Subsidieregelingen De Fryske Marren



Vergelijkbare documenten
Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Subsidieverordening Sociaal Domein Opsterland 2016

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

SUBSIDIEREGELING STERK ZIJN HAGENAARS MET EEN BEPERKING, DEN HAAG 2016

Beleidsregels Projectsubsidies Cultuur Midden-Drenthe

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016;

leefbaarheid, sport en cultuur

"Verordening evenementen gemeente Hardenberg".

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Deelverordeningen behorend bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Lopik 2018

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Deelverordening incidentele subsidies Wijdemeren 2017

Subsidieregeling Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2018

Beleidsregel activiteitensubsidies Welzijn gemeente Eijsden-Margraten 2017

Algemene subsidieverordening GOES 2011

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

Uitvoeringsregeling subsidies incidentele activiteiten 2012

Algemene subsidieverordening Texel

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;

GEMEENTEBLAD. Nr. 3016

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

Subsidieregeling Armoedebeleid Capelle aan den IJssel Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

SUBSIDIEREGELING STIMULERING CULTUREEL ONDERNEMERSCHAP DEN HAAG 2017

Subsidieregeling Fonds Cultuur

Subsidieverordening Hollands Kroon

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten

SUBSIDIEREGELING IMPULS BUURTHUIS VAN DE TOEKOMST DEN HAAG 2015

Het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente Waterland,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten; Gelet op het Subsidiebeleid Welzijn en Participatie gemeente Asten ;

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015

GEMEENTEBLAD. Nr SUBSIDIEREGELING VITALE SAMENLEVING 1. ALGEMEEN

Subsidieregeling maatschappelijke inzet sportverenigingen

Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011

SUBSIDIEVERORDENING AANGEPAST SPORTEN IN DE REGIO DRECHTSTEDEN 2013

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 2790

gelezen de nota subsidieregeling Projecten#InDeBuurt d.d. 15 november 2016 nr ;

overwegende dat het gewenst is om de gemeente Hardenberg beter op de kaart te zetten middels evenementen die een economische spin-off opleveren;

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

SUBSIDIEREGELING KLEINE VERBOUWINGEN, TIJDELIJKE HUISVESTING EN INRICHTING LOKALEN VOORSCHOOLPEUTERSPEELZALEN DEN HAAG 2016

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013 (ASV), besluit vast te stellen de volgende regeling:

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015;

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

Hoofdstuk 2 Subsidiëring op basis van de programma s Leefomgeving, Sociaal Domein, Leren en leven en Economie.

Regeling subsidie bibliotheekwerk gemeente Oisterwijk 2016

Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en evenementen Montferland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Regeling subsidie sportdeelname jeugd gemeente Oisterwijk 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel;

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Tijdelijke Subsidieregeling harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht

Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2002;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

Sector: I. Nr. : 90.8

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

vast te stellen de volgende deelverordening: Deelverordening subsidie cultuur gemeente Nunspeet

Subsidieregeling vrijwilligerswerk en mantelzorg 2002

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Subsidieverordening Aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

gelezen de nota d.d., 5 december 2017, Directie/Samenleven/ Sociale Basisinfrastructuur;

Subsidieregeling professionalisering Drentse musea

Subsidieregeling sport gemeente Weststellingwerf Het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf,

SUBSIDIEREGELING MAATSCHAPPELIJKE COÖPERATIE DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Beleidsregels subsidiering activiteiten en projecten KH2018 gemeente Ferwerderadiel

Op 16 januari 2018 organiseert de gemeente een informatieavond over de nieuwe subsidieregeling, om 19:30 in Rozet te Arnhem.

Maatschappelijke partner: de organisatie(s) waar de doelgroep zich bevindt om het aanbod op af te stemmen.

REGELING SUBSIDIES VRIJWILLIGERSACTIVITEITEN WELZIJN EN ZORG 2015

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Subsidieregeling Evenementen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den Ussel;

Subsidieregelingen De Fryske Marren

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017

gemeente Eindhoven Subsidieregeling meedoen en maatschappelijke participatie

BESLUIT Nr. MO/ Subsidieregeling Evenementen en Amateurkunst Dordrecht 2016

Subsidieregeling vrijwillige inzet gemeente Deurne Datum :

Subsidieregeling 'Investering- en stimuleringsregeling Noordwijkse verenigingen' gemeente Noordwijk '

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

Het college van burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn; gelet op artikel 149 Gemeentewet en artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Transcriptie:

Subsidieregelingen De Fryske Marren Gemaakt door Het subsidiebureau Datum April 2016 Voor Subsidieaanvragers in gemeente De Fryske Marren

Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 2. Subsidieregeling Culturele activiteiten... 5 3. Subsidieregeling sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning... 9 4. Subsidieregeling sport en bewegen... 12 5. Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk... 14 6. Subsidieregeling verkeersveiligheid... 16 7. Subsidieregeling Musea... 18 8. Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk... 19 9. Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE)... 20 10. Subsidieregeling Sociaal wijkteam... 22 11. Subsidieregeling Innovatiefonds Ondersteuning... 24 12. Subsidieregeling Monumentenstichting... 26 13. Subsidieregeling instellingen op het terrein van maatschappelijke dienstverlening... 28 14. Subsidieregeling maatschappelijk gebruik Swimfun en Sportfun Joure... 30 15. Subsidieregeling Rijksmonumenten De Fryske Marren... 32 Toelichting op de subsidieregelingen... 34 Ingetrokken regelingen... 37 2

