Borstkanker: Opname en operatie



Vergelijkbare documenten
Operatie bij borstkanker. Behandeling. Borstsparende operatie

Behandeling van borstkanker

Borstkanker opname en operatie

Patiënteninformatie. Borstamputatie. Deze informatie maakt deel uit van de Behandewijzer Borstkanker terTER_

H Het verwijderen van uw borst (Borstamputatie)

Operatie ten adviezen na een hernia-operatie. borstkanker. ZorgSaam

Okselklierdissectie. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

H Het verwijderen van uw borst (Borstamputatie)

Borstverwijdering bij borstkanker (ablatio mamma)

Procedure Schildwachtklier bij borstkanker

Chirurgie. Operatie voor borstkanker

Voorbereiding op de operatie Wij vragen u om uw oksel niet meer te ontharen vanaf het moment van bericht van opname tot aan de operatie.

Soms vindt de patholoog, die het weefsel onderzoekt, dat niet al het tumorweefsel is verwijderd. Er volgt dan een tweede operatie.

Algemene informatie over het pathologieverslag bij borstkanker

Borstamputatie. Ablatio

Procedure Schildwachtklier bij borstkanker

OPERATIE VOOR BORSTKANKER

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel

Nazorg na borstkanker

Borstamputatie. Borstamputatie. Ablatio

Verwijderen van een borst (ablatio)

Borstverwijdering Ablatio mamma

Voorbereiding op de operatie Wij vragen u om uw oksel niet meer te ontharen vanaf het moment van bericht van opname tot aan de operatie.

Okselklierdissectie. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

H Borstsparende operatie

Patiënteninformatie. Borstamputatie. Informatie over een borstamputatie (ook wel ablatio of mastectomie genoemd)

H Okselklierdissectie

Borstsparende operatie bij borstkanker

Okselklierdissectie. Mammapoli

Borstamputatie. De opname. Voorbereiding op de operatie

Operatie voor borstkanker

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker

Inleiding Deze folder is bedoeld om u uit te leggen wat een borstsparende operatie is en waar u bij de gehele behandeling rekening mee moet houden. U

Mijn pathologieverslag begrijpen

Het verwijderen van de borst

Borstverwijdering bij borstkanker

Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden

Procedure Schildwachtklier bij borstkanker

Het okselkliertoilet

verwijderen van de oksellymfeklier

Borstamputatie met of zonder poortwachtersklier

Verwijderen van lymfeklieren in de oksel

Zowel bij een borstsparende als een borstverwijderende operatie zal de chirurg de lymfeklieren uit de oksel verwijderen als:

H Okselklierdissectie

H Okselklierdissectie

Patiënteninformatie. Borstamputatie. Informatie over een borstamputatie (ook wel ablatio of mastectomie genoemd) terTER_

Afdeling Heelkunde, locatie AZU. Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ)

Borstsparende operatie

Melanoom Okselklierdissectie. Poli Dermatologie Poli Chirurgie

Borstvorming bij de man. Gynaecomastie

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel OKSELKLIERTOILET

VERWIJDEREN VAN LYMFEKLIEREN IN DE OKSEL

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel BORSTKANKER

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over het verwijderen van lymfeklieren in de oksel terTER_

Operatie voor borstkanker bij mannen

Borstsparende operatie. Mammapoli

Verwijderen van de lymfeklieren uit de oksel

Behandeling van DCIS. Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl

Borstamputatie met directe reconstructie

Borstamputatie met directe reconstructie bij DCIS

Het verwijderen van lymfeklieren in de oksel

Borstsparende operatie en schildwachtklierprocedure

Chirurgie. Ductaal carcinoma in situ (DCIS)

Na een operatie vanwege borstkanker. Nazorg

Meestal worden in dezelfde operatie ook klieren uit de oksel verwijderd. Er zijn hierbij twee verschillende operaties mogelijk.

Operatie voor borstkanker; Heb ik een keuze in mijn behandelmogelijkheden? Borstcentrum Zuyd

Borstamputatie. Het kan ook zijn dat een borstsparende operatie wel mogelijk is, maar dat u zelf voorkeur hebt voor een borstamputatie.

Borstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

Operatie bij borstkanker

OPERATIEVE BEHANDELING VAN BORSTKANKER MOGELIJKHEDEN OP EEN RIJ

I N F O R M A T I E. o v e r borstsparende operatie met of zonder poortwachtersklier

Chirurgie. Okselkliertoilet.

Operatie voor borstkanker; Heb ik een keuze in mijn behandelmogelijkheden? Chirurgie

Operatie voor borstkanker. Chirurgie

Verwijderen van een borst. (ablatio)

borstbesparende operatie

Informatie rondom een operatie vanwege borstkanker. Borstcentrum Zuyd

Operatief verwijderen van alle okselklieren

Duur van de operatie De operatie duurt ongeveer een tot twee uur. Informatie over de operatie heeft u van de chirurg gekregen.

