Reeën kunnen prima zonder jagers. Kunnen jagers zonder reeën?



Vergelijkbare documenten
Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Fauna en wet Natuurbescherming

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

Fauna Beheerplan provincie Gelderland

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

2 Aanhangsel Handelingen nr. 1555, vergaderjaar

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Wij bepalen voorts dat vervoer, bezit en handel zijn toegestaan, alsmede het deponeren in het veld van dieren of delen daarvan.

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Schriftelijke Vragen van de fractie GroenLinks Drenthe over de jacht in Drenthe.

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 22 september 2009 nr

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Marcel Vossestein, voormalig voorzitter Natuurbeschermingscommissie KNNV

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

provinciedrenthe . 03 JULI 2017 Ingek.; Aan: Faunabeheereenheid Drenthe t.a.v. mevr. A. Doornbos Postbus LA ASSEN PROUNDER No.:.

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over de voorjaarsstand van de wilde zwijnen.

7.3 Zwarte kraai (Corvus corone)

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Uitspraak /1/A3

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Ik vraag u deze klacht in behandeling te nemen en ontvang hierop graag een officiële reactie.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 13 juli 2012) Nummer 2685

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

OVERWEGING. Onderwerp: Grote hoefdieren. Van: Deskundigengroep Grote hoefdieren Aan: Overlegorgaan. Steller: Renske Zwart, secretaris.

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Faunabeheer Gelderland

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

Naam Beknopte inhoud zienswijze Reactie op zienswijze Ongeveer gelijkluidende zienswijzen van:

BESCHIKKING. Stichting Faunabeheereenheid Noord-Brabant De heer ing. F. Koffeman Postbus MA TILBURG

Utrecht, 8 september 2009 Pythagoraslaan 101 Tel

De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk. Anne Reichgelt en Evelien Verbij

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst):

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

rj) provinsje fryslân provincie fryslân Partij voor de Dieren t.a.v. mevrouw R. van der Zanden Postbus HM LEEUWARDEN

Documentnummer: Page 1 of 11

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Werkplan wilde zwijnen 2015/2016 FBE Gelderland

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M.

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Ontheffing Knobbelzwaan

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Onderwerp Ontheffing doden zwanen. Aan de leden van Provinciale Staten

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

26 APR rj) provinsje fryslân provincie frys1.n. Partij voor de Dieren T.a.v. mevrouw Van der Zanden. Leeuwarden, 26 april 2016 Verzonden,

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

Richtlijnen Dierplaagbeheersing laatst bijgewerkt:

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

Bekijk deze nieuwsbrief online

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2013

5.3 Haas (Lepus europaeus)

De mensen die op de Veluwe wonen, hebben géén natuurlijke vijanden. En toch worden ze niet bejaagd, gelukkig ook maar!

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47

Wildschade. DLV Plant

Faunabeheereenheid Fryslân. Wat gaan we doen?


De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

provinci renthe r (o592) 36 ,l,l,ltl,,ll,,lll,rilrttt,rl,,ll,,ll,,ll,lrl tt tt t7 77 Assen,23 januari2ol2 n (o592) 36 t.a.v. mevrouw R.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud

Utrecht, 3 juni 2008 Pythagoraslaan 101 Tel

O N T H E F F I N G nr : Wild zwijn Gecoördineerd beheer leefgebieden

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018

Transcriptie:

