H Het verwijderen van uw borst (Borstamputatie)

Transcriptie

1 H Het verwijderen van uw borst (Borstamputatie)

2

3 Inleiding Uw specialist heeft u verteld dat u geopereerd moet worden aan een kwaadaardige tumor in uw borst. Meestal is een kwaadaardige tumor (borstkanker) de reden waarom de borst moet worden verwijderd. Het kan ook zijn dat deze operatie moet worden uitgevoerd in verband met een voorstadium van kanker of uit preventief oogpunt. Vaak is het noodzakelijk om een schildwachtklierprocedure te verrichten (zie folder Schildwachtklierprocedure bij borstkanker) of alle lymfeklieren in de oksel te verwijderen. (zie folder okselklierdissectie). Wachtlijst U komt op de wachtlijst bij het bureau patiëntenlogistiek. U hoort van de regieverpleegkundige oncologie wanneer u geopereerd wordt. Hiervan ontvangt u van bureau patiëntenlogistiek een schriftelijke bevestiging. Pre-operatief onderzoek in het ziekenhuis Van de poli pre-operatief onderzoek ontvangt u de folder Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling met de daarbij behorende afspraken. In deze folder leest u wat er poliklinisch nog gedaan moet worden, voordat u opgenomen wordt voor uw operatie. Regieverpleegkundige oncologie Als het om borstkanker gaat krijgt u een gesprek met de regieverpleegkundige oncologie, waarin nogmaals inhoudelijk op de operatie wordt ingegaan. Tijdens dit gesprek is er ruimte voor vragen. Schrijf uw vragen van tevoren op. 3

4 Dag van opname Voorbereiding thuis U blijft nuchter, volgens de aanwijzingen in de folder Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling. Gebruik na het douchen geen bodylotion, make-up en nagellak. Draag geen sieraden of piercings. Laat uw waardevolle sieraden thuis. Wat neemt u mee uw patiëntenkaart Medicijnen die u gebruikt in de originele verpakking Schildklierwachtprocedure Als er een schildwachtklierprocedure met u is afgesproken wordt er op de dag van de operatie zelf of op de dag voor de operatie op de afdeling nucleaire geneeskunde door een laborant een kleine hoeveelheid radioactieve stof naast het gezwel geïnjecteerd. De operatiedag Men kan nooit precies zeggen hoe laat u aan de beurt bent om geopereerd te worden. Operaties duren soms langer dan verwacht en er kan een spoedoperatie tussendoor komen. U krijgt operatie kleding aan. Ter voorbereiding op de anesthesie kan het zijn dat u medicatie krijgt toegediend. Een eventueel kunstgebit, gehoorapparaat, bril of contactlenzen doet u uit. Daarna houdt u bedrust. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte van het operatiecomplex. Het infuus wordt ingebracht en u wordt in slaap /onder narcose gebracht. Daarna gaat u naar de operatiekamer. 4

5 De operatie De chirurg voert de operatie uit. Om te zorgen dat u voldoende vocht krijgt, heeft u tijdens en na de operatie een infuus in uw arm. Bij een borstamputatie wordt de borst met borstklierweefsel verwijderd. Hierbij wordt ook de tepel meegenomen. Wanneer vooraf besloten is tot de schildwachtklierprocedure, dan wordt dit aansluitend gedaan. Al het verwijderde weefsel gaat naar het pathologisch laboratorium, waar onderzocht wordt of de snijranden vrij zijn van kwaadaardige cellen en of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren. De uitslag hiervan duurt tien werkdagen. Deze uitslag hoort u van uw behandelend specialist tijdens het eerste polibezoek na de opname. De huid wordt onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen en afgedekt met een verband. Na de operatie Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer. Hier blijft u tot u goed wakker bent. Wanneer de anesthesie voldoende is uitgewerkt en de lichaamsfuncties zoals bloeddruk, hartritme en ademhaling stabiel zijn gaat u terug naar de afdeling. Terug op de verpleegafdeling Regelmatig worden uw hartslag, bloeddruk en temperatuur gecontroleerd evenals de wondjes en de productie van de drain. U mag na de operatie weer beginnen met drinken van water. Wanneer dit goed gaat wordt het uitgebreid naar een normaal dieet en kan het infuus verwijderd worden. s Avonds krijgt u een injectie om trombose te voorkomen. U mag weer mobiliseren. 5

6 De dag na de operatie Na de operatie wordt er weer begonnen met mobiliseren. Na de operatie mag u weer eten en drinken. De arts bepaalt wanneer het infuus mag worden verwijderd. Indien nodig krijg u ondersteuning bij het wassen en aankleden. Het verband op de wond wordt verwijderd. Als de wond er goed uitziet is een nieuw verband niet meer nodig. U hoort op de afdeling wanneer u naar huis mag. Complicaties Complicaties zijn gelukkig zeldzaam, maar nooit uit te sluiten. Voorbeelden zijn nabloeding en wondinfectie. Na de operatie kan de huid rondom het operatiegebied (tijdelijk) gevoelloos zijn. Vaak herstelt zich dit. Nazorg Na 48 uur is de wond dicht en mag u douchen. De wond droog deppen en evnetueel voorzien van een verband. De eerste dagen kunt u pijnstillers gebruiken ( paracetamol) maximaal 4 x 2 van 500 mg. tabletten per 24 uur. De eerste twee weken neemt u voldoende rust, luisteren naar uw lichaam. Het kan voorkomen dat zich na de operatie wondvocht ophoopt in het operatiegebied, waardoor een verdikking ontstaat (seroomvorming). Dit is op zichzelf onschuldig. De chirurg of verpleegkundig specialist kan het teveel aan vocht weghalen met een naald. Dit is meestal niet pijnlijk. Soms moet deze behandeling een aantal keren worden herhaald, maar op den duur verdwijnt het vocht volledig. 6

7 Prothese Op de verpleegafdeling wordt een tijdelijke prothese aangemeten. Deze komt in uw eigen beha (geen beugelbeha). Het is belangrijk om een beha mee te nemen die goed en prettig zit. U wordt door de regieverpleegkundige oncologie geïnformeerd over de aanschaf van een definitieve prothese. Uitslag In het pathologisch laboratorium wordt gekeken of de kwaadaardige tumor geheel is verwijderd. Uw behandelend arts bespreekt de uitslag met u. Afhankelijk van het moment waarop u met ontslag gaat krijgt u hiervoor een afspraak mee of wordt deze thuisgestuurd. Het is raadzaam om iemand mee te nemen bij deze afspraak. Afhankelijk van deze uitslag wordt aangegeven hoe het vervolgtraject er voor u uitziet. Het kan zijn dat aanvullende behandeling zoals radiotherapie, chemotherapie, immunotherapie of hormoon therapie worden geadviseerd. Dit wordt in het voorkomende geval met u besproken. 7

8 Vragen Voor uw opname Neem contact op met de regieverpleegkundige oncologie, op werkdagen aanwezig. Telefonisch spreekuur van uur en uur. (0523) Tijdens uw opname Vraag de arts of de verpleegkundige van de afdeling. Na uw ontslag Neem contact op met de regieverpleegkundige oncologie, op werkdagen aanwezig. Telefonisch spreekuur van uur en uur. (0523) Of met de polikliniek chirurgie, op werkdagen van uur en van uur. Hardenberg (0523) Coevorden (0524) Bij vragen in de avonden en in het weekend, die niet kunnen wachten tot de volgende dag of maandag, kunt u contact opnemen met de afdeling oncologie. (0523)