Chirurgie. Borstamputatie. Afdeling: Onderwerp:

Enkele zaken die de verpleegkundige met u doorneemt zijn:

Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker

Behandeling bij borstkanker

Okselklieroperatie.

Borstsparende behandeling

Informatie rondom een operatie vanwege borstkanker. Borstcentrum Zuyd

EEN BORSTSPARENDE OPERATIE BORSTKLINIEK

FOLDER: LUMPECTOMIE (BORSTSPARENDE OPERATIE)

Schildwachtklierprocedure

Circumcisie (besnijdenis)

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E

Het verwijderen van de lymfeklieren van de oksel

Borstbesparende operatie locatie West

Na een operatie vanwege borstkanker. Nazorg Dagverpleging

Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker

Amputatie van de borst

Informatie rondom een operatie vanwege borstkanker. Voorbereiding op de opname en nazorg

Transcriptie:

1/14 Mammacare Borstkanker: Opname en operatie Inleiding De informatie in dit boekje is gericht op een opname voor een operatie in verband met borstkanker. Inhoudsopgave Pagina De operatie 2 Voorbereiding voor de opname 2 De opname 2 Anesthesie 3 Uitleg van de operatie mogelijkheden 3 Mogelijke complicaties 6 Na de operatie 6 Drains 6 Ontslag 6 Aandachtspunten 7 De uitslag van het weefsel onderzoek 10 Hoe nu verder 13 Nazorg en begeleiding 13 Vragen 14 Geheimhouding en recht op privacy 14

2/14 De operatie De behandeling van borstkanker bestaat meestal uit een operatie. Soms wordt de operatie voorafgegaan of gevolgd door bestraling en /of behandeling met medicijnen. Het doel van de operatie is om het tumorweefsel uit de borst weg te halen. Welke operatieve behandeling bij u tot de mogelijkheden behoort, zal uw chirurg uitgebreid met u bespreken. De chirurg zal u een borstsparende operatie of een verwijdering van de borst adviseren afhankelijk van het type en de grootte van de tumor. Als beide operaties mogelijk zijn maakt u zelf de keuze. Als de chirurg u de keuze stelt is de kans op genezing in beide gevallen even groot. Het is belangrijk dat u rustig de tijd neemt voor deze beslissing en u goed laat informeren. Vaak is er voorafgaand aan de operatie middels een lymfeklieronderzoek (de zogenoemde schildwachtklierprocedure), onderzocht of er uitzaaiingen van kankercellen in de lymfeklieren zijn. Echter kan het ook zijn dat dit onderzocht wordt tijdens deze operatieve ingreep. Indien dit van toepassing is zal de folder over deze ingreep uitgereikt worden door de mammacareverpleegkundige. Voorbereiding voor de opname De chirurg heeft met u het behandelplan besproken. Als alle voorbereidende onderzoeken en eventuele behandelingen zijn afgerond verwijst uw chirurg u naar de afdeling opname. Hier krijgt u onder andere informatie over de vermoedelijke datum van de operatie. Ook zult u hier afspraken krijgen voor het een spreekuur bij de anesthesioloog, de apotheek en een verpleegkundige. Dit omdat voor de operatie en de anesthesie enige voorbereiding noodzakelijk is. Dit wordt ook wel pré-operatieve voorbereiding genoemd. Hier wordt bijvoorbeeld het volgende besproken: de verdoving; uw medicijn gebruik; wanneer u (indien van toepassing) moet stoppen met bloedverdunnende medicatie; vanaf welk tijdstip u niets meer mag eten, drinken of roken; uw persoonlijke situatie. Naaste de gesprekken op de afdeling opname hebt u voor de operatie ook een voorbereidend gesprek met de mammacareverpleegkundige. Zij zal u uitleg geven over onder andere de operatie en leefregels nadien. De opname De duur van de opname is meestal twee dagen en indien nodig langer. De donderdag voor de week van de opname wordt de ingreep door de afdeling opname telefonisch bevestigd. Dan hoort u op welke verpleegafdeling u wordt verwacht, meestal is dit op afdeling D1. Hieronder enkele tips voor de opname: Wat neemt u mee: Uw patiënten informatiemap De poliklinische afsprakenkaart met het SKBpasje Het inschrijvingsbewijs van uw zorgverzekering Een medicijnpaspoort of uw medicijnen in het bijbehorende doosje/ verpakking Een naam en telefoonnummer van uw contactpersoon Gemakkelijk zittende kleding, toiletartikelen, nachtkleding, iets te lezen etc.

