BESLUIT CHVG no. 5 2000 EISEN EN VOORWAARDEN VOOR DE ERKENNING VAN OPLEIDERS, OPLEI- DINGSINRICHTINGEN EN OPLEIDINGSINSTITUTEN HUISARTSGENEESKUNDE



Vergelijkbare documenten
Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

TOELATINGSREGELING HUISARTSOPLEIDING

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Instituutsreglement Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde Erasmus MC Rotterdam

College Geneeskundige Specialismen

1.2 De arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde (AIOS)

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten

Functieomschrijving Hoofd Huisartsopleiding UMCG

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG

Eisen en voorwaarden herregistratie huisartsen

Instituutsreglement Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde Erasmus MC Rotterdam

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

College Geneeskundige Specialismen

Huisartsopleiding VUmc

(Besluit geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten) Het College Geneeskundige Specialismen,

Instituutsreglement Huisartsopleiding AMC

TOELATINGSREGELING HUISARTSOPLEIDING

College Geneeskundig Specialismen

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde LUMC

werkzaam in ziekenhuizen

Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit specialisme ouderengeneeskunde

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD

College Geneeskundige Specialismen

Besluit van 13 september 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme verzekeringsgeneeskunde

Wijziging Kaderbesluit CSG

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG

Richtlijn video-opnames door aios in de huisartspraktijk*

College Geneeskundige Specialismen

Instructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in het Westfriesgasthuis

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

REGLEMENT VOOR DE SOLLICITATIECOMMISSIE Opleiding tot specialist ouderengeneeskunde

~. ~~ ~ ~ V ~~~ in opleïding MANTELOVEREENKOMST HUISARTSOPLEIDING NEDERLAND - SBOH -INEEN. ORGál~ISEERT DE EERST!UN

Nadere eisen en voorwaarden ten aanzien van supervisie en leertherapie in de specialistische opleiding tot klinisch psycholoog

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

Besluit van <datum> houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het medisch specialisme sportgeneeskunde

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College Geneeskundige Specialismen

Huisartsopleiding Leiden

Instituutsreglement Huisartsopleiding VUmc. Module Huisartsgeneeskunde AMA

Beleidsregels buitenslands gediplomeerden RGS

Besluit van 13 september 2017 houdende de wijziging van de volgende besluiten:

Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

5. Protocol Toetsing en Beoordeling

Modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist

Instructie assistent-geneeskundigen. werkzaam in de zorg voor mensen. met een verstandelijke handicap

REGELING ERKENNING EN REGISTRATIE VAN OPENBAAR APOTHEKERS EN VAN INDUSTRIE-APOTHEKERS

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

Herregistratie eisen AVG s

Jaarverslag 2006 in cijfers Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde

Reglement Herregistratie Klinisch Fysici

Besluit van 12 december 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme anesthesiologie

Toetsingskader Specialismen

MODELINSTRUCTIE AIOS EN ANIOS WERKZAAM IN EEN ZORGINSTELLING

Huisartsopleiding Leiden

CENTRAAL COLLEGE SPECIALISTEN FARMACIE BESLUIT NO.8

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

Huisartsopleiding Leiden

Aanvraag tot erkenning praktijkopleidingsinstelling Specialistische opleiding tot klinisch psycholoog

= Beleidsregels HVRC 2006

Procedurebeschrijving indeling opleidings/stage praktijken

VERVOLGOPLEIDING MONDZIEKTEN, KAAK- en AANGEZICHTSCHIRURGIE. MKA-chirurg-oncoloog. Definitieve versie, november 2014

Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie

Landelijke profiel huisartsopleider en opleidingspraktijk

LEOh. Landelijke Evaluatie Opleider huisartsgeneeskunde. Naam aios. Groepsnummer aios. Naam huisartsopleider. BIG-nummer Plaats praktijk

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Selectiemodel voor huisartsen die opleider willen worden

MANTELOVEREENKOMST VERPLEEGHUIZEN

Ontwerp amvb tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg 8 november 2013

Centraal College Medische Specialismen

Beleidsregels herregistratie RGS. Geconsolideerde versie

11 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de gemeenschappelijke criteria voor de erkenning van tandartsen-specialisten

REGLEMENT VISITATIE. Reglement Visitatie

Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten Geconsolideerde versie juni 2015

Goedgekeurd door de Minister van VWS op 25 juni 2012, besluit MEVA/BOA In werking per 1 juni 2012.

Format visitatieverslag

Opleider zijn houdt je scherp. Huisartsopleider worden? Delen leren inspireren

Besluit Kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisoren opleiding psychotherapeut

Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie

Procedurebeschrijving indeling opleidings/stage praktijken

KWALITEITSNORMEN VOOR DE HUISARTSOPLEIDER. redactie: SVUH werkgroep Kwaliteit Huisartsopleiders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting:

NVAVG: instructie arts al dan niet in opleiding tot specialist werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

College Geneeskundige Specialismen

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie

Centraal College Medische Specialismen

Besluit CHVG no Eisen voor de opleiding tot

Reglement Permanente Educatie (PE) Leden Actuaris AG en Leden Actuarieel Analist AG. Geldend vanaf 1 januari 2016

Transcriptie:

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst COLLEGE VOOR HUISARTSGENEESKUNDE EN VERPLEEGHUISGENEESKUNDE BESLUIT CHVG no. 5 2000 EISEN EN VOORWAARDEN VOOR DE ERKENNING VAN OPLEIDERS, OPLEI- DINGSINRICHTINGEN EN OPLEIDINGSINSTITUTEN HUISARTSGENEESKUNDE Het College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde, in vergadering bijeen op 20 juli 2000; in aanