PC Card Adapter MiMoXR



Vergelijkbare documenten
Draadloos Netwerk 2,4 GHz. USB Adapter 54M WL-113. Handleiding voor snelle installatie

Technische Informatie

Wireless Utility. Complete handleiding

Inhoud van de verpakking

Installatiehandleiding

Snelle installatiegids Installeer WLAN USB Adapter Driver voor Windows 98se, ME, 2000 en XP.

Werkinstructie Linksys WIFI

Handleiding EM4030

SAGEM Wi-Fi 11g CARDBUS ADAPTER Gids voor een snelle start

Wi-Fi instellingen voor Windows XP

D-Link AirPlus G. Telenet WiFi Home Network

Technote. EnGenius Senao EOM Mesh Layer 2 configuratie Transparant netwerk

Nederlandse versie. Installatie Windows XP en Vista. LW311 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 300 Mbps

Het installeren van de software.

Technicolor TG670: draadloze configuratie

Long Range b/g/n USB TurboWifi adapter voor het gebruik buiten. Handleiding. Herziening 1.0

2 Plaats CD. NW Mbps Wireless Network USB Adapter Product informatie. B: USB 2.0 Connector C: Beschermingskap

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000, XP en Vista. LW303 Sweex Wireless LAN USB 2.0 adapter 300 Mbps

Wireless LAN USB Adapter AWL-400. Gebruiksaanwijzing. Versie 1.1 Juni BENQ Corporation

Wireless Network Kit 11M WL-521. Installatiehandleiding

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur)

SAGEM Wi-Fi 11g USB ADAPTER Gids voor een snelle start

Om gebruik te maken van het draadloze netwerk Eduroam, zal het programma SecureW2 geïnstalleerd moeten worden.

CMP-WNUSB10 Draadloze LAN USB 54 Mbps Gebruiksaanwijzing NEDERLANDS

Siemens SE551. Handleiding Flits Thuis

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Gids Instelling Verzenden

Linksys Wireless-G. Telenet WiFi Home Network

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows XP en Vista. LW056V2 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 54 Mbps

Datum 15 juni 2006 Versie Exchange Online. Handleiding voor gebruiker Release 1.0

LW053 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps

Controleer de inhoud van de verpakking. DWL-G122 draadloze USB-adapter. Cd (met de software, handleiding en een garantieformulier)

Gids Instelling Verzenden

WiFi-instellingen voor Windows 8

SpeedTouch 570 Standaard 128 WEP-beveiliging

Nederlandse versie. Inleiding. Inhoud van de verpakking. Specificaties. LW051 Sweex Wireless LAN PC Card 54 Mbps

DRAADLOZE 450N DUAL BAND USB 2.0-ADAPTER

Inhoud Installatie Wireless LAN card in WinXp Installatie Wireless LAN card in Win2000 Installatie Wireless LAN card WinME

Snelle installatiegids Het GW-7100U stuurprogramma voor Windows 98, ME, 2000 en XP installeren De GW-7100U-utility voor Windows 98, ME, 2000 en XP

HANDLEIDING INSTALLEREN MODEM XP/VISTA

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps

Het lokale netwerk configureren

gedeeld om dit zoveel wordt mogelijk door alle te aangesloten beperken. computers, noemt men dit wel een shared WEP-key.

INSTALLATIE HANDLEIDING

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

LW057 SWEEX WIRELESS LAN PCI CARD 54 MBPS. Windows zal het apparaat automatisch detecteren en het volgende venster weergeven.

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER

Handleiding: Skyport als Bridge instellen

DrayTek Vigor AP700 Wireless beveiligen

DRAADLOZE 11N 300MBPS BREEDBAND ROUTER

Nederlandse versie. Installatie Windows XP en Vista. Installatie Windows XP en Vista. LW312 Sweex Wireless LAN PCI Card 300 Mbps

Downloaded from PIXMA MG5500. series. Installatiehandleiding

USB Buitenantenne. Installatie Handleiding. Versie 1.1

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Ervaringen met draadloos

Stap 1: De Ruckus MetroFlex EU25 benaderen

Praktijkoefening - Het configureren van een draadloze router in Windows XP

Nederlandse versie. Inleiding. Inhoud van de verpakking. Specificaties. LW052 Sweex Wireless LAN PCI Card 54 Mbps