3/14 Tips: Wij adviseren u om geen geld of kostbare bezittingen mee te nemen naar het ziekenhuis. Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies of diefstal. In verband met de hygiëne geven wij u het advies vooraf thuis te douchen en geen deodorant te gebruiken. Nagellak, make-up en sieraden moeten verwijderd zijn voor de operatie. Ook eventuele piercings moeten verwijderd zijn. Wilt u van te voren (thuis) uw evt. ring(en) afdoen? Soms gaat deze moeilijk af en kan hij indien nodig door een juwelier worden verwijderd. Op de afdeling is een televisie aangesloten. Hiervan kunt u gratis gebruik maken. Uw mobiel mag u op de verpleegafdeling gebruiken. Ook kunt u gratis gebruik maken van het Wifi netwerk; SKB-gasten. U meldt zich op de afgesproken datum en tijd bij de verpleegafdeling. In verband met de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Op de afdeling wordt u door de verpleegkundige voorbereid op de operatie. Zij geeft informatie over deze dag en neemt bijzonderheden met u door. Ter voorbereiding op de operatie krijgt u onder andere een operatiejasje aan, wordt uw bloeddruk gemeten en krijgt u medicatie. Daarnaast wordt rondom de operatie wordt meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. De verpleegkundige brengt u met bed naar de voorbereidingskamer, deze kamer bevindt zich op de operatieafdeling. Anesthesie De operatie vindt onder volledige narcose plaats. Bij verwijdering van de gehele borst krijgt u daarnaast een plaatselijke verdoving (blockverdoving), waardoor u na de operatie minder pijn zult hebben. Een borstsparende operatie Bij een borstsparende operatie worden de tumor en een ruime hoeveelheid omringend gezond weefsel verwijderd. Daarnaast wordt na een periode van ongeveer 4-6 weken na de operatie uw borst bestraald (radiotherapie). De duur van de bestralingen worden door de radiotherapeut bepaald. De bestraling van de borst is er opgericht om de plaatselijke terugkeer van de ziekte te voorkomen. Het vanzelfsprekende voordeel van de borstsparende behandeling is dat de borst behouden blijft. De vorm en kleur van de borst kan door de intensieve behandeling wel enige verandering vertonen in vergelijking met de andere borst. Voor deze operatie is het van belang dat u uw eigen BH mee brengt, dit mag met of zonder beugel zijn. Hier ziet u een afbeelding van een borstsparende operatie plus bestraling. (Bron: Het borstkankerboek)

4/14 Verwijdering van de borst (ablatio/amputatie) Een verwijdering van de gehele borstklier is onder andere aangewezen als de tumor te groot is in verhouding tot de grootte van de borst, als er meer dan één gezwel in de borst is of als er uitgebreide uitlopers van borstkanker zijn. Bij een ablatio wordt de hele borstklier verwijderd. Wanneer de okselklieren ook verwijderd worden, spreken we van amputatie. De chirurg zal met u bespreken of het bij u mogelijk is, om de huid, het tepelhof en/of de tepel te sparen. Heel soms is het noodzakelijk om een gedeelte van de borstwandspieren te verwijderen. Hier ziet u twee afbeeldingen van een borstamputatie (Bron: Het borstkankerboek) Voor deze operatie is het van belang dat u een compressie BH aanschaft. Deze beha geeft druk op de wond, wat vochtophoping voorkomt. Ook is het van belang voor het aanmeten van een voorlopige prothese. De mammacareverpleegkundige zal u hierover verder informeren. Borstreconstructie Vaak is het mogelijk om een reconstructie van de borst uit te voeren. Een borstreconstructie na een amputatie kan zowel in praktisch als in emotioneel opzicht veel voor vrouwen betekenen. Het doel van een borstreconstructie is om de nieuwe borst zoveel mogelijk te laten lijken op de andere borst. Het soort reconstructie (met een expander, prothese of eigen weefsel) en het moment waarop deze zal plaatsvinden wordt besloten in overleg met uw chirurg en plastisch chirurg. Het moment van reconstructie kan zijn: primair (tegelijk met de verwijdering van de borst) of secundair (op een later tijdstip). Seroomvorming Seroomvocht is wondvocht dat zich ophoopt in het wondgebied. Hierdoor ontstaat een verdikking. De aanmaak van seroomvocht kan soms langdurig en in grote productiehoeveelheden optreden. Door middel van puncteren kan het seroom worden weggezogen. De punctie wordt gedaan in het littekenweefsel met een naald. Dit moet soms meerdere malen worden herhaald. Wanneer u hinder hebt van het wondvocht kunt u contact opnemen met de mammacareverpleegkundige. Hiernaast een afbeelding van een seroompunctie (Bron: Het borstkankerboek)

