De Zvw bijdrage buitenland voor de uitkerings- en pensioengerechtigden

Vergelijkbare documenten
Z/VV Gelet op artikel 69, tweede en vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet; BESLUIT: Artikel I

Als u 65 jaar of ouder bent

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvraagformulier voor heffingskortingen 2006

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Uw Belgisch of Duits pensioen in uw aangifte inkomstenbelasting

Regeling zorgverzekering

Inhoud. 5.1 Als u particulier verzekerd bent Als u ziekenfondsverzekerd bent Als u meeverzekerd bent bij uw partner 16

Verzekering en zorg buitenland

De Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 bij wonen in België en werken in Nederland

PARTICULIEREN: LETOP

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum:

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Wonen in het buitenland: wat betekent dat voor uw ziektekostenverzekering?

Belastingplan Vs

Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015

Wonen in Duitsland 2016

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M

Brondatum:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv)

Notitie. Stichting Belangenbehartiging Nederlandse Gepensioneerden in het Buitenland. Betreft: Opgaaf Wereldinkomen. 1 Inleiding en vraagstelling

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/V&V/06/2994

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tour de Zorg Etappe 2: De Bergetappe

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Wet uniformering loonbegrip

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kant (SP) over de inkomensachteruitgang van remigranten ( ).

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over het Zorginstituut Nederland te Diemen. Oordeel

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Als u gaat werken in Duitsland

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 1

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Op het bovenstaande geldt een aantal uitzonderingen. Niet verzekerd zijn de volgende categorieën ingezetenen:

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2017

Bijlage bij Algemeen Overleg Partnerbegrip in de fiscaliteit 09/06/10 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Syllabus. IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen

Instituut Financieel Management

Rapport. Datum: 22 maart Rapportnummer: 2013/024

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016

Belastingverdrag Nederland- Duitsland. Kwalificerende buitenlandse belastingplicht

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Berekening zorgtoeslag 2013

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Heffingskortingen 2016

SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook.

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2. Versie aug

Wonen in Nederland en werken in Duitsland

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016

Checklist Wij verzorgen uw aangifte inkomstenbelasting Onze werkwijze is als volgt:

ANONIEM BINDEND ADVIES

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Eigen bijdrage Zorg met Verblijf 2013

Eigen bijdrage Verblijf in een zorginstelling Persoonsgebonden budget Wlz Volledig of modulair pakket thuis Beschermd wonen

ECLI:NL:RBZWB:2016:4340

Medische zorg Wonen in België, uitkering of pensioen uit Nederland

ANONIEM BINDEND ADVIES

Uw ziektekostenverzekering als u in het buitenland woont DVC 50069, ontwerp: BVH Communicatie-adviesbureau b.v., Rotterdam

Declaratie zorgkosten. Informatie voor gemoedsbezwaarden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Berekening inkomsten naar Duitse fiscale maatstaven

Niet alleen de immateriële zaken zijn belangrijk. drs. M.B. (Maurice) van Aanholt RB (zelfstandig belastingadviseur)

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012

ANONIEM BINDEND ADVIES

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

1. Inkomstenbelasting/premie

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum:

Controle van uw inkomen Leeswijzer, uitleg bij de brief

Regelgeving verdragsgerechtigden

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies)

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Als u gaat samenwonen

Regelingen en voorzieningen CODE

Uw eigen bijdrage bij verblijf in een AWBZ-instelling

Hoe berekent het CAK uw eigen bijdrage? U leest het hier.

De verdragsbijdrage aan het Zorginstituut Nederland (ZIN)

Hoe berekent het CAK uw eigen bijdrage? U leest het hier.

