Acta. Bijlage IX - V. van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Regeling Studiefinanciering



Vergelijkbare documenten
Rapport deputaten Studiefinanciering naar artikel 19 KO

Voor definities: zie artikel 9 1

Bureau Studiefinanciering REGELING KERKELIJKE STUDIEFINANCIERING VOOR THEOLOGISCHE STUDENTEN VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 1

Rapport deputaten Generale Synode van de Gereformeerde Kerken Zwolle-Zuid 2008

BUREAU STUDIEFINANCIERING

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Acta. Bijlage IX - IV. van de Generale Synode Amerfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

Regeling Profileringsfonds Protestantse Theologische Universiteit

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA

REGELING PROFILERINGSFONDS

Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht, RUG

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 4.2 Maastricht-Heuvelland 2015

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn

Sector : I Nr. : 07/15 Onderwerp : Verordening Individuele Studietoeslag Participatiewet

Subsidiereglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (SOOB)

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Voor hen die de opleiding tot predikant volgen (ord ) de scriba van de kleine synode.

Verordening toelage uitwonende studerenden

Action Uitzendburo en Detacheringen

VERZEKERINGSREGLEMENT Voor de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Regeling Noodfonds voor studenten

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Gemeente.

BELEIDSREGEL NADEELCOMPENSATIE KABELS EN LEIDINGEN GEMEENTE EINDHOVEN Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;

Regeling Profileringsfonds RUG

Regeling Profileringsfonds RUG

Verordening individuele studietoeslag 2015

Acta. Bijlage IV - I. van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Regeling appèlprocedure ad art.

1. VERANTWOORDELIJKHEID 2. RESULTATEN 3. QUOTA EN RESERVE

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

UITVOERINGSREGLEMENT VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ WERKLOOSHEID 1999 DE STICHTING FINANCIERING VOORTZETTING PENSIOENVERZEKERING

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Reglement TIJDELIJK AANVULLEND NABESTAANDENPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

Regeling faciliteiten studenten/topsporters

Regeling faciliteiten studenten/topsporters

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet

Profileringsfond Codarts versie 1.0. REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Codarts Geldend vanaf 1 september 2011

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

1. Voor hen die de opleiding tot predikant volgen (artikel 4 generale regeling preekconsent)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Verordening meedoenregeling gemeente Doetinchem 2012

Regeling Noodfonds voor studenten HZ Stichting Hogeschool Zeeland

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet BMWE 2015

Hierbij bieden wij u het raadsvoorstel wijzigen verordening toelage uitwonende studerenden aan. Wij stellen u voor:

1. Begripsbepalingen In het kader van deze regeling worden de volgende begrippen gehanteerd: CROHO: Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs.

CVDR. Nr. CVDR302150_1. Verordening Kinderopvang Delft Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling studiefinanciering 2000

Geldend per 1 januari 2016

ARTIKEL I. Wet studiefinanciering 2000 In de Wet studiefinanciering 2000 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR DONGERADEEL

Algemene voorwaarden TU Delft

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2015 BESLUIT

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

ALGEMENE VOORWAARDEN KANTOOR VERHULSDONCK

Kvk #: Btw #: NL B01 Iban #: NL36 KNAB Paypal: 1. Algemene bepalingen P.

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten

Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2018

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

besluit vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Beuningen 2015.

I. Definities II. Toepasselijkheid III. Opdracht IV. Honorarium en verschotten

Verordening Maatschappelijke Participatie Gemeente Zaltbommel, 2007

de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang

Algemene voorwaarden voor dienstverlening van de (leden van de) maatschap Reijnders Vreugdenhil Advocaten,

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief

Postbus AX Bergen op Zoom. Stichting Sociaal Fonds Essent

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

d. Met Mediation wordt bedoeld: de opdracht tot bemiddeling tussen Deelnemers die wordt verleend door Afnemer.

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

Transcriptie:

Acta van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland Bijlage IX - V Regeling Studiefinanciering

Het auteursrecht van deze tekst berust hetzij bij de auteur, hetzij bij de Gereformeerde Kerken in Nederland. Voor alle zaken het auteursrecht betreffend kan contact opgenomen worden met het deputaatschap Generaal-synodale publicaties via: publicaties@gkv.nl. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in wat voor vorm of op wat voor manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens de uitzonderingen bij de wet gesteld. 2 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

