Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams) Jim Laura Jim Laura Jim wijn aan) Laura Hallo Laura (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel) Hoe voel je je nu? Beter? Ja. Ja, dankje. Dit is voor jou. Een beetje wijn. (Hij reikt haar veel te beleefd de Dankje. Jim Drink maar - maar niet dronken worden (Hij lacht hartelijk. Laura neemt het glas onzeker aan; lacht verlegen) Waar zal ik de kaarsen neerzetten? Laura Jim Laura Jim Laura Jim Laura Jim Laura Jim Laura Jim Oh - oh waar je wilt Hier op de grond? Heb je daar iets tegen? Nee. Ik zit graag op de grond. Vind je dat ok? Oh, ja. Mag ik een kussen? Wat? Een kussen Oh (geeft het hem snel) En jij? Zit jij niet graag op de grond? Oh - ja. Waarom doe je het dan niet? 1
Laura Ik - zo meteen. Jim Neem een kussen (Laura neemt een kussen. Gaat aan de andere kant van de kaars zitten. Jim slaat zijn benen over elkaar en glimlacht innemend naar haar.) Ik kan je bijna niet zien zitten daar, helemaal aan de andere kant. Laura Ik kan - jou wel zien. Jim Ja ok, maar ik zit ook direct in het licht (Laura schuift haar kussen dichterbij) Goedzo Nu kan ik je zien Zit je goed? Laura Jim Laura Ja. Ik ook. Beter kan niet. Kauwgom? Nee, dankje. Jim Ik wel, als je dat ok vindt. (Haalt aandachtig eenkauwgom uit het pakje en houdt hem omhoog) Moet je je voorstellen wat een fortuin de uitvinder hiervan heeft gemaakt. Ongelofelijk, hè? Het Wrigley Gebouw is nu één van de bezienswaardigheden van Chicago. Ik heb het een paar zomers geleden gezien, toen ik naar de Eeuw van Vooruitgang ging kijken. Heb jij die tentoonstelling meegekregen? Laura Nee, ik niet. Jim Nou, het was een behoorlijk mooie tentoonstelling. Je kreeg een idee van wat de toekomst zal zijn in Amerika, nog prachtiger dan de huidige tijd (Pauze. Glimlacht naar haar) Je broer zegt dat je nogal verlegen bent. Klopt dat, Laura? Laura Ik - weet het niet. Jim Volgens mij ben je meer het ouderwetse soort meisje. Nou, ik denk dat het helemaal niet verkeerd is om dat te zijn. Ik hoop niet dat je vindt dat ik te persoonlijk ben - vind je dat? Laura (snel, van uit verlegenheid) Ik wil denk ik toch een kauwgom, als het - mag. (schraapt haar keel) Jim, ben jij - nog altijd aan het zingen? 2
Jim Laura Jim Laura niet? Jim Zingen? Ik? Ja. Ik herinner me wat voor een prachtige stem je had. Zeg je nu dat jij mij hebt horen zingen? Oh ja Ja, heel vaak Volgens mij - herinner je je mij - helemaal (glimlacht twijfelend) Weet je, ik heb het gevoel dat ik je eerder heb gezien. Ik had dat gevoel meteen toen je de deur open deed. Het was bijna alsof ik me je naam weer kon herinneren. Maar de naam die ik wilde zeggen - was geen naam Dus ik hield me in voor ik hem uitsprak. Laura Was het - Groene Roos? Jim (veert recht. Grijnzend) Groene Roos Jezus, ja - Groene Roos Die naam lag op het puntje van mijn tong toen je de deur open deed Is het niet grappig hoe je geheugen je voor de gek houdt? Ik bracht je helemaal niet met de middelbare school in verband. Maar daar was het wél, de middelbare school. Ik wist niet eens dat je de zus van Shakespeare was Jezus, sorry. Laura Dat had ik ook niet verwacht. Je - kende me ook nauwelijks. Jim Laura Jim Laura Jim Maar we spraken toch wel eens met elkaar? Ja, we - spraken met elkaar. Wanneer herkende je me? Oh, meteen Meteen toen ik binnen kwam? Laura Toen ik je naam hoorde dacht ik dat jij het waarschijnlijk was. Ik wist dat Tom jou enigszins kende op de middelbare school. Dus toen je binnen kwam - nou, toen was ik het zeker. Jim Laura Waarom zei je dan niets? (ademloos) Ik wist niet wat, ik was - te verrast 3
Jim Laura Jim Laura Jim Laura Jim Laura Jim Laura Jim Jezus Laura Dit is toch wel grappig, vind je niet Ja Ja, dat is het, hoewel Hadden wij niet samen les in iets? Ja, dat hadden we. Wat was dat dan? Het was - zingen - koorzang Ow Ik zat tegenover je in het repetitielokaal. Ow. Maandagen, woensdagen en vrijdagen. Nu weet ik het weer - jij kwam altijd te laat. Laura Ja, het was zo moeilijk voor me om de trap op te lopen. Ik had die beugel om mijn been - dat bonkte zo hard Jim Ik heb nooit iets van gebonk gehoord. Laura (huivert bij de herinnering) Voor mij klonk het als - onweer Jim Nou nou nou, ik heb het niet eens gemerkt. Laura En iedereen zat al als ik binnen kwam. Ik moest vóór al die mensen langs lopen. Mijn plek was op de achterste rij. Ik moest daar helemaal naartoe bonken terwijl iedereen keek Jim Je had je niet zo overbewust van jezelf moeten zijn. Laura Ik weet het, maar dat was ik wel. Het was altijd zo n opluchting als het zingen begon. Jim Ow, ja, nu kan ik je plaatsen Ik noemde je Groene Roos. Hoe kwam het ook al weer dat ik je zo ging noemen? 4
Laura Ik was een tijdje weg van school vanwege gordelroos. Toen ik terug kwam, vroeg je me wat er aan de hand was. Ik zei dat ik gordelroos had - jij dacht dat ik groene roos zei. Zo noemde je me daarna Jim Ik hoop dat je het niet erg vond. Laura Oh, nee - ik vond het leuk. Weet je, ik sprak niet met zo veel - mensen Jim Voor zover ik me herinner was je nogal gesloten. Laura Ik - ik - had nooit zoveel geluk met - vrienden maken. Jim Ik zie niet waarom. Laura Nou, ik - had al een slecht begin gemaakt. Jim Je bedoelt dat je - Laura Ja, dat stond - tussen mij en - Jim Dat had je niet toe moeten laten Laura Ik weet het, maar dat deed ik wel, en - Jim Je was mensenschuw Laura Ik probeerde het niet te zijn maar ik kon me - Jim Laura Er niet overheen zetten? Nee, ik - ik kon het niet Jim raken. Laura (bezorgd) Ja - ik denk dat het - Jim Laura Ik denk dat verlegen zijn iets is waar je stap voor stap van af moet Tijd nodig heeft Ja. 5