AFSPRAKENLIJST BIJEENKOMST KLANKBORDGROEP EXTERNE VEILIGHEID NOENES d.d. 9 november 2004. 1. Welkom. Burgemeester Ronnes heet de klankbordgroepleden welkom. De heren Krul, Hoes, Allaert, Mengerink en Holterbosch zijn afwezig. De heer Henri Artz is aanwezig als vijfde vertegenwoordiger van het bestuur van de Vereniging van Recreanten. 2. Verslag bijeenkomst van 7 oktober 2004 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Bereikbaarheid a. Veiligheid Het college van burgemeester en wethouders heeft in haar vergadering van 9 november 2004 besloten: 1. Onder veiligheid te verstaan een algemeen maatschappelijk aanvaard risico waaraan wordt voldaan als: a. Alle propaantanks voldoen aan wettelijke eisen c.q. bepalingen. b. De eisen uit de bouwverordening worden nagekomen. 2. Het begrip veilig, zoals hierboven omschreven, mee te delen aan klankbordgroep en op te nemen in het verslag zodat iedereen er kennis van kan nemen. Het doel van de gemeente blijft alle opslag van brandbare gassen en vloeistoffen uit de Noenes weg te krijgen. Op het gebied van de milieuwetgeving kan dit doel echter niet wettelijk worden afgedwongen. Inzet van de gemeente is het voldoen aan wettelijke eisen en bepalingen. Wellicht is door middel van handhaving van het bestemmingsplan een sterfhuisconstructie mogelijk. Propaantanks zijn immers bouwvergunningsplichtig. De klankbordgroep merkt op dat het niet expliciet verbieden van bovengrondse particuliere propaantanks binnen het gebied, de realisatie van een ringleiding bemoeilijkt. b. Onderhoudsplan wegen. De gemeente verwacht in februari 2005 het onderhoudsplan -inclusief planning- gereed te hebben. c. Uitvoering bereikbaarheid. Bijgevoegd is een overzicht met daarop de eisen uit de Bouwverordening 2004 en de aanbevelingen vanuit de brandweer. Een éénrichtingsweg dient aan dezelfde eisen te voldoen. De gemeente bekijkt of in eerder vastgestelde Bouwverordeningen dezelfde eisen werden gehanteerd en zo nee, hoe hiermee wordt omgegaan (actie gemeente). De Bouwverordening maakt op het punt van bereikbaarheid geen onderscheid tussen een recreatiegebied en een woongebied. Een lid van de klankbordgroep stelt dat de gemeente in een eerder stadium, schriftelijk, andere eisen heeft voorgelegd.. Afgesproken wordt dat deze brieven van de gemeente door de individuele leden van de klankbordgroep worden opgezocht (actie bestuur Vereniging van Recreanten en perceeleigenaren). Enkele leden van de klankbordgroep vinden de eisen uit de Bouwverordening buiten proportioneel. Een andere aanwezige zag liever dat de adviezen van de NVBR zouden worden gehanteerd. De burgemeester geeft aan dat de wijze van denken over veiligheid in de afgelopen, jaren door een aantal calamiteiten, sterk is veranderd. Dit resulteert in steeds strengere wetgeving. De burgemeester is van mening dat de gemeente zich zeer redelijk opstelt door zich te beperken tot de eisen uit de Bouwverordening en de nog strengere voorschriften van de brandweer te vertalen in aanbevelingen.