1. Algemeen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Algemene subsidieregelingen Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen In deze subsidieregelingen wordt verstaan onder: Awb: Algemene wet bestuursrecht. ASV: Algemene Subsidie Verordening De Friese Meren 2014. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten (artikel 4:21 Awb). Subsidieplafond: een bedrag dat gedurende een bepaald tijdvlak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift (artikel 4:22 Awb). Vastgesteld beleidskader: een door de raad vastgesteld document waarin de beleidsdoelen op een bepaald terrein zijn vastgesteld. Het vormt het kader waarbinnen alle (keuzes voor) inspanningen en beoogde resultaten dienen plaats te vinden. Inclusieve samenleving: een samenleving waarin iedereen tot zijn recht kan komen, ongeacht culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, talenten en/ of beperkingen. Iedereen neemt op gelijkwaardige manier deel aan de samenleving. Social Return: heeft als doel een bijdrage te leveren aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Artikel 1:2 Algemene subsidieregelingen De bepalingen in deze regeling zijn van toepassing op alle subsidieaanvragen die de gemeente De Fryske Marren behandelt met uitzondering van de subsidies die direct en onverkort voortvloeien uit Europees, rijks- of provinciaal beleid. Subsidieaanvragen waarvoor geen subsidieregeling is, worden niet gehonoreerd. Artikel 1:3 Algemene kaders De gemeente heeft een aantal algemene kaders opgesteld voor het verstrekken van subsidie. De subsidieaanvraag moet ten minste passen in de volgende kaders: 1. De aanvraag moet gericht zijn op de gemeente en haar inwoners: activiteiten moeten beschikbaar zijn voor en gericht zijn op alle inwoners van De Fryske Marren. Subsidieaanvragen moeten een aantoonbare bijdrage leveren aan door het college en/ of de raad vastgestelde beleidsdoelen. 2. Doelmatigheid: er moet een realistische verhouding tussen de verwachte resultaten en gevraagde gemeentelijke bijdrage zijn. 3. Inclusieve samenleving: de gemeente wil de inclusieve samenleving stimuleren. Een samenleving waarin iedereen op gelijkwaardige manier, ongeacht culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, talenten en/ of beperkingen, kan deelnemen. Dit betekent dat de gemeente eisen kan stellen dat een vereniging zich niet specifiek richt op één activiteit of één doelgroep, maar de activiteit openstelt voor alle inwoners. 4. Cofinanciering en samenwerking: bij subsidieverstrekking wordt verwacht dat de aanvrager cofinanciering zoekt of zelf een aanzienlijke bijdrage levert. Ook moet er zoveel mogelijk worden aangesloten bij de voorzieningen en organisaties in de keten. 5. Verantwoordelijkheidstrap: de verantwoordelijkheidstrap is een leidend principe bij subsidieverlening. Eerste trede: eigen verantwoordelijkheid van de burger, mensen zorgen voor zichzelf. De subsidierelatie is eenmalige subsidies van provincie of rijk. Tweede trede: mensen zorgen voor elkaar. De subsidierelatie is het geven van een extra stimulans door een eenmalige, regelarme, vraag gestuurde subsidieverstrekking. Derde trede: algemene voorzieningen. De subsidierelatie is het realiseren van de beleidsdoelen van de gemeente door een proactieve samenwerking met de maatschappelijke partners. 3

Vierde trede: professionele ondersteuning. De subsidierelatie is het inzetten van middelen om wettelijke taken uit te voeren en het bieden van specifieke ondersteuning voor individuele inwoners. Artikel 1:4 Weigeringsgronden Het college kan subsidieverlening weigeren wanneer: a. de aanvraag niet gericht is op gemeente De Fryske Marren en de inwoners van De Fryske Marren; b. de aanvraag niet past in de beleidsuitgangspunten van de inclusieve samenleving; c. de subsidieaanvraag wordt ingediend na het plaatsvinden van de activiteit en/ of de aanvangsdatum van de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd; d. activiteiten met een commercieel karakter of waarbij sprake is van winstoogmerk; e. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet en/ of het algemeen belang of de openbare orde; f. de organisatorische en/ of financiële continuïteit van de aanvrager en/ of de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende is gewaarborgd; g. de aanvrager geen sluitende begroting indient; h. de aanvrager in relatie tot de gevraagde subsidie zelf geen substantiële bijdrage levert aan het realiseren van het gestelde doel; i. er geen evenwichtige verhouding is tussen de verwachte resultaten en de gevraagde bijdrage; j. al in voldoende mate wordt voorzien in de activiteiten en/ of het doel dat wordt nagestreefd; k. voor de activiteit al gemeentelijke subsidie is verstrekt; l. wanneer er al gelijksoortige activiteiten zijn op het niveau van buurt, wijk, dorp of stad waar de aanvrager zich op richt; m. een vereniging meerdere keren per jaar een aanvraag indient; n. als een vereniging een negatieve steekproef heeft gehad in het voorafgaande jaar; o. de aanvraag betrekking heeft op jubilea; p. er een bijdrage wordt gevraagd voor de aanschaf of ontwikkeling van een website. Artikel 1:5 Subsidiecriteria 1. Het college kan verplichtingen opleggen ten aanzien van de bevordering van de toegankelijkheid van activiteiten voor mensen met een beperking. Het uitgangspunt is dat de aanvraag moet passen in de uitgangspunten van de inclusieve samenleving. 2. Het college kan verplichtingen opleggen ten aanzien van de bevordering van duurzaamheid en Social Return. 3. Het college kan de subsidieontvanger verplichten een verantwoording te geven over de opbouw van een algemene reserve en de bestemming hiervan. Artikel 1:6 Algemene overgangsbepaling Bij beëindiging of verlaging van een structurele subsidie geldt een afbouwperiode van 2 jaar. Een aanvrager ontvangt structurele subsidie wanneer zij drie jaar achter één gesloten jaren subsidie toegekend hebben gekregen van de gemeente. 4