Reeën kunnen prima zonder jagers. Kunnen jagers zonder reeën? Deze notitie is een weergave van het onderzoek naar de cijfers en de motieven waarop de provincie Noord- Brabant zich baseert om het jaarlijks doodschieten van 2500 reeën te legitimeren. De notitie is geschreven i.s.m. verschillende werkgroepleden van de Partij voor de Dieren Noord-Brabant en het meldpunt jachtmisstanden. Achtergrond Nieuwe beleidsnota In de zomer van 2010 presenteerde de Provincie Noord-Brabant de beleidsnota Flora- en faunawet (ontwerp) met de titel gewogen belangen. Deze beleidsnota is de herziening van de huidige nota die in 2006 werd vastgesteld. Deze nota wordt in beginsel eens per 5 jaar herzien, na evaluatie van de vorige versie van de nota. Ook kan voorschrijdend inzicht reden zijn voor aanpassing. In de nota worden de door de provincie voorgestelde keuzes voor het beheer (lees doodschieten van dieren) van diverse diersoorten onderbouwd met aannames en verwachtingen van schade, zoals schade aan gewassen, bos en vee. Ook wordt beschreven dat verkeersveiligheid een reden is tot het doden van dieren. Wat opvalt in de nota is dat er geen cijfers zijn opgenomen van de aantallen dieren die de afgelopen jaren werden doodgeschoten, en ook geen cijfers of bronverwijzing van gewasschade of verkeersongevallen veroorzaakt door in het wild levende dieren. Verder valt op dat er nauwelijks tot geen ruimte is in de nota voor alternatieven voor het doodschieten van dieren. Hoewel de titel gewogen belangen anders doet vermoeden geeft de nota de lezer de indruk dat er een conflict is tussen de Brabander en de in het wild levende dieren, met als enige oplossing het doden van dieren. Voor het doodschieten van dieren heeft de provincie de beschikking over een goed toegerust uitvoeringsapparaat, de Fauna beheer eenheid (FBE) met daaronder een georganiseerd netwerk van honderden jagers in wildbeheereenheden (WBE). De in Noord-Brabant levende reeën onderzocht, conclusie: Geen onderbouwing voor reeënbeheer in Noord-Brabant In de Provinciale beleidsnota ontbreken concrete cijfers over doodgeschoten dieren, cijfers over vermeende schade, en ontbreken herleidbare bronnen voor de onderbouwing van het voorgestelde beleid. Wanneer een goede onderbouwing ontbreekt, wankelt het beleid. Omdat het hier gaat om een beleid dat beslist over leven en dood heeft de Partij voor de Dieren zelf onderzoek gedaan naar de achtergronden bij het beperken van de reeën stand ofwel de legitimatie voor het jaarlijks doodschieten van 2500 reeën in Noord-Brabant. Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat de onderbouwing voor het gevoerde beleid is gebaseerd op niet te herleiden of te verifiëren aannames. Daarnaast worden al jaren lang in beheerplannen dezelfde passende, niet wetenschappelijke publicaties aangehaald die de jacht moeten legitimeren. Tenslotte worden vrijwel alle cijfers gebaseerd op de beperkt beschikbare of verouderde landelijke cijfers, die onjuist worden omgerekend naar de Noord- Brabantse situatie. De conclusie is schokkend, al jaren ontbreken de argumenten maar worden er wel duizenden reeën doodgeschoten. Drie onderzoeksvragen Er is onderzoek gedaan naar de drie in het fauna beleidsplan benoemde argumenten voor het legitimeren van het massaal doodschieten van reeën in Noord-Brabant. Die argumenten zijn : het overschrijden van het maximaal toelaatbare aantal reeën, verkeersonveiligheid en gewasschade. De kernvragen waarop de notitie van de Partij voor de Dieren antwoord geeft zijn: 1. Hoeveel reeën zijn er in Noord-Brabant? Kloppen de berekeningen om tot het gehanteerde maximum aantal dieren te komen? Wie bepaalt dat maximum? 2. Wat is jaarlijks het werkelijke aantal aanrijdingen met dieren? Hoeveel daarvan zijn wildaanrijdingen en meer specifiek reeën? Hoeveel van beide aantallen hebben betrekking op Noord- Brabant? Is er sprake van verkeersonveiligheid als gevolg van reeën? 3. Hoeveel gewasschade veroorzaakten reeën in Noord-Brabant? Is deze gewasschade acceptabel? Methoden Bij deze analyse is gericht gezocht naar openbare publicaties om de kernvragen te kunnen onderbouwen. Er is gezocht in diverse onderzoeken en publicaties en in alle digitaal beschikbare edities van Capreolus het tijdschrift voor reewildbeheer. Al deze publicaties worden aan het einde als bron vernoemd. In de tekst is zo mogelijk ook de bron van specifieke gegevens benoemd. Resultaten 1 Hoeveel reeën zijn er in Noord-Brabant? Wanneer zag u voor het laatst een ree in de natuur? De website zoogdierenatlas geeft natuurminnende Brabanders de mogelijkheid te melden welke dieren er zijn waargenomen. Zo werden er in 2010 honderden egels, eekhoorns, mollen hazen en konijnen gemeld. Daarnaast ook 12 wilde zwijnen en slechts 10 reeën. In 2009 werden er nog meer dan 150 reeën op deze website gemeld. Op waarneming.nl zijn meer meldingen te Partij voor de Dieren,werkgroep Noord-Brabant. 1