Transcriptie:

De tekst van onderstaand artikel is ontleend aan mijn publicatie in twee delen in het vakblad Over de grens (april en mei 2011) De Zvw bijdrage buitenland voor de uitkerings- en pensioengerechtigden Inleiding Personen met een Nederlandse uitkering of pensioen, die wonen in een EU-/EER- /Verdragsland of Zwitserland, maken in hun woonland aanspraak op medische zorg ten laste van Nederland. De omvang van de zorg wordt bepaald door de wettelijke ziektekostenregeling in het woonland. Deze uitkerings- en pensioengerechtigden (hierna aangeduid als: de gepensioneerde verdragsgerechtigden) zijn voor de medische zorg in Nederland een bijdrage verschuldigd (artikel 69 van de Zorgverzekeringswet). De Zorgverzekeringswet (Zvw) geldt vanaf 1 januari 2006. Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) is verantwoordelijk voor de registratie van de gepensioneerde verdragsgerechtigden, en de vaststelling en inning van de verschuldigde Zvw bijdrage buitenland. De wetgeving voor Zvw bijdrage buitenland is ingewikkeld en de uitvoeringspraktijk complex. De in het buitenland wonende Nederlandse gepensioneerde/uitkeringsgerechtigde kan een jaarafrekening krijgen die hij niet begrijpt of waarmee hij het niet eens is. In dit artikel worden de volgende onderwerpen behandeld: 1. de opbouw van de Zvw bijdrage buitenland, 2. de nominale Zvw bijdrage, 3. de inkomensafhankelijke Zvw bijdrage, 4. de inkomensafhankelijke AWBZ bijdrage, 5. de woonlandfactor, 6. de broninhouding, 7. de jaarafrekening.

1. De opbouw van de Zvw bijdrage buitenland De verschuldigde Zvw bijdrage buitenland, bestaat uit een drietal onderdelen: een nominale bijdrage, een inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en een inkomensafhankelijke bijdrage AWBZ. Het saldo van deze bijdrages wordt vermenigvuldigd met een woonlandfactor, waarmee de hoogte van de Zvw bijdrage wordt gerelateerd aan het pakket medische zorg in het woonland. Van toepassing is artikel 6.3.1 van de Regeling zorgverzekeringen. 2. De nominale Zvw bijdrage De gepensioneerde verdragsgerechtigde is een nominale bijdrage per maand verschuldigd. Ook voor zijn meeverzekerde gezinsleden is hij vanaf de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin het gezinslid 18 jaar is geworden de nominale bijdrage verschuldigd. De verschuldigde nominale bijdrage is nominale bijdrage vermenigvuldigd met de woonlandfactor, De nominale bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld en komt neer op het bedrag van de gemiddelde zorgpremie Zvw die de zorgverzekeraars voor de basisverzekering in Nederland berekenen. Bijzonderheden Bij de start van de broninhouding baseert het CVZ zich voor de nominale bijdrage op de opgave van de gepensioneerde verdragsgerechtigde. Uiteindelijk bepaalt het wettelijk verzekeringsorgaan in het woonland (het woonlandorgaan) het verdragsrecht van betrokkene en van zijn gezinsleden. Die informatie komt vertraagd binnen. Dit kan betekenen dat eerst later blijkt dat voor meer personen de nominale bijdrage verschuldigd is. Bij de jaarafrekening wordt het te weinig geïnde alsnog bij betrokkene in rekening gebracht. Als peildatum voor de vaststelling van de verschuldigde nominale bijdrage hanteert het CVZ de verzekeringssituatie van de eerste dag van de kalendermaand. Als er sprake is van verdragsrecht op de eerste van de maand is de volledige nominale maandbijdrage Zvw verschuldigd. Alleen als betrokkene, of een meeverzekerd gezinslid in de loop van een maand overleden is, wordt de nominale bijdrage per dag berekend, tot datum overlijden. In andere situaties, bijvoorbeeld bij terugkeer naar Nederland in de loop van een maand, kan er sprake zijn van dat betrokkene dubbel belast wordt, omdat hij aan de Nederlandse zorgverzekeraar vanaf datum terugkomst een premie voor de basisverzekering moet betalen. In dat geval is het raadzaam het CVZ om correctie te vragen. Immers, vanaf datum terugkomst in Nederland, is er geen sprake meer van verdragsrecht, dus ook geen basis voor heffing van een Zvw bijdrage buitenland. In 2008 is door de minister bij de vaststelling van de hoogte van de nominale bijdrage abusievelijk geen rekening gehouden met de invloed van het eigen risico. Ingehouden is honderd euro per maand, de juiste nominale bijdrage is 91,42 euro per maand. Dit bedrag zal het CVZ bij de jaarafrekening 2008 hanteren. Voorbeeld. Jan woont heel 2008 in België. Jan heeft een uitkering van het UWV en later AOW genoten. Op de uitkering en later de AOW is heel 2008 de Zvw bijdrage buitenland ingehouden. Totaal ingehouden aan nominale bijdrage: 12* 100*0,6149 (woonlandfactor)= 737,88. Verschuldigde bijdrage: 12* 91,42*0,6149 = 674,57. Jan krijgt terug aan teveel ingehouden nominale bijdrage 63,31.