Technote Point-to-Point configuratie EnGenius

Engenius ECB150/ECB300/ECB350 HANDLEIDING VOOR OPZETTEN ALS ACCESSPOINT. v0.01

Deze procedure beschrijft de handelingen die verricht moeten worden voor het verbinden van uw laptop met het wireless netwerk van de HU

Alcatel Speedtouch 780WL Wi-Fi

Draadloze verbinding beveiligen Zyxel Prestige 2602HW-61C/63C

hdmedia Draadloze configuratie EM4555

Advies, Productie, Reproductie, Faciliteiten, Presentatie, Verhuur, Verkoop

Inhoudsopgave Klik op een onderwerp in onderstaande inhoudsopgave om de betreffende sectie te bekijken

Wireless-N. ADSL2+-gateway. Installatiehandleiding WAG300N (NL) Inhoud van de verpakking

Voor je met de installatie begint controleer of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn. In de verpakking dient aanwezig te zijn:

Gebruikershandleiding. Wi-Fi Versterker

OpenVPN Client Installatie

PRINTERS EN GEGEVENS DELEN TUSSEN COMPUTERS

Deze instructie moet gezien worden als een toevoeging op de bijgevoegde Engelstalige Quick Guide.

Handleiding: Solis-air

Vervang UW SERVERNAAM, UW SERVERNAAM ZONDER VPN en COMPUTERNAAM door de naam van de server en computer welke wij u doorgegeven hebben.

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

TORNADO Wireless Netwerk

INSTALLATIE HANDLEIDING

TORNADO Wireless Netwerk

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

EM4580 Draadloze N USB adapter

Gebruikershandleiding

Windows 98 en Windows ME

Installatie SQL Server 2014

Introductie. Draadloos is kwetsbaar

Uw gebruiksaanwijzing. HERCULES ROUTER G-54

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Printerstuurprogramma installeren

Installatie van ST121g in combinatie met de SpeedTouch ST580 Wireless modem

DRAADLOZE 300N DUAL BAND USB 2.0-ADAPTER

EnGenius Snelle Installatie Gids

Installatiehandleiding. Voor uw ADSL Flits Connected by KPN abonnement. Type modem: P-2612 HNU-F3 Netwerk: KPN

INSTALLATIE HANDLEIDING Nauticwifi USB Router in combinatie met de Nauticwifi USB buitenantenne

Multifunctionele USB-netwerkserver serie

Controleer voor aanvang van de installatie of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn. De doos dient de volgende onderdelen te bevatten:

Installatie SQL Server 2012

Technische Informatie

Windows XP & Windows Vista

802.1x instellen op een Trapeze MX

Specificaties Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 140 Nitro XM (LW143)

CLOUD4WI ALCATEL-LUCENT IAP CONFIGURATIE V2

Transcriptie:

Wireless Network 2,4 Ghz PC Card Adapter MiMoXR WL-150 Snelle Installatie Gids

1. Installatie van software en hardware Stap 1. Installeer de software voordat u de wireless adapter in het slot plugt 1. Stop de installatie CD in het CD-ROM station, open Mijn Computer/CD-ROMstation en start het setup.exe bestand dat zich in de Utility map bevindt. 2. Klik op Next om de installatie te beginnen en volg de instructies op uw scherm. 3. Als het installatieprogramma is afgerond de CD-ROM eruit halen en de computer afsluiten. Stap 2. 1. Stop de WL-150 draadloze PCMCIA adapter in de vrije PCMCIA-poort. 2. Start de computer. Stap 3. 1. Nadat Windows opnieuw is opgestart zal hij de nieuwe hardware zelf zien (de WL- 150). 2. Volg de aanwijzingen van de Windows Nieuwe Hardware Wizard en laat Windows automatisch zoeken naar het geschikte stuurprogramma. Let op: Windows 98SE gebruikers zullen mogelijk gebruik moeten maken van de Windows 98SE CD-ROM om de installatie af te kunnen ronden. 3. Afhankelijk van de versie van Windows die u gebruikt, is het mogelijk dat u een waarschuwing krijgt: Voldoet niet aan de eisen van de Windows Logo-test.