d. Soort verharding. Voor de aanleg van paden is een aanlegvergunning noodzakelijk. Bij de beoordeling van de aanlegvergunning wordt ook de beoogde verharding meegenomen. Een lid van de klankbordgroep merkt op dat alleen al door de aanwezigheid van kabels en leidingen (stroom, telefoon e.d.) onder de paden, een asfaltverharding niet mogelijk is. De burgemeester adviseert in verband met de legeskosten één aanlegvergunning aan te vragen voor alle paden in het gebied. e. Bluswater. De brandweercommandant meldt dat hij er nog niet helemaal uit is. Er liggen leidingen met 3 verschillende diameters in het gebied te weten 110 mm, 63 mm en 40 mm. Alleen de leiding met een diameter van 110 mm voldoet aan de minimumeis van 1.000 liter per minuut. Voor het grootste gedeelte is de bluswatervoorziening dus niet toereikend. De Bouwverordening geeft aan dat er bij het ontbreken van een toereikende openbare blusvoorziening een doeltreffende niet-openbare bluswatervoorziening moet zijn. De precieze locaties die wel en niet voldoen zijn nog niet in beeld gebracht. Een lid van de klankbordgroep merkt op dat een leiding met een diameter van 63 mm in principe 1.000 liter water per minuut (60 m 3 /uur) moet kunnen leveren. De brandweercommandant meldt dat de waterleidingsmaatschappij ter plaatse heeft vastgesteld dat er slechts 20 m 3 per uur kan worden afgenomen. Daarnaast wijst hij op tegengestelde belangen. De waterleidingsmaatschappij legt liever leidingen met een zo klein mogelijke diameter aan vanwege besmettingsgevaar. De verblijftijd van water in een leiding mag in het kader van gezondheid niet te lang zijn. Opgemerkt wordt dat het vreemd is dat bij de afwezigheid van voldoende openbaar bluswater een particulier moet zorgen voor aanvullende maatregelen. De burgemeester wijst erop,dat bij de ontwikkeling van woonwijken de gemeente zorgt voor voorzieningen, waaronder bluswater. De kosten die hiermee gepaard gaan, worden verdisconteerd in de grondprijs voor bouwgrond. De Noenes is niet op deze wijze ontwikkeld en de gemeente heeft dan ook geen hand gehad in de aanleg van voorzieningen. Het voordeel is een goedkopere grondprijs en het nadeel is dat de particulier dan zelf moet zorgen voor de faciliteiten. Ditzelfde geldt overigens voor de particulier die in het buitengebied bouwt. De vraag wordt gesteld of grondwaterputten bij particulieren meetellen voor het leveren van bluswater. De brandweercommandant merkt op dat een grondwaterput bij een particulier meestal zit op een diepte van 6 à 7 meter. Dergelijke putten leveren veel te weinig water om voor de brandweer van enige betekenis te kunnen zijn. f. Riolering. Middels een notariële acte is door de gemeente op 86 particuliere percelen op de Noenes erfdienstbaarheid gevestigd. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat daar waar door de gemeente riolering is aangelegd, er ook erfdienstbaarheid is gevestigd. 4 Propaantanks De gemeente stelt dat de propaantanks aan de wetgeving moeten voldoen. In dit geval gaat het over het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer, dat voor geheel Nederland gelijk is. In deze regeling wordt verwezen naar de richtlijn van de Commissie ter Preventie van Rampen 11-3. De bij dit Besluit behorende afstandseisen zijn als bijlage toegevoegd. De minimale afstand tussen de opstelplaats van de tankwagen/vulpunt en een recreatiewoning van derden staat in de bijlage niet vermeld. Deze afstand bedraagt 20 meter. Inmiddels heeft het ministerie van VROM laten weten dat de afstand tussen een propaantank bij een huis en een andere woning die ook over een propaantank beschikt wordt teruggebracht van 15 meter naar 7,50 meter. Het bovengenoemde Besluit zal hierop door VROM worden aangepast. Naast aan de afstandseisen dienen de propaantanks en appendages ook aan de overige voorschriften te voldoen.
Vanuit de klankbordgroep wordt gevraagd of de perceeleigenaren nu meteen aan de slag moeten met de propaangastank en/of de bluswatervoorziening. Naar aanleiding hiervan vraagt de burgemeester naar de vorderingen van het onderzoek van het bestuur van de Vereniging van Recreanten naar alternatieve energievoorzieningen (agendapunt 5). 