Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis



Vergelijkbare documenten
Schrijf een goede betogende brief bij geschiedenis

Opdracht behorend bij les Schrijf een goede betogende brief bij geschiedenis

LESPLANNEN GS-HOLOCAUST

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Een betoog is een tekst waarmee je als schrijver de lezer wilt overtuigen van jouw standpunt.

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

EEN ZAKELIJKE BRIEF SCHRIJVEN NEDERLANDS

RUBRIC ARGUMENTEREN. Toelichting

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Lesopzet Opstellen leerdoelen en succescriteria 'zakelijke brief' door middel van het beoordelen/rangschikken zakelijke brieven

3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit?

Bij het schrijven van een brief houd je net als bij andere schrijfopdrachten altijd rekening met je doel en je publiek.

Een overtuigende tekst schrijven

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

In een sollicitatiebrief zijn drie gedeelten te onderscheiden: 1. De inleiding 2. Het middenstuk 3. De afsluiting

Een poster voor een goed doel maken

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

OPDRACHT PERSBERICHT SCHRIJVEN

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

SOLLICITATIE BRIEF & CV NEDERLANDS

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Randvoorwaarden In les 2 hebben leerlingen individueel een computer met internet nodig. Alternatief: leerling voert les 2 thuis uit.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

RUBRIC VERKLAREN. Toelichting

Lesontwerp 8. Betogende brief over de Holocaust. Doel. Ontwikkelaar School Vak Groep Genre

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9

Ik vind het niet chill dat we tijdens de pauze niet van het plein af mogen. Hoe ga je dat oplossen?

Voorbeeldles Taaldomeinen in samenhang: Argumenteren

RUBRIC VERGELIJKEN. Toelichting

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Tips Examen Nederlands

Een leerlijn met vakdoelen en taaldoelen. Marijke Peeters (taalcoördinator) Monique van Luffelen (taalsatelliet)

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een:

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Introduceer het project.

Projectintroductie e. Projectintroductie les 1

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Overzicht: schrijftaak. Voorbereiding. week 19 5 mei 2014 Handleiding niveau A, les 1 en 2

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens.

Hoofdstuk 5 Schrijven

Lesopzet Beoordelingscriteria structuur, opbouw en doel formuleren voor het schrijven van een inleiding en slot bij een zakelijke brief

Verslag Nederlands Leesverslag

Doel van de les: Aan het eind van de les kunnen de kinderen Wordpress gebruiken om informatie weer te geven.

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven. Moet je je aan een afspraak houden?

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

WIE GOED ONTMOET DISCUSSIELES OVER EEN MAATSCHAPPELIJK DILEMMA DAT GEPAARD GAAT MET DIEPE HERSENSTIMULATIE

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Docentenhandleiding KIES VAARDIG! klas 1/2 VMBO-TL/HAVO/VWO

GROTE PRAKTISCHE OPDRACHT

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

VMBO-T / Nederlands / 2011 / tijdvak 2

2.5!"FAMILIETREKJES. # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Voordoen (modelen, hardop denken)

GROTE PRAKTISCHE OPDRACHT

Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B ( )

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

VMBO-T / Nederlands / 2011 / tijdvak 1

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Lessenserie Drones in het leger?

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

Schrijfopdracht 4 Hoe overtuig ik mijn ouder(s)?

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Vragen over de tekst beantwoorden Discussiëren over stellingen Functioneringsniveau begrijpend lezen M7 E7

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Titel Wat is de titel van het boek? Geeft de titel aan waar het verhaal over gaat? Kun je uitleggen waarom er voor die titel is gekozen?

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Lesbeschrijving. Projectintroductie les 1

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Waarom een samenvatting maken?

Verwerkingsopdrachten bij boeken VMBO B/K/T Klas 2. Versie 2013/2014

Studievaardigheid op maat

Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg

VORMGEVER RPC / SIGNSPECIALIST

Programma van Inhoud en Toetsing

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

CV en motivatiebrief. 1. Kop Curriculum Vitae, eventueel je naam

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein

Transcriptie:

Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis In deze docentenhandleiding vindt u meer informatie over de schrijfinstructie-les, die aansluit bij de lessenserie Nederland als democratie. Het doel van deze instructie is om leerlingen te leren hoe je een betogende brief schrijft bij geschiedenis. De les is uitgevoerd op het Ichthuslyceum in Driehuis en deels gebaseerd op de daar gehanteerde methode voor Nederlands. In deze docentenhandleiding vindt u informatie over de opzet van de les, extra informatie bij de PowerPoint en een overzicht van mogelijke antwoorden bij de leerlingenopdracht. Martine Braaksma & Jannet van Drie Research Institute of Child Development and Education Universiteit van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130, 1018 VZ Amsterdam Contact: j.p.vandrie@uva.nl J.P. van Drie 1

Opzet les Doel: - Ter voorbereiding van de opdracht om een betogende brief te schrijven. - Kennis van de kenmerken van een goed betoog en deze kunnen herkennen in teksten en kunnen toepassen. Materialen - PowerPoint - Werkbladen met fragmenten, schema en adviezen Tijdsverloop 0.0 10 min Uitleg aan de hand van PowerPoint.Aangeven dat leerlingen straks de uitleg moeten toepassen bij het bekijken van een aantal tekstfragmenten. 10 15 min Instructie opdracht. Werk in tweetallen. Vergelijken van tekstfragmenten op sterke en zwakke punten. Deze worden genoteerd in een schema. Uiteindelijk geef je samen drie adviezen voor het schrijven van een goede inleiding, middenstuk en slot van een betogende brief. Gebruik daarvoor de sterke en zwakke punten die in jullie schema staan. NB: PowerPoint niet open laten staan of uitdelen, het gaat er om dat de leerlingen de uitleg toepassen. 15 30 min werken aan de vergelijking van de tekstfragmenten, invullen schema 30-35 min formuleren van adviezen 35 45 min klassikale bespreking van adviezen WERKBLADEN EN ADVIEZEN INLEVEREN (NIET LATEN GEBRUIKEN BIJ HET SCHRIJVEN VAN DE BRIEF) 2

Toelichting bij de PowerPoint Schrijf een goede betogende brief bij geschiedenis Dia 1: verwijs naar de eindopdracht die xx plaatsvindt. Het schrijven van een betogende brief waarin leerlingen aannemelijk moeten maken welke persoon of gebeurtenis er toch echt in het Huis van de Democratie moet komen. In deze les en deze PowerPoint wordt daar een aantal aanwijzingen voor gegeven en gaan jullie [leerlingen] zelf ontdekken wat belangrijke aspecten/criteria zijn bij het schrijven van betogende brieven. Dia 2: vertel dat de tekstsoort betoog zeker niet een nieuw genre is, en dat de leerlingen bij Nederlands al (veel) ervaring hebben met het lezen en schrijven van betogen. Definitie van betoog komt uit methode bij Nederlands (Topniveau). Er is dus een mening (standpunt) die de schrijver ondersteunt met argumenten. Doel is dat de schrijver de lezer overtuigt van zijn gelijk. Dia 3. Gaat over de structuur van een betoog. Een betoog bestaat net zoals iedere zakelijke tekst uit een inleiding-middenstuk-slot. Wat staat er in een inleiding? Aandachttrekker waarmee je de aandacht van de lezer trekt, waarmee je de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van je tekst. Daarnaast staan in de inleiding het onderwerp en de vraagstelling (bijvoorbeeld moet Nederland een republiek worden?) en het standpunt/de mening van de schrijver. Het onderwerp is dus een historische persoon of gebeurtenis; daarover zul je kort enige achtergrond informatie moeten geven: wie was deze persoon, wat hield de gebeurtenis in. Dia 4. In het voorbeeld zie dat je dat de schrijver de aandacht van de lezer probeert te trekken door te verwijzen naar het herdenkingsjaar 2012, waarin het 345 jaar geleden is dat Suriname Nederlands bezit werd. Dit wordt in de volgende zin concreter gemaakt. Dan volgt de vraagstelling: moet dit veel aandacht krijgen? en het standpunt: ik vind van wel. Dia 5. Valkuilen bij de inleiding. Als het onderwerp/vraagstelling niet genoemd worden. Doel van de tekst is dan onduidelijk. Als er al argumenten in de inleiding staan. Die mogen pas in het middenstuk genoemd worden. En als er teveel historische achtergrond informatie in de inleiding staat. Dan raakt de lezer het spoor bijster, en kan de lezer het standpunt bijvoorbeeld niet goed vinden. Dia 6. Het middenstuk van een betoog bestaat uit de tweede en de volgende alinea s. Voor elk ander subonderwerp maak je een nieuwe alinea. In het middenstuk werk je je argumentatie voor je standpunt uit. Deze argumenten zijn gebaseerd op de criteria voor historische significantie die in de lessen aan de orde zijn geweest (even ophalen). Deze argumenten moeten verder onderbouwd worden: als je zegt dat er in het leven van de mensen toen dingen veranderde dan moet je aangeven hoe de situatie eerst was en wat er dan concreet veranderde en ook hoe ingrijpend die veranderingen waren en ook voor wie precies. Dit geldt ook voor de gevolgen van bepaalde gebeurtenissen. Wat waren de oorzaken, wat waren de gevolgen, voor wie waren de gevolgen met name, wat waren gevolgen op lange of korte termijn, gevolgen voor nu? Etc. Dat zijn allemaal vragen waaraan je kunt denken. Je kunt hierbij verwijzen naar bronnen. Je kunt ook een tegenargument van je tegenstander noemen en aangeven waarom dit argument niet houdbaar is. Verder is het belangrijk om historische begrippen te gebruiken die bij het onderwerp passen (bijv. emancipatie, socialisme, democratie), maar ook begrippen als verandering, ontwikkeling, oorzaak en gevolg. Bij die laatste gaat het er om dat de verbanden die je legt juist zijn. Dia 7. In de eerste zin wordt aangegeven dat de gebeurtenis belangrijk is het zorgde voor grote veranderingen in het leven van mensen toen. Het criterium voor historische significantie wordt 3