4. Klik op Toch doorgaan (Windows XP) of Ja (Windows 2000) om de installatie af te ronden. 5. Wanneer u gevraagd wordt uw land te kiezen, selecteer het land en klik op Volgende. 2. Configuratie van een draadloos netwerk volgens de ad-hoc-methode Na het installeren van de software wordt het pictogram van het hulpprogramma voor configuratie van een draadloos netwerk in het systeemvak van de Windows-taakbalk weergegeven. Sitecom-hulpprogramma Het pictogram van het hulpprogramma dient blauw te zijn; indien het pictogram rood is, betekent dat dat de configuratie van het WLAN ongeldig of niet voltooid is. Wanneer het pictogram geel is, dan is het signaal van de draadloze verbinding zwak. Dubbelklik op het pictogram of ga naar Start/Programs/Wireless Network [Start/Programma's/Wireless Network] en klik op Sitecom Wireless Utility. Selecteer tabblad 'Profile Setting' ['Profiel instellen'] en klik op de toets 'New' ['Nieuw'].

Vul een profielnaam (bijvoorbeeld Sitecom) in en klik op 'Next' ['Volgende']. Vul de netwerknaam (bijvoorbeeld Sitecom) in, en zorg ervoor dat de netwerknaam (ook wel SSID genoemd) op alle draadloze adapters hetzelfde is. Selecteer als netwerktype 'Peer to Peer', kies als overdrachtssnelheid 'Automatic' en kies een kanaal. Gebruik bij een Peer-to-Peer-verbinding altijd hetzelfde kanaal en dezelfde netwerknaam. Klik op 'Next' ['Volgende']. Vink "Security" pas aan nadat de draadloze verbinding tot stand is gebracht en klik op "Next" ["Volgende"].

Selecteer bij 'IP Setting' ['IP-instelling'] de optie 'Enable' ['Inschakelen'] en klik op 'Next' ['Volgende']. Selecteer bij 'DHCP Status' ['DHCP-status'] de optie 'Disable' ['Uitschakelen']. Stel het 'IP Address' ['IP-adres'] in (bijvoorbeeld 192.168.1.1), waarbij het laatste cijfer van het IP-adres van elke pc met 1 wordt verhoogd. Het IP-adres van de tweede pc is dan 192.168.1.2, enzovoort. De instelling bij 'Subnet Mask' ['Subnetmasker'] dient hetzelfde (255.255.255.0) te zijn voor alle pc's. De 'Default Gateway' ['Standaardgateway'] en de 'DNS Server' ['DNS-server'] hoeven niet te worden ingevuld. Klik op 'Complete' ['Gereed']. Klik op 'Finish' ['Voltooien'].

Selecteer de profielnaam en klik op 'Connect' ['Verbinden']. Controleer of het pictogram van het hulpprogramma voor de configuratie van het draadloze netwerk van kleur is veranderd. Sluit het hulpprogramma af door op de 'X' te klikken. Het pictogram van het hulpprogramma blijft zichtbaar in het systeemvak van de Windows-taakbalk. Ga verder met hoofdstuk 4: Bestanden en printers delen.

3. Configuratie van een draadloos netwerk volgens de infrastructuurmethode Na het installeren van de software wordt het pictogram van het hulpprogramma voor configuratie van een draadloos netwerk in het systeemvak van de Windows-taakbalk weergegeven. Sitecom-hulpprogramma Het pictogram van het hulpprogramma dient blauw te zijn; indien het pictogram rood is, betekent dat dat de configuratie van het WLAN ongeldig of niet voltooid is. Wanneer het pictogram geel is, dan is het signaal van de draadloze verbinding zwak. Dubbelklik op het pictogram of ga naar Start/Programs/Wireless Network [Start/Programma's/Wireless Network] en klik op Sitecom Wireless Utility. Selecteer tabblad 'Profile Setting' ['Profiel instellen'] en klik op de toets 'New' ['Nieuw']. Vul een profielnaam (bijvoorbeeld Sitecom) in en klik op 'Next' ['Volgende'].

Vul de netwerknaam (bijvoorbeeld Sitecom) in, en zorg ervoor dat de netwerknaam (ook wel SSID genoemd) op alle draadloze adapters en access points hetzelfde is. Selecteer als netwerktype 'Access Point', kies als overdrachtssnelheid 'Automatic' en klik op 'Next' ['Volgende']. Vink "Security" pas aan nadat de draadloze verbinding tot stand is gebracht en klik op "Next" ["Volgende"]. Selecteer bij 'IP Setting' ['IP-instelling'] de optie 'Enable' ['Inschakelen'] en klik op 'Next' ['Volgende'].

Wanneer u gebruik maakt van een Sitecom Wireless Router of een andere DHCP server in het netwerk, zet u DHCP Status op Enable [ Inschakelen ]. In alle andere situaties, selecteer bij 'DHCP Status' ['DHCP-status'] de optie 'Disable' ['Uitschakelen']. Stel het 'IP Address' ['IP-adres'] in (bijvoorbeeld 192.168.1.1) en zorg ervoor dat het IP-adres in hetzelfde bereik ligt als het access point. De instelling bij 'Subnet Mask' ['Subnetmasker'] dient hetzelfde (255.255.255.0) te zijn voor alle pc's. De 'Default Gateway' ['Standaardgateway'] en de 'DNS Server' ['DNS-server'] hoeven niet te worden ingevuld. Klik op 'Next' ['Volgende']. Klik op 'Finish' ['Voltooien']. Selecteer de profielnaam en klik op 'Connect' ['Verbinden']. Sluit het hulpprogramma af door op de 'X' te klikken. Het pictogram van het hulpprogramma blijft zichtbaar in het systeemvak van de Windows-taakbalk. Ga verder met hoofdstuk 4: Bestanden en printers delen.

4. Bestanden en printers delen Windows 98/ME Om het delen van bestanden en printers via het netwerk mogelijk te maken, klikt u met de rechter muisknop op het pictogram 'Network Neighbourhood' ['Netwerkomgeving'] op het bureaublad en selecteert u vervolgens 'Properties' ['Eigenschappen']. Klik op de toets 'File and printer sharing' ['Bestanden en printers delen']. Vink de twee opties in het dialoogvenster aan en klik op OK. Voordat u de pc opnieuw opstart, dient u nog enkele andere instellingen te controleren. Klik op het tabblad 'Identification' ['Identificatie']. Voer bij COMPUTERNAME [COMPUTERNAAM] een unieke computernaam in en geef een beschrijving van de computer op in de betreffende regel van het dialoogvenster. De naam die u invult bij WORKGROUP [WERKGROEP] dient exact hetzelfde te zijn voor elke computer in het netwerk. Bestanden en mappen delen: Wanneer u een vaste schijf (of enig ander opslagapparaat) van een pc wilt delen met alle andere pc's die deel uitmaken van het netwerk, klikt u met de rechter muisknop op de letter van het schijfstation of op de map die u wilt delen en selecteert u 'Sharing' ['Delen'] in het pop-upmenu. Nadat u 'Sharing' ['Delen'] heeft geselecteerd, verschijnt er een dialoogvenster met verschillende opties. Type de sharenaam in, voeg een opmerking toe en stel het toegangstype in. Indien u 'Read Only' ['Alleen lezen'] selecteert, kunnen de andere computers in het netwerk geen bestanden kopiëren naar het gedeelde schijfstation of de gedeelde map. Indien u 'Full' ['Volledig'] selecteert, kunnen de pc's in het netwerk ook naar de betreffende schijf of map schrijven. Printers delen: Klik op 'Start', 'Settings' ['Instellingen'] en 'Printers'. Klik met de rechter muisknop op printer die u wilt delen via het netwerk en selecteer 'Sharing' ['Delen']. In het volgende scherm kunt u printerdeling inschakelen en een sharenaam invullen; de printer kan nu door meerdere computers in het netwerk worden gedeeld. Om de netwerkprinter te gebruiken op andere pc's in het netwerk, dient deze eerst te worden geïnstalleerd op de andere pc's. Klik op 'Start', 'Settings' ['Instellingen'] en 'Printers'. Klik op het pictogram 'Add New Printer' ['Printer toevoegen']. De 'New Printer Wizard' ['Wizard Nieuwe printer'] verschijnt. Selecteer 'Next' ['Volgende'] en vervolgens 'Network Printer' ['Netwerkprinter']. In het volgende scherm, de correcte printer opzoeken via de netwerkomgeving. De printer wordt nu geïnstalleerd. Herhaal deze stappen voor alle pc's in het netwerk. De printer kan nu worden gebruikt door elke pc die onderdeel is van het netwerk. Windows 2000/XP Het delen van bestanden en printers wordt automatisch geïnstalleerd onder Windows 2000/XP. Het delen van bestanden, mappen en printers gebeurt in grote lijnen volgens dezelfde procedure als beschreven voor Windows 98/ME; alleen het toekennen van computer- en werkgroepnaam is enigszins anders. Windows 2000 Klik met de rechter muisknop op 'My Computer' ['Deze computer'] op het bureaublad en selecteer 'Properties' ['Eigenschappen']. Klik op het tabblad 'Computer name' ['Computernaam']. Voer de computernaam en werkgroepnaam op dezelfde wijze in als voor Windows 98/ME.

Windows XP Klik op 'Start'. Klik met de rechter muisknop op 'My Computer' ['Deze computer'] en selecteer 'Properties' ['Eigenschappen']. Klik op het tabblad 'Computer name' ['Computernaam']. Voer de computernaam en werkgroepnaam op dezelfde wijze in als voor Windows 98/ME. Gastaccount in Windows 2000 Wanneer u een gedeeld bestand of een gedeelde map via het netwerk wilt benaderen op een pc die Windows 2000 draait, zal er meestal om een wachtwoord worden gevraagd. Dit komt doordat de zogenoemde 'gastaccount' in Windows 2000 standaard is uitgeschakeld. U kunt de gastaccount als volgt inschakelen: Klik met de rechter muisknop op 'My Computer' ['Deze computer'] en klik vervolgens op 'Manage' ['Beheren']. Onder 'System Tools' ['Systeemwerkset'] dubbelklikt u op 'Local Users and Groups' ['Lokale gebruikers en groepen'] en klikt u op 'Users' ['Gebruikers']. In het rechter scherm klikt u met de rechter muisknop op de 'Guest' ['Gast']- account, en klikt u vervolgens op 'Properties' ['Eigenschappen']. Deselecteer het selectievakje 'Disable this account' ['Deze account uitschakelen'] en klik op OK. Klik op 'Start/Settings/Control Panel/Users and Passwords' ['Start/Instellingen/Configuratiescherm/Gebruikers en wachtwoorden']. Selecteer 'Guest' ['Gast'] en klik op de toets 'Set Password' ['Wachtwoord instellen']. Zorg ervoor dat er geen wachtwoord is ingesteld. 5. Beveiliging Om te voorkomen dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot de gegevens die over uw netwerk worden verstuurd, biedt het WLAN-hulpprogramma een aantal geavanceerde beveiligingsopties. Om de beveiligingsopties te activeren, klikt u op het selectievakje naast Security. 5.1 Thuisgebruikers en kleine bedrijven WEP (Wired Equivalent Privacy) Dit is de eerste en meest gebruikte encryptiemodus voor draadloze netwerken en kan zowel in peer to peer als in netwerken met Accesspoints gebruikt worden. Zorg ervoor dat op alle draadloze stations dezelfde sleutel wordt gebruikt. Kies Open of Shared als Authentication Mode en WEP als Encryption Mode.

Bij verificatie met een open sleutel moet de correcte SSID worden opgegeven. Bij verificatie met een gedeelde sleutel stuurt het AccessPoint de client-pc een tekstpakket dat deze vervolgens moet versleutelen met de correcte WEP-sleutel en terugsturen naar het AccessPoint. Indien de client-pc de verkeerde sleutel of geen sleutel terugstuurt, mislukt de verificatie en kan de client-pc geen verbinding maken met het AccessPoint. Verificatie met een gedeelde sleutel wordt beschouwd als minder veilig, omdat een hacker de WEP-sleutel kan ontcijferen als hij zowel het onversleutelde als het met een WEP-sleutel beveiligde pakketje onderschept.verificatie met een open sleutel is veiliger, want zelfs wanneer een client-pc wordt geverifieerd en verbinding kan leggen met een AccessPoint, dan kan de client-pc enkel data versturen en data ontvangen van het AccessPoint indien deze over de correcte WEP-sleutel beschikt. Ga nu verder met het onderdeel Pre-configured key [WEP]. Kies de indeling waarin de sleutel wordt ingevoerd, dus hexadecimaal (Hexadecimal digits), alfanumeriek (ASCII characters) of wachtzin (PassPhrase). Kies het sleutelnummer dat u wilt gebruiken. Kies de encryptielengte; 128 bits wordt aanbevolen. Voer een waarde in bij Network Key. Afhankelijk van het type dat u kiest (ASCII of Hexadecimal, 64 of 128 bits), bedraagt de lengte van de sleutel 5, 10, 13 of 26 tekens. 64 bit 128 bit alfanumeriek 5 tekens A-Z & 0-9 hexadecimaal 10 tekens A-F & 0-9 alfanumeriek 13 tekens A-Z & 0-9 hexadecimaal 26 tekens A-F & 0-9