2. Subsidieregeling Culturele activiteiten Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling culturele activiteiten. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 2:1 Begripsomschrijvingen Culturele activiteit: een culturele activiteit in de vorm van een voorstelling, een uitvoering, een expositie of een presentatie in de disciplines muziek, theater, dans, beeldende kunst, fotografie, letteren en cultureel erfgoed; dan wel een festival, zijnde een reeks van culturele activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijke noemer worden georganiseerd en gepresenteerd. Eenmalige culturele activiteit: een activiteit met een eenmalig karakter of een culturele activiteit waarvoor voor de eerste keer subsidie wordt verstrekt. Programmatische activiteiten cultuur: een samenhangend geheel van culturele activiteiten dat als zodanig vooraf is gepland. Het programma kan gedurende het hele jaar worden uitgevoerd of tijdens een speciaal moment in het jaar. Openbaar karakter: een openbare, voor een breed publiek toegankelijke culturele activiteit waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen. Kadernota cultuur: in de kadernota cultuur De Friese Meren worden de hoofdlijnen van het cultuurbeleid van de gemeente geschetst onder het motto samenspel. De kadernota geeft de richting van het cultuurbeleid aan en beschrijft drie programmalijnen waarmee de gemeente haar doelen wil realiseren: Actief de Friese Meren, Grutsk op De Friese Meren en Samen De Friese Meren. Basisvoorzieningen cultuur: de culturele instellingen die de basis vormen van de culturele infrastructuur van de gemeente De Fryske Marren zijnde de openbare bibliotheek, musea, de netwerkorganisatie voor cultuureducatie en instellingen op het gebied van het Frysk taalbeleid. Artikel 2:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 2:4, 2:8 en 2:12 bedoelde activiteiten. Artikel 2:3 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder 9, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren 2014 en als aanvulling op artikel 1:4 van de Algemene Subsidieregelingen, zijn onderstaande aanvullende weigeringsgronden van toepassing: a. het college neemt per aanvrager per kalenderjaar maximaal één aanvraag in behandeling; b. er worden geen subsidies verstrekt als bijdrage in de oprichting en vervaardiging van gedenktekens; uitgave van boekwerken en productie van beeld- en geluidsdragers; en activiteiten die het karakter hebben van een feest of receptie, zoals bijvoorbeeld de opening van een expositie, een dorpsfeest of feest ter gelegenheid van een jubileum; c. de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken. Hoofdstuk 2. Eenmalige culturele activiteiten Artikel 2:4 Activiteiten 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor eenmalige initiatieven op het gebied van culturele activiteiten die een bijdrage leveren aan het culturele leven in de gemeente met een nieuw, vernieuwend, spontaan, experimenteel of uitzonderlijk karakter. 2. De culturele activiteit dient: 5

