Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid



Vergelijkbare documenten
Ontwerpprojectplan inrichting IJsseldelta-Zuid (Reevediep)

Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Presentatie 15 april 2013 Klankbordgroep

IJsseldelta- Zuid. Nota Ruimte budget 22,4 miljoen euro. Planoppervlak 650 hectare

Bypass IJsseldelta

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ALGEMENE VERGADERING. Voorstel Kennisnemen van de stand van zaken van het project IJsseldelta Zuid.

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015

Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen

Notitie. Waterparagraaf IJsseldelta-Zuid Gemeente Dronten. 1 Algemeen

Ecologisch werkprotocol IJsseldelta-Zuid, fase 0

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

Bestuursovereenkomst Planstudie IJsseldelta - Zuid

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Mededeling. Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Ri jkswa terstaa t Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Statenvoorstel nr. PS/2007/125

Deelproduct 15 Verleggingsplan Planstudie IJsseldelta-Zuid

- 6 NOV STATENVOORSTEL. Aan: Provinciale Staten

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal

Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk. 26 april 2017

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk

Deelrapport 19. planstudie IJsseldelta-Zuid. definitief 03 rapport. 22 maart _19_aanvulling MER_definitief 03 rapport

Deelproduct 7 Grondstromenplan Planstudie IJsseldelta-Zuid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid, Overijssel

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

Inleiding. Deze keringen liggen in de gemeenten Dronten, Lelystad Almere en Zeewolde.

IJsseldelta-Zuid. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 16 augustus / rapportnummer

Inspraakpunt Verkeer en Waterstaat Postbus OTB Hanzelijn/Anticiperen Bypass Ijssel. Geachte minister Peijs,

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden

Projectplan Waterwet Aanpassen duikers District Raam 2019

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

Deelproduct 14 Activiteitenplan Flora- en faunawet Planstudie IJsseldelta-Zuid

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

REGISTRATIENUMMER

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13)

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

BESLUIT LEGGERWIJZIGING

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling

Projectplan maatregelen verbetering Kasteelgracht (ontwerpbesluit)

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid?

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

O N T W E R P O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 16 oktober 2015

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg

Deelproduct 9: Hydraulica en Veiligheid, Planstudie IJsseldelta-Zuid

Projectplan C8514 Aanleg stuw Rooseboom en zandvang in de Zijdewetering (ontwerpbesluit)

Projectplan Holsdiek Orvelte

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Doel van de informatiebijeenkomst

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Planstudie IJsseldelta-Zuid

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

GEMEENTE OLDEBROEK. D:\iBabs\WebServices\PdfConverterService\Temp\tdp2o4og.rw307f5d33f-b a8a7-e575baf46cf3.docx

Deelproduct 1 Systeemanalyse, Planstudie IJsseldelta Zuid

Havenkwartier Zeewolde

"Administratieve herziening Hoogspanningsleiding"

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4.

Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006: aanpassing vanwege IJsseldelta Zuid en N23

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

Regioadvies over de beneden IJssel aansluitend op het PDR advies over zomerbedverlaging beneden IJssel.

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Integrale Passende Beoordeling IJsseldelta fase 2

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

Projectplan vervanging klepkering Kampen-Midden

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

N307 Roggebot Kampen. marktconsultatie 9 november 2018

Legger van de waterkeringen

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering

Projectplan Waterwet

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder

Legger regionale waterkering

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

i t-,.."""""1 i ~ t--1r-~

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Legger van de waterkeringen

Transcriptie:

Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 8 mei 2013

Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Inhoud 1 Inleiding... 9 1.1 Leeswijzer... 9 1.2 Programma IJsseldelta... 10 1.3 Masterplan IJsseldelta-Zuid... 11 1.4 Gefaseerde uitvoering... 12 1.5 Bestuursovereenkomst... 12 1.6 Veranderingen in de projectscope... 12 1.7 Toelichting op de onderscheiden projectfasen... 13 1.7.1 Fase 0... 14 1.7.2 Fase 1... 14 1.7.3 Fase 2... 16 1.7.4 Fase 3... 16 1.8 Projectbesluit als basis voor dit projectplan... 16 1.8.1 Het voorliggende projectplan geldt voor fase 1... 16 1.8.2 Einde van de planstudie... 17 1.9 Dit projectplan in z n context... 17 1.9.1 De wettelijke basis van dit projectplan... 17 1.9.2 De projectcontext binnen IJsseldelta-Zuid... 18 1.9.3 Relatie met de PKB Ruimte voor de Rivier... 20 2 Projectbeschrijving... 22 2.1 Projectgebied... 22 2.2 Projectfasen... 24 2.3 De objecten in fase 1... 25 2.4 Relatie met de zomerbedverlaging... 39 2.4.1 Uitvoering en grondstromen... 41 2.4.2 Hydraulische effecten... 41 2.4.3 Grondwatereffecten... 41 2.4.4 Ecologische effecten... 42 3 Toetsing Waterwet... 43 3.1 Voorkoming (en waar nodig beperken) van overstromingen... 43 3.1.1 Uitgangspunten nieuwe dijken langs de bypass (1B)... 44 3.1.2 Robuustheid van het ontwerp... 45 3.1.3 Stabiliteit van de bypass mede in relatie tot verwachte stroomsnelheden... 49 3.1.4 IJsseldijk verbindende waterkering (1A6)... 50 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 5\96

3.1.5 Inlaatwerk of drempel in IJsseldijk fase 1 (object 1A1-1)... 52 3.1.6 IJsseldijk dijkring 11b (1A7)... 52 3.1.7 Klimaatdijk woongebied (object 1H12)... 53 3.1.8 Waterkering Drontermeer-Vossemeer (1C)... 55 3.1.9 Waterkering Roggebot (1E)... 57 3.1.10 Toetsing voorkoming (en daar waar nodig beperken) van overstromingen... 58 3.2 Voorkoming en daar waar nodig beperking van wateroverlast en waterschaarste... 59 3.2.1 Aanleg kwelsloten... 60 3.2.2 Aanleg tweede afwateringsroute voor Onderdijks... 62 3.2.3 Gemaal Zwartendijk... 62 3.2.4 Extra waterberging... 63 3.2.5 Gemaal Kamperveen (object 1H11)... 63 3.2.6 Monitoringsprogramma... 64 3.2.7 Operationele monitoring... 65 3.2.8 Toetsing voorkoming en daar waar nodig beperken van wateroverlast en waterschaarste... 65 3.3 Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen... 66 3.3.1 Kampen... 66 3.3.2 Flevoland...66 3.3.3 Toetsing bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van de binnendijkse watersystemen... 67 3.4 Vervullen van de maatschappelijke functies van het watersysteem... 67 3.4.1 Recreatie...68 3.4.2 Bewoonbaarheid... 69 3.4.3 Toetsing van de maatschappelijke functies... 69 3.5 Conclusie toetsing doelstellingen Waterwet... 70 4 Wijze van uitvoering... 71 4.1 Uitvoering op basis van een UAV-GC contract... 71 4.2 Randvoorwaarden aan uitvoering... 72 4.3 Fasering in hoofdprocedures en uitvoeringsvergunningen binnen fase 1... 74 4.4 Besluitvorming ten behoeve van fase 1... 76 4.4.1 Planologische aspecten... 76 4.4.2 Projectplannen in het kader van de Waterwet... 77 4.4.3 Overige waterstaatskundige aspecten... 79 4.4.4 Overige vergunningen... 80 4.4.5 Overige projectgerelateerde besluiten... 80 4.4.6 MER-plicht... 80 6\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