3. De inkomensafhankelijke Zvw bijdrage De inkomensafhankelijke Zvw bijdrage wordt berekend in overeenstemming met paragraaf 5.2 Zorgverzekeringswet over het bijdrage-inkomen. Het bijdrage-inkomen over een jaar is het gezamenlijk bedrag van het fiscale box 1 inkomen verminderd met de door het pensioen/uitkeringsorgaan vergoede inkomensafhankelijke Zvw bijdrage (voor een exacte formulering zie artikel 43 Zvw). Het voor de berekening van de Zvw bijdrage in aanmerking te nemen inkomen is gemaximeerd. De verschuldigde inkomensafhankelijke Zvw bijdrage is de berekende bijdrage vermenigvuldigd met de woonlandfactor, De inkomensgegevens benodigd voor de berekening van de inkomensafhankelijke AWBZ bijdrage worden voor de jaarafrekening ontleend aan door de Belastingdienst verkregen inkomensgegevens. Bij de definitieve jaarafrekening wordt ook het niet in Nederland belastbaar inkomen (NiNBi-inkomen) als bijdrage inkomen in aanmerking genomen. Er zijn drie bijdragepercentages Zvw te hanteren over drie te onderscheiden Zvw bijdrage-inkomens: Hoog percentage over AOW en over bijdrage inkomen waarop recht op vergoeding van de verschuldigde Zvw bijdrage door uitkeringsorgaan bestaat. Het recht op vergoeding van de inkomensafhankelijke Zvw bijdrage is geregeld in art. 6.3.1, lid 4 Regeling zorgverzekeringen. Het betreffen vrijwel uitsluitend de uitkeringen van het UWV en nabestaande uitkeringen van de SVB, en onder voorwaarden ook VUTuitkeringen ingegaan vóór 2006, Laag percentage over resterend Zvw bijdrage inkomen, Nul percentage over ontvangen alimentatie, mits die alimentatie vóór 2006 is gestart. Bij begrenzing door maximum moet eerst het hoog bijdrage inkomen worden genomen, vervolgens het lage en dan het nul bijdrage inkomen Voorbeeld Jan heeft in 2008 een WAO uitkering, 10.000, gehad en vervolgens een AOW uitkering, 4000. Totaal aan uitkeringen 14.000. Dit is ook het Zvw bijdrage inkomen. Het UWV vergoedde de op verzoek van het CVZ ingehouden hoge procentuele Zvw bijdrage ad 442,27 (7,2% van 10.000*0,6149 (woonlandfactor). Fiscaal loon daardoor 14.442,27. Bijzonderheden Over de AOW-uitkering is het hoge bijdragepercentage verschuldigd. De gepensioneerde krijgt daarvoor geen vergoeding. Dit betekent dat voor AOW-uitkeringen geldt: fiscaal inkomen is Zvw bijdrage-inkomen. Uitzondering is het jaar 2006. Over dat jaar heeft de SVB in overleg met de Belastingdienst besloten om de in 2006 uitbetaalde, in 2005 opgebouwde vakantiegelden, niet als Zvw bijdrage-inkomen te bestempelen. De overweging daarbij is dat over de in 2005 opgebouwde vakantiegelden in 2005 al Ziekenfondspremie is ingehouden. Het CVZ heeft besloten de gedragslijn van de SVB ook voor de gepensioneerden te laten gelden. De gepensioneerde verdragsgerechtigde moet zijn alimentatie inkomsten opgeven aan de Belastingdienst. De Belastingdienst registreert die inkomsten niet specifiek (vallen onder de noemer Periodieke uitkeringen). Daarnaast is de aanvang van alimentatie niet bekend. Het CVZ belast inkomsten verantwoord onder Periodieke uitkeringen met het lage percentage. In voorkomend geval, als de alimentatie vóór 2006 is ingegaan, moet betrokkene zelf bij het CVZ signaleren dat het nul percentage van toepassing is.

Het komt vaak voor dat de inhouding van de Zvw bijdrage buitenland met vertraging start. Het uitkeringsorgaan houdt veelal tot het moment van de (vertraagde) start van de inhouding voor het CVZ de gewone procentuele Zvw bijdrage in, en draagt die af aan de Belastingdienst. Bij de jaarafrekening berekent het CVZ over de hele periode van verdragsrecht de bijdrage. Gevolg is dat de gepensioneerde verdragsgerechtigde dubbel dreigt te betalen. Sinds kort is geregeld dat de Belastingdienst een teruggave van ten onrechte ingehouden en afgedragen Zvw bijdrage op verzoek restitueert. Een ander gevolg van de vertraagde start van de inhouding Zvw bijdrage kan zijn dat het uitkeringsorgaan over het begin van de verdragsrechtperiode helemaal geen procentuele Zvw bijdrage inhoudt. Het CVZ zal bij de jaarafrekening wel over die periode een bijdrage heffen. In deze situatie missen personen die een uitkering ontvangen, waarop een hoog percentage Zvw wordt ingehouden (bijvoorbeeld een UWV uitkering; let op dit geldt niet voor de AOW!) een vergoeding van de procentuele Zvw bijdrage missen. Zij kunnen de gemiste vergoeding alsnog claimen bij het uitkeringsorgaan. 4. De inkomensafhankelijke AWBZ bijdrage De inkomensafhankelijke bijdrage AWBZ wordt berekend in overeenstemming met de op grond van de Wet Financiering sociale verzekeringen verschuldigde premie voor de AWBZ. De maatstaf voor de heffing van de premie AWBZ is het premie-inkomen van de premieplichtige is. Het premie-inkomen is het belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1 verminderd met aftrekposten). Het voor de berekening van de AWBZ bijdrage in aanmerking te nemen inkomen is gemaximeerd. De inkomensgegevens benodigd voor de berekening van de inkomensafhankelijke AWBZ bijdrage worden bij de jaarafrekening ontleend aan door de Belastingdienst verkregen inkomensgegevens. Bij de definitieve jaarafrekening wordt ook het niet in Nederland belastbaar inkomen (NiNBi-inkomen) als bijdrage inkomen in aanmerking genomen. De verschuldigde AWBZ bijdrage is de procentuele premie AWBZ van het AWBZ bijdrage inkomen, verminderd met het AWBZ deel van de voor de gepensioneerde verdragsgerechtigde toepasselijke heffingskorting(en). De heffingskorting AWBZ is de op grond van hoofdstuk 8 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 berekende heffingskorting voor de AWBZ. Voor de verdragsgerechtigde geldt de algemene heffingskorting en kunnen gelden de jonggehandicaptenkorting (bij een Wajong uitkering) en de alleenstaande ouderenkorting (bij een AOW voor alleenstaanden). Deze heffingskortingen worden bij de broninhouding al toegepast. Verder kan de gepensioneerde verdragsgerechtigde in aanmerking komen voor de ouderenkorting (bij 65 jaar en ouder met gemaximeerd verzamelinkomen), de kinderkorting (tot 2008), de alleenstaande-ouderkorting, de korting voor maatschappelijke beleggingen en de korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen. Betrokkene moet, behalve de ouderenkorting, deze kortingen bij het CVZ aanvragen. Bij toekenning past het CVZ deze toe bij de definitieve jaarafrekening. De niet of weinig verdienende partner van een verdragsgerechtigde komt in aanmerking voor (bij enige inkomsten een gedeelte van) het gehele bedrag van de algemene heffingskorting (dus niet alleen voor het AWBZ deel van de korting). Deze heffingskorting van bedoelde partner komt in mindering op de bijdrage AWBZ van de verdienende partner. Het CVZ past deze korting bij de jaarafrekening automatisch toe als de partner van de gepensioneerde verdragsgerechtigde als meeverzekerd gezinslid bij het CVZ geregistreerd staat, en de gepensioneerde verdragsgerechtigde voor de