a. een aanvulling te zijn op het bestaande aanbod; b. Plaats te vinden in de gemeente De Fryske Marren; c. Voor iedereen toegankelijk te zijn, wat door publiciteit bekend wordt gemaakt; d. Niet concurrerend te zijn met een al bestaande culturele activiteit/evenement; e. Een bijdrage te leveren aan het vergroten van de culturele participatie van de inwoners; f. Een bijdrage te leveren aan een levendige en bruisende gemeente; g. Een begroting met een degelijke financiële onderbouwing te hebben. Artikel 2:5 Hoogte van de subsidie 1. De gemeentelijke subsidie bedraagt voor eenmalige culturele activiteiten maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van 2.000,- per activiteit. 2. De subsidiabele kosten worden berekend door de begrote inkomsten, exclusief inkomsten uit overige subsidies/ fondsen/ leningen, van de begrote organisatiekosten af te trekken. 3. Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: a. kosten van consumpties voor bezoekers; b. investeringskosten (bijvoorbeeld aanschaf van instrumenten, uniformen, huisvesting en opslag); c. kosten die als niet redelijk worden beoordeeld. Artikel 2:6 Aanvraagtermijn In afwijking van artikel 7, eerste, tweede en derde lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, wordt een aanvraag voor een eenmalige culturele activiteit 8 weken voor de start van de activiteit ingediend. Artikel 2:7 Beslistermijn In afwijking van artikel 8, eerste, tweede, derde en vierde lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend. Hoofdstuk 3. Programmatische activiteiten cultuur Artikel 2:8 Activiteiten 1. Subsidie kan uitsluiten worden verstrekt aan voor een programma aan culturele activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen zoals verwoord in de kadernota cultuur. 2. Het culturele programma dient: a. gericht te zijn op de presentatie van cultuur; b. een aanvulling te zijn op het aanbod van de basisvoorzieningen cultuur en een meerwaarde te hebben voor de gemeente; c. plaats te vinden in de gemeente De Fryske Marren; d. voor iedereen toegankelijk te zijn, wat door publiciteit bekend gemaakt wordt; e. een bijdrage te leveren aan levendige en bruisende gemeente; f. een begroting met een degelijke financiële onderbouwing te hebben. Artikel 2:9 Hoogte van de subsidie 1. De gemeentelijke subsidie bedraagt voor programmatische activiteiten cultuur maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van 4.000,- per programma. 2. De subsidiabele kosten worden berekend door de begrote inkomsten, exclusief inkomsten uit overige subsidies/ fondsen/ leningen, van de begrote organisatiekosten af te trekken. 3. Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: a. kosten van consumpties voor bezoekers; b. investeringskosten (bijvoorbeeld aanschaf van instrumenten, uniformen, huisvesting en opslag); c. kosten die als niet redelijk worden beoordeeld. 6

Artikel 2:10 Aanvraagtermijn In aansluiting op 7, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, wordt een aanvraag voor een programmatische activiteit cultuur uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend. Artikel 2:11 Beslistermijn In aansluiting op artikel 8, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6, uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend. Hoofdstuk 4. Samenwerking cultuur Artikel 2:12 Activiteiten 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan kennisuitwisseling, samenwerking en afstemming binnen het culturele veld zoals beschreven in de Kadernota cultuur De Friese Meren, programmalijn Samen De Friese Meren. 2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de netwerkorganisatie Cultuurplein De Fryske Marren op basis van een ingediend jaarplan. Artikel 2:13 Hoogte van de subsidie De gemeentelijke subsidie bedraagt voor samenwerking cultuur maximaal 5.000,- per jaar. Artikel 2:14 Aanvraagtermijn In aansluiting op 7, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, wordt een aanvraag voor een programmatische activiteit cultuur uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend. Artikel 2:15 Beslistermijn In aansluiting op artikel 8, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6, uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Artikel 2:16 Bijzondere bepalingen/verplichtingen Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: a. Voor activiteiten die vallen onder hoofdstuk 2 en 3 geldt dat de subsidieontvanger verplicht is zelf bij te dragen in de organisatiekosten van de activiteit door middel van bijvoorbeeld inkomsten uit entree, sponsoring en fondsen; b. Voor zover van toepassing is de subsidieontvanger verplicht een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit; c. De subsidieontvanger is verplicht om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt volgens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde; d. Subsidie wordt verstrekt voor een activiteit, niet voor investeringen in goederen of huisvesting; e. De aanvrager dient over de benodigde vergunningen voor de culturele activiteit te beschikken en dient de in de vergunning opgenomen verplichtingen na te komen. Artikel 2:17 Subsidieplafond Het subsidieplafond culturele activiteiten wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. 7

Artikel 2:18 Verdeling subsidieplafond 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend. 3. Voor programmatische culturele activiteiten kan de gemeente aan het Cultuurplein De Fryske Marren advies vragen. Artikel 2:19 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De subsidieregeling culturele activiteiten, vastgesteld op 24 juni 2014, wordt ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling culturele activiteiten. 8

3. Subsidieregeling sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning Artikel 3:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Vrijwillig ouderenwerk: werk, dat uitsluitend met behulp van vrijwilligers mogelijkheden biedt voor ontspanning en ondersteuning voor ouderen en hun belangen behartigd. Voorliggende, algemene Wmo voorzieningen: algemeen gebruikelijke, voorzieningen en collectieve voorzieningen die inwoners in staat stellen zelf hun verantwoordelijkheid te nemen en op eigen kracht hun problemen op te lossen of te beperken. Participatie: deelnemen aan de samenleving. Activiteiten op het gebied van participatie stellen kwetsbare inwoners in staat om deel te nemen aan de samenleving. Welzijnsactiviteiten: activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het welbevinden en/ of participeren van bepaalde doelgroepen, zoals vrijwilligers, mantelzorgers, gehandicapten, ouderen. Incidentele subsidie: subsidie voor een eenmalige activiteit gericht op sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning of een activiteit gericht op sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning waarvoor voor de eerste keer subsidie wordt verstrekt. Artikel 3:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3:3 bedoelde activiteiten. Artikel 3:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de sociale samenhang, het stimuleren van participatie en de maatschappelijke ondersteuning bevorderen. Activiteiten die bedoeld zijn als voorliggende voorziening van de Wet maatschappelijke ondersteuning en voor iedereen toegankelijk zijn. Preventieve, innovatieve activiteiten gericht op het versterken van de eigen kracht en de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners van De Fryske Marren. Artikel 3:4 Hoogte van de subsidie De hoogte van de subsidie voor sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ontwikkeling wordt als volgt bepaald: Vrijwillig ouderenwerk 1. Een basisbedrag van maximaal 300,- voor vrijwillige ouderensozen, bejaardensociëteiten, vrouwenverenigingen en belangenbehartiging voor ouderen. Voorliggende, algemene Wmo voorziening 1. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de ingediende begroting en het activiteiten- of projectplan. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal 5.000,- per activiteit; 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. 9

