerageren buiten de Natura 2000 en en overdag rusten op water daarbinnen. Overige en waar de soort voorkomt Alkmaardermeer, Polder Waal en Burg, Polder het Noorden en Zeeburg op Texel, Ouderkerkerplas, Ursemmerplas, Spiegelplas. Vooral bij vorst neemt de betekenis van de wateren toe die niet of moeilijk dichtvriezen (Ouderkerkerplas, Jagersplas en Ursemmerplas). Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) 34 Natura 2000 Functie N2000 Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer Landelijke SvI kwaliteit populatie + = = 2800 s + = = 4900 s + = = 15600 IJsselmeer s+f + = = 10300 Eilandspolder + = = 7000 Wormer-Jisperveld & Kalverpolder Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske f+s + = = 5800 f+s + = = 6400 Polder Zeevang s+f + = = 12400 Abtskolk en de Putten f+r + = = 1600 (seizoens max) Belangrijke en voor N2000 doel Keverdijkse polder, Hilversumse Meent Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer Waterland Oost, Polder Katwoude, Ae en Dieen, Kinselmeer omliggende graslanden en kleinere wateren omliggende graslanden omliggende graslanden omliggende graslanden en Jagersplas omliggende graslanden in de Zeevang omliggende graslanden Functie belangr. Afhankelijkheidsr Bijdrage aan elatie met N2000 doel N2000 f ± ± f ± ± f+r ± ± f+r ± ± f ± ± f ± ± f+r ± ± f+r ± ± f ± ±

Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland -Titel jaar Veranderen in Basi-begin hst 35

Krakeend Alle aangewezen en fungeren als foerageer. In de grotere meren is de krakeend gebonden aan de (dijk) oevers. De soort is het hele jaar present, met pieken in augustus/november en maart/april. In augustus/september concentreren de krakeenden zich in het IJsselmeer vooral langs het noordelijk deel van de Friese westkust, Steile Bank en vooroever Andijk en in de rest van het jaar komen ze verspreid voor in het IJsselmeer. Vooral langs de dijken waar zij op basaltblokken voedsel zoeken. Overige en waar de soort voorkomt De krakeend is de laatste jaren sterk toegenomen als broedvogel in Noord-Holland met een zwaartepunt in de waterrijke en van Laag Holland. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Een zwaartepunt van de verspreiding ligt in de veenweideen van Laag Holland en de Vechtstreek. In de winter concentreren krakeenden zich meer in groepen. Dan zijn de omliggende graslanden buiten de N2000 van belang. Een belangrijke ruiconcentratie is vastgesteld in Polder IJdoorn (>200 ex). In de strenge winters concentreert een deel van de vogels op waterzuiveringlocaties waar zij profiteren van het open water en gunstige voedselomstandigheden. De precieze relatie met de N2000 en is dan onduidelijk. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige en aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie f + = = 40 f + = = 90 f + = = 90 IJsselmeer f + = = 200 Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & f + = = 200 Twiske Belangrijke en voor N2000 doel waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) Functie belangr. Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 f+r ± ± f+r ± ± f+r ± ± f+r ± ± f+r ± ± 36

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 37

Wintertaling De aangewezen en hebben met name een functie als foerageer. De soort is vooral aanwezig in de trektijd, augustus tot en met november en maart. In die periode komt de wintertaling voor langs de Friese westkust, Steile Bank, baai van Lemmer en vooroever Andijk. In de Eilandspolder zijn natte en ondergelopen (grasland)percelen van belang. Verder kunnen ze s winters overal voorkomen zolang er maar voldoende rust is en er ondiep water aanwezig is. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De Eilandspolder en IJsselmeer zijn specifiek aangewezen voor de wintertaling. Voor het overgrote deel gaat het om doortrekkers en overwinterende vogels. De directe relatie met omliggende en is onbekend. Mogelijk is een relatie tussen het IJsselmeer en binnendijks gelegen en zoals Wieringermeer en de waterbergingsen in West Friesland. Overige en waar de soort voorkomt De wintertaling kan in de trektijd in verschillenden waterrijke delen van Noord-Holland voorkomen zoals op Texel (Roggesloot, Polder het Noorden, Dijkmanshuizen e.o., Horsmeertjes), Balgzand bij Den Oever, Alkmaardermeer, Guisveld, Wormer- en Jisperveld, oostelijk deel Polder Zeevang, Oostzaan, Twiske, Ilperveld. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige en aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheids relatie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 IJsselmeer f - = = 280? onbekend onbekend onbekend Eilandspolder f - = = 130? onbekend onbekend onbekend 38

Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telen. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 39

Wilde eend Het IJsselmeer en Eilandspolder hebben voor de wilde eend met name een functie als foerageer. Voor het IJsselmeer is de soort vooral een wintergast (september tot en met februari) en komt voor verspreid over het gehele, minder langs de Houtrib- en Afsluitdijk. De belangrijkste concentraties bevinden zich langs de Friese westkust, Steile Bank en vooroever Andijk. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De wilde eend is een algemeen voorkomende soort in Noord-Holland. Precieze uitwisseling tussen en is niet bekend. Overige en waar de soort voorkomt Texel is het belangrijkste voor deze soort (maxima tot 760 ex), daarnaast zijn de Zeevang en andere waterrijke delen van Laag Holland en de Vechtstreek van belang (max tot 150 ex). Buiten deze en komt de wilde eend algemeen voor. Concentraties kunnen voorkomen bij dorpen waar ze soms worden gevoerd, en in droogmakerijen na de oogst van tarwe als de wilde eend op het valgraan komt foerageren. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige en aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Natura 2000 en met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rust, f=foerageer, s=slaap, b= broed, populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 Functie N2000 Landelijke SvI kwaliteit populatie Belangrijke en voor N2000 doel Functie belangr. Afhankelijkheidsre latie met N2000 Bijdrage aan doel N2000 IJsselmeer f + = = 3800 geen n.v.t. n.v.t. n.v.t. 40