Regeling Studiefinanciering voor studenten aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland Begripsomschrijving ARTIKEL 1 In deze regeling wordt verstaan onder: theologische universiteit: de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland, thans gevestigd te Kampen, Broederweg 15; deputaten: de generale deputaten naar artikel 19 van de kerkorde benoemd door de generale synode van De Gereformeerde Kerken in Nederland; Diplomatermijn: de termijn waarbinnen een diploma in het hoger onderwijs moet worden behaald, als bedoeld in artikel 5.5 Wsf 2000 student: hij die als student aan de theologische universiteit staat ingeschreven dan wel als cursist de vooropleiding aan deze universiteit volgt; studiejaar: de periode van 1 september van het jaar tot en met 31 augustus van het daarop volgende jaar; gezinstoeslag: de wettelijke toeslag als bedoeld in artikel 13 van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000); boekentoelage: het bedrag dat gedurende de in deze regeling bedoelde periode wordt toegekend aan een student die het propedeutische examen met goed gevolg heeft afgelegd en dat bestemd is voor de opbouw van een basisbibliotheek; WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) Financiële steun in de vorm van leningen ARTIKEL 2 Deputaten kunnen financiële steun verlenen aan studenten die staan ingeschreven aan de theologische universiteit en die het voornemen hebben predikant te worden van een gereformeerde kerk in Nederland of van een buitenlandse kerk waarmee de Gereformeerde Kerken in Nederland kerkelijke gemeenschap oefenen naar artikel 47 van de kerkorde. ARTIKEL 3 1. Deputaten verlenen de financiële steun per kalenderjaar of gedeelte daarvan in de vorm van renteloze leningen die in maandelijkse termijnen aan de student worden uitbetaald. 2. Als renteloze lening kan worden verstrekt: a. een boeken toelage, b. een extra bedrag voor ziektekostenverzekering c. voor studenten bedoeld in artikel 5 lid 1 sub b een maandbudget als genoemd in de Wsf 2000, verhoogd met een bedrag voor vervoerskosten ter compensatie van de OV-kaart en eventueel de gezinstoeslag. Overeenkomstige toepassing wettelijke regeling ARTIKEL 4 1 a. Deputaten stellen jaarlijks de hoogte van de in artikel 3 lid 2 sub a genoemde boekentoelage vast. b. Toekenning van de boekentoelage vindt plaats zonder dat rekening wordt gehouden met het inkomen van de student. GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 3

c. Het ouderlijk inkomen is van belang voor de bepaling van de hoogte van de boekentoelage. Indien de student de aanvullende beurs krachtens de Wsf 2000 aanvraagt wordt ingevolge de Wsf 2000 een kortingsbedrag berekend dat maatgevend is voor de hoogte van de aanvullende beurs. Wanneer meerdere studiefinancieringgerechtigde kinderen van de ouders van de student een aanvullende beurs hebben aangevraagd wordt het kortingsbedrag krachtens de Wsf 2000 verdeeld over deze kinderen. Voor zover het kortingsbedrag hoger is dan de (fictief) toegekende aanvullende beurs van de Wsf 2000 gerechtigde kinderen wordt het meerdere in mindering gebracht op de boekentoelage. d. Indien de student gehuwd is met een financieel afhankelijke echtgenote wordt geen rekening gehouden met haar inkomen. e. Indien de student gehuwd is met een financieel onafhankelijke echtgenote en die echtgenote een netto inkomen per jaar ontvangt, dat de genormeerde partnertoeslag krachtens de Wsf 2000 op jaarbasis vermeerderd met 2.270, te boven gaat, wordt het meerdere gekort op de boekentoelage. 2. Aan de student kan, ten behoeve van zijn financieel afhankelijke echtgenote en zijn kinderen en indien hij behoort tot de categorie studenten genoemd in artikel 5 lid 1 sub b ook ten behoeve van zichzelf, een extra bedrag voor ziektekostenverzekering worden toegekend. De hoogte van dat bedrag is gebonden aan een maximum, dat jaarlijks door deputaten wordt vastgesteld. Het totale bedrag voor ziektekostenverzekering gaat de werkelijk betaalde premie niet te boven. 3. Ter bepaling van de financieel afhankelijk dan wel onafhankelijke echtgenote is artikel 13 Wsf 2000 - toeslag partner van overeenkomstige toepassing. 4. Voor toekenning van leningen als genoemd in artikel 3 lid 2 c aan studenten bedoeld in artikel 5 lid 1 sub b worden naar analogie de wettelijke bepalingen krachtens de Wsf 2000 toegepast. 5. Indien de overeenkomstige toepassing van de rijksregeling vervat in de Wsf 2000 volgens deputaten tot onaanvaardbare consequenties leidt, handelen zij zoveel mogelijk naar de geest van deze regeling voor de studiefinanciering van theologische studenten. ARTIKEL 5 1. Voor de toekenning van een lening kan in aanmerking komen: a. de student die in aanmerking komt voor studiefinanciering ingevolge de Wsf 2000, echter alleen indien hij voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 4 lid 2 en/of artikel 6 lid 3; b. de student die anders dan door veronachtzaming van de wettelijke voorschriften niet voor studiefinanciering ingevolge de Wsf 2000 in aanmerking komt en die volgens deputaten op bijzondere gronden wel aanspraak heeft op financiële steun. 2. Een aanvraag van de in het vorige lid sub b bedoelde student dient vergezeld te gaan van een goed onderbouwd schriftelijk positief advies van de senaat van de theologische universiteit. 3. Een student bedoeld in artikel 5 lid 1 sub b, die de vooropleiding volgt kan ingeval van volledige deficiëntie ondersteuning zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 ontvangen. De aanvraag van de student dient vergezeld te gaan van een verklaring van de theologische universiteit waaruit de deficiëntie blijkt. 4. Aan de student die de vooropleiding volgt en gedeeltelijk deficiënt is, kan een lening voor college- en boekengeld en reiskosten worden toegekend. ARTIKEL 5a 1. 2. 3. 4. Indien een student, die vóór de aanvang van de studie aan de theologische universiteit geheel of gedeeltelijk een andere studie heeft gevolgd, waarvoor studiefinanciering ingevolge de Wsf 2000 kan worden toegekend, kan de aan de student uitbetaalde prestatiebeurs als bedoeld in de Wsf 2000 voor de studie theologische universiteit, na het einde van de diplomatermijn als lening aan de student worden verstrekt. De in het vorige lid bedoelde lening, in de zin van deze regeling, wordt verhoogd met de over dat bedrag opgebouwde rente. Deze lening dient voor het einde van de diplomatermijn als bedoeld in artikel 5.5 Wsf 2000 te worden aangevraagd. Deze lening wordt in zijn geheel uitbetaald na het einde van de diplomatermijn. 4 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