Participatie 1. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de ingediende begroting en het activiteiten- of projectplan. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal 5.000,- per activiteit; 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. Welzijnsactiviteiten 1. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de ingediende begroting en het activiteiten- of projectplan. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal 5.000,- per activiteit; 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. Artikel 3:5 Bijzondere bepalingen/verplichtingen 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: De subsidieontvanger is verplicht een naar het oordeel van het college redelijke financiële eigen bijdrage te leveren voor de uitvoering van de activiteiten. 2. Voor zover van toepassing is de subsidieontvanger verplicht een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit. 3. De subsidieontvanger is verplicht om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op de grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt volgens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde. 4. Subsidie wordt verstrekt voor een activiteit, niet voor investeringen in goederen of huisvesting. 5. De aanvrager dient over de benodigde vergunningen voor de activiteit te beschikken en dient de in de vergunning opgenomen verplichtingen na te komen. Artikel 3:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend. Artikel 3:7 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren 2014 en als aanvulling op artikel 1:4 van deze regeling zijn onderstaande aanvullende weigeringsgronden van toepassing: 1. De belangenbehartiging al op andere wijze wordt gefaciliteerd en/ of gesubsidieerd door de gemeente; 2. De activiteit in beginsel niet voor alle kwetsbare inwoners toegankelijk is. Artikel 3:8 Overgangsbepalingen 1. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij vermindering van de subsidie een afbouwperiode van 2 jaar. 2. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij een verhoging van de subsidie een opbouwperiode van 2 jaar. 3. De daling van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2015 ten opzichte van 2014 bedraagt maximaal 25%. 4. Conform artikel 3:7, eerste en tweede lid, geldt dat wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie voor een activiteit heeft ontvangen, dit geldt als het eerste subsidiejaar in het kader van deze regeling. 10

Artikel 3:9 Slotbepalingen 1. De Nadere regels bejaardensociëteiten van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2015 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning. 11

4. Subsidieregeling sport en bewegen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Sport en bewegen Artikel 4:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Sport- en beweegorganisatie: een organisatie, zoals een NOC*NSF erkende vereniging, club of een stichting die zich richt op het bevorderen of beoefenen van erkende sport- en beweegactiviteiten en welke niet direct is gerelateerd aan een bedrijf. Leden/deelnemers: een bij de sport- en beweegorganisatie behorende en contributie betalende leden/deelnemers, woonachtig in de gemeente. Trainer: degene die in opdracht van de sport- en beweegorganisatie de begeleiding van de leden/deelnemers bij de activiteit voor zijn of haar rekening neemt. Kwetsbare inwoner (de inwoner met een verhoogd gezondheidsrisico): Met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap; Met een stoornis uit het autistisch spectrum; Met een chronische aandoening; Een vroegtijdig schoolverlater; Een werkzoekende; Kinderen en/of jongeren die geïndiceerde jeugdzorg ontvangen. Sociaal domein: zijn alle organisaties, diensten en voorzieningen samen die mensen ondersteunen, de leefbaarheid vergroten en de participatie bevorderen. Artikel 4:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 4:3 bedoelde activiteiten. Artikel 4:3 Activiteiten en de hoogte van de subsidie per activiteit Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan statutair in de gemeente gevestigde sport- en beweegorganisaties die activiteiten uitvoeren passend bij het gemeentelijk sport- en beweegbeleid. Versterken infrastructuur van sport- en beweegorganisaties in relatie met het sociaal domein 1. Wij subsidiëren handelingen die leiden tot samenwerking, samenvoeging en/of integratie van sport- en beweegorganisaties in het sociaal domein. 2. De vergoeding bedraagt eenmalig 75% van de te maken kosten tot een maximum van 1.500, - per sport- en beweegorganisatie. Bij verzoeken van samenwerking van meerdere sport- en beweegorganisaties bedraagt de subsidie maximaal 5.000, - in totaal. 3. Van het voorafgaande kan worden afgeweken als er naar oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. Organiseren activiteiten/projecten door sport- en beweegorganisaties om de sportdeelname van kwetsbare inwoners te vergroten 1. Wij subsidiëren sport- en beweeg activiteiten en/of projecten die worden georganiseerd door sport- en beweegorganisaties om de sportdeelname van kwetsbare inwoners mogelijk te maken en/of te vergroten. 2. De vergoeding bedraagt 75 % van de te maken kosten per activiteit/ project tot een maximum van 1.500, - per sport- en beweegorganisatie per kalenderjaar. 3. Van het voorafgaande kan worden afgeweken als er naar oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. 12