belastingheffing niet heeft gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. De aannames hierbij zijn dat een partner als meeverzekerd gezinslid geen eigen inkomsten heeft (anders zou er sprake zijn van zelfstandig recht op ziektekostenverzekering), en dat bij keuze voor behandeling als binnenlands belastingplichtige de heffingskorting al in de fiscale sfeer wordt geconsumeerd. Als de partner niet meeverzekerd is, en geen of weinig inkomen heeft (> circa 6000), en er is geen toepassing geweest in de fiscale sfeer, dan kan de korting bij het CVZ worden aangevraagd (eventueel nog na de jaarafrekening). Door de toepassing van meer heffingskortingen bij de jaarafrekening kan de gepensioneerde verdragsgerechtigde, als de broninhouding tijdig en correct is geweest, een aanmerkelijk bedrag aan AWBZ bijdrage terug krijgen. Hiervan kan ook sprake zijn als de Belastingdienst voor betrokkene een negatief saldo inkomsten en aftrekposten eigen woning of een persoonlijke aftrekpost heeft vastgesteld. Voorbeeld We vervolgen met Jan. Nog steeds in 2008 woonachtig in België. Hij heeft een partner, Elly, met een inkomen van 2000. Elly is jonger dan 65 jaar en heeft, net als Jan, niet gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. Jan heeft, zo zagen wij, een fiscaal jaarloon van totaal 14.442,27. Hij heeft een fiscale aftrekpost van 3000. Het premiepercentage AWBZ is 12,15. De woonlandfactor is 0,6149. Aan de bron is ingehouden aan AWBZ bijdrage 617,81 ((( 14.442,27* 12,15%) - 750 (algemene heffingskorting)*0,6149). Het bij de jaarafrekening vastgesteld AWBZ bijdrage inkomen is 11.442,27 ( 14.442,27-3000 (aftrekpost)). De procentuele AWBZ bijdrage is 1384,51 (( 11.442,27 * 12,15%). Op de procentuele bijdrage komen de heffingskortingen in mindering. De algemene heffingskorting van 750, de ouderenkorting (Jans verzamelinkomen bleef onder de grens van 32.234) van 377, zijn beide standaardbedragen. De berekening van de heffingskorting weinig verdienende partner is als volgt. De maximale heffingskorting is 2074 (voor partner < 65 jaar), hierop komt in mindering een bedrag wegens eigen inkomsten van 672 ( 2000 * 33,6% (% eerste belastingschijf)). Resteert een heffingskorting van 1402 ( 2074-672). Het totaal aan heffingskortingen is 2529 ( 750 + 377 + 1402). De verschuldigde AWBZ bijdrage is 0 ( 1384,51-2529; de bijdrage kan nooit negatief zijn). Conclusie: Jan krijgt alle aan de bron ingehouden AWBZ bijdrage gerestitueerd, een bedrag van 617,81. 5. De woonlandfactor De som van de nominale en de inkomensafhankelijke Zvw en AWBZ bijdrages, wordt vermenigvuldigd met de woonlandfactor. Dit is het verhoudingsgetal tussen de gemiddelde medische kosten per verzekerde in het woonland en die in Nederland. De peildatum van het woonland (en dus van de toepasselijke woonlandfactor) is de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin een wijziging van het woonland heeft plaatsgehad. De woonlandfactoren worden jaarlijks uiterlijk in november van het voorgaande jaar in de Staatscourant gepubliceerd. Bijzonderheden De woonlandfactor is ingevoerd op 2 juni 2006, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006. Voor de invoering van de woonlandfactor gold voor de gepensioneerde verdragsgerechtigde een iets lagere nominale bijdrage en AWBZ bijdrage. Met