Met PassPhrase kunt u gemakkelijk een sleutel genereren. U kunt een normale zin invoeren. Het hulpprogramma zet deze zin om in een beveiligingssleutel. (Gebruik deze optie alleen wanneer alle draadloze producten van dezelfde fabrikant zijn). WPA-PSK (Wi-Fi Protected Access-Pre Shared Key) In vergelijking met WEP is WPA is een hele verbetering voor de beveiliging van draadloze netwerken en kan gebruikt worden in netwerken met een Accesspoint. Bij WPA wordt normaal gesproken gebruik gemaakt van een verificatieserver in het netwerk voor beveiligingsdoeleinden. Voor thuisgebruik werd WPA-PSK ontwikkeld. Er is geen verificatieserver nodig. Bij WPA-PSK meldt de client zich aan bij het AccessPoint met de vooraf gedeelde sleutel (net als bij WEP). Wanneer de verbinding wordt goedgekeurd, worden de versleutelde gegevens verzonden met een sleutel die is afgeleid van de vooraf gedeelde sleutel. De laatste encryptiesleutel wijkt dus af van de vooraf gedeelde sleutel. Kies WPA-PSK bij Authentication en TKIP bij Encryption Mode. Voer een waarde in bij Network Key in het onderdeel Pre-shared key (WPA). Het moet een alfanumerieke toegangscode of wachtzin met minimaal 8 en maximaal 63 tekens.

5.2 Grote ondernemingen en organisaties Raadpleeg de handleiding op de cd-rom. Grote organisaties stellen soms extra beveiligingseisen aan draadloze netwerkverbindingen. Vaak wordt er in een dergelijk netwerk een verificatieserver (radius-server) gebruikt. De WL-022 ondersteunt twee opties voor dit type beveiliging: 802.1x en WPA. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de juiste instellingen. Verificatie via IEEE 802.1x 802.1x is een uitbreiding van de traditionele WEP-beveiliging. Indien de verificatiemodus is ingesteld op Open of Shared is het mogelijk om de optie IEEE 802.1x authentication for this network aan te vinken. Op basis van de informatie van de netwerkbeheerder kiest u het juiste type EAP (Extensible Authentication Protocol). Als de Authentication mode is ingesteld op Open, heeft u de mogelijkheid om de volgende optie te activeren: Keys will be generated automatically for data privacy. Wanneer de optie is uitgeschakeld of wanneer de Authentication mode is ingesteld op Shared dan moet u de Pre-configured key [WEP] invoeren (zie paragraaf 5.1 over WEP).

WPA In vergelijking met WEP is WPA is een hele verbetering voor de beveiliging van draadloze netwerken. Bij WPA wordt gebruik gemaakt van een verificatieserver (radius-server) in het netwerk voor beveiligingsdoeleinden. Kies WPA bij Authentication en TKIP bij Encryption Mode. Op basis van de informatie van de netwerkbeheerder kiest u het juiste type EAP (Extensible Authentication Protocol). Certificate Information Bij 802.1x en WPA moet Certificate Information worden opgegeven. Na configuratie van 802.1x of WPA, klikt u op "Next" ["Volgende"]. De configuratie is afhankelijk van het EAP-type en de informatie van uw netwerkbeheerder. TLS vereist dat u Certificate Information en Login Information invoert voor wederzijdse verificatie. Wanneer u TLS kiest moet u in het volgende veld de toepasselijke informatie selecteren via de keuzelijst: User Certificated: selecteer een van de gebruikerscertificaten. Certificate Authority: selecteer een van de instanties die certificaten uitgeven. Login Information: in dit menu kunt u een Server Name en een Login Name opgeven ten behoeve van de verificatie.

PEAP vereist het gebruik van certificaten met een Certification Authority-server. Klik op de pijl omlaag rechts van deze lijst om alle opties voor Certification Authority weer te geven. Klik op een van de instanties om deze te selecteren. U moet ook de User Information en de Login Information in de toepasselijke velden invullen. LEAP vereist wederzijdse verificatie tussen client-adapters en AccessPoints. U moet een User Name en Password opgeven die worden geverifieerd door de radius-server. Deze wederzijdse verificatie garandeert dat alleen geautoriseerde gebruikers toegang kunnen krijgen tot het netwerk.