vinden van reeën in 2010, maar ook minder dan in 2009 en opvallende grote witte vlekken in west- Brabant en Oost en Zuidoost Brabant. Deze cijfers geven een beeld van een schuchter dier wat niet vaak gezien wordt door de vele wandelaars die bij voortduring recreëren in onze provincie. Een klein onderzoek onder de sociale contacten van de onderzoekers leerde dat slechts een op de twintig mensen dit jaar een ree had waargenomen in Noord-Brabant. Voor veel mensen blijkt een ontmoeting met een ree in het wild een belevenis om nooit te vergeten en waarop na jaren nog met voldoening op wordt teruggekeken. Ook aan u, lezer van deze notitie stellen de onderzoekers de vraag wanneer u voor het laatst een ree heeft waargenomen in de natuur. De kans dat u dat nog weet is groot, immers een bijzondere belevenis, en de kans dat het recent was, is klein. Deze subjectieve signalen geven een beeld dat er of weinig reeën zijn, of dat deze dieren een schuchter en teruggetrokken leven leiden waarbij zij zelden worden waargenomen. Dat laatste past bij de leefwijze van de ree. Of er weinig reeën zijn, proberen we in deze notitie te achterhalen. Tellingen door jagers Hoe weten we dan hoeveel reeën er zijn? En waarop baseert de provincie zich? De schattingen over het actueel aantal reeën worden gebaseerd op twee bronnen. Tellingen en valwild. Tellen Tellingen van reeën zijn een belangrijke meting voor de provincie. De getelde reeën geven echter geen inzicht in het werkelijke aantal reeën dat in een gebied leeft. In alle publicaties die hierover te vinden zijn wordt aangegeven dat tellingen nooit exact kunnen zijn. In Noord-Brabant vindt eenmaal per jaar een faunatelling plaats waar de laatste keer 4000 vrijwilligers aan zouden hebben deelgenomen. Rapportage hiervan is evenwel niet traceerbaar of controleerbaar. Een ander belangrijk feit is dat tellingen voor het grootste deel worden uitgevoerd door jagers. Noord-Brabant is ingedeeld in 58 WBE, wildbeheereenheden, dat zijn samenwerkende groepen jachtaktehouders, ofwel jagers. Zij hebben belang bij de uitkomst van de tellingen. Wanneer de tellingen laag uitvallen kunnen er minder dieren worden doodgeschoten. Het aantal dood te schieten dieren vertegenwoordigt behalve het genot van de jacht, een niet te onderschatten economische waarde voor jagers. Een kilo reerug vertegenwoordigt een commerciële waarde van ruim 40 euro. Globaal zal een ree met een gemiddeld gewicht van 25 kilo 100 euro kunnen opbrengen bij de wildslager. 2500 doodgeschoten reeën per jaar betekenen een commerciële waarde van 250.ooo euro. Valwild Valwild is vakjargon voor dieren die overlijden ten gevolge van aanrijdingen met verkeer of landbouwvoertuigen, machines of verdrinken. Valwild-tellingen worden eveneens uitgevoerd door jagers, met belangen. Volgens het Faunabeheerdeelplan ree wordt hiervan een registratie bijgehouden. Hoe dat in zijn werk gaat is onduidelijk. De gegevens zijn niet transparant of controleerbaar. Er is in dat plan ook een figuur opgenomen waarin het aantal valwild dieren is te lezen. Hieruit blijkt dat er in Noord-Brabant gemiddeld 700 dieren zouden