5/14 Okselkliertoilet Als er uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel aanwezig zijn, dan kan het nodig zijn om de rest van de okselklieren te behandelen. Dit kan door middel van bestraling of verwijdering van de lymfeklieren. De operatieve verwijdering van de klieren heet een okselkliertoilet. Gemiddeld worden hierbij tussen de tien en twintig klieren weggehaald. Dit is een veel grotere ingreep dan een schildwachtklieroperatie en geeft daardoor ook meer kans op bijwerkingen zoals een doof gevoel, bewegingsbeperking en lymfoedeem. Doof gevoel Om de okselklieren weg te kunnen halen worden een aantal kleine huidzenuwen, die door de oksel lopen, doorgesneden. Hierdoor kunt u na de operatie aan de binnenkant van de bovenarm een gevoelloos gebied ontdekken. Dit gebied wordt meestal na verloop van tijd kleiner en het gevoel komt gedeeltelijk terug. Bewegingsbeperking kunnen bepaalde bewegingen van arm en pijnlijk zijn, met als gevolg dat u de arm minder bewegen. Soms schouder gaat Lymfoedeem Lymfoedeem is een ophoping van vocht en eiwit in de lymfevaten doordat de aan- en afvoer van lymfevocht is verstoord door het verwijderen van lymfeklieren. Dit kan zich uiten door een zwaar gevoel, zwelling of pijn in de arm. Meer informatie hier over vindt u in de folder: lymfoedeem. Seroomvorming Seroomvocht is wondvocht dat zich ophoopt in het wondgebied. Hierdoor ontstaat een verdikking. De aanmaak van seroomvocht kan soms langdurig en in grote productiehoeveelheden optreden. Door middel van puncteren kan het seroom worden weggezogen. De punctie wordt gedaan in het littekenweefsel met een naald. Dit moet soms meerdere malen worden herhaald. Wanneer u hinder hebt van het wondvocht kunt u contact opnemen met de mammacareverpleegkundige. Hiernaast een afbeelding van een seroompunctie (Bron: Het borstkankerboek) Fysiotherapeut/ huidtherapeut Wanneer u deze operatie ondergaat krijgt u (meestal) een doorverwijzing naar een fysiotherapeut /huidtherapeut. De behandeling is er op gericht de pijn te verminderen, het vocht te reduceren en de bewegingsmogelijkheden te bevorderen. Meer informatie hierover krijgt u van de mammacare-verpleegkundige.

6/14 Mogelijke complicaties Ook voor een borstoperatie gelden de normale risico s op complicaties van een operatie zoals trombose, longontsteking, nabloeding of wondinfectie. Een operatie voor borstkanker is lichamelijk gezien geen zware operatie. Vrouwen op hogere leeftijd kunnen de operatie daarom ook veilig doorstaan. Na de operatie Na de operatie ontwaakt u op de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie krijgt u volgens een vast schema pijnstillers. Het kan zijn dat u toch pijn blijft houden, geef dit dan aan bij de verpleegkundige. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, pols, de wond en het infuus. Als u niet misselijk bent en u zich verder goed voelt, mag u (na overleg met de verpleegkundige) weer eten en drinken. Als dat goed gaat mag u eventueel onder begeleiding ook weer even uit bed. Het infuus blijft zitten tot de ochtend na de operatie. Drains Om eventueel bloed en wondvocht onder de wond af te voeren kan het zijn dat er één of twee dunne slangetjes (drains) in het operatiegebied aangebracht. Vaak kan de drain de dag na de operatie verwijderd worden. Het kan echter voorkomen, dat een drain langer in moet blijven zitten, ook na ontslag. U zult in een dergelijk geval instructies krijgen hoe met de drain om te gaan. U krijgt dan ook de folder: Draininstructie mee en er zal in overleg met u thuiszorg geregeld worden. Ontslag De chirurg, verpleegkundig specialist en/of de mammacareverpleegkundige komt de dag na de operatie bij u langs om te kijken of u naar huis kan. Bij het ontslag krijgt u van de verpleegkundige de ontslagpapieren. U krijgt een afspraak mee voor de poliklinische controle bij de chirurg (voor de uitslag van het weefselonderzoek) en bij de mammacareverpleegkundige. Tevens wordt er een recept voor pijnstillers uitgeschreven. Het recept wordt gefaxt naar de apotheek waar u de medicijnen na ontslag kunt afhalen.