4.4.7 Restontwerpen fase 1... 81 4.5 Coördinatieregeling... 83 4.6 Globale planning... 84 4.7 Overige uitvoeringsaspecten... 84 4.8 Calamiteiten of ongewoon voorval... 84 4.9 Grondverwerving... 84 5 Maatregelen (mogelijke) nadelige gevolgen... 85 5.1 Financiële schadevergoeding... 85 5.2 Maatregelen... 85 5.2.1 Beperking uitvoeringshinder... 85 5.2.2 Natuurwaarden... 86 5.2.3 Scheepvaart... 87 5.2.4 Geohydrologie... 87 6 Procedure... 89 7 Zienswijzen (in definitief projectplan)... 90 8 Ondertekening... 91 8.1 Vaststelling ontwerp... 91 8.2 Definitieve vaststelling... 94 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 7\96

Bijlage(n) 1 Referenties 2 Begrippenlijst 3 Objectenlijst en integrale beschrijving van de objecten in fase 1 en 2 4 Objectenmatrix 5 Tabel motivatie verdeling objecten fase 1 projectplannen 6 Beheer- en onderhoudstabel 7 Uitvoeringsvergunningen 8 Monitoringsplan 9 Systeemanalyse [1] 10 Rapportage technisch ontwerp [2] en Marin rapport 11 Waterkeringsplan [3] 12 Inrichtingsplan [4] 13 Beheer- en onderhoudsplan [5] 14 Betrouwbaarheidsanalyse [5] 15 Beheerplan waterkwaliteit [5] 16 Beheer en bediening [5] 17 Grondstromenplan [7] 18 Rapportage Hydraulische effecten [9] 19 Rapportage Geohydrologische effecten [10] en Rapportage effecten Waterkwaliteit [10] 20 Rapportage Morfologische effecten [12] 21 Beeldkwaliteitsplan [13] en Ruimtelijke Visie [13] 22 BesluitMER [19], samenvatting aanvulling BesluitMER [19] en aanvulling BesluitMER [19] Noot: de bijlagen 8 t/m 22 zijn onderdeel van het projectplan, maar zijn, gezien hun omvang, als losse rapportages bijgevoegd. 8\98 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

1 Inleiding Voorliggend projectplan is opgesteld voor de provincie Overijssel, opdrachtgever van de integrale gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid. Dit projectplan faciliteert de aanleg van twee nieuwe dijken (primaire waterkeringen) langs het Reevediep in de IJsseldelta-Zuid en bijbehorende (waterstaats)werken, maatregelen, voorzieningen en handelingen. Tevens faciliteert dit projectplan een deel van de herinrichting van/aanpassingen aan het binnendijkse watersysteem (noodzakelijke maatregelen ten behoeve van de waterhuishouding: kwelsloten, aanpassingen duikers et cetera). Vanuit hun zorgplicht voor de dijken en objecten zijn het Waterschap Groot Salland, Rijkswaterstaat Midden Nederland en Rijkswaterstaat Oost-Nederland gezamenlijk de bevoegde gezagen voor de vaststelling van dit projectplan. Met dit projectplan wordt fase 1 van de gebiedsontwikkeling mogelijk gemaakt. In coördinatie met dit projectplan wordt er een projectplan voor de nieuwe buitendijkse gebieden opgesteld. De rest van de herinrichting wordt in een aanvullend projectplan verwerkt dat in een later stadium in procedure gebracht zal worden. 1.1 Leeswijzer In dit eerste hoofdstuk is de historie en de context van het project kort geschetst. Hoofdstuk 2 bevat de projectbeschrijving. Tevens wordt in hoofdstuk 2 verder ingegaan op de verdeling van de objecten (van het totale plan) over de twee projectplannen. De toetsing aan de Waterwet vindt plaats in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 gaat in op de wijze van uitvoering en alle te doorlopen procedures in onderling verband. Het ongedaan maken van de nadelige gevolgen wordt behandeld in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6, 7 en 8 beslaan achtereenvolgens de procedure, zienswijzen en ondertekening van het voorliggende projectplan. Dit rapport bevat een aantal bijlagen en is gebaseerd op alle achterliggende onderzoeken. Naar de achterliggende onderzoeken wordt verwezen middels titel en nummer. Bijlage 2 bevat een begrippenlijst. Bijlage 3 bevat de objectenlijst van de onderdelen die deel uitmaken van het project IJsseldelta-Zuid met een korte beschrijving ervan. Hierin is een onderscheid gemaakt in de objecten van fase 1 en fase 2. In bijlage 4 wordt in een overzicht van de objecten aangegeven in welke procedure de objecten een plaats hebben gevonden. Bijlage 5 bevat de motivatie van de verdeling van de objecten over beide projectplannen. In bijlage 6 is de beheer- en onderhoudstabel voor het totale project opgenomen en bijlage 7 geeft een overzicht van de benodigde uitvoeringsvergunningen op basis van de huidige inzichten. Bijlage 8 bevat het monitoringsplan van de provincie Overijssel (dat wordt uitgevoerd in samenwerking met het waterschap Groot Salland en het waterschap Zuiderzeeland) en het monitoringsplan van het waterschap Zuiderzeeland. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 9\96

Bijlage 9 tot en met 22 zijn de achterliggende onderzoeken die ten grondslag liggen aan dit projectplan. Dit betreft losse rapporten die, als bijlage, onderdeel uitmaken van dit projectplan. Indien blijkt dat er sprake is van strijdigheid tussen de verschillende teksten in de verschillende documenten, zoals voorliggend projectplan en de achterliggende onderzoeken, zijn de teksten zoals opgenomen in dit projectplan leidend voor wat betreft de waterstaatkundige aspecten. 1.2 Programma IJsseldelta Het Programma IJsseldelta behelst een integrale gebiedsontwikkeling in het stedelijk netwerk Zwolle - Kampen. Het Programma IJsseldelta bestaat uit twee deelprogramma s IJsseldelta- Noord voor de versterking van het Nationaal Landschap en IJsseldelta-Zuid met als doel de integrale stedelijke ontwikkeling van Kampen in combinatie met hoogwaterbescherming. IJsseldelta-Zuid ligt in het gebied tussen Kampen, de IJssel en het Drontermeer (figuur 1.1). Figuur 1.1 Projectgebied IJsseldelta-Zuid 10\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

1.3 Masterplan IJsseldelta-Zuid Voor de gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid is in het najaar van 2006 het Masterplan Veilig wonen, werken en recreëren in IJsseldelta-Zuid vastgesteld door de gemeenteraden van Kampen en Zwolle, Provinciale Staten van Overijssel en het Algemeen Bestuur van Waterschap Groot Salland. De gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid is als voorbeeldproject opgenomen in de Nota Ruimte. Belangrijke onderdelen van het Masterplan zijn de aanleg van een bypass 1 tussen de IJssel en het Drontermeer en woningbouwontwikkeling ten zuiden en ten westen van Kampen. De bypass is een van de benodigde maatregelen in de benedenloop van de IJssel om de verwachte hogere rivierafvoeren in de toekomst veilig te kunnen verwerken. In de in 2008 door Provinciale Staten van Overijssel vastgestelde partiële herziening van het Streekplan Overijssel 2000+ is de ontwikkeling van woningbouw ten westen van Kampen tot 2020 beperkt tot een tussen de Hanzelijn en bypass gelegen locatie van 1.300 woningen. Dit wordt een waterrijk woonmilieu, dat gedeeltelijk op een klimaatdijk wordt gebouwd. In de bypass en de daaraan grenzende Onderdijkse Waard wordt ruim 400 hectare nieuwe natuur gerealiseerd. Daardoor ontstaat een ecologische verbinding tussen de IJsseluiterwaarden en de Veluwerandmeren. Ook het verbeteren van de toeristisch-recreatieve infrastructuur is een doel van de gebiedsontwikkeling. Andere projecten in het Programma IJsseldelta-Zuid zijn de inpassing van de Hanzelijn (spoor), de ontwikkeling van de stationslocatie Kampen-Zuid, de verbreding van de N50 en capaciteitsuitbreiding van de N307 en de versterking van de agrarische structuur. Op 28 januari 2008 heeft de stuurgroep Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid Gedeputeerde Staten van Overijssel en Flevoland geadviseerd als voorkeursalternatief te kiezen voor een bypass die in open verbinding staat met het Vossemeer. Dit voorkeursalternatief wordt gekenmerkt door hoog dynamische natuur met een grote peildynamiek door de invloed van peilfluctuaties in het Vossemeer op de bypass. Op 9 november 2009 heeft de stuurgroep besloten het gekozen voorkeursalternatief verder uit te werken zonder stormkering bij Roggebot. IJsseldelta-Zuid is als concreet omschreven project opgenomen in het Nationaal Waterplan. 1 De vaargeul in deze bypass krijgt de naam het Reevediep Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 11\96