uitzondering van Ierland, IJsland, Luxemburg en Noorwegen leidde de invoering van de woonlandfactor tot een (veel) lagere Zvw bijdrage. De gepensioneerde verdragsgerechtigden in genoemde landen zijn de voor hen geldende hogere bijdrage pas per 1 juli 2006 verschuldigd. Dit betekent dat over het eerste half jaar 2006 voor hen de bijdrage moet worden berekend volgens het oude regiem. 6. De broninhouding Het CVZ is belast met de heffing en inning van de Zvw bijdrage buitenland. De verschuldigde bijdrage wordt aan de bron ingehouden (art. 6.3.2 Regeling zorgverzekeringen). Het CVZ informeert het uitkerings/pensioenorgaan over ingang en hoogte van de inhouding. De broninhouder informeert het CVZ over de inhoudingen en draagt de ingehouden bedragen aan het CVZ af. Bijzonderheden ten opzichte van de gewone Nederlandse situatie In de gewone Nederlandse situatie, bij een verzekeringsplichtige voor de Zorgverzekeringswet houdt het uitkerings/pensioenorgaan vanaf eerste pensioenuitbetaling de juiste inkomensafhankelijke Zvw bijdrage en loonheffing (AWBZ) in. Betrokkene betaalt een nominale Zvw premie voor zijn basisverzekering aan zijn zorgverzekeraar. De broninhouding voor de gepensioneerde verdragsgerechtigde loopt aanzienlijk gecompliceerder. Voor (de start van) de broninhouding moet het uitkerings/pensioenorgaan door het CVZ geïnformeerd worden over met name de ingangsdatum, de hoogte van de nominale Zvw bijdrage (aantal personen) en de woonlandfactor. Het CVZ beschikt heel vaak niet over voldoende gegevens om de start van de broninhouding tijdig en volledig te laten zijn. Dit komt omdat veel gepensioneerde verdragsgerechtigden zich niet of te laat aanmelden of aangemeld worden. Ook komen de gegevens van de wettelijke verzekeringsinstantie (woonlandorgaan) met opgave van ingangsdatum recht en aantal rechthebbende personen (gezinsleden > 18jaar) altijd met (grote) vertraging binnen. Gevolg is dat de broninhouding in tegenstelling tot de normale Nederlandse inhoudingen vaak te laat start en/of onvolledig is. Voor de gepensioneerde verdragsgerechtigde zijn de niet tijdige of onjuiste inhoudingen vervelend. Het kan resulteren in aanzienlijke bijbetalingen bij de jaarafrekening. Gevolg kan ook zijn dat het uitkerings/pensioenorgaan bij vertraging melding verdragsrecht doorgaat gewone Nederlandse inhoudingen aan inkomensafhankelijke Zvw bijdrage en AWBZ premie (in de loonheffing). Het CVZ rekent bij de jaarafrekening over de hele verdragsperiode af. Bedragen die aan de Belastingdienst zijn afgedragen worden daarin niet betrokken. Betrokken gepensioneerde verdragsgerechtigden zullen hierdoor te veel ingehoudene zelf bij de Belastingdienst moeten terughalen.