expliciet genoemd en vervolgens uitgewerkt. Er worden concrete veranderingen en gevolgen beschreven. Er wordt aangegeven dat de gevolgen nu nog zichtbaar zijn. Er wordt een tegenargument genoemd en ontkracht. Er worden begrippen gebruikt als: kolonie, plantages, slaven Dia 8. Valkuil bij het middenstuk is dat de criteria voor historische significantie niet expliciet worden genoemd. Dat veranderingen en verklaringen niet concreet worden gemaakt en worden uitgewerkt. Dat er geen gebruik wordt gemaakt van de historische context (bijv. door bij het beschrijven van veranderingen niet te vermelden hoe de situatie eerst was). De gegeven informatie en de gelegde relaties moeten historisch juist zijn. Gebruik van historische begrippen is belangrijk: taal van historicus spreken. Dia 9. De laatste alinea van je betoog is het slot. Daarin rond je je tekst af en neem je afscheid van de lezer. Bij een betoog herhaal je je standpunt/conclusie en het mooiste is als je dat in (iets) andere woorden dan in de inleiding. Je kunt een korte samenvattingen van je argumenten geven door gebruik te maken van de criteria voor historische significantie en je eindigt met een zin waarmee je de lezer over de streep trekt. Dus een zin waarmee je zorgt dat je de lezer aan jouw kant krijgt. Dia 10. Dit voorbeeld begint met een herhaling van het standpunt. Daarna volgt een verwijzing naar de criteria voor historische significantie, met korte uitwerking. En ten slot een uitsmijter (al is deze redelijk zakelijk, maar door te zeggen dat er ook aandacht moet komen voor negatieve gevolgen, probeert de schrijven de tegenstanders over de streep te trekken). Dia 11. Slot moet niet te lang zijn, maar (relatief) kort en krachtig. Standpunt moet echt worden herhaald. Er mogen geen nieuwe argumenten genoemd worden en de tekst moet ook niet eindigen zonder dat het een echt slot is. Dia 12. Tot slot, omdat er volgende keer een brief geschreven moet worden, een korte herhaling van de briefconventies uit Topniveau. Ten eerste: gebruik een indeling waarbij je alles aan de linkerkant van je papier zet/uitlijnt. Dus niet de plaatsnaam en datum rechts en de betreft-regel en het adres van de ontvanger links. Dat maakt een rommelige indruk. Begin linksboven met de naam en het adres van de geadresseerde/de ontvanger Daarna maak je een paar witregels en zet je de plaatsnaam gevolgd door een komma en dan de datum voluit: dus 18 januari 2012 en niet 18-01-2012 Daaronder, na weer een paar witregels zet je betreft: en daarachter een korte omschrijving van het onderwerp van je brief. Bijvoorbeeld: aanmelding voor x, y, z of klacht over x, y, z Daarna de aanhef, die beleefd is: dus geachte heer/mevrouw, Daarna volgt de tekst zelf, natuurlijk in de indeling inleiding-middenstuk-slot met witregels ertussen. Daarna de (beleefde) slotformule hoogachtend, met daaronder je naam. Natuurlijk verdeel je tekst mooi over het papier, dus voldoende wit tussen de onderdelen. Dit is vooral belangrijk bij korte teksten! 4