1.4 Gefaseerde uitvoering Medio 2009 heeft de regio aan de staatssecretaris van destijds Verkeer en Waterstaat voorgesteld de uitvoering van IJsseldelta-Zuid in twee fasen te splitsen en in fase 1 de uitvoering te combineren met het Ruimte voor de Rivierproject Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Dit voorstel is uitgewerkt in een business case op grond waarvan het kabinet op 4 september 2009 heeft besloten voldoende budget te reserveren voor de gefaseerde uitvoering. In de gefaseerde uitvoering wordt in de eerste fase de zomerbedverlaging uitgevoerd in combinatie met de inrichting van het bypassgebied, waarbij via de bypass beperkte hoogwaterpieken kunnen worden afgevoerd. In de periode 2021-2025 worden een aantal kunstwerken gebouwd, zodat vanaf 2025 de hoogwaterpieken op de IJssel via de bypass in volle omvang kunnen worden afgevoerd (zie ook paragraaf 1.7 voor een nadere specificatie van de af te voeren hoogwaterpieken). Op deze manier is voor beide fasen budget beschikbaar, waarmee op tijd aan de normen wordt voldaan. De gefaseerde uitvoering en financiële bijdragen zijn vervolgens verder vastgelegd in een bestuursovereenkomst (zie hiervoor de volgende paragraaf). 1.5 Bestuursovereenkomst Op 15 februari 2010 is als vervolg op het kabinetsbesluit een Bestuursovereenkomst afgesloten tussen het Rijk, de provincies Overijssel en Flevoland, de gemeenten Kampen, Zwolle, Dronten en Oldebroek, de waterschappen Groot Salland en Zuiderzeeland, evenals Staatsbosbeheer. In deze overeenkomst zijn onder andere de gereserveerde financiële bijdragen van Rijk, provincie Overijssel en gemeente Kampen vastgelegd. Ook is hierin opgenomen dat de provincie Overijssel ter voorbereiding van de Projectbeslissing de adviesnota voor IJsseldelta-Zuid laat uitwerken en Rijkswaterstaat die voor de zomerbedverlaging. Alle partijen die de bestuurovereenkomst hebben ondertekend zijn intensief betrokken bij het ontwerpproces in de planfase. 1.6 Veranderingen in de projectscope De Ruimte voor de Rivier maatregel Zomerbedverlaging Beneden-IJssel voorzag in het over 22 kilometer verdiepen van de IJssel met gemiddeld 1,7 meter. In het najaar van 2011 is geconcludeerd dat heroverweging van dit project nodig is als gevolg van substantieel negatieve effecten op de omgeving. Op 26 september 2011 is door de Bestuurlijke Begeleidingscommissie Zomerbedverlaging en de Stuurgroep IJsseldelta-Zuid aan de staatssecretaris van I&M geadviseerd om een verkorte zomerbedverlaging (7 in plaats van 22 kilometer) te combineren met een versnelde, gedeeltelijke inzet van de bypass voor het afvoeren van de uiterste hoogwaterpieken (>15.500 m 3 /s) op de IJssel. 12\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Op basis van in het najaar van 2011 uitgevoerde haalbaarheidsonderzoeken is geconcludeerd, dat via het huidige Roggebotsluis complex, met een aantal aanpassingen, bij maatgevende rivierafvoeren en een eenmaal per jaar storm, 220 m 3 /s kan worden afgevoerd. Dit komt overeen met een waterstanddaling van 12,8 cm (op de as van de rivier IJssel tussen kmr. 979 en kmr. 980 ten opzichte van maatgevende waterstanden behorende bij een ontwerpafvoer van 16.655 m 3 /s bij Lobith). Op 2 december 2011 zijn de conclusies van de haalbaarheidsonderzoeken door de Bestuurlijke Begeleidingscommissie Zomerbedverlaging en de Stuurgroep IJsseldelta-Zuid vastgesteld en is de staatssecretaris van I&M voorgesteld de plannen voor de verkorte zomerbedverlaging in combinatie met een versnelde, beperkte inzet van de bypass uit te werken. Een mogelijke aanvullende verandering in de projectscope kan zijn het besluit, dat niet eerder dan in 2015 wordt verwacht, om onder specifieke omstandigheden, de bypass te gebruiken om niet 220 m 3 /s maar 450 m 3 /s af te gaan voeren. Een globale analyse van het systeem zoals dat nu wordt aangelegd heeft opgeleverd dat er in de Roggebot een extra spuikoker nodig zal zijn om een dergelijk debiet op een verantwoorde wijze te kunnen verwerken. De aanleg van een dergelijke extra spuikoker maakt geen onderdeel uit van de projectscope voor het projectplan dat nu wordt vastgesteld. Mocht in 2015 besloten worden tot de inzet van de bypass met een verhoogd debiet dan zal daar op dat moment een apart projectplan voor worden opgesteld, waarin dan onder andere de extra spuikoker zal worden opgenomen. Deze nieuwe inzichten hebben er toe geleid dat de taakstellingen die oorspronkelijk in de PKB Ruimte voor de Rivier waren opgenomen moesten worden aangepast. In paragraaf 1.9.3 wordt hier in meer detail nader op ingegaan. 1.7 Toelichting op de onderscheiden projectfasen De uitvoering van de bypass blijft ondanks de beschreven scopewijziging in twee fases gesplitst zoals 4 september 2009 is besloten. Voor de versnelde inzet van de bypass moeten wel een aantal aanvankelijk in fase 2 te bouwen kunstwerken in fase 1 worden gebouwd. Ook wordt een deel van het rietmoeras vóór fase 1 aangelegd en wordt er, met een doorkijk naar een derde fase, in de achterliggende onderzoeken enige inzicht verkregen naar de werking van het systeem op een nog langere termijn. Paragraaf 2.3 gaat kort in op de objecten die in fase 1 gerealiseerd zullen worden. In bijlage 3 worden alle objecten in meer detail toegelicht, per fase. In dit projectplan zijn alleen objecten opgenomen die nodig zijn om het systeem in fase 1 goed te kunnen laten werken. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 13\96