7. De jaarafrekening Het verschil tussen de verschuldigde en de ingehouden Zvw bijdrage buitenland wordt na afloop van het zorgjaar door het CVZ vastgesteld en afgerekend met de gepensioneerde (art. 6.3.3 Regeling zorgverzekeringen). Voor 31 september van enig jaar moet het CVZ een voorlopige jaarafrekening over het afgelopen jaar opmaken. Uiterlijk zes maanden na het tijdstip van onherroepelijk worden van de vaststelling door de Belastingdienst van de inkomens in het zorgjaar bepaalt het CVZ definitief het verschil tussen de ingehouden en de verschuldigde bijdrage en rekent met de gepensioneerde verdragsgerechtigde af. Bijzonderheden ten opzichte van de gewone Nederlandse situatie In de gewone Nederlandse situatie heeft de zorgverzekeraar de inning van (nominale) premie Zvw voor de basisverzekering geregeld, is de inhouding van de procentuele Zvw bijdrage voor betrokkene gelijk eindheffing (het uitkerings/pensioenorgaan moet manco s in de inhouding zelf aanpassen) en is de loonheffing (inclusief AWBZ) ook eindheffing tenzij er reden is voor aangifte inkomstenbelasting. Bij een IB aangifte geeft betrokkene zelf de inkomsten, aftrekposten, inhoudingen e.d. aan. Als de inspecteur afwijkt van de aangifte wordt de gepensioneerde daarover (veelal vooraf) geïnformeerd, zijn de afwijkingen duidelijk en is reactie van betrokkene vóór definitieve aanslag mogelijk. Verder zijn wet-, regelgeving en jurisprudentie duidelijk neergelegd en toegankelijk, neem bijvoorbeeld voor de leek de belastinggidsen. Bij de jaarafrekening Zvw bijdrage buitenland voor de gepensioneerde verdragsgerechtigde geldt dat in geen enkel geval broninhouding ook de eindheffing is, voor (alle delen van) de Zvw bijdrage buitenland krijgt hij voor elk zorgjaar van het CVZ een jaarafrekening. Betrokkene doet opgaaf inkomsten, aftrekposten e.d. aan Belastingdienst met NiNBi-formulier en/of IB aangifte. Hij krijgt een NiNBibeschikking en/of IBaanslag, met fiscale jaarinkomens (bezwaar mogelijk) Het CVZ maakt de jaarafrekening op uit de gegevens van de eigen registratie voor het bepalen voor de periode en de hoogte van de nominale bijdrages. Voor de bepaling van de inkomensafhankelijke Zvw en AWBZ bijdrages gebruikt het CVZ de fiscale loongegevens en NiNBi/IB-aanslaggegevens van de Belastingdienst. Het CVZ componeert zelf uit de inkomensgegevens van de Belastingdienst het Zvw bijdrage inkomen en het AWBZ bijdrage inkomen. Voor het jaarbedrag aan inhoudingen is het CVZ afhankelijk van de van de broninhouders verkregen inhoudingsgegevens. Het CVZ heeft zijn beleid en zijn (reken)regels aangaande het opstellen van de jaarafrekeningen niet openbaar gemaakt. Gevolg is dat de gepensioneerde, als hij de juistheid van zijn jaarafrekening wil nagaan aan de hand van de NiNBibeschikking/IB-aanslag en de jaaropgaves SVB/pensioenfondsen moet gaan rekenen of de in de jaarafrekening gepresenteerde bijdrage inkomens en broninhoudingen wel kloppen. Door onbekendheid met wet/regelgeving en de beleids- en regels van het CVZ is dat voor betrokkene vaak een moeilijke, zo niet onmogelijke opgave. Verder speelt een rol dat de informatie die uitkeringsorganen aan het CVZ melden, geregeld niet gelijk is aan de bedragen op de jaaropgaven. Verschillen in queries bij de diverse betrokken afdelingen spelen daarbij een rol. Voor het bepalen van de werkelijk ingehouden bedragen kan het daarom noodzakelijk zijn om de maanduitkeringsspecificaties te raadplegen. Bijzonderheden in de berekeningen Het CVZ rekent voor de Zvw bijdrage buitenland alleen in hele bijdragemaanden. De verzekeringssituatie op de eerste dag van de kalendermaand is bepalend. Als de