Subsidiëring om de kennis en kunde van trainer(s) te vergroten in verband met het aanbieden van een sport- en beweegaanbod aan kwetsbare inwoners 1. Trainers kunnen een sportopleiding, bijscholing of applicatie voor vrijwilligers volgen om de kwetsbare inwoner beter te kunnen begeleiden. 2. De vergoeding bedraagt 75% van de te maken kosten (met uitzondering van reis- en verblijfkosten) tot een maximum van 500, - per persoon en tot een maximum van 1.500, - per sport- en beweegorganisatie per kalenderjaar. Subsidiëring activiteiten georganiseerd door sport- en beweegorganisaties die het gebruik van voorzieningen in de openbare ruimte vergroten 1. Wij subsidiëren sport- en beweeg activiteiten georganiseerd door sport- en beweegorganisaties om het gebruik van voorzieningen in de openbare ruimte te vergroten en te stimuleren. 2. De vergoeding bedraagt 75% van de te maken kosten tot een maximum van 1.500, - per sport- en beweegorganisatie per kalenderjaar. Subsidiëring activiteiten die leiden tot de start van een nieuwe sport- beweegorganisatie 1. Wij kennen een eenmalige subsidie toe voor het opstarten van een nieuwe sport- en of beweegorganisatie. 2. De vergoeding bedraagt eenmalig 75% van de te maken kosten tot een maximum van 1.500, -. Artikel 4:5 Subsidiecriteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: 1. De sport- en beweegorganisatie levert naar het oordeel van het college een redelijke eigen bijdrage in de kosten via contributie van de actieve leden/deelnemers en andere inkomstenbronnen. 2. De sport- en beweegorganisatie heeft een minimum aantal leden van 10. 3. Aan de activiteit voor de doelgroepen dienen minimaal 10 personen deel te nemen. 4. Deze activiteit dient gedurende het seizoen minimaal eenmaal per week plaats te vinden of een minimum aantal van 10 maal per jaar. Artikel 4:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend. Artikel 4:7 Slotbepalingen 1. De Nadere regels Sport en Bewegen van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. De Subsidieregeling Sport en Bewegen van gemeente De Fryske Marren, vastgesteld op 20 juni 2014, wordt ingetrokken. 3. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2015 en volgende jaren. 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sport en bewegen. 13

5. Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk Artikel 5:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: vrijwillig jongerenwerk: werk, dat uitsluitend met behulp van vrijwilligers mogelijkheden biedt voor ontspanning en ontwikkeling van jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar Onder activiteitenkosten wordt verstaan, kosten voor activiteiten op het gebied van a. Maatschappelijke deelname door jongeren b. Talentontwikkeling bij jongeren c. Ontmoeting tussen jongeren onderling en ontmoeting tussen jongeren en de buurt d. Stimuleren van vrijwilligerswerk onder jongeren Onder huisvestingskosten wordt verstaan: a. Kosten van afschrijving op gebouwen, inrichting, verwarmingsinstallatie en buitengewoon onderhoud b. Huur van gebouwen, zaalruimte en terreinen c. Kosten van elektriciteit, verwarming en water d. Kosten van buitenaccommodaties e. Premies van verzekeringen en overige lasten voortvloeiend uit de eigendom van gebouwen en terreinen Artikel 5:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 5:3 bedoelde activiteiten. Artikel 5:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor de huisvestingskosten van jongerencentra en activiteiten die gericht zijn op ondersteuning en begeleiding voor en aan jongeren ten behoeve van hun ontwikkeling en maatschappelijke deelname. Activiteiten die gericht zijn op het bieden van ontspanning, het vormen en helpen van jongeren en een goed en veilig klimaat creëren voor jongeren. Stimuleren van activiteiten die bedacht en georganiseerd worden door jongeren. Artikel 5:4 Hoogte van de subsidie De hoogte van de subsidie is: 50% van de activiteitenkosten en 75% van de huisvestingskosten met in totaal een maximum van 10.000, - per jaar. Artikel 5:5 Bijzondere bepalingen/verplichtingen Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: 1. De subsidieontvanger is verplicht een naar het oordeel van het college redelijke financiële eigen bijdrage te leveren voor de uitvoering van de activiteiten. 2. Voor zover van toepassing is de subsidieontvanger verplicht een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit. 3. De subsidieontvanger is verplicht om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op de grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt volgens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde. 14