7/14 Aandachtspunten na een borstsparende operatie U mag geleidelijk aan weer alles doen zolang dit geen toename van klachten geeft. Wissel de eerste dagen rust en activiteit steeds af, waarbij u geleidelijk aan steeds actiever wordt en minder hoeft te rusten. Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Daarom is het raadzaam dat u zo nodig de pijn met pijnstillers onderdrukt en dit langzaam afbouwt. U krijgt hierin advies van de verpleegkundige. Soms is de wond afgedekt met een pleister. Ongeveer 24 uur na de operatie haalt de verpleegkundige de pleister van de wond. Op de wond zitten hechtpleisters, dit zijn kleine bruine pleistertjes, deze mag u laten zitten tot de afspraak op de polikliniek of tot ze vanzelf loslaten. U mag na 48 uur weer douchen. U moet er voor zorgen dat er geen zeepresten achterblijven in de wond. De wond goed afdeppen na het douchen. U mag de eerste weken niet zwemmen of langdurig baden. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing. U mag uw eigen beha dragen, dit mag er één zijn met of zonder beugel. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk afhankelijk van uw behandeling en herstel en natuurlijk in overleg met uw werkgever. Afspraken over uw werk zullen vaker soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert. Wanneer contact opnemen? Neemt u de eerste week na de operatie contact op met het ziekenhuis bij: Hevige pijnklachten die niet verdwijnen als u pijnstillers gebruikt; Infectie. Verschijnselen die hier bij horen zijn; gezwollen wond, rode en warme wond, een wond die open gaat of waar wondvocht uitkomt; Temperatuur hoger dan 38,5 graden. Buiten kantoortijden belt u het centrale nummer van het SKB (0543 54 44 44); toetst u de 4 in en vraagt u naar de afdeling Spoedeisende Hulp. Op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur is de mammacareverpleegkundige bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 45 08. Overigens kunt u haar ook benaderen voor andere vragen.

8/14 Aandachtspunten na een borstverwijdering (ablatio/amputatie) U mag geleidelijk aan weer alles doen zolang dit geen toename van klachten geeft. Wissel de eerste dagen rust en activiteit steeds af, waarbij u geleidelijk aan steeds actiever wordt en minder hoeft te rusten. Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Daarom is het raadzaam dat u zo nodig de pijn met pijnstillers onderdrukt en dit langzaam afbouwt. U krijgt hierin advies van de verpleegkundige. Soms is de wond is afgedekt met een pleister. Ongeveer 24 uur na de operatie haalt de verpleegkundige de pleister van de wond. Op de wond zitten hechtpleisters, dit zijn kleine bruine pleistertjes, deze mag u laten zitten tot de poli afspraak of tot ze vanzelf loslaten. U mag na 48 uur weer douchen. U moet er voor zorgen dat er geen zeepresten achterblijven in de wond. De wond goed afdeppen na het douchen. U mag de eerste weken niet zwemmen of langdurig baden. Droog houden van de wond bevorderd een goede wondgenezing. Indien u met een drain naar huis gaat kunt u de pleister over de insteekopening van de drain vervangen. Hierdoor blijft de drain beter gefixeerd. Nadat de drain(s) is/ zijn verwijderd is het mogelijk dat de vochtproductie onder de borstwond tijdelijk blijft bestaan. Het vocht moet weer op een natuurlijke manier zijn weg gaan vinden. Dat kan even duren en er kan een vochtophoping ontstaan (dit noemt men ook wel seroomvorming). Dit kan tot ongeveer 4 weken na de operatie voorkomen. U mag altijd bellen met de mammacareverpleegkundigen indien de vochtproductie pijn of last geeft. Eventueel kan dit vocht dan via een punctie verwijderd worden. U moet gedurende 2 weken dag en nacht de compressiebeha dragen. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk afhankelijk van uw behandeling en herstel en natuurlijk in overleg met uw werkgever. Afspraken over uw werk zullen vaker soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al voor de ingreep informeert. Wanneer contact opnemen? Neemt u de eerste week na de operatie contact op met het ziekenhuis bij: Hevige pijnklachten die niet verdwijnen als u pijnstillers gebruikt; Infectie. Verschijnselen die hier bij horen zijn: gezwollen wond, rode en warme wond, een wond die open gaat of waar wondvocht uitkomt; Temperatuur hoger dan 38,5 graden; Problemen met de drain; Last van ophoping van wondvocht. Buiten kantoortijden belt u het centrale nummer van het SKB (0543 54 44 44); toetst u de 4 in en vraagt u naar de afdeling Spoedeisende Hulp. Op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur is de mammacare-verpleegkundige bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 45 08. Overigens kunt u haar ook benaderen voor andere vragen.

