DEEL NAH ZEVEN GAVEN III.5 Overgordijnen III.5.1 Type 1 (Kamers + burelen) III.5.1.1 Stofbeschrijving Samenstelling : 100 % Polyester, inherent Breedte/Hoogte : bruikbare breedte : 290 cm Totale breedte : 295 cm Gewicht : 320 gr/m2/ +/- 3 % Structuur : Achterkant van de stof : Satijnbinding Voorkant : grof geweven linnenlook, half matte garen met panamastructuur 27 kleuren Krimp/stabiliteit : maximum 2% volgens de internationale geldende tolerantie Test stabiliteit na wassen : BS EN 6330:2001 Test stabiliteit na droogkuis : BS EN ISO 3175 : 2008 Kleurechtheid : 4/5 test na wassen : BS EN ISO 105 C06 (A2S 40 C) Test na droogkuis : BS EN ISO 105 D01 : 2010 Test na 3000 toeren : BS EN ISO 105 A02 : 1993 Martindale : 18.000 Sterkte stof : Grade A BS EN ISO 13934-4/BS EN 14465 2003 table 1 Sterkte Garen : Grade A BS EN ISO 13937-3/BS EN 14465 2003 table 1 Brandattesten : BS 5867 Pt2 Type B A1 B1 M1 IMO 2010 EN 13773 160d+300d 190 d + 600 d Wasvoorschriften : Wassen met de hand of met de machine op max 30 C Niet bleken Niet droogzwieren Chemisch reinigen onder symbool P met sommige beperkingen Algemeen wasonderhoud tips : - Wassen in water met beperkte wasbeweging, voorzichtig zwieren en spoelen onder geleidelijke afkoeling op een temperatuur van 30 - Strijken op een lage temperatuur van maximum 110 C. Een behandeling met stoom kan risico s met zich opleveren Blz. 22
III.5.1.2 Railtype III.5.1.3 Beschrijving confectie Vloeite in de stof : 200 % - dat wil zeggen 2 x de breedte van de te bedekken oppervlakte + 12 cm voor de zijzomen. Vloeite uitvoeren door een vlinderplooi. Aan de bovenkant wordt een buckramband gestikt van 8 cm en langs de achterkant wordt een Het gordijn wordt onderaan in de hoeken voorzien van loodjes en deze hinderen niets aan de wasbaarheid van het gordijn. hoogtematen dient 25 cm per pand bijgevoegd te worden voor hoofd-en onderzoom. Bij aaneenzetting van de banen wordt er rekening gehouden met een eventueel rapport in de stof. De stof wordt kamerhoog verwerkt. toegepaste vloeite en het aantal lopende meter stof vermeld worden. Bij afwezigheid van deze passen. De berekening voor de vloeite bedraagt : afgewerkte breedte x 2 + 12 cm voor de zijzomen. ingestikt (nummering lokalen beantwoord aan het architectuurplan of aan het sleutelplan) Dit moet III.5.2 Type 2 (Leefruimtes + personeelsruimte) III.5.2.1 Stofbeschrijving Samenstelling : 100 % Polyester Trevira CS Breedte/Hoogte : 140 cm Gewicht : 294 gr/m1 of 210 gr/m² Blz. 23
Structuur : Geweven panama gordijnstof gemaakt van 100 % Trevira CS. Door het ritme van de vele garenkleuren ontstaat een kleurrijk beeld. 29 kleuren Krimp/stabiliteit : 1 % Brandattesten : BS 5 867 Part 2 Type C ISO 6940 6941 DIN 4102-B1 NF P 92-507 M1 35 draden per cm 18,3 draden per cm Wasvoorschriften : Wassen met de hand of met de machine op max 40 C Niet bleken Niet droogzwieren Chemisch reinigen onder symbool P met sommige beperkingen Bijzonderheden : Certificaat Oeko-Tex IMO certificaat III.5.2.2 Railtype III.5.2.3 Beschrijving confectie Vloeite in de stof : 200 % - dat wil zeggen 2 x de breedte van de te bedekken oppervlakte. Vloeite uitvoeren door een vlinderplooi. Aan de bovenkant wordt een buckramband gestikt van 8 cm gestikt en langs de achterkant wordt een Het gordijn wordt onderaan in de hoeken voorzien van loodjes en deze hinderen niets aan de wasbaarheid van het gordijn. hoogtematen dient 25 cm per pand bijgevoegd te worden voor hoofd-en onderzoom. Bij aaneenzetting van de banen wordt er rekening gehouden met een eventueel rapport in de stof. Het is verboden met kleinere delen te werken in de confectie dan halve breedtes stof, tenzij anders vermeld op de gedetailleerde of samenvattende meetstaat Blz. 24
toegepaste vloeite en het aantal hele en halve banen stof vermeld worden. Bij afwezigheid van deze passen. ingestikt(nummering lokalen beantwoord aan het architectuurplan of aan het sleutelplan) Dit moet III.6 Glasgordijnen III.6.1 Type 1 (kamers + burelen) III.6.1.1 Stofbeschrijving Samenstelling : Breedte : Gewicht : Looddraad : Krimp : Wasvoorschriften : 100 % Polyester, M1 +-300 cm 80 gr/m2 3 kleuren (wit, ecru en champagne) 18,2 draden per cm 16,5 draden per cm mogelijk bij bestelling maximum 1 % volgens de internationale geldende tolerantie Wassen met de hand of met de machine op max 30 C met 1 % krimp Lichtecht(>=6 op de Xenotest -120 uren afwisselend belicht volgens ISO/105/V) III.6.1.2 Railtype Blz. 25
III.6.1.3 Beschrijving confectie Vloeite in de stof : minimaal 170 % - dat wil zeggen 1,7 x de breedte van de te bedekken oppervlakte. Vloeite uitvoeren door een enkele plooi. Aan de bovenkant wordt een buckramband gestikt van 8 cm gestikt en langs de achterkant wordt een Het gordijn wordt onderaan afgewerkt met een looddraad. hoogtematen dient 15 cm per pand bijgevoegd te worden voor hoofd-en onderzoom. Het is verboden met kleinere delen te werken in de confectie dan halve breedtes stof, tenzij anders vermeld op de gedetailleerde of samenvattende meetstaat. De stof wordt kamerhoog verwerkt. Bij aaneenzetting van de banen wordt er rekening gehouden met een eventueel rapport in de stof. De stof wordt kamerhoog verwerkt. toegepaste vloeite en het aantal lopende meter stof vermeld worden. Bij afwezigheid van deze passen. De berekening voor de vloeite bedraagt : afgewerkte breedte x 1,7 + 12 cm voor de zijzomen. De stof wordt kamerhoog verwerkt dwz zonder verticale naden. ingestikt(nummering lokalen beantwoord aan het architectuurplan of aan het sleutelplan) Dit moet Blz. 26