De fasen kenmerken zich na de scopewijzigingen als volgt: 1.7.1 Fase 0 Om toekomstige vertragingen in het planproces van IJsseldelta-Zuid te kunnen voorkomen, wordt een deel van het voorziene rietmoeras voor fase 1 gerealiseerd. Dit fase 0-object 2 maakt dan ook geen onderdeel uit van dit projectplan. De oppervlakte van het aan te leggen rietmoeras is groot genoeg (ruim 8 hectare) om als alternatief leefgebied te dienen voor roerdomp en grote karekiet, waardoor de eerste doelstelling voor de rietvogels kan worden gehaald in fase 0 (voorkomen vertraging in de uitvoering van IJsseldelta-Zuid). Bijkomend voordeel is dat in het zich ontwikkelend rietmoeras de waterstand nauwkeurig geregeld kan worden, waardoor een optimale rietontwikkeling kan worden bereikt. Dit is van belang omdat de goede ontwikkeling van waterriet niet eenvoudig is. Goede sturingsmogelijkheden in het waterregime zijn dus een groot voordeel en een belangrijke randvoorwaarde. 1.7.2 Fase 1 Voor fase 1 (naar verwachting operationeel van 2017 tot en met 2025) start de uitvoering in 2014. In 2017 is de bypass geschikt om beperkt te worden ingezet bij extreem hoge rivierafvoeren (>15.500 m 3 /s bij Lobith). In de uitvoering voor fase 1 vindt al het groot grondverzet plaats. Voorzien is in de aanleg van de totale inrichting en de bypassdijken (exclusief Drontermeerdijk), vervanging van de Nieuwendijk door een viaduct, nieuwe natuur, de toeristisch recreatieve voorzieningen (waaronder het Reevediep (de aan te leggen vaargeul) en recreatiesluis in de IJsseldijk), het inlaatwerk, een kering met twee keersluizen ten zuiden van het eiland Reeve en beschermingsmaatregelen bij de Roggebotsluis. Door de aanleg van de recreatiesluis kan het Reevediep, de aan te leggen vaargeul in de IJsseldelta-Zuid, in fase 1 als vaarroute voor recreatievaart worden gebruikt. Uitgangspunt is een robuust en flexibel ontwerp, dat ruimte biedt om in te spelen op toekomstige beleidsontwikkelingen en reeds op een veilige wijze een bijdrage levert aan de korte termijn Ruimte voor de Rivier taakstelling bij Zwolle. Voor de versnelde inzet van de bypass ten behoeve van hoogwaterafvoer in de IJssel, moeten de aanvankelijk voor fase 2 te bouwen inlaat en een kering ten zuiden van het eiland Reeve al in fase 1 worden gebouwd. Gebruik makend van het huidige Roggebotcomplex kan in fase 1 maximaal circa 220 m 3 /s worden afgevoerd bij een maatgevende afvoer die samenvalt met een eenmaal per jaar stormsituatie of een verhoogd peil op het Vossemeer door neerslag of IJsselafvoer (NAP+0,6 m). De afvoer van circa 220 m 3 /s door de bypass bewerkstelligt circa 12,8 cm waterstanddaling bij Zwolle bij de maatgevende afvoer (16.655 m 3 /s bij Lobith). 2 Start van deze fase zal zijn in 2014, met een doorloop in de aanleg tot en met 2017 14\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Bij een lagere waterstand dan NAP+0,6 m op het Vossemeer kan desgewenst een groter volume via de bypass worden afgevoerd, mits het waterpeil bij de Roggebotsluis niet het peil van NAP+1,7 m overschrijdt en de stroomsnelheden door de Roggebotsluis beperkt blijven. Een mogelijke aanvullende verandering kan zijn het besluit, om onder specifieke omstandigheden, de bypass te gebruiken om niet 220 m 3 /s maar 450 m 3 /s af te gaan voeren. Een dergelijk besluit wordt niet voor 2015 verwacht. Een globale analyse van het systeem zoals dat nu wordt aangelegd heeft opgeleverd dat er in de Roggebot dan een extra spuikoker nodig zal zijn om een dergelijk debiet op een verantwoorde wijze te kunnen verwerken. De aanleg van een dergelijk extra spuikoker maakt geen onderdeel uit van de projectscope voor het projectplan dat nu wordt vastgesteld. Als tot deze extra afvoercapaciteit wordt besloten zal hier een apart projectplan voor worden opgesteld. De bypass wordt in fase 1 pas als uiterste maatregel ingezet (kans 1/1100 per jaar ). Voor de afvoer via de huidige Roggebotsluis en de spuikoker in de Roggebotkering worden beschermende voorzieningen aangebracht. Ook zijn voorzieningen nodig om de waterkerende functie te borgen, nadat de sluis is gebruikt om te spuien. De positionering van de inlaat is loodrecht op de stroomrichting van het in te laten water. Dat vergt een verlegging van de IJsseldijk in westelijke richting. Bij een extreme afvoersituatie (>15.500 m 3 /s bij Lobith) op de IJssel worden twee dynamische schuiven in het inlaatwerk geopend, waarmee de hoeveelheid in te laten water kan worden geregeld. De bypass is in fase 1 nog afgesloten van het IJsselmeer door de kering in de Roggebotsluis, maar staat onder dagelijkse omstandigheden in open verbinding met het Drontermeer. Om bij de afvoer van IJsselwater uitwisseling tussen IJsselwater en het Drontermeer en afvoer via de Veluwerandmeren te blokkeren wordt een kering gebouwd ten zuiden van het eiland Reeve. In deze kering (waterkering Drontermeer - Vossemeer) zijn twee keersluizen opgenomen. Een keersluis ter plaatse van het noordelijk sluishoofd van de in fase 2 te bouwen nieuwe schutsluis (die dan de keersluis zal vervangen) en een keersluis ter plaatse van een in fase 2 te bouwen spuivoorziening. Bij de aanleg van twee keersluizen in de Waterkering Drontermeer-Vossemeer worden belemmeringen en beperkingen voor de scheepvaart op de route Drontermeer- Vossemeer voorkomen en worden nautisch veilige oplossingen gerealiseerd 3. Voor een meer gedetailleerde objectbeschrijving wordt verwezen naar hoofdstuk 2. In bijlage 3 is een overzichtskaart van de objecten van fase 1 opgenomen, 3 MARIN heeft het technisch ontwerp van deze keersluizen kritisch beschouwd; hun rapportage wordt, als aanvulling op het TO, toegevoegd aan dit projectplan in bijlage 10. De keersluizen zullen worden aangelegd op basis van het TO, met in acht neming van de MARIN-rapoportage Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 15\96