5 Verslag bevindingen klankbordgroep. De voorzitter van de vereniging geeft aan dat er offertes zijn aangevraagd bij de propaangasleveranciers, de aardgasleverancier en leveranciers van warmtepompen. Met betrekking tot deze laatste groep is tevens Essent gevraagd in hoeverre het energienet voldoet aan de stroombehoefte van de warmtepompen. Tot op heden zijn nog geen offertes ontvangen. Vervolgens ontstaat een discussie tussen bestuursleden van de vereniging en propaangasleveranciers. De leveranciers zijn van mening dat er nog te veel onduidelijkheden zijn om een goede offerte uit te kunnen brengen.. Als voorbeelden worden genoemd de aanpassingen van de paden, de aanleg van opstelplaatsen voor de hulpdiensten, de benodigde toestemmingen van de perceeleigenaren en de aanwezigheid van kabels en leidingen zonder dat hiervan de precieze ligging bekend is. Ook wijzen zij op mogelijke discussiepunten in de wetgeving zoals de aan te houden perceelsgrens: het midden van het pad of de rand van het pad? Ook spreekt de wet van de afstand tussen de tank en een woning die zelf beschikt over een propaantank. Hoe wordt in dit kader omgegaan met meerdere woningen op één propaantank? Op juridisch gebied worden door de propaangasleveranciers en de vertegenwoordiger van de Vereniging van Vloeibaar Gas (VVG) twee opmerkingen gemaakt: 1. een propaantank dient pas te voldoen aan het nieuwe Besluit nadat deze toe is aan keuring. Zolang dit niet het geval is, blijft deze vallen onder het vorige Besluit opslag propaan milieubeheer; 2. er is een gerechtelijke uitspraak over een soortgelijke situatie. Daarbij heeft de rechter geredeneerd dat er zoveel gebruik werd gemaakt van propaangas dat het hele gebied aangemerkt kan worden als aangesloten op een propaantank. De gemeente ziet deze twee opmerkingen graag onderbouwd (actie propaangasleveranciers en VVG). Tevens wordt opgemerkt dat in de discussie zaken door elkaar lopen. De vragen over de ligging van de propaantanks, staan los van de problemen met betrekking tot de aanleg van een ringleiding. Een bestuurslid van de vereniging is verbaasd dat de propaangasleveranciers deze onduidelijkheden nooit eerder naar voren hebben gebracht. Een ander lid van de klankbordgroep reageert verwonderd omdat er kennelijk door de leveranciers propaantanks zijn geplaatst in strijd met de wetgeving. De vertegenwoordiger van de VVG wijst erop dat het laatste vooral wordt veroorzaakt door de perceeleigenaren zelf, doordat zij nabij de tank van alles aanplanten, opslaan en bijbouwen. Burgemeester Ronnes beëindigt de discussie en concludeert dat op de eerste plaats duidelijk moet worden waar verbreding van de wegen en paden gaat plaatsvinden voordat de gasleveranciers voldoende informatie hebben om een betrouwbare offerte te maken. 6. Datum volgende vergadering en sluiting Burgemeester Ronnes sluit de vergadering om 18.00 uur. De volgende bijeenkomst van deze klankbordgroep zal plaatsvinden op woensdag 15 december 2004 van 19.30 tot 21.00 uur in het gemeentehuis. Luc van Beurden, 16-11-2004
afstand tot bebouwing waar een brandweerauto moet kunnen komen minimale breedte minimale hoogte Tweezijdig bereikbaar doodlopende wegen Zijwegen c.q. zijpaden aan doodlopende wegen opstelplaats afmetingen opstelplaats keerlus afmetingen keerlus soort verharding Eisen Bouwverordening 2004 Aanbevelingen 10 meter 4,50 meter waarvan 3,25 meter verhard 4,20 meter Niet geregeld in de Toegestaan volgens de Bouwverordening doch moet wel een breedte hebben van minimaal 4,50 meter. Niets over geregeld in de Op grond van de Bouwverordening is een opstelplaats vereist nabij een voor mensen bedoeld bouwwerk. De afmeting is niet geregeld in de Niet opgenomen in de Niet opgenomen in de Moet geschikt zijn voor motorvoertuigen van 14.600 kg. Ook dient de afwatering van de verharding op orde te zijn. Elk adres zou tot op 40 meter via twee onafhankelijke routes bereikbaar moeten zijn. Een doodlopende weg zou niet langer moeten zijn dan 40 meter tenzij er een keerlus of keermogelijkheid aanwezig is. Zijwegen/-paden aan doodlopende wegen zouden niet langer moeten zijn dan maximaal 10 meter. Aan de breedte van die zijwegen zou dan geen eis gesteld hoeven worden. Mede op grond van de Handleiding Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid wordt als nabij een afstand van maximaal 40 meter gehanteerd. De opstelplaats moet zodanig van afmetingen zijn dat een brandweerauto met de gemiddelde afmetingen van 7,50 x 2,50 meter vlot in kan rijden en vervolgens rondom bereikbaar is voor gebruik van materialen en gereedschappen. Andere (hulpverlenings)voertuigen moeten kunnen passeren. De afmeting zou 4 x 10 meter moeten zijn met een vrije hoogte van 4,20 meter. Bij een grotere lengte dan 40 meter van een doodlopende weg zou een keerlus (maar in ieder geval een keermogelijkheid) aanwezig moeten zijn. Onder een keerlus wordt verstaan een mogelijkheid waar een normale brandweerauto met één keer steken kan keren. Uiteraard dient de verharding aan dezelfde eisen te voldoen als een wegverharding. Aan de opsteller van de Handleiding (NVBR) is gevraagd om nadere specificatie van afmetingen. Niet alleen de totale massa is van belang, ook de aslast. Deze is ca. 10.000 kg. De verharding dient zodanig te zijn dat deze het gewicht van de brandweerauto kan dragen, ook bij frequent gebruik en mindere weersomstandigheden.