Artikel 5:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend. Artikel 5:7 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de Algemene subsidieverordening De Friese Meren kan subsidieverlening worden geweigerd als: 1. Het college neemt per aanvrager per indientermijn maximaal één aanvraag in behandeling; 2. Er worden geen subsidies verstrekt als bijdrage in: a. Activiteiten die niet specifiek gericht zijn op jongeren van 12 tot 23 jaar; b. Activiteiten die niet specifiek gericht zijn op activiteiten die plaatsvinden in De Fryske Marren; c. Activiteiten die gericht zijn op kinderen tot 12 jaar; d. Activiteiten gericht op jongeren georganiseerd door kinderclubs, jongens- en meisjesclubs, wijk- en buurtverenigingen, plaatselijk belangen of kerken; e. De viering van jubilea; f. Organisatiekosten; g. Activiteiten met een commercieel karakter of waarbij sprake is van winstoogmerk; h. Activiteiten, beheer en exploitatie van speel-o-theken; i. Financiële acties om de kas te spekken. Artikel 5:8 Overgangsbepalingen 1. Wanneer de aanvrager in het jaar 2015 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij vermindering van de subsidie een afbouwperiode van 2 jaar. 2. De daling van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2016 ten opzichte van 2015 bedraagt maximaal 25%. 3. De daling van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2017 ten opzichte van 2016 bedraagt maximaal 25%. Artikel 5:9 Slotbepalingen 1. De subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk van gemeente De Fryske Marren, vastgesteld op 20 juni 2014, wordt ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en hebben heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk. 15

6. Subsidieregeling verkeersveiligheid Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Verkeersveiligheid Artikel 6:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: aanvrager: een organisatie die activiteiten verricht in het kader van de bevordering van de veiligheid in het verkeer op de openbare weg; beleid verkeer: het meest recente Actieplan gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren; organiserende partij: belangenorganisatie, school of vereniging; subsidieontvanger: een natuurlijk persoon die deelneemt aan een verkeersveiligheidstraining of een organisatie die activiteiten verricht in het kader van de bevordering van de veiligheid in het verkeer op de openbare weg; uitvoerende organisatie: de organisatie die is aangewezen om de activiteiten daadwerkelijk uit te voeren. Artikel 6:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 6:3 bedoelde activiteiten. Artikel 6:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt zoals genoemd en beschreven in het beleid verkeer. Artikel 6:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 6:3. Artikel 6:5 Hoogte van de subsidie 1. De hoogte van de subsidies is vastgelegd in het beleid verkeer. 2. Wanneer de hoogte van de subsidie niet is vastgelegd in het beleid verkeer is het college bevoegd de hoogte van de subsidie op basis van individuele omstandigheden vast te stellen, één en ander met in achtneming van de subsidieplafonds. Artikel 6:6 Aanvraag 1. In aanvulling op artikel 6, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren kan de aanvraag plaatsvinden door op enigerlei wijze contact op te nemen met de ambtenaar die belast is met het verstrekken van subsidies Verkeersveiligheid. 2. Indien de aanvrager niet tevens subsidieontvanger is, worden tevens de gegevens van de subsidieontvanger verstrekt. Artikel 6:7 Aanvraagtermijn Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren ingediend voordat de activiteiten plaatsvinden. Artikel 6:8 Verplichtingen In aanvulling op artikel 12a van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren geldt de verplichting dat de activiteiten zijn verricht binnen 52 weken na de aanvraag. 16

Artikel 6:9 Subsidievaststelling en -betaling 1. In afwijking van artikel 16 van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren wordt de subsidie vastgesteld na afloop van de activiteiten als een (kopie)factuur is verstrekt. 2. De subsidie wordt betaald aan de subsidieontvanger, tenzij is afgesproken dat de subsidie rechtstreeks betaald dient te worden aan de uitvoerende organisatie. Artikel 6:10 Slotbepalingen 1. De Nadere regels Verkeersveiligheid van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en hebben betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2014 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Verkeersveiligheid. 17

7. Subsidieregeling Musea Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Musea. Artikel 7:1 Begripsomschrijvingen International Council of Museums: een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat van de samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. Museumregister: het doel van museumregistratie is het zichtbaar maken, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de musea en daarmee het verantwoord beheer van het cultureel erfgoed. Musea die op of boven een minimumstandaard (de museumnorm) functioneren worden opgenomen in het Museumregister Nederland. Artikel 7:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 7:3 bedoelde activiteiten. Artikel 7:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de doelstelling van het museum en aan de programmalijn Grutsk op De Friese Meren in de kadernota cultuurbeleid, t.a.v.: behoud van cultureel erfgoed educatieve productontwikkeling publieksactiviteiten versterken van recreatie en cultuurtoerisme Artikel 7:4 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die voldoen aan de definitie voor musea zoals geformuleerd door de International Council of Museums en die zijn opgenomen in het landelijk museumregister. De volgende vier musea vallen onder deze subsidieregeling: Natuurhistorisch museum Informatiecentrum Mar en Klif Cultuurhistorisch museum Museum Stedhûs Sleat Cultuurhistorisch museum Stichting Oudheidkamer Lemster Fiifgea Cultuurhistorisch museum Museum Joure Artikel 7:5 Subsidieplafond Het subsidieplafond Musea wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huisvestingskosten. Artikel 7:6 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Musea. 18

8. Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk. Artikel 8:1 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 8:2 bedoelde activiteiten. Artikel 8:2 Activiteiten 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die: a. de persoonlijke ontwikkeling van inwoners stimuleren op het terrein van de vijf functies, zoals beschreven in artikel 5 Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen: kennis en informatie; educatie en ontwikkeling; lezen en literatuur; kunst en cultuur; ontmoeting en debat. b. bijdragen aan de programmalijnen beschreven de notitie Bibliotheekbeleid gemeente De Fryske Marren 2015-2020: professionele ondersteuning van het onderwijs; bibliotheek verbinding tussen fysiek en digitaal; toegankelijkheid van informatie; Frysk in de bibliotheek. Artikel 8:3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan stichting Bibliotheken Mar en Fean. Artikel 8:4 Subsidieplafond Het subsidieplafond Openbaar bibliotheekwerk wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huisvestingskosten. Artikel 8:5 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk. 19

9. Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE) Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren vast te stellen de Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE). Artikel 9:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Peuterwerk: de verzorging, opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen uitsluitend bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar. Voorschoolse educatie (hierna VVE): educatie die op een peuterwerklocatie wordt aangeboden aan kinderen tussen 2,5 en 4 jaar waarbij gewerkt wordt met een erkend VVE-programma. Doelgroepkinderen: peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar met een leerlinggewicht van 0,3 of 1,2 (ouders met een laag opleidingsniveau), getoetst door de Jeugdgezondheidszorg. Wet Oke: Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Stb. 2010, 296). Tweeverdieners: een echtpaar of samenwonend stel die beide een eigen inkomen verwerven via betaald werk. ARBO wetgeving: Arbeidsomstandighedenwet. Deze wet geeft regels over de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers. GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Verricht het toezicht op opvanglocaties conform de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (WKKP). Artikel 9:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 9:3 bedoelde activiteiten. Artikel 9:3 Activiteiten 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor Peuterwerk gericht op peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar waarvan de ouders geen tweeverdieners zijn. 2. Het college kan, aanvullend op de subsidiëring Peuterwerk, subsidie verlenen voor VVE plaatsen voor doelgroepkinderen. Artikel 9:4 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de samenwerkende organisaties: Stichting Peuterspeelzalen Gaasterlân-Sleat SKIK stichting Peuterspeelzalen Stichting Doomijn Peuterspeelzalen Artikel 9:5 Subsidiecriteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: De wet- en regelgeving en landelijke kwaliteitseisen, zoals omschreven in de Wet Oke en ARBOwetgeving. Dit blijkt uit een goedgekeurd inspectierapport van de GGD; De kaders en criteria zoals omschreven in de Kadernota Peuterwerk en VVE van gemeente De Fryske Marren. Artikel 9:6 Subsidieplafond 1. Het subsidieplafond Peuterwerk wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huursubsidie en opleidingskosten. 2. Het subsidieplafond Voorschoolse educatie wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huursubsidie en opleidingskosten. 20

Artikel 9:7 Verplichtingen De subsidieontvanger rapporteert per kwartaal en per locatie een overzicht van het aantal kinderen dat VVE volgt aan de gemeente. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het door de gemeente ontwikkelde formulier. Artikel 9:8 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en als aanvulling op artikel 1:4 van het algemene deel van de Algemene Subsidieregelingen is onderstaande aanvullende weigeringsgrond van toepassing: 1. het college kan subsidieverlening weigeren wanneer een evenwichtige spreiding van voorzieningen naar het oordeel van het college onvoldoende is gewaarborgd. Artikel 9:9 Verantwoording 1. Een aanvraag tot vaststelling bevat, in afwijking van artikel 15, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren: a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht inclusief een overzicht van het aantal bezette peuter- en VVE plaatsen; b. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening); c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en d. een samenstellingsverklaring voor subsidies tussen 50.000,- en 200.000,- opgesteld door een onafhankelijke accountant; e. een controleverklaring voor subsidies hoger dan 200.000,-. De controleverklaring geeft een oordeel of de subsidie ook werkelijk is gebruikt waarvoor de subsidie is bestemd. Artikel 9:10 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE). 21

10. Subsidieregeling Sociaal wijkteam Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Sociaal wijkteam Artikel 10:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Sociaal wijkteam: een team van professionals dat de toegangspoort vormt voor inwoners met alle hulpvragen over zorg en ondersteuning, werk en inkomen en jeugd en gezin. Domein 1 heeft betrekking op het cluster zorg en participatie. Domein 2 heeft betrekking op het cluster jeugd en gezin. Artikel 10:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 10:3 bedoelde activiteiten. Artikel 10:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de activiteiten zoals genoemd en beschreven in het beschrijvend document Sociaal wijkteam. Artikel 10:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 10:3. Artikel 10:5 Hoogte van de subsidie 1. De hoogte van de subsidie voor de inrichting van het sociaal wijkteam wordt als volgt bepaald: Domein 1 Zorg en participatie: 775.000, - (per jaar) Domein 2 Jeugd en gezin: 1.410.000, - (per jaar) Onder voorbehoud dat de gemeenteraad dit bedrag in de gemeentebegroting van het desbetreffende kalenderjaar heeft opgenomen. 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare wijziging nodig is om de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente te realiseren. Artikel 10:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.. 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal: kwaliteit plan van aanpak (25) innovatieve werkwijze (5) specifieke aandachtspunten per domein (20) 22