1.7.3 Fase 2 Voor fase 2 (naar verwachting operationeel vanaf 2025 tot en met 2065) is rekening gehouden met een opzet van het winterstreefpeil van het IJsselmeer met 23 cm in 2100. De bypass zal in fase 2 ingezet (kunnen) worden voor de afvoer van maximaal circa 730 m 3 /s bij een 1/2000 per jaar hoogwater op de IJssel. In fase 2 zal deze afvoer via de bypass minimaal 30 cm waterstanddaling nabij Zwolle veroorzaken bij een maatgevende afvoer (16.655 m 3 /s bij Lobith). Voor fase 2 is de uitvoering in de periode 2021 tot en met 2024 gepland. Bij de inlaat zijn een aantal kleinere aanpassingen nodig, waaronder de aanleg van een migratiegeul. De bypass staat in fase 2 in open verbinding met het Vossemeer door verwijdering van de kering bij Roggebot. Deze wordt vervangen door een circa 100 meter lang viaduct, met klepbrug en doorvaarthoogte van 7,0 meter. Nu is die hoogte circa 4,5 meter. Ook moet de Drontermeerdijk (dijkring 8) voor fase 2 over een lengte van 2.700 meter worden versterkt. Door de open verbinding met het IJsselmeer ontstaat er een grotere peildynamiek met een hoog dynamische natuur. De bypass is gescheiden van het Drontermeer door de in fase 1 gebouwde kering ten zuiden van het eiland Reeve. Hierin zijn de twee keersluizen vervangen door een schutsluis en spuikoker. In bijlage 3 is een overzichtskaart van de objecten van fase 2 opgenomen, 1.7.4 Fase 3 Naast de bovengenoemde fasen, is er vanwege anticiperen op klimaatsverandering en beleidswijzigingen ook nog een fase 3 gedefinieerd (naar verwachting vanaf 2065). Voor fase 3 is in de ontwerpen van de dijken (ruimtereservering) en de kunstwerken (fundering) rekening gehouden met een opzet van het winterpeil ten opzichte van nu met 1,0 meter. Voor de klimaatdijk in het woongebied wordt al direct een kruinhoogte en sterkte gerealiseerd die geschikt is voor een toename van het winterpeil van het IJsselmeer na 2065 met 1,5 meter. 1.8 Projectbesluit als basis voor dit projectplan De plannen voor de verkorte Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en de versnelde inzet van de bypass zijn in de periode 2010-2012 parallel uitgewerkt ten behoeve van de interne besluitvormingsprocedure van het ministerie. Dit is geëindigd met een projectbeslissing van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu in september 2012, die met dit besluit heeft bevestigd dat het project haalbaar is (uitvoerbaar, betaalbaar, vergunbaar en te onderhouden). De projectbeslissing ligt daarmee ten grondslag aan dit projectplan. 1.8.1 Het voorliggende projectplan geldt voor fase 1 Alle in deze fase opgeleverde planstudies dienen ter onderbouwing van het projectbesluit voor fase 1, de bestemmingsplannen, de projectplannen en de vergunningen. Voor de besluitvorming over fase 1 is het noodzakelijk, dat relevante informatie voor fase 2 ook is uitgewerkt. Ook het ontwerp van fase 2 moet vergunbaar zijn. De in fase 1 te bouwen objecten zijn onomkeerbare maatregelen voor fase 2. 16\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Voor de objecten van fase 2 geldt dus dat deze ter toelichting aan dit projectplan zijn toegevoegd. De ontwerpgegevens van de onderdelen die in fase 2 gerealiseerd zullen worden zijn echter wel al deels in dit projectplan opgenomen omdat het project een integraal ontwerp betreft. Het is namelijk wenselijk om al in dit stadium de haalbaarheid van het functioneren van het principeontwerp vast te kunnen stellen. Van belang is dat, door het beschrijven van de objecten voor fase 2, de beheerders inzicht krijgen in het functioneren van het totale programma IJsseldelta-Zuid. Uit de onderzoeken komt naar voren dat het programma IJsseldelta-Zuid als geheel (fase 1 en 2) haalbaar is en functioneert. Dat niet direct voor beide fasen een projectplan is vastgesteld heeft te maken met de fasering in budgetten, de termijn waarop de taakstelling voor de waterstanddaling gehaald dient te worden en de detailuitwerkingen voor fase 2 waarvoor de (monitorings)resultaten van fase 1 gebruikt zullen worden. Om het verschil tussen fase 1, fase 2 en fase 3 duidelijk naar voren te laten komen, is in de systeemanalyse (bijlage 9) onderscheid gemaakt in de beschrijving van de verschillende fases en de verschillende objecten per fase. 1.8.2 Einde van de planstudie Het eindresultaat van de planvorming voor fase 1 omvat de volgende hoofdproducten: Projectontwerp (het inrichtingsplan en het technisch ontwerp tezamen; in het technisch ontwerp zijn de meeste objecten ten minste tot op VO-niveau uitgewerkt) Vergunningenaanvragen en projectplannen Waterwet Bestemmingsplannen (gemeente Kampen en Dronten) Besluit-MER en passende beoordeling Overige onderbouwende onderzoeken De partijen die de bestuursovereenkomst in 2010 hebben ondertekend zijn nadien intensief betrokken geweest bij de ontwikkeling en/of toetsing van deze onderdelen van de planstudie. 1.9 Dit projectplan in z n context In deze paragraaf wordt kort ingegaan op de wijze waarop dit projectplan past binnen de wettelijke en binnen de projectcontext. 1.9.1 De wettelijke basis van dit projectplan Ingevolge artikel 5.4, eerste lid van de Waterwet geschiedt de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Op grond van het tweede lid van artikel 5.4 dient het plan tenminste een beschrijving te bevatten van het betrokken werk en de wijze waarop het wordt uitgevoerd, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 17\96

Dit projectplan ziet op de aanleg van primaire waterkeringen en bijbehorende voorzieningen toe, daarom is de projectplanprocedure van hoofdstuk 5, paragraaf 2, van de Waterwet van toepassing. Onderdeel van deze procedure is dat ingevolge artikel 5.7 Waterwet het projectplan door gedeputeerde staten van beide betrokken provincies (Overijssel en Flevoland) moet worden goedgekeurd. Voorliggend projectplan omvat alleen de wijziging als gevolg van de werken in fase 1 van het project. Voor aanpassingen van het binnendijkse watersysteem die nu nog niet in voldoende detail zijn ontworpen wordt in een later stadium een aanvullend projectplan vastgesteld. Ook voor de werken en objecten in fase 2 wordt te zijner tijd een projectplan vastgesteld. De overige van toepassing zijnde artikelen uit de Waterwet worden nader toegelicht in hoofdstuk 6 van dit projectplan. 1.9.2 De projectcontext binnen IJsseldelta-Zuid Voorliggend document bevat het projectplan voor de nieuw te realiseren dijken, de bijbehorende objecten en voor een deel de benodigde aanpassingen aan het binnendijkse watersysteem ten behoeve van IJsseldelta-Zuid. Dit projectplan behoeft, voor die onderdelen die als primaire kering onderdeel uitmaken van de dijkring, goedkeuring van de beide provincies (Flevoland en Overijssel 4 ). Dit projectplan is opgesteld in opdracht van de provincie Overijssel en vanwege het waterschap Groot Salland en Rijkswaterstaat. Naast voorliggend projectplan stellen de betrokken waterstaatkundig beheerders (Rijkswaterstaat) een tweede projectplan vast voor de inrichting van de buitendijkse gebieden die gaan ontstaan als de herinrichting van de IJsseldelta-Zuid wordt gerealiseerd. De rest van de herinrichting aan het binnendijkse watersysteem wordt in een aanvullend projectplan verwerkt. Aanleg versus inrichting Opgemerkt wordt dat in de Waterwet wordt gesproken over een projectplan ten behoeve van de aanleg van een waterstaatswerk. Als in dit projectplan waterkeringen wordt gesproken over de inrichting van de bypass, wordt hiermee bedoeld de aanleg zoals bedoeld in de Waterwet. De term aanleg is in de projectcontext gereserveerd voor de aanleg van de dijken en bijbehorende objecten. 4 Beide provincies zien af, in goed onderling overleg, van de mogelijkheid die Waterwet artikel 5.7 lid 2 biedt om het plan goed te laten keuren door de provincie waarin het waterstaatswerk in hoofdzaak is gelegen 18\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Projectplan Reevediep versus projectplan waterkeringen In het vervolg zal dit projectplan, dat betrekking heeft op de nieuw te realiseren dijken, de bijbehorende objecten en voor een deel de benodigde aanpassingen in het binnendijks watersysteem worden aangeduid als het projectplan waterkeringen, ter onderscheid van het projectplan Reevediep dat betrekking heeft op de inrichting van de bypass. De voetafdruk van het projectplan waterkeringen en het projectplan Reevediep wordt afgebakend door de beheergrenzen. Figuur 1.2 Principe Beheergrenzen Het waterschap wordt beheerder van de dijken, met een beschermingszone erlangs, en het binnendijkse watersysteem. De objecten hierbinnen worden dan ook vastgesteld door het waterschap in het projectplan waterkeringen. Rijkswaterstaat wordt beheerder van het waterstaatswerk tussen de kruinen van de dijken en zal daarmee het projectplan Reevediep vaststellen. De beheergrenzen zorgen ervoor dat er bij de realisatie van de integrale gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid sprake is van elkaar overlappende beheergebieden. De objecten daarbinnen worden toegekend aan een van de projectplannen aan de hand van de functie die zij vervullen. Objecten met een dubbelfunctie maken onderdeel uit van beide plannen. Een voorbeeld is de inlaat in de IJsseldijk; voor wat betreft de kerende functie maakt de inlaat onderdeel uit van het projectplan waterkeringen, voor wat betreft de water-inlaat-functie maakt dit object onderdeel uit van het projectplan Reevediep. De uiteindelijke verdeling staat weergegeven in paragraaf 2.3 en de objectenmatrix in bijlage 4. Verwezen wordt verder naar bijlage 5 waarin de verdeling over de twee plannen (projectplan waterkeringen en projectplan Reevediep) per object wordt uitgewerkt en gemotiveerd. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 19\96