worden gevonden die overleden als gevolg van trauma s zoals aanrijdingen. Omdat tellingen niet accuraat worden beschouwd wordt aangenomen dat valwild ongeveer 7 procent is van de werkelijke populatie. Waarom voor dit percentage is gekozen is onduidelijk. Berekeningen De Partij voor de Dieren Noord-Brabant concludeert dat de telgegevens niet zijn te verifiëren, het is onduidelijk hoe de gegevens worden verzameld en in alle publicaties wordt duidelijk dat tellingen nooit kunnen kloppen. Duidelijk is wel dat er een belang is dat zowel de tellingen als het aantal valwild dieren zo hoog mogelijk uitvallen, waardoor er volgens afspraak meer dieren gedood kunnen worden. Deze niet verifieerbare en door de FBE zelf niet accuraat genoemde cijfers blijken toch het uitgangspunt voor de draagkrachtberekeningen. In Noord-Brabant, met een oppervlakte van 5.081,76 km² waarvan 4.916,49 km² land, leven 2,4 miljoen mensen, die allemaal een aandeel opeisen om te wonen, te werken en de vrije tijd door te brengen. Bovendien leven er in Noord-Brabant vele miljoenen landbouwhuisdieren zoals runderen, paarden, schapen, maar nog meer varkens en kippen verstopt in de veeindustrie en daarnaast nog eens 200.000 honden en een veelvoud van dat aantal aan katten. In die context zou men verwachten dat het uitgangspunt is dat de kleine aantallen van de in het wild levende dieren gekoesterd moeten worden. Dat blijkt niet het geval. Zo wordt er gekozen voor het draagkracht-berekeningsmodel van Van Haaften, waardoor er in Noord-Brabant ruimte zou zijn voor ongeveer 10.000 reeën. Wat opvalt bij die berekeningen is dat het onduidelijk blijft waarom er voor dit model is gekozen. Er bestaan meerdere modellen, maar van alle modellen is de wetenschappelijke basis twijfelachtig. Daarnaast gaat men in de berekeningen van de faunabeheereenheid uit van een berekengebied van 450.000 ha, terwijl Noord-Brabant ruim 500.000 ha groot is. Daarvan is ruim 75.000 ha bosgebied, en nog een 6.000 ha aangrenzend natuurgebied. Draagkrachtonderzoekers geven aan dat een ecologische reeëndichtheid (de dichtheid onder natuurlijke omstandigheden waarbij geen directe invloed van mensen is zoals beperken van leefgebied, populatiebeheer, verkeersdruk, enzovoort. De aanwas en sterfte balanceren binnen een natuurlijke variatie.) kan variëren tot 15 reeën per 100 hectare. In onze globale berekening komen we uit op een aantal van ruim 12.000 dieren dat in bos en natuurgebieden in Noord-Brabant zou kunnen leven. Daarnaast wordt in literatuur, maar ook door de provincie, aangegeven dat reeën zich hebben aangepast aan de Nederlandse leefomgeving en ook kunnen voorkomen in open landschapsgebied, zeker in Noord-Brabant. Reeën hebben een verhoogde tolerantie ten aanzien van verstoring door de mens: in de literatuur wordt dit benoemd als de ontwikkeling van Bosree naar Veldree. Echter dit laatste gegeven wordt niet meegenomen in de berekeningen van het oppervlakte waarop reeën zouden kunnen leven. Indien ook open landschapsgebieden worden erkend als een omgeving waarin reeën zouden kunnen en Partij voor de Dieren,werkgroep Noord-Brabant. 2