Tijdsduur van de ondersteuning ARTIKEL 6 1. Renteloze leningen worden, behoudens het bepaalde in lid 2, toegekend gedurende ten hoogste zeven achtereenvolgende studiejaren, gerekend vanaf het begin van het propedeutisch jaar. 2. Deputaten kunnen op zijn verzoek de steunverlening aan een ingeschreven student na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde periode voort zetten. Alvorens te beslissen winnen zij schriftelijk informatie in bij de senaat van de theologische universiteit. Indien zij tot voortzetting van steun verlening besluiten, zal deze bestaan uit een renteloze lening die geheel moet worden terugbetaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 11. In dit geval vindt geen kwijtschelding plaats volgens artikel 12. 3. Renteloze leningen voor de boeken toelage worden toegekend aanvangende in het tweede theologische studiejaar, doch niet eerder dan nadat de propedeutische fase van de bachelor opleiding met goed gevolg is afgelegd, alsmede gedurende de daarop volgende vier studiejaren. 4. Wanneer een steunbedrag gewijzigd moet worden of een studieperiode niet het gehele studiejaar omvat, wordt aan elke maand een twaalfde deel van het jaarbedrag toegerekend. 5. De renteloze leningen worden verleend tot uiterlijk de maand waarin de student is afgestudeerd. 6. De steunverlening aan een student wordt beëindigd als deputaten menen dat zijn studie, mede gezien de informatie van de senaat van de theologische universiteit, onvoldoende vorderingen vertoont. Eveneens als deputaten constateren dat hij bij herhaling tekort schiet in het verstrekken van de door de deputaten aan hem gevraagde informatie. Zij kunnen dan eventueel de steunverlening tijdelijk staken. Verzoeken om financiële steun ARTIKEL 7 1. Hij die voor het eerst financiële steun verlangt, behoort daartoe een verzoek in te dienen bij deputaten vóór 15 maart van het jaar waarin het studiejaar aanvangt. Daartoe behoort gebruik te worden gemaakt van een door deputaten vastgesteld aanvraagformulier. 2. Aan studenten aan wie reeds leningen zijn verstrekt en die nog staan ingeschreven aan de theologische universiteit wordt ongevraagd een aanvraagformulier toegezonden. Informatie aan de student ARTIKEL 8 1. Deputaten stellen een student die om financiële steun heeft verzocht uiterlijk drie weken na het nemen van hun beslissing op zijn aanvraag schriftelijk hiervan in kennis. 2. Indien tijdens of na afloop van een kalender jaar blijkt dat de verschuldigde ouderbijdrage of de draagkracht van de student of van zijn echtgenote afwijkt van de raming kunnen deputaten de berekening van de steunbedragen herzien. Van zo n herziening zullen zij de betrokken student zo spoedig mogelijk schriftelijk verwittigen. Deputaten zijn bevoegd de verschillen in uitkomsten met de studenten te verrekenen. 3. Deputaten stellen een student die steun ontvangt zo spoedig mogelijk schriftelijk en geargumenteerd in kennis van hun beslissing de financiële steunverlening te staken of te beëindigen. Verzoek om herziening van beslissing ARTIKEL 9 1. Een student kan schriftelijk en met redenen omkleed aan deputaten verzoeken om herziening van hun beslissing ten aanzien van de hem al of niet toegekende steun, uiterlijk drie maanden na de dagtekening van hun beslissing. 2. Deputaten beslissen op een dergelijk verzoekschrift zo spoedig mogelijk nadat het is ingediend. Het bepaalde in lid 1 van artikel 8 is van overeenkomstige toepassing. Op zijn verzoek stellen zij, voordat GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 5