Verdeling van de objecten binnen het projectplan waterkeringen In tegenstelling tot het projectplan Reevediep wordt het projectplan waterkeringen vastgesteld door meerdere beheerders. Hiervoor is gekozen vanwege de sterke onderlinge samenhang tussen de verschillende objecten binnen het projectplan waterkeringen voor IJsseldelta-Zuid. Een alternatieve route zou zijn geweest het separaat van elkaar opstellen van drie verschillende projectplannen. Door deze driedeling aan te brengen in het projectplan waterkeringen zou weliswaar verwarring voorkomen kunnen worden over de vraag welke object door welke instantie wordt vastgesteld. Maar door de sterke onderlinge samenhang zou de toetsing aan de doelstellingen van de Waterwet telkens terug moeten grijpen op de andere projectplannen waterkeringen. Daarom is ervoor gekozen om één projectplan waterkeringen vast te laten stellen door de drie bevoegde instanties, met daarin een eenduidige verdeling van de verschillende objecten over de drie betrokken instanties. De verdeling van de objecten binnen het projectplan waterkeringen tussen de verschillende bevoegde gezagsinstanties staat gedocumenteerd in de objectenmatrix van bijlage 4. Elk van de objecten die behoren tot het projectplan waterkeringen worden, met het ondertekenen van het plan, vastgesteld door RWS-ON, RWS-MN en waterschap Groot Salland, conform de verdeling van de objecten in de objectenmatrix. Het uitgangspunt bij de gehanteerde verdeling is geweest dat de instantie die uiteindelijk het wettelijk beheer zal krijgen over een object, het object ook vaststelt. 1.9.3 Relatie met de PKB Ruimte voor de Rivier De Zomerbedverlaging Beneden IJssel is een PKB Ruimte voor de Rivier maatregel in de benedenloop van de IJssel tussen de Molenbrug in Kampen (kmr. 993,2) en de monding in het Ketelmeer (kmr. 1000,4). De zomerbedverlaging in de Beneden-IJssel die in het basispakket van de PKB was opgenomen, moest op grond van de PKB leiden tot 29 cm waterstanddaling bij Zwolle tussen kmr. 979 en kmr. 980. Deze PKB-taakstelling (29 cm) is destijds tot stand gekomen met een hydraulisch model dat nu gemoderniseerd is. De PKB-taakstelling van 29 cm is met behulp van het standaard hydraulische rekenmodel dat thans wordt gebruikt omgerekend naar een werktaakstelling van 41 cm. Deze werktaakstelling van 41 cm is eerder genoemd in Kamerstukken, bijvoorbeeld in de brief van 21 juni 2012 (Kamerstukken II 2011/12, 30 080, nr. 60) 5. 5 Het te realiseren projectdeel IJDZ fase 1 dient vanaf 31 december 2017, autonoom (zonder het effect van ZBIJ of andere Ruimte voor de Rivier projecten) een waterstanddaling te realiseren van ten minste 12,8 cm op tenminste een punt in de as van de rivier de IJssel tussen kmr. 979 en kmr. 980 ten opzicht van maatgevende waterstanden behorende bij een ontwerpafvoer van 16.655 m 3 /s bij Lobith. Het dient mogelijk te zijn dat projectdeel IJDZ fase 2 autonoom, (zonder het effect van ZBIJ en andere Ruimte voor de Rivier projecten) de werktaakstelling kan realiseren van ten minste 30,0 cm plus 2,2 cm beheerruimte tussen kmr. 979 en kmr. 980 op de IJssel t.o.v. maatgevenden waterstanden behorende bij een ontwerpafvoer van 16.655 m 3 /s bij Lobith 20\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Aan de taakstelling wordt op de volgende wijze voldaan: Het plaatselijk verdiepen van het zomerbed zorgt autonoom voor een waterstandverlaging van 21 cm ten opzichte van de werktaakstelling van 41 cm Het Reevediep zorgt gedurende fase 1 autonoom voor een waterstandverlaging van 12,8 cm ten opzichte van de werktaakstelling van 41 cm De resttaakstelling bestaande uit 7,2 cm waterstanddaling kan worden bereikt door de realisatie van fase 2 van het Reevediep of door de inzet van spuikokers ter plaatse van de kering Roggebot. De besluitvorming ten aanzien van fase 2 of de inzet van spuikokers zal plaatsvinden vanaf 2015 Door het uitvoeren van deze maatregelen wordt de taakstelling gehaald. Het is niet noodzakelijk extra maatregelen te treffen. De versnelde inzet van de bypass IJsseldelta-Zuid zal formeel een deel van de PKB-taakstelling over gaan nemen. Hiervoor wordt op dit moment een programmatische procedure door de PDR doorlopen. De PDR heeft hiervoor een PKB-besluit opgesteld. Dit besluit heeft in het voorjaar van 2013 als ontwerp ter inzage gelegen en zal vervolgens door de tweede Kamer gaan, waarna er een definitief besluit zal worden genomen. Dit wordt gepubliceerd vóór of tegelijk met de ter inzage legging van de definitief vastgestelde projectplannen voor IJsseldelta-Zuid of de zomerbedverlaging Beneden IJssel. In paragraaf 2.4 wordt verder ingegaan op de relatie met de zomerbedverlaging. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 21\96

2 Projectbeschrijving In dit hoofdstuk wordt ten eerste het projectgebied beschreven (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt in paragraaf 2.2 aan de hand van de fasen van het project IJsseldelta-Zuid beschreven wat het project inhoudt. In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op de objecten waar voorliggend projectplan betrekking op heeft. Tot slot wordt in paragraaf 2.4 ingegaan op de relatie met het project Zomerbedverlaging. Voor de wijze van de uitvoering wordt verwezen naar hoofdstuk 4. 2.1 Projectgebied Het projectgebied van de toekomstige bypass is vastgelegd in het streekplan en in het bestemmingsplan. Het gebied ligt ten zuiden van de stad Kampen in de provincie Overijssel en de provincie Flevoland. Het gebied is ongeveer 6 km lang van oost naar west en maximaal 2 km breed van noord naar zuid. In het gebied vindt voornamelijk landbouw plaats. Figuur 2.1 Ligging projectgebied met topografische namen De bypass doorsnijdt dijkringgebied 11, IJsseldelta. De wettelijke normfrequentie van deze dijkring 11 is 1/2.000 per jaar. De wettelijke normfrequentie voor dijkring 8 is 1/4.000 per jaar. 22\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