mogen leven dan heeft Noord-Brabant draagkracht voor minstens het dubbele aantal reeën. Dat betekent dat er ruimte is voor 20.000 dieren, 11.000 meer dan de Provincie nu heeft afgesproken. Conclusie aantal reeën in Noord-Brabant. Er zijn minder reeën dan wordt aangenomen. Er zijn geen betrouwbare gegevens die tot een juiste schatting kunnen leiden van het aantal reeën dat leeft in Noord-Brabant. Het onderzoek hiernaar geeft de stellige indruk dat het aantal dieren veel lager is dan de niet verifieerbare gegevens van de provincie moeten laten geloven. Het laten leven van méér reeën zou winst betekenen voor vele partijen. De ree heeft waarde voor recreanten, en potentiële economische waarde voor toerisme In de eerste plaats voor de reeën, maar ook voor de recreanten. Indien de Provincie Noord-Brabant zich zou profileren als een ree-rijke en ree-vriendelijk provincie zou dat een enorme impuls kunnen bieden aan het toerisme. De economische waarde van wilde zwijnen en reeën voor het toerisme worden fors onderschat (lees het onderzoek: Wild van de Economie' van Tom Bade). Maar er is nog meer winst te behalen. Het besluit om per direct te stoppen met het doodschieten van reeën (maar ook van andere dieren) zou leiden tot het ontmantelen van een duur ambtelijk en niet-functionerend beheerssysteem. Nu is er een grote organisatie opgetuigd van provinciaal belastinggeld om grote aantallen dieren dood te schieten, de Faunabeheereenheid en 58 wildbeheereenheden. (deze kosten zijn door de PvdD opgevraagd bij de Provincie: zie email-bijlage). gegevens worden Een jachtverbod zorgt voor meer (gevoel van) veiligheid in de bossen Een jachtverbod zou het gevoel van veiligheid, rust en welbevinden van recreanten en bewoners van het buitengebied vergroten. Het Meldpunt Jachtmisstanden krijgt regelmatig klachten van mensen die (meldingen zijn anoniem, maar wel geanonimiseerd op te vragen) zich onveilig voelen of wier rust ernstig verstoord wordt door jagers. Ook ergeren mensen zich wanneer zij schietincidenten en/of mishandelingen van aangeschoten dieren zien. In Nederland worden schietincidenten waarbij jagers ander jagers of erger nog- onschuldige wandelaars verwonden niet apart geregistreerd. Het is dus gissen naar dit aantal incidenten. In Brabant werd wel bekend dat in 2009 in Bavel een wandelaarster per abuis door een jager werd doodgeschoten. 2 Wildongevallen met reeën Het tweede argument voor het jaarlijks doodschieten van 2500 reeën in Noord-Brabant is het vermeende risico voor het verkeer. In het faunabeheerplan ree wordt al jaren aanbevolen om ongevallen met wild beter te registreren, hetgeen nog steeds niet gerealiseerd is. Daarom wordt teruggegrepen op landelijke cijfers. Afgeleid beweert de Faunabeheereenheid dat er jaarlijks 1000 aanrijdingen met wild in Noord-Brabant zijn, waarvan 0,2 % met dodelijke afloop. Inzicht en registratie is er niet. Dat roept een aantal vragen op zoals; Wat is jaarlijks het werkelijke aantal aanrijdingen met dieren in Nederland? Hoeveel daarvan zijn wildaanrijdingen en meer specifiek aanrijdingen met reeën? Hoeveel van beide aantallen hebben betrekking op Noord-Brabant? De antwoorden op deze vragen werden gevonden in de publicatie wildongevallen van Jan Willems Ooms dd. 31 mei 2010 in het kader van een studie aan de NOVI verkeersacademie. Tevens doet hij aanbevelingen voor goede preventieve maatregelen en verder onderzoek te doen naar de effectiviteit van wildreflectoren, wildwaarschuwingssystemen en schrale open bermen. In het onderzoek van Ooms wordt duidelijk dat het aantal wildongevallen met letselschade bij mensen van 2005 tot 2009 in Nederland afneemt volgens een regelmatig patroon. Een trend dus. Dit terwijl in de provinciale stukken het tegendeel wordt beweerd. Verder is in zijn publicatie een overzicht opgenomen met de data over aanrijdingen met dieren. Tussen 2005 en 2009 zijn er in de data ICT dienst van de rijksoverheid 388 gevallen van aanrijdingen met dieren geregistreerd waarbij letsel optrad. Slechts in 81 gevallen daarvan was er sprake van aanrijdingen met wild. Waarvan slechts 3 in Noord Brabant!! (waarvan een met een zwijn). Vanaf 2007 zijn er geen aanrijdingen geregistreerd in Noord-Brabant met reeën waarbij mensen letselschade opliepen. Ook bijzonder, er zijn in die periode landelijk 307 aanrijdingen met ander dieren geregistreerd. Genoemd worden koeien, paarden en schapen, waarna er letselschade of dodelijke afloop was voor mensen. Hoe dan ook veel meer aanrijdingen met andere dieren dan met reeën, waarvoor echter geen aandacht en geen beheerplannen. Conclusie wildaanrijdingen: Reeën zijn geen aantoonbaar risico voor verkeersongevallen met letselschade Er zijn geen harde aanwijzingen dat reeën een risico vormen voor de verkeersveiligheid. Weliswaar zijn er dieren die worden aangereden, maar de gegevens daarvan zijn niet transparant en corresponderen niet met landelijke geregistreerde ongevalcijfers. Er zijn nog flinke hiaten in preventieve maatregelen die kunnen worden genomen om dat aantal aanrijdingen te beperken en het geven van voorlichting in de hoog risicogebieden. Dat er nu geen risico is voor de verkeersveiligheid kan worden uitgelegd als een gevolg van het preventief doodschieten van voldoende reeën. Echter dat is niet in lijn met de bedoeling van de Flora en Fauna wet. De ree is een beschermd dier. Het verjagen van dieren is pas dan toegestaan wanneer aantoonbaar in de Flora en Faunawet genoemde belangen zoals die van verkeersveiligheid worden geschaad. Zelfs als dat het geval is dienen eerst alternatieven, als verjagen en preventie te worden toegepast. Het toepassen van preventie van aanrijdingen door structurele, beproefde verkeersmaatregelen te nemen, is bovendien een veel duurzamer beleid dan jaar-in-jaar-uit te blijven investeren in het afschieten van reeën. Ook wordt voorbijgegaan aan het feit dat een groter aantal aanrijdingen met dieren geen wilde dieren blijken, maar ontsnapte gedomesticeerde dieren. Ook hier kan met voorlichting en handhaving nog veel worden verbeterd. 3. Hoeveel gewasschade veroorzaakten reeën in Noord-Brabant? Partij voor de Dieren,werkgroep Noord-Brabant. 3

De vermeende gewasschade door reeën is in Noord-Brabant veel lager dan in de Fauna beleidsnotitie als uitgangspunt wordt aangegeven. Uit cijfers uit het faunabeheerplan van Noord-Brabant blijkt dat tussen 1999 en 2005 er gemiddeld 10.000 euro aan schade per jaar gemeld is voor geheel Noord-Brabant. Daarvan werd slechts daadwerkelijk 1300 euro per jaar erkend en uitgekeerd. Het verweer van boeren is dat dit het geen zin zou hebben om schade te melden omdat dit veel rompslomp zou geven en waarschijnlijk niet uitgekeerd zou worden. Daarmee zijn nu de cijfers onbetrouwbaar, maar voor de provincie toch een argument om ontheffingen op voorhand te verlenen ( dus al voor er schade is opgetreden) voor het doodschieten van reeën om gewasschade te voorkomen. Conclusie gewasschade. Gewasschade door reeën is minimaal en acceptabel Het in de Flora en Faunawet omschreven belang van gewasschade is in de situatie van reeën zo klein dat dit als verwaarloosbaar klein moet worden beschouwd. Uitgaande van een realistische populatie van nu 5000 reeën in Noord-Brabant zou iedere ree jaarlijks voor gemiddeld 2 euro aan schade aanrichten. Conclusies Noord-Brabant biedt ruimte voor veel meer reeën! - Er zijn geen betrouwbare gegevens die tot een juiste schatting kunnen leiden van het aantal reeën in Noord-Brabant. Het vermoeden is dat het aantal dieren veel lager is dan de niet verifieerbare gegevens van de provincie moeten laten geloven. - Er is ruimte voor zeker 20.000 dieren, 11.000 meer dan de Provincie heeft afgesproken. - Voor het berekenen van het maximaal aantal reeën dat in Noord-Brabant mag leven wordt 50.000 ha niet meegerekend. - Indien de Provincie Noord-Brabant zich zou profileren als een reerijke en reevriendelijk provincie zou dat een enorme impuls kunnen bieden aan het toerisme. Meer reeën in Noord-Brabant is een verrijking voor de natuurbeleving van de recreant en geen last. - Het besluit om per direct te stoppen met het doodschieten van reeën (maar ook van andere dieren) zou leiden tot het ontmantelen van een duur ambtelijk en niet functionerend beheerssysteem. Nu is er een grote organisatie opgetuigd van provinciaal belastinggeld om grote aantallen dieren dood te schieten, de Faunabeheereenheid en 58 wildbeheereenheden. - Bij een jachtverbod zou het risico op jachtincidenten met soms fors letselschade ( in 2009 werd in Bavel een wandelaarster per abuis door een jager doodgeschoten) ook van de baan zijn. Reeën zijn geen aantoonbaar risico voor verkeersongevallen met letselschade - De kans om als inwoner van Noord-Brabant getroffen te worden door een kogel van een jager is groter dan dodelijk slachtoffer te worden van een verkeersongeval na aanrijding van een ree. - Verkeersongevallen als gevolg van wildaanrijdingen worden niet of slecht geregistreerd. - Er zijn geen harde aanwijzingen dat reeën een risico vormen voor de verkeersveiligheid. - Telgegevens zijn niet transparant en corresponderen niet met landelijke geregistreerde ongevalscijfers. - Er zijn nog flinke hiaten in preventieve maatregelen die kunnen worden genomen om het aantal aanrijdingen te beperken en het geven van voorlichting in de hoog risicogebieden. - Het grootste aandeel aanrijdingen met dieren (80%) blijken aanrijdingen met andere dan wilde dieren (ontsnapte gedomesticeerde dieren). Gewasschade door reeën is minimaal en acceptabel - Het in de Flora en Faunawet omschreven belang van gewasschade is in de situatie van reeën in Noord-Brabant, zo klein dat dit als verwaarloosbaar klein moet worden beschouwd. - In Noord-Brabant zou iedere ree jaarlijks voor gemiddeld 2 euro aan schade aanrichten. - De afgelopen 3 jaar werd gemiddeld 10.000 euro door reeën veroorzaakte gewasschade gemeld en in totaal slechts 1300 euro per jaar daadwerkelijk bewezen en uitgekeerd De provincie overtreedt de wet. De Partij voor de Dieren doet een indringend beroep op de Gedeputeerde Staten om per onmiddellijk het doodschieten van reeën te verbieden. De provincie overtreedt op dit moment de Flora en Fauna wet waarin is vastgelegd dat Provincies alleen de jacht op grofwild mogen toestaan wanneer grofwild aanmerkelijke schade toebrengt aan landbouwgewassen en vee of wanneer de openbare veiligheid of de volksgezondheid wordt bedreigd. Nu uit onderzoek is gebleken dat aan de drie criteria voor het legitimeren van het doodschieten van reeën niet wordt voldaan dient de Provincie het doodschieten van reeën per onmiddellijk te staken. Voor de provinciale beleidsmakers geeft deze notitie mogelijkheden om deze informatie als voorschrijdend inzicht te beschouwen wat voor de Provincie een reden is voor het aanpassen van de beleidsnota, en het acuut stoppen van de zinloze reeënmoord mogelijk maakt. Namens de werkgroep en het meldpunt jachtmisstanden Noord-Brabant van de Partij voor de Dieren Ton Oomen, voorzitter januari 2011 Partij voor de Dieren,werkgroep Noord-Brabant. 4