9/14 Aandachtspunten na een okselkliertoilet Beperk de eerste drie weken zowel vaak als zwaar tillen. Bouw dit weer heel langzaam op. Na twee weken kunt u normaal licht huishoudelijk werk weer oppakken. Wees voorzichtig met zwaar huishoudelijk werk of tilwerk. Om te voorkomen dat de arm/schouder na de operatie stijf wordt, is het belangrijk oefeningen te doen. Deze staan beschreven in de informatiefolder: Lymfoedeem. Probeer een tiental keren per dag te oefenen, maar forceer u zelf niet. Meestal is de functie van de arm en schouder na enige maanden weer hersteld. Doordat bij de operatie de okselklieren zijn verwijderd kan het lymfevocht vanuit de arm minder gemakkelijk worden afgevoerd. Er kan extra lymfevocht ontstaan als u veel zwaar werk doet met uw arm of wanneer u aan uw arm of hand een ontsteking krijgt. Het is belangrijk voorzorgsmaatregelen te treffen om de kans op lymfoedeem te verkleinen. Bijvoorbeeld door geen bloeddruk te laten meten of bloed te laten prikken aan de aangedane arm. Als uw arm toch dikker wordt, raadpleeg dan de mammacareverpleegkundige. Indien u met een drain naar huis gaat kunt u de pleister over de insteekopening van de drain vervangen. Hierdoor blijft de drain beter gefixeerd. Nadat de drain(s) is / zijn verwijderd is het mogelijk dat de vochtproductie onder de oksel tijdelijk blijft bestaan. Het vocht moet weer op een natuurlijke manier zijn weg gaan vinden. Dat kan even duren en er kan een vochtophoping ontstaan (dit noemt men ook wel seroomvorming). Dit kan tot ongeveer 4 weken na de operatie voorkomen. U mag altijd bellen indien de vochtproductie pijn of last geeft. Eventueel kan dit vocht dan via een punctie verwijderd worden. Wanneer contact opnemen? Neemt u de eerste week na de operatie contact op met het ziekenhuis bij: Hevige pijnklachten die niet verdwijnen als u pijnstillers gebruikt; Infectie. Verschijnselen die hier bij horen zijn; gezwollen wond, rode en warme wond, een wond die open gaat of waar wondvocht uitkomt; Temperatuur hoger dan 38,5 graden; Problemen met de drain; Last van ophoping van wondvocht. Buiten kantoortijden belt u het centrale nummer van het SKB (0543 54 44 44); toetst u de 4 in en vraagt u naar de afdeling Spoedeisende Hulp. Op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur is de mammacareverpleegkundige bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 45 08. Overigens kunt u haar ook benaderen voor andere vragen.

10/14 De uitslag van het weefsel onderzoek De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde borstklierweefsel en de lymfeklieren is na ongeveer 7 werkdagen bekend en wordt door uw chirurg met u besproken op de polikliniek. Vanzelfsprekend bespreekt de chirurg / verpleegkundig specialist met u alles wat voor u van belang kan zijn. Het is niet eenvoudig om al deze informatie in één keer te onthouden. Deze uitleg hieronder is ervoor bedoeld om thuis nogmaals door te lezen als u daar behoefte aan hebt. Uitbreiding in de borst Borstkanker ontstaat vrijwel altijd uit cellen die de melkgang of melkklier bekleden. Daarbij ontstaat eerst veelal een voorstadium. Dit hoeft nog niet tot borstkanker te leiden en dit vormt in de meeste gevallen ook geen tumor ( zwelling ). Voor borstkanker is de belangrijkste vraag of deze zich heeft uitgebreid (ingroei in de omgeving) buiten het kleine deel van de borst waarin hij is ontstaan. Als de ziekte zich heeft uitgebreid buiten de melkgangen, dan is echt sprake van borstkanker en noemt men deze invasief of infiltrerend. Als er nog geen sprake is van invasie, dan noemt men dit in situ, dus beperkt tot de melkgangen of melkklieren in de borst. Als er sprake is van borstkanker, dus als er invasieve groei is, dan kunnen deze soms ook via het bloed of de lymfebanen uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Hiernaast ziet u hoe de verschillende soorten cellen er onder de microscoop uitzien. Uit het pathologieverslag komt een van de volgende beschrijvingen van de tumor. DCIS (Ductaal Carcinoma In Situ) Dit is een voorstadium van borstkanker dat is ontstaan in een melkgang of melkklier van de borst en dat zich niet daarbuiten heeft verspreid. Als er DCIS in een borst wordt gevonden, dan is er een verhoogd risico op het ontwikkelen ervan tot borstkanker. LCIS (Lobulair Carcinoma In Situ Dit is, evenals DCIS, een voorstadium van borstkanker, maar ziet er onder de microscoop anders uit en wordt veel minder vaak gevonden dan DCIS. Ook LCIS geeft een hoger risico op het ontstaan van borstkanker, mogelijk niet alleen in dezelfde borst waar het LCIS is gevonden, maar ook in de andere borst. Dit risico is echter beperkt. Carcinoom NST (No Special Type; voorheen ductaal carcinoom) Dit is een kwaadaardige tumor die is ontstaan in een melkgang of melkklier en daarna doorgegroeid is in het omringende normale weefsel binnen de borst. Dit is de meest voorkomende vorm van borstkanker. ILC (Invasief lobulair carcinoma Dit is een kwaadaardige tumor die is ontstaan in een melkklier en daarna doorgegroeid is in het normale omringende weefsel in de borst. ILC ziet er onder de microscoop anders uit dan NST.