gepensioneerde verdragsgerechtigde op die dag verdragsgerechtigd is hij over de hele kalendermaand de Zvw bijdrage buitenland verschuldigd. Het gevolg is dat, als betrokkene in de loop van een maand zich weer vestigt in Nederland, het mogelijk is dat hij over die maand dubbel betaald: aan het CVZ en aan de Belastingdienst. Ingevolge het Arrest Nikula mag de verschuldigde bijdrage niet meer bedragen dan het totaalbedrag van de ontvangen Nederlandse pensioenen in het betreffende jaar (insufficiëntieregeling). Bij restitutie van te veel ingehouden Zvw bijdrage vergoedt het CVZ enkelvoudige wettelijke rente. Alleen als er geen sprake is van een verdragsrechtperiode, bijvoorbeeld bij, achteraf geconstateerd, prevalerend recht (betrokkene is wettelijk verzekerd in het woonland) vergoedt het CVZ bij restitutie samengestelde wettelijke rente. Bij vordering van een te weinig ingehouden bedrag brengt het CVZ geen rente in rekening. Overweging daarbij is dat de vertraging in de afrekening vrijwel zeker niet de gepensioneerde verdragsgerechtigde is aan te rekenen. Als betrokkene voor een deel van een kalenderjaar deel AWBZ verzekerd is geweest en voor het overige deel verdragsgerechtigd ( gebroken jaar ) moeten de inkomens, aftrekposten en heffingskortingen aan de juiste periodes worden toegerekend. Dat is problematisch omdat de Belastingdienst het CVZ totalen per jaar levert. Het CVZ heeft er voor gekozen om in geval van een gebroken jaar de buitenlandse inkomens en de opgevoerde aftrekposten in zijn geheel buiten beschouwing te laten. Voor betrokkene is deze handelwijze uiteraard alleen een nadeel voor zo ver er aftrekposten in het geding zijn. Het CVZ kent verder bij een gebroken jaar de heffingskortingen voor het volledige bedrag in mindering. Ook dus in het voordeel van betrokkene. De ervaring leert dat veel gepensioneerde verdragsgerechtigden een positief saldo inkomsten en kosten eigen woning hebben opgevoerd bij hun opgaaf van wereldinkomen aan de Belastingdienst. Volgens de toelichting op het formulier opgaaf wereldinkomen moet in geval van een positief saldo op het formulier een nul worden ingevuld. Door de onjuiste invulling wordt het positief saldo meegenomen bij de vaststelling van het box 1 inkomen. Met ingang van het belastingjaar 2008 neemt de Belastingdienst een positief saldo niet zonder meer mee bij de vaststelling van inkomens. overige bijzonderheden Door allerlei omstandigheden slaagt het CVZ er veelal niet in om binnen de wettelijk vastgestelde termijnen een voorlopige, dan wel een definitieve jaarafrekening op te maken. In sommige situaties kan het voor de gepensioneerde verdragsgerechtigde van belang zijn dat hij (tijdig) een jaarafrekening krijgt. Dit zal vooral het geval zijn als hij, bijvoorbeeld door te hoge inhoudingen of het recht op extra heffingskortingen, geld van het CVZ kan terug verwachten. Betrokkene kan, na afloop van de wettelijk gestelde termijn voor het verzenden van de jaarafrekening, het CVZ aanmanen tot het opmaken van de jaarafrekening. Het CVZ moet dan binnen twee weken de gewenste jaarafrekening afgeven. Als het CVZ daaraan niet voldoet moet het CVZ een dwangsom per dag betalen. De gepensioneerde verdragsgerechtigde moet zich, bij aanvang van de verdragsperiode, met het formulier E 121 melden bij het wettelijk verzekeringsorgaan in zijn woonland. Veel personen geven hieraan geen gevolg. De principiële niet verdragsrecht willenden weigeren zich in te schrijven. Verder zijn er personen met een heel klein nabestaande pensioen uit Nederland (vanwege enkele jaren werken in het verre verleden) voor wie het onbegrijpelijk is waarom het CVZ c.q. de Belastingdienst hen met brieven lastig vallen. Zij reageren veelal niet. Gevolg is wel dat het CVZ persisteert met inhouding.

Enige tijd soms na veel tijd - na afloop van het zorgjaar stuurt de Belastingdienst de gepensioneerde verdragsgerechtigde een formulier Opgaaf wereldinkomen voor de vaststelling van het niet in Nederland belastbare inkomen. Als betrokkene dit formulier niet terugstuurde, stelde de Belastingdienst het inkomen ambtshalve hoog vast. Gevolg is dat het CVZ de maximale bijdrage Zvw en AWBZ in rekening bracht. Dit heeft geleid tot zeer veel bezwaren, waarnaar alsnog het juiste veelal erg lage inkomen werd vastgesteld. Met ingang van het kalenderjaar 2008 stelt de Belastingdienst in deze situaties het inkomen direct vast op het door de Belastingdienst geschatte bedrag van het inkomen. Bindert Kloosterman www.hetwka.nl