zij een beslissing nemen, de student in de gelegenheid zijn verzoek om herziening mondeling toe te lichten. Informatie aan deputaten ARTIKEL 10 1. Een student die financiële steun vraagt of ontvangt alsmede zijn ouders en zijn eventuele echtgenote zijn verplicht alle medewerking te verlenen aan deputaten en de door hen ter uitvoering van deze regeling noodzakelijk geachte gegevens betreffende hun financiële draagkracht schriftelijk binnen de gestelde termijnen te verstrekken. 2. Zij behoren de noodzakelijke gegevens op het in artikel 7 bedoelde aanvraag formulier te verstrekken zoveel mogelijk naar de toestand bij het begin van het studiejaar c.q. kalenderjaar. Kunnen ze nog niet volledig worden omschreven dan behoren zij ze schriftelijk aan deputaten door te geven zodra dat wel mogelijk is. Indien in de loop van het jaar wijzigingen optreden in de persoonlijke omstandigheden, de woon situatie of de inkomenspositie van de student of zijn eventuele echtgenote behoort hij de wijzigingen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan deputaten door te geven. 3. Een student behoort ten aanzien van de bestemming van de hem toegekende boeken toelage behoorlijk overleg te plegen met deputaten. Daartoe behoort hij jaarlijks op het door hen bepaalde tijdstip, voor het eerst nadat het propedeutisch examen is gehaald, schriftelijk aan hen een overzicht te verstrekken van door hem aangeschafte of aan te schaffen studieboeken. 4. Een student die steun ontvangt behoort, als deputaten hem daar om verzoeken, tijdig en in voldoende mate aan hen schriftelijk of mondeling informatie te verstrekken over de voortgang van zijn studie. 5. De student dient deputaten onverwijld schriftelijk in te lichten wanneer hij zijn studie in de theologie afbreekt of anderszins in omstandigheden komt te verkeren waardoor de toekenning en uitkering van steunbedragen vervalt. Terugbetaling van leningen ARTIKEL 11 1. Een student die renteloze leningen heeft ontvangen, behoort deze aan deputaten terug te betalen, tenzij kwijtschelding plaatsvindt overeenkomstig artikel 12. 2. Terugbetaling dient plaats te vinden: a. als de student zijn studie aan de theologische universiteit heeft voltooid; b. als de student zijn studie aan de theologische universiteit afbreekt of daarvan wordt uitgesloten; c. als de student niet langer voornemens is predikant te worden bij een gereformeerde kerk in Nederland of een buitenlandse zusterkerk; d. als de student of de andere in artikel 10 bedoelde personen ondanks herhaalde aanmaning nalaten een of meer daar omschreven informatieonderdelen aan deputaten te verstrekken; e. als de steunverlening wordt beëindigd op grond van artikel 6 lid 6. 3. Terugbetaling van de boekentoelage dient bovendien plaats te vinden als de student: a. na voltooide opleiding zich niet binnen de gebruikelijke tijd beroepbaar laat stellen of dan niet beroepbaar gesteld wordt binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland of een buitenlandse zusterkerk als bedoeld in artikel 2, tenzij de student aansluitend de post doctorale studie aan de theologische universiteit volgt; b. na beroepbaarstelling geen van de op hem uitgebrachte beroepen aanvaardt of na aanvaarding van een beroep zich alsnog terugtrekt en geen ander beroep aanneemt; c. na beroepbaarstelling zich als lid onttrekt aan of wordt afgesneden van een gereformeerde kerk in Nederland of van een buitenlandse zusterkerk waartoe hij behoort; d. predikant geworden, zich als lid onttrekt aan de gereformeerde kerk in Nederland of de buitenlandse zusterkerk waartoe hij behoort, of wordt afgezet naar de artikelen 79 en 80 van de kerkorde of ophoudt predikant te zijn naar artikel 15 van de kerkorde. 4. In het geval bedoeld in lid 3 onder d geldt de terugbetalingsplicht slechts voor het bedrag dat openstaat na kwijtschelding van een gedeelte van de leningen naar tijdsevenredigheid overeenkomstig het bepaalde in artikel 12. 6 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