11/14 Hoe sterk wijken de tumorcellen af van gewone cellen? Pathologen (artsen die gespecialiseerd zijn in het herkennen van verschillende soorten cellen en hun specifieke eigenschappen) vergelijken de weggenomen tumorcellen met gezonde borstcellen. Deze vergelijking wordt gradering van de tumor genoemd. Graad 1 (goed gedifferentieerd) Dit zijn in het algemeen langzaam groeiende vormen van borstkanker waarbij de celkernen niet sterk afwijkend zijn en de tumor voor een groot deel nog in buisjes groeit zoals past bij normaal borstklierweefsel Graad 2 (matig gedifferentieerd) Dit zijn de vormen van borstkanker die te afwijkend zijn voor graad 1, maar te weinig afwijkend voor graad 3 borstkanker. Graad 3 (slecht gedifferentieerd) Deze tumorcellen hebben ongebruikelijke vormen. Ze groeien meestal veel sneller dan gezonde cellen van de borstklier. De grootte van de tumor Artsen meten de tumor in millimeters/centimeters. De tumorgrootte is één van de factoren waar uw behandelend arts naar kijkt om het stadium van de kanker vast te stellen. De grootte is dus wel belangrijk, maar het zegt niet alles. Een kleine tumor kan erg agressief zijn en een grote tumor kan langzaam groeien. Is de tumor in zijn geheel verwijderd? In overleg met u, op basis van de uitbreiding van de tumor en in relatie tot wat cosmetisch mogelijk is, zal worden gekozen voor een borstsparende operatie of een borstamputatie. In alle gevallen geldt dat het belangrijk is dat er geen tumorcellen achterblijven. Indien de tumor uit de borst wordt verwijderd, zal de chirurg dan ook proberen rondom de tumor een extra rand ( marge ) van gezond weefsel weg te snijden. Dit wordt gedaan om er zeker van te zijn dat de gehele tumor is weggenomen. Het gezonde weefsel rondom de tumor dat wordt weggesneden wordt de resectiemarge genoemd. Het gezonde weggesneden weefsel wordt nauwkeurig onderzocht om vast te stellen of de tumor ruim genoeg is verwijderd en er geen kwaadaardige cellen zijn achtergebleven. Tevens wordt in het laboratorium bepaald tot hoever van het snijvlak er tumorcellen in het gezonde weefsel worden aangetroffen. Het snijvlak oftewel de marge rondom de tumor kan op drie manieren worden beschreven: Focaal irradicaal: over een beperkt deel van het snijvlak ( 4 mm) worden tumorcellen aangetroffen. Dit is meestal geen probleem, mits er bestraling van het operatiegebied (de borst) volgt. Meer dan focaal irradicaal: er bevindt zich over een groter deel van het snijvlak (> 4 mm) tumorcellen in de snijrand. Aanvullende behandeling is vaak noodzakelijk om terugkeer van de ziekte voorkomen. Uiteraard wordt dit met u in dergelijke gevallen besproken. Radicaal: er zitten geen tumorcellen in de snijranden; alle snijranden zijn schoon.

12/14 Tumor met resectiemarge A: tumorcellen B: gezonde cellen C: het snijvlak Hebben de borstkankercellen zich verspreid naar de lymfeklieren? (vaak al voor de operatie bekend) De aanwezigheid van tumorcellen in de lymfeklieren van de oksel is de belangrijkste voorspellende factor met betrekking tot de kans op uitzaaiingen elders in het lichaam. De lymfeklieren vormen als het ware een filter voor het lymfevocht. Lymfevocht stroomt door het gehele lichaam. Indien het lymfevocht de borst verlaat, gaat het eerst door de lymfeklieren. Deze proberen de tumorcellen te vangen om te voorkomen dat ze andere delen van het lichaam bereiken. Zijn er tumorcellen aangetoond in de lymfebanen of bloedvaten? In de borst zit een netwerk van bloedvaatjes en lymfebanen die de borst met andere lichaamsdelen verbindt. Via bloedvaten worden voedingsstoffen en met name zuurstof aangevoerd en afvalstoffen afgevoerd. De lymfebanen zorgen voor afvloed van het weefselvocht. Het risico op uitzaaiingen is verhoogd indien er tumorcellen in deze afvoerkanalen van de borst worden gevonden (lymfangioinvasie L en veneuze invasie V). Als dit wordt gevonden, dan kan dit soms gevolgen hebben hoe u bestraald gaat worden of zal er alsnog een bestraling moeten volgen. Hebben de borstkanker cellen hormoonreceptoren? Receptoren zijn voor cellen wat oren zijn voor de mens. Zij luisteren naar signalen die van buiten de cel komen. Deze signalen kunnen onder andere worden overgebracht door hormonen. Borstkankercellen die hormoonreceptoren hebben ( hormoongevoelig zijn) kunnen door deze hormonen worden aangezet tot groei. Borstkankercellen kunnen receptoren hebben voor de hormonen oestrogeen en/of progesteron. We noemen dat hormoongevoelig. Een tumor wordt ER-positief genoemd als er oestrogeenreceptoren op de cellen aanwezig zijn. Een tumor wordt PR-positief genoemd als er progesteronreceptoren op de cellen aanwezig zijn. De aanwezigheid van hormoonreceptoren wordt eerst getest op de biopten (stukjes weefsel) die zijn afgenomen en later meestal nogmaals op de tumor als deze verwijderd is. Hormoongevoelige tumoren worden vaak na behandeld met anti-hormonen; we noemen dit hormonale therapie. Door te behandelen met anti-hormonen, kunnen hormoongevoelige tumorcellen worden geremd in hun groei.