Analyse fragmenten leerlingenopdracht (NB: niet voor leerlingen bedoeld!) Inleiding Sterke punten Zwakke punten Fragment 1 Vermelding plaats en datum. Vermelding standpunt/mening van de schrijver (er is een soort aandachtstrekker: de top 10 van de klas). Geschreven vanuit eigen ervaring in de klas, context/vraagstelling wordt niet goed duidelijk gegeven. Geen historische achtergrondinformatie. Geen adressering. Omslachtige aanhef. Fragment 2 Fragment 3 Vermelding standpunt/mening van de schrijver Juiste adressering, plaats en datum en formele aanhef Goede weergave context en vraagstelling Vermelding onderzoek tijdens de geschiedenisles Vermelding standpunt/mening van de schrijver Schrijver valt meteen met de deur in huis. Geen aandachtstrekker of context/vraagstelling. Geen historische achtergrondinformatie. Aanhef zeer informeel Geen adressering Meer formele inleiding zonder aandachtstrekker. Geen historische achtergrondinformatie gegeven. 5

Middenstuk Sterke punten Zwakke punten Fragment 1 Schrijver doet een poging om zijn keuze voor Thorbecke te argumenteren. Er is zeer summier aandacht voor de contextuele informatie (wie was Thorbecke, in welke tijd leefde hij, wat kenmerkte die tijd). Alleen impliciete vermelding van criteria voor historische significantie (Hierdoor kunnen mensen tegenwoordig meer invloed uitoefenen op politieke zaken). Er wordt slechts 1 argument voor het standpunt genoemd (basis huidige parlementaire democratie) dat niet goed onderbouwd wordt. Verwijst dus ook maar naar 1 van de criterium voor significantie. Geen weerlegging tegenargumenten. Gebruikt inhoudelijke begrippen (kieswet) maar legt deze niet uit. Legt geen relatie met betekenis begrip democratie. Verbanden (oorzaak/gevolg) zijn niet duidelijk, er worden grote stappen gezet. Geen expliciet gebruik van structuurbegrippen. Fragment 2 Geeft enige informatie over kenmerken van de tijd waarin provo speelde (provo s waren actief in een tijd ), waardoor duidelijk wordt dat ze bijzonder waren. Er wordt 1 argument voor het standpunt genoemd (afzetten tegen vastgeroeste gezagsverhoudingen) en dat wordt onderbouwd met ondergeschikte argumenten (leerling/leraar; werknemer/baas). Noemt en weerlegt ook tegenargument (provo s zijn gewone Summiere contextuele informatie: geen tijd- en plaatsaanduidingen, geen toelichting op wat provo was. Er wordt maar 1 argument voor het standpunt gegeven. Er wordt dus ook maar naar 1 criterium voor historische significantie verwezen. Dit gebeurt op impliciete wijze. Er wordt niet duidelijk gemaakt wat er nu precies door Provo veranderde (structuurbegrip veranderingen en impact van verandering, voor wie veranderde er wat, wat veranderde 6

burgers). Legt relatie met begrip democratie. er). Gebruikte tegenargument is niet heel sterk uitgewerkt, het blijft heel algemeen. Er wordt inhoudelijk niet ingegaan op wat Kuyper allemaal wel voor de gewone burgers heeft gedaan. Fragment 3 Geeft contextuele informatie (wie Nieuwenhuis was, wanneer hij leefde, en kenmerkende van de tijd waarin hij leefde). Noemt meerdere argumenten voor het standpunt. Gebruikt hierbij expliciet de criteria voor historische significantie. Maakt gebruik van inhoudelijke begrippen. Maakt gebruik van structuurbegrippen als verandering en gevolgen. Argumenten worden niet erg duidelijk uitgewerkt. Geeft niet duidelijk aan wat er nu precies veranderde voor de arbeiders en hoe ingrijpend de veranderingen waren (alleen dat het zo is). Noemt en weerlegt geen tegenargumentatie. 7

Slot Sterke punten Zwakke punten Fragment 1 Herhaling standpunt. Samenvatting van argumentatie met zelfs ook nog aandacht voor tegenargument. Geen expliciet gebruik criteria significantie. Geen relatie gelegd met betekenis begrip democratie. Fragment 2 Fragment 3 Herhaling standpunt. Afsluiting met voornaam, achternaam en school. Herhaling standpunt in andere woorden. Samenvatting van belangrijkste argumentatie, met daarbij verwijzing naar criteria significantie. Mooie uitsmijter. Formele afsluiting met voornaam, achternaam en school. Geen goede afsluiting (alleen voornaam). Geen korte herhaling belangrijkste argumenten, alhoewel er wel verwezen wordt naar argumenten. Geen expliciet gebruik criteria significantie. Geen relatie gelegd met betekenis begrip democratie. Niet passende, informele afsluiting (groetjes). Geen relatie gelegd met betekenis begrip democratie. 8