RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4.

Transcriptie

1 Contactpersoon C. Veldman medewerker advisering Ons kenmerk RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4. Uw kenmerk -- Getypt door/paraaf C. Veldman, Vergeleken door/paraaf H. Emond Verzonden door/paraaf Procedurebureau Ondertekening door/paraaf J.C. van Hees Medewerking van/paraaf Vervolg op Rappeldatum Verzenddatum Verzendwijze Beslissing kan na ondertekening retour aan C. Veldman Na verzending retour aan Afschrift aan RWS,ON,NOVV,C. Veldman RWS,ON,NOVV,procedurebureau Archief Adres Postbus 25, 6200 MA Maastricht

2

3 Eusebiusbuitensingel HZ Arnhem Postbus MA Maastricht Onderwerp RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4. Contactpersoon C. Veldman medewerker advisering BESLISSING De Minister van Infrastructuur en Milieu beslist op grond van de aangeleverde m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (tranche 4 in deelgebied 5), geen Milieu Effect Rapportage te laten uitvoeren. Deze m.e.r.-beoordelingsbeslissing is een voorbereidingsbeslissing in de zin van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen geen zelfstandig bezwaar of beroep mogelijk is. Overwegingen Op heeft Rijkswaterstaat, afdeling Vergunningverlening (dienst Oost-Nederland) de m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel, deelgebied 5 (IJssel), tranche 4 ontvangen. De notitie is als bijlage bij het concept projectplan Waterwet Stroomlijn fase 3, deelgebied 5 (IJssel), tranche 4 gevoegd en ingediend door Tauw B.V. te Deventer, namens de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier (PDR). Het projectplan met bijlagen is geregistreerd op onder nummer RWSZ Beschrijving en omvang van het project Het projectgebied bestaat uit in totaal 18 clusters, verdeeld over 9 uiterwaarden van de IJssel die liggen in 9 gemeenten. Het totaal van de percelen dat is onderzocht ten behoeve van het verwijderen van vegetatie in tranche 4 omvat een areaal van ongeveer 4 hectare. Op ongeveer 0,6 hectare daarvan zal vegetatie worden verwijderd. Op alle percelen samen bevindt zich ruim 0,6 hectare bos waarvan ongeveer 0,1 hectare zal worden verwijderd. Er is verder sprake van ruim 2 hectare riet/ruigte waarvan er ongeveer 0,1 hectare zal worden verwijderd. Pagina 1 van 4

4 De werkzaamheden betreffen het rooien van bomen, struiken en struweel en het verwijderen van riet en ruigten. In sommige gevallen worden bomen niet verwijderd maar opgekroond. De bestaande begroeiing kan namelijk opstuwing veroorzaken bij hoge waterstanden. Door bomen te rooien of op te kronen en riet te maaien kan opstuwing worden voorkomen. In aanvulling daarop worden op een aantal plaatsen de volgende type maatregelen getroffen: - Opnieuw opzetten van de oevers (2 m3 grondverzet per strekkende meter oever); - Verwijderen/aansluiten van de vooroever (5 m3 grondverzet per strekkende meter oever); - Leveren en aanbrengen van afrastering; - Perceel herprofileren en inzaaien. In de m.e.r.-beoordelingsnotitie is weergegeven waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. Programma Stroomlijn De afgelopen jaren is in het uiterwaardgebied van de grote rivieren de hydraulische weerstand van het winterbed toegenomen. Belangrijke oorzaak hiervan is een toegenomen groei van vegetatie in het winterbed door natuurontwikkeling en extensiever beheer van agrarisch land. Door deze verruwing van het winterbed wordt de afvoer van water, ijs en sediment bemoeilijkt wat leidt tot hogere waterstanden. Binnen het programma Stroomlijn van Rijkswaterstaat worden de verruwde gebieden in de uiterwaarden aangepakt ten behoeve van hoogwaterveiligheid. Wijziging waterstaatswerk Voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder dient ingevolge artikel 5.4 lid 1 van de Waterwet een projectplan te worden opgesteld. Gezien het feit dat de maatregelen ten behoeve van Stroomlijn een wijziging van het waterstaatswerk inhouden en deze in opdracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, de waterbeheerder, worden uitgevoerd, is een projectplan opgesteld. Het projectplan beschrijft de wijziging van het waterstaatswerk. Er is geen sprake van herstel in een vastgelegde normatieve toestand (vastgelegd in een legger of staat van werken dan wel toestand vastgelegd in een verleende Watervergunning). Het verwijderen, dunnen en herplanten van vegetatie in het rivierbed moet worden aangemerkt als een wijziging van het waterstaatswerk door of vanwege de beheerder. Het opkronen van bomen wordt gezien als normaal beheer en onderhoud. Pagina 2 van 4

5 Toetsing Projectplan Stroomlijn, fase 3, IJssel (deelgebied 5) tranche 4 aan de Waterwet Alvorens tot vaststelling van het projectplan wordt overgegaan is advies gevraagd aan de regionale dienst Oost-Nederland. Het projectplan en de onderliggende stukken zijn beoordeeld door adviseurs van de diverse afdelingen aan de doelstellingen van de Waterwet zoals deze beschreven zijn in artikel 2.1 van de Wet: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met; b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen, en; c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. M.e.r.-beoordelingsprocedure Het projectplan waterwet is een m.e.r.-beoordelingsplichtig besluit op grond van categorie D3.2 van het Besluit m.e.r.: De aanleg, wijziging of uitbreiding van werken inzake kanalisering of ter beperking van overstromingen, met inbegrip van primaire waterkeringen en rivierdijken. Doel van de m.e.r.-beoordelingsprocedure is dat het bevoegd gezag beoordeelt of een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die het besluit kan hebben voor het milieu. Het bevoegd gezag houdt bij zijn beslissing rekening met de volgende criteria uit bijlage III van de M.e.r.-richtlijn: kenmerken van het project, plaats van het project, kenmerken van het potentiële effect. In de ingediende m.e.r.-beoordelingsnotitie zijn deze drie criteria getoetst voor het Project Stroomlijn, fase 3, IJssel (deelgebied 5) tranche 4. Uit deze notitie blijkt dat het uitvoeren van een milieueffectrapportage niet nodig is en geen meerwaarde heeft. Alleen op het thema natuur worden effecten verwacht. Deze zijn nauwkeurig beschreven in de Passende beoordeling en het uitgevoerde Flora- en fauna onderzoek. De maatregelen die voortkomen uit de passende beoordeling en het soortenonderzoek zorgen er voor dat het project Stroomlijn binnen de kaders van de natuurwetgeving past. Uit de twee genoemde natuuronderzoeken blijkt namelijk welke vegetatie kan worden verwijderd en welke vegetatie behouden dient te blijven. Pagina 3 van 4

6 Uit natuuronderzoeken blijkt eveneens onder welke voorwaarden het project wordt uitgevoerd. Dankzij deze voorwaarden worden negatieve effecten op natuurwaarden voorkomen. DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Namens deze, directeur Netwerkontwikkeling Rijkswaterstaat Oost-Nederland, J.C. van Hees Pagina 4 van 4