6. De tabbladen van het hulpprogramma voor configuratie van het draadloze netwerk Het hulpprogramma omvat een viertal tabbladen die kunnen worden geopend door erop te klikken. 6.1 Link Information [Informatie verbinding] Klik op 'More...' ['Meer...'] voor meer informatie over de draadloze verbinding. Connect to Network [Verbonden met netwerk] In dit veld wordt de huidige status van de draadloze verbinding weergegeven. Wanneer het hulpprogramma 'Connected to network' ['Verbonden met netwerk'] aangeeft, betekent dat dat het netwerk beschikbaar is in de infrastructuurmodus of de Peer-to- Peer-modus. Indien het programma 'Scanning' ['Bezig met scannen'] aangeeft, betekent dat dat er gezocht wordt naar beschikbare access points of draadloze adapters. Network Type Infrastructure: De driver scant voortdurend alle beschikbare kanalen tot er een of meerdere access points worden gevonden die overeenkomen met de netwerknaam (SSID). Dan wordt geprobeerd om aan te melden bij en verbinding te maken met het betreffende access point. Peer to Peer: De driver scant gedurende 5 seconden of hij een bestaand ad-hoc-netwerk met dezelfde netwerknaam (SSID) kan vinden.

Channel [Kanaal], Encryption & Link Speed [Verbindingssnelheid] Verschaft informatie met betrekking tot het kanaal en de overdrachtssnelheid die wordt gebruikt voor het verbinden met een actief draadloos netwerk. De versleuteling is een indicatie van het beveiligingsniveau. Signal Strength [Signaalsterkte] De staafgrafiek is alleen actief wanneer het netwerk is opgezet via de infrastructuurmodus. De staafgrafiek geeft informatie over de sterkte van het signaal tussen het knooppunt en het access point. Link Quality [Kwaliteit verbinding] De staafgrafiek is alleen actief wanneer het netwerk is opgezet via de infrastructuurmodus. De staafgrafiek geeft informatie over de kwaliteit van de verbinding tussen de adapter en het access point. 6.2 Site Survey [Beschikbare netwerken] Het tabblad Site Survey [Beschikbare netwerken] verschaft informatie omtrent de huidige status van alle beschikbare draadloze netwerken. Selecteer een netwerknaam (SSID) uit de lijst en klik op 'Connect' ['Verbinden'] om verbinding te maken met het draadloze netwerk. Wanneer de toets 'Refresh' ['Bijwerken'] wordt geselecteerd, wordt het netwerk opnieuw gescand en wordt de lijst met beschikbare draadloze netwerken bijgewerkt. 6.3 Profile Setting [Profiel instellen] In dit tabblad kunnen gebruikers profielen aanmaken voor verschillende netwerkomgevingen.

Klik op de toets 'New' ['Nieuw'] om nieuwe profielen aan te maken. Klik op 'Edit' ['Bewerken'] om bestaande profielen te bewerken. Klik op de toets 'Delete' ['Verwijderen'] om profielen te verwijderen. Network Type [Netwerktype] In dit tabblad kunt u de netwerkconfiguratie kiezen: 'Peer to Peer' of 'Infrastructure'. Peer to Peer: Alle communicatie vindt plaats tussen de client-pc's zonder gebruik te maken van een access point. In een Peer-to-Peer-netwerk (of ad-hoc-netwerk) wordt dezelfde netwerknaam (SSID) gebruikt voor het tot stand brengen van de draadloze verbinding. Infrastructure: In deze netwerkconfiguratie wordt gebruik gemaakt van een access point. Alle communicatie vindt plaats via het access point, dat de datapakketjes aan zowel draadloze clients als bekabelde knooppunten in het netwerk doorgeeft. Transfer Rate [Overdrachtssnelheid] De snelheid waarmee client-pc's of access points datapakketjes verzenden. Security Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie. IP Setting [IP-instelling] Met deze optie kan de draadloze adapter worden geconfigureerd met een statisch of een dynamisch IP-adres, een standaardgateway en een DNS-serveradres.

6.4 About [Info] Het tabblad 'About' ['Info'] verschaft informatie over de versie van het hulpprogramma, de driverversie, de firmwareversie en het MAC-adres.