13/14 Hebben de borstkankercellen HER2-receptoren? Behalve hormoonreceptoren, kunnen borstkankercellen ook andere receptoren hebben die de groei van de kankercel stimuleren. Deze kunnen een aangrijpingspunt vormen voor behandeling. Bij 10-15% van de borstkankerpatiënten is er een verhoogde aanwezigheid ( overexpressie ) van HER2-receptoren op de borstkankercellen. Deze tumoren worden HER2-positief genoemd. HER2-receptoren zijn eiwitten die zich op de oppervlakte van de borstkankercellen bevinden. Tegen deze eiwitten kunnen specifieke antilichamen worden ontwikkeld, vergelijkbaar met de antilichamen die het menselijk afweersysteem maakt als reactie op een infectie met een virus of bacterie om zich tegen deze infectie te beschermen. Binding van een antilichaam aan een virus of een bacterie maakt deze beter zichtbaar voor cellen van de afweer; bovendien kunnen de antilichamen de werking van de receptoren waaraan ze binden blokkeren. Hierdoor worden de virussen/bacteriën effectief opgeruimd door de eigen afweer. Van dit principe wordt gebruik gemaakt bij de behandeling van tumoren met een overmaat aan HER2-receptoren, door hierop aan te grijpen met kant-en-klare HER2-antilichamen. Deze blokkeren de groei-stimulerende werking van de HER2-receptoren en maken de tumorcellen bovendien beter zichtbaar voor cellen van de afweer. Deze behandeling wordt Doelgerichte therapie genoemd. Hoe nu verder Naar aanleiding van deze bevindingen kan een aanvullende behandeling worden geadviseerd. Deze kan bestaan uit chemotherapie, bestraling, hormonale therapie of doelgerichte therapie. In alle gevallen ontvangt u, indien van toepassing, nadere informatie. Nazorg en begeleiding Borstkanker is een ernstige ziekte en de gevolgen ervan zijn meestal niet gering. De behandeling en de vooruitzichten zijn tegenwoordig vaak beter, en toch.. Een ingrijpende operatie; vermoeidheid na bestraling, hormoon, chemo- of immunotherapie; weer aan het werk willen waarvoor echter de energie nog ontbreekt; emoties die je zomaar overvallen; weer een normaal leven willen leiden maar niet weten hoe. Misschien herkent u dit. Uw opname was kort en u zult zeker nog niet aan de emotionele verwerking van de behandeling zijn toegekomen. Op het moment dat u zich lichamelijk sterker voelt, kan het zijn dat u thuis een terugslag krijgt. Gun uzelf die tijd, geef toe aan emoties en doe uzelf niet sterker voor dan u op het moment bent. Na de behandeling kunnen klachten uw functioneren in het dagelijks leven beïnvloeden. Dit kunnen klachten van lichamelijke, psychische of sociale aard zijn of misschien een combinatie hiervan. Voorbeelden zijn vermoeidheid, wondpijn, gevoelloosheid of angst. Het is normaal dat daarmee uw dagelijks leven ontregeld wordt. Vooral het eerste jaar na de behandeling is voor veel borstkanker-patiënten een moeilijke periode. De mammacare-verpleegkundige kan u begeleiden om weer enige grip op uw leven te krijgen. Zij kan u hierin begeleiden door met u in gesprek te gaan en/of u eventueel door te verwijzen naar bijvoorbeeld lotgenoten of een revalidatieprogramma.

14/14 Vragen Heeft u na het lezen van deze informatiefolder nog vragen, dan kunt u terecht bij de mammacareverpleegkundige. Zij is op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 45 08. Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijke toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij de behandeling betrokken zijn mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor de behandeling nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundigen en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat andere dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de folder De rechten en plichten van de patiënt verkrijgbaar op de afdeling. Adresgegevens SKB Streekziekenhuis Koningin Beatrix Bezoekadres: Beatrixpark 1 7101 BN Winterswijk Postadres: Postbus 9005 7100 GG Winterswijk T 0543 54 44 44 F 0543 52 23 95 E-mail info@skbwinterswijk.nl Website www.skbwinterswijk.nl foldernummer: mam 385 versie: april 2016