5. 5. Het verschuldigde bedrag is ineens invorderbaar. Stuit terugbetaling ineens op bezwaren dan kunnen deputaten op een met redenen omkleed verzoekschrift toestaan dat terugbetaling plaats vindt in een aantal door hen te bepalen termijnen en onder door hen te stellen voorwaarden. De periode van terug betaling omvat maximaal 15 jaar. Het bedrag dat jaarlijks ten hoogste moet worden terugbetaald wordt vastgesteld op basis van de financiële draagkracht van de schuldplicht overeenkomstig de vigerende rijksregeling (Wsf 2000). Kwijtschelding ARTIKEL 12 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 lid 2 worden de aan een student als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub b verstrekte leningen kwijtgescholden tot een bedrag dat overeenkomt met de som van de basisbeurs en in voorkomende gevallen de gezinstoeslag volgens de Wsf 2000. verhoogd met het bedrag voor vervoerskosten ter compensatie van de OV-kaart. De kwijtschelding geschiedt in vijftien gelijke jaarlijkse termijnen gerekend vanaf het tijdstip waarop voor de student ingevolge artikel 11 lid 2 de terugbetalingsplicht ontstaat. 2. De aan een student verstrekte leningen in de vorm van boekentoelage worden kwijtgescholden in tien gelijke jaarlijkse termijnen gerekend vanaf het tijdstip waarop hij: a. is bevestigd als predikant in een gereformeerde kerk in Nederland of een buitenlandse zusterkerk als bedoeld in artikel 2; b. is verbonden als assistent in opleiding (AIO) aan de in artikel 1 genoemde theologische universiteit of is verbonden als medewerker in de dienst van de evangelieverkondiging aan een Gereformeerde Kerk in Nederland. 3. Kwijtschelding vindt ook plaats wanneer de student, kandidaat of predikant bedoeld in het voorgaande lid overlijdt of door langdurige invaliditeit niet in staat zal zijn studie te voltooien of werkzaamheden als predikant te verrichten dan wel uit dien hoofde als predikant is geëmeriteerd. De hierboven bedoelde invaliditeit dient te worden aangetoond door twee medische verklaringen, waarvan in ieder geval één niet door de eigen huisarts is afgegeven. Andere bijzondere omstandigheden kunnen deputaten eveneens aanleiding geven tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. 4. Van elke kwijtschelding verwittigen deputaten onverwijld schriftelijk de student, kandidaat of predikant of in voorkomende gevallen zijn nabestaanden. 5. Indien op een kandidaat gedurende een periode van twee jaar na zijn beroep baarstelling geen enkel beroep wordt uitgebracht zal, in afwijking van het in artikel 11 lid 2 letter a bepaalde, kwijtschelding plaatsvinden analoog aan de kwijtscheldingsregeling zoals deze in de voorgaande leden van dit artikel is opgenomen. 6. Indien een kandidaat zich om psychosociale redenen niet beroepbaar stelt, kunnen deputaten deze kandidaat op zijn verzoek gedurende een periode van maximaal drie jaar uitstel van betaling verlenen. Het door de kandidaat in te dienen verzoek dient vergezeld te gaan van een verklaring van een onafhankelijke deskundige. Na deze periode van maximaal drie jaar vindt kwijtschelding plaats overeenkomstig het in de vorige leden van dit artikel bepaalde. Overgangsbepaling ARTIKEL 13 Voor studenten die door deputaten zijn gesteund overeenkomstig de door de Generale Synode van Leeuwarden 1990 vastgestelde en in 1993 en 1996 gewijzigde regeling studiefinanciering theologische studenten, gelden ten aan zien van terugbetaling en kwijtschelding de bepalingen van die regeling en de eventuele aanvullende bepalingen van deputaten. GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 7

Hardheidsclausule ARTIKEL 14 Deputaten zijn bevoegd ten aanzien van een student of kandidaat tegemoet te komen aan een bijzondere situatie of aan onbillijkheden van overwegende aard die zich bij de toepassing van deze regeling voordoen en daarbij af te wijken van de voorgaande bepalingen. Onvoorziene gevallen ARTIKEL 15 In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of welke voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn, beslissen deputaten. Titel ARTIKEL 16 Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling studiefinanciering theologische studenten. 8 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005