Bronnen: - Wild op weg. Aanrijdingen met wild: wie is verantwoordelijk en wie betaalt de prijs? Auteurs: Tom Booms, Ernst Plambeck, Machteld de Vries en Steven van Waas ISBN 978-90-5213-163 - http://www.zoogdieratlas.nl/provincies/noordbrabant/tabid/68/default.aspx - Brief van de Dierenbescherming aan de Provincie van 05/08/2010 met zienswijze dierenbescherming op de provinciale beleidsnota FFW - Beleidsnota Flora en faunawet (ontwerp) gewogen belangen 8 juni 2010 - Faunabeheerplan Ree 2007-2011 - 'Wild van de Economie' Tom Bade - Overzicht verkeersongevallen NL, 1987-2009 swov, ministerie van verkeer en waterstaat/ cbs - Factoren die een rol spelen bij aanrijdingen met wilde hoefdieren op de Veluwe G.W.T.A. Groot Bruinderink1, D.R. Lammertsma1, P.W. Goedhart2, W.G. Buist2, R.M.A. Wegman1 & G.J. Spek3 - SWOV-Factsheet kosten verkeersongevallen - http://www.zoogdieratlas.nl/provincies/noordbrabant/tabid/68/default.aspx - Onderzoek effecten wildaanrijpreventie en cijfers, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde - Capreolus, diverse jaargangen. Partij voor de Dieren,werkgroep Noord-Brabant. 5