IJsseldijk Het bypassgebied wordt in het oosten begrensd door de huidige IJsseldijk, welke in beheer is bij Waterschap Groot Salland. De dijk is een onderdeel van de primaire waterkering van dijkring 11 en keert hoogwater vanaf de IJssel. In 2009-2010 is de dijk getoetst op veiligheid. De dijk is goedgekeurd op alle toetssporen behalve op het faalmechanisme piping en heave. Drontermeerdijk De westzijde van het projectgebied wordt gevormd door de westelijke Drontermeerdijk. Deze Drontermeerdijk, in beheer bij Waterschap Zuiderzeeland, is een onderdeel van de primaire waterkering van dijkring 8. De projectbegrenzing betreft het deel tot de toekomstige Reevesluis. De Drontermeertunnel van de Hanzespoorlijn kruist de dijk. De dijk is in 2009 getoetst op veiligheid en is onvoldoende bevonden op het toetsspoor hoogte. In een later stadium is de dijk ook op het toetspoor bekleding afgekeurd. Dijk Roggebot en Roggebotsluis Aan de noordwest-zijde wordt het bypassgebied begrensd door de waterkering Roggebot (in beheer bij Rijkswaterstaat Midden Nederland) met daarin de Roggebotsluis en een spuivoorziening. In fase 1 zal deze waterkering dienst blijven doen als primaire waterkering categorie b. In het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma is deze waterkering in 2012 versterkt en opgeleverd. In fase 2 wordt deze kering verwijderd, zodat een open verbinding ontstaat tussen het bypassgebied en het Vossemeer. N50 en Hanzelijn Centraal in het projectgebied bevinden zich van noord naar zuid de N50 en de Hanzelijn. In het westen kruist de Hanzelijn een tweede keer het projectgebied van oost naar west. De N50 en de Hanzelijn zijn ter hoogte van de centrale kruising recent aangelegd. In het ontwerp van de kruising is rekening gehouden met de toekomstige bypass. Er zijn bruggen opgenomen ter hoogte van de toekomstige vaargeul (het Reevediep) en er zijn kwelschermen in het landhoofd opgenomen ter hoogte van de toekomstige aansluiting op de bypassdijken. Bij de westelijke doorsnijding van de Hanzelijn kruist deze het Drontermeer met een tunnel. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 23\96

2.2 Projectfasen Dit projectplan heeft betrekking op de in fase 1 geplande werken. Bij het ontwerp van deze werken is rekening gehouden met de in fase 2 en 3 uit te voeren werken. Een beschrijving van de fasen 2 en 3 is te vinden in paragraaf 1.6. Ten behoeve van het realiseren van fase 1, mede op basis van dit projectplan, zijn nog een aantal vergunningen nodig, dan wel plannen die vastgesteld dienen te worden. Ook deze vergunningen worden gefaseerd aangevraagd. In hoofdstuk 4 wordt hier in meer detail op in gegaan. Tot slot wordt tijdens de realisatie van dit projectplan voor IJsseldelta-Zuid gefaseerd ingegrepen in de primaire waterkeringen van dijkring 11. Dijkring 11, vastgelegd in bijlage 1 bij de Waterwet, beschermt nu de westelijke oever van de IJssel en de oostelijke oever van het Drontermeer. Het grootste deel van dijkring 11 zijn A-keringen, maar ten zuiden van de Roggebotsluis geldt de primaire kering als een C-kering. Daarbij is de Roggebotsluis een B-kering, omdat deze dijkringen 8 en 11 verbindt. Onderstaand figuur schetst de huidige situatie en het verloop van de aanpassingen tijdens de doorlooptijd van het programma. Dit resulteert in een splitsing van dijkring 11 in dijkring deel 11a en dijkring deel 11b. Voor het splitsen van dijkring 11 zal de minister van I&M bijlage 1 van de Waterwet middels een AmvB aanpassen, waarbij ook de nieuw aan te leggen primaire waterkeringen van dijkringen 11a en 11b worden opgenomen. Het splitsen van dijkring 11 gebeurt voordat de oostelijke Drontermeerdijk wordt doorgestoken. Het besluit tot splitsing van dijkring 11 kan pas in werking treden als Waterschap Groot Salland de nieuwe waterkeringen langs de bypass geschikt heeft bevonden om als primaire waterkering te kunnen functioneren en de maatregelen in het binnendijkse watersysteem operationeel zijn. 24\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Figuur 2.2 Fasering van de aanpassingen in dijkring 11 gedurende het programma 2.3 De objecten in fase 1 Het totale plan bestaat uit een groot aantal objecten. In bijlage 3 wordt het project IJsseldelta-Zuid integraal behandeld door een korte omschrijving van alle objecten te geven. Bij elk object is een verwijzing geplaatst naar de achterliggende onderzoeken waar de gegevens en informatie van het betreffende het object terug te vinden zijn. In bijlage 4 is aangegeven welke objecten vallen binnen de reikwijdte van de verschillende vergunningen en procedures. Tevens is in bijlage 4 per object aangegeven wie uiteindelijk over het dagelijks beheer en onderhoud gaat en of het object onderdeel is van een waterstaatswerk. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 25\96

Er wordt nu één projectplan vastgesteld voor de aanleg van de nieuwe dijken, aanpassingen aan bestaande primaire keringen, bijbehorende objecten en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden / maatregelen in de binnendijkse systemen, vast te stellen door beheerders Waterschap Groot Salland en Rijkswaterstaat (elk voor dat deel waarvoor zij dijkbeheerder is) en goed te keuren door provincie Overijssel en Flevoland). Een tweede projectplan voor de inrichting van de bypass, wordt vastgesteld door beheerder Rijkswaterstaat (Midden-Nederland en Oost-Nederland). De te doorlopen (hoofd)procedures worden verder toegelicht in hoofdstuk 4. In bijlage 5 is per object van fase 1 beargumenteerd waarom deze zijn toegewezen aan de projectplannen. Het plangebied van het voorliggend projectplan waterkeringen behelst het gehele invloedsgebied van de nieuw te realiseren dijken, inclusief het achterliggende binnendijkse gebied met de bijbehorende maatregelen, die nodig zijn om het binnendijkse watersysteem goed te kunnen laten functioneren. Deze maatregelen (uitgewerkt in paragraaf 3.2) zijn meegenomen in het projectplan waterkeringen omdat dit de consequenties zijn van de aanleg van de primaire waterkeringen voor het stelsel van binnendijkse oppervlaktewaterlichamen. Het betreft de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken van of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering op het werk (artikel 5.4, tweede lid, van de Waterwet). Het gaat hier bijvoorbeeld om kwelsloten, die al aangelegd worden in fase 1 ten behoeve van de nieuwe dijken langs de bypass. Zoals weergegeven in bijlagen 4 en 5 heeft voorliggend projectplan betrekking op de volgende objecten uit fase 1: 1A1-1 Inlaatwerk of drempel IJsseldijk fase 1 1A2 Aanpassing Kamperstraatweg fase 1 1A3 Recreatieschutsluis IJsseldijk fase 1 1A6 IJsseldijk verbinden de waterkering 1A7 IJsseldijk dijkring 11b 1B1 Nieuwe dijken langs de bypass 1C1 Dijk Drontermeer-Vossemeer 1C2-1 Keersluis Drontermeer-Vossemeer fase 1 1C3-1 Extra keersluis Drontermeer-Vossemeer fase 1 1E1-1 Dijk Roggebot fase 1 1E5 Maatregelen schutsluis Roggebot 1E6 Maatregelen bestaande spuisluis Roggebot 1G Wegverbinding nieuwendijk over bypass 1H12 Klimaatdijk woongebied 1H7 Fiets en wandelverbindingen 1H10 Categorie C kering 1H11 Gemaal Kamperveen 26\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Voor de fase 2 objecten wordt te zijner tijd eigen projectplannen opgesteld. In onderstaande figuren is de ligging en onderverdeling van de fase 1 objecten weergegeven. Hierbij zijn de objecten als volgt weergegeven: Blauw: de objecten waar het projectplan Reevediep (nat plan) betrekking op heeft Oranje: de objecten waar het voorliggend projectplan (droog plan) betrekking op heeft Groen: de objecten die in beide projectplannen terugkomen Figuur 2.3 is een vereenvoudigde weergave van de overzichtstekening uit bijlage 3 waarin alle objecten van fase 1 zijn opgenomen. Figuur 2.3 Overzichtstekening verdeling objecten tussen het projectplan Reevediep (nat) en het projectplan waterkeringen (droog) Nieuwe dijken langs de bypass fase 1 (1B1) De onderstaande figuur schetst de ligging van de nieuwe dijken langs de bypass zoals die onderdeel uitmaken van het projectplan waterkeringen. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 27\96

Figuur 2.4 Ligging van object 1B1: nieuwe dijken langs de bypass (in combinatie met object 1H12 klimaatdijk; zwarte omranding) Aan de noord- en zuidzijde wordt de bypass begrensd door twee nieuw aan te leggen waterkeringen. Deze beschermen de opgesplitste dijkring 11 tegen hoogwater vanaf de bypass. Het visuele aspect van deze dijken is verder uitgewerkt in het inrichtingsplan [4]. Het alignement van de dijkzone is grotendeels vastgelegd in het streekplan en in het bestemmingsplan. De grens van het projectgebied is daarbij een vaste binnengrens voor de dijkzone. Met de dijkzone wordt de voetafdruk van het dijklichaam (inclusief aanbermingen), de ruimtereservering voor 100 jaar en de eventuele teensloot bedoeld. De dijk wordt opgetrokken uit grond met zo min mogelijk waterkerende constructies. In het kader van budgetgestuurd ontwerpen wordt zoveel mogelijk lokaal vrijgekomen grond hergebruikt in het dijklichaam, voor zover de grond aan de geldende eisen voldoet. De opbouw van een volledig nieuwe primaire waterkering vanaf het maaiveld betekent dat een relatief groot volume in korte tijd wordt weggelegd, terwijl er bij oplevering strenge veiligheidseisen voor gelden. Dit vraagt extra aandacht voor de stabiliteit gedurende de aanleg en zo nodig maatregelen (paragraaf 6.1, blz. 47, waterkeringsplan [3]). Wegverbinding Nieuwendijk over bypass (1G) Ten westen van de Knoop (N50 en Hanzelijn) loopt de Nieuwendijk. De bypass kruist deze lokale wegverbinding. De bestaande wegverbinding Nieuwendijk blijft behouden door middel van een brug over de bypass (paragraaf 8.1, blz. 77, rapportage technisch ontwerp [2]). De delen van deze wegverbinding die vallen binnen het beheergebied van het waterschap (tot 20 meter uit de teen van de nieuw aan te leggen dijken) maken onderdeel uit van dit projectplan. 28\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid

Werkzaamheden aan de IJsseldijk en de Kamperstraatweg (objecten-cluster 1A) Het objecten-cluster 1A, bestaande uit het inlaatwerk (1A11-1, 1A12-1 en 1A13-1), de aanpassing van de Kamperstraatweg (1A2), de recreatieschutsluis (1A3), de IJsseldijk verbindende waterkering (1A6), IJsseldijk dijkring 11b (1A7) en de maaiveldverlaging naar de inlaat (1A5), heeft in fase 1 (en fase 2) de volgende functies: Water afvoeren van IJssel naar bypass Afwikkelen wegverkeer Water keren van IJssel naar bypass Afwikkelen scheepvaartverkeer tussen IJssel en bypass In de onderstaande figuur wordt aangegeven op welke plek er gewerkt wordt aan de IJsseldijk en de Kamperstraatweg, en hoe deze objecten worden verdeeld over beide projectplannen. Figuur 2.5 Verdeling van (sub)objecten 1A tussen de verschillende projectplannen Het inlaatwerk (of drempel) in de IJsseldijk, fase 1 (1A1-1) In paragraaf 5.4.1, blz 34 van het technisch ontwerp [2] is een mogelijke oplossing voor het inlaatwerk (1A1) geschetst. Dit werk zal in ieder geval worden uitgevoerd op basis van constructieve wanden die ook de Kamperstraatweg dragen. De totale lengte van het kunstwerk is circa 253 meter. De inlaat capaciteit is erop gericht om in eerste instantie voor fase 1 circa 220 m 3 /sec in te kunnen laten teneinde een waterstandverlaging van 12,8 cm te kunnen bewerkstelligen bij Zwolle. Voor fase 2 dient het inlaatwerk circa 730 m 3 /s in te kunnen laten teneinde een waterstandverlaging van 30 cm (+2,2 cm beheersruimte) te realiseren. Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid 29\96

Hiernaast dient het in fase 1 mogelijk te zijn om 450 m 3 /s in te laten om de mogelijkheid tot versnelde extra inzet (waartoe dan ook een extra spuikoker in de Roggebotsluis nodig zal zijn) niet onmogelijk te maken. Een ongewenst en onbedoelde doorlaat van meer dan (in eerste instantie) 220 m 3 /sec kan een negatief gevolg hebben op de waterkerende veiligheid van de Roggebotsluis. Daarom zal de aansturing en bediening van dit werk een dusdanige bedrijfszekerheid hebben dat ten minste wordt voldaan aan de in de Waterwet genormeerde waterkerende veiligheid van de Roggebotsluis, een en ander aan te tonen door gebruik te maken van een probabilistische veiligheidsanalyse. Aanpassing Kamperstraatweg fase 1 (1A2) De bestaande Kamperstraatweg die aan de binnendijkse zijde van de IJsseldijk op een berm ligt, dient over de gehele lengte van de bypass naar kruinhoogte te worden verlegd. Aan de noordzijde van de noordelijke bypassdijk en zuidzijde van de zuidelijke bypassdijk wordt de Kamperstraatweg over zo kort mogelijke afstand aangesloten op de bestaande Kamperstraatweg (paragraaf 5.5, blz. 36, rapportage technisch ontwerp [2]). Recreatieschutsluis IJsseldijk fase 1 (1A3) De sluis zal lokaal worden bediend vanaf het sluisplateau. De schutsluis ligt in een A-categorie motorbootvaarroute en zal worden gedimensioneerd op een maatgevend schip AM (motorvaartuigen en zeilboten met gestreken mast). De sluis zal daarnaast ook voor onderhoudsvaartuigen toegankelijk zijn. De recreatieschutsluis zal naar verwachting circa 17.000 scheepspassages per jaar verwerken. Er zullen minimaal 4 recreatievaartuigen met maatgevende afmetingen gelijktijdig geschut kunnen worden. De kolkafmetingen zijn zodanig dat tot 8 schepen per keer geschut kunnen worden (paragraaf 5.6.2 en 5.6.3, blz. 39 en 40, rapportage technisch ontwerp [2]). De recreatieschutsluis wordt in de bestaande primaire kering aangelegd en zal zodoende door Groot Salland vastgesteld worden. Na vaststellen en realisatie wordt voor het uiteindelijk eigendom en beheer verwezen naar de verdeling zoals die in bijlage 4 en 6 is weergegeven. 30\96 Ontwerpprojectplan waterkeringen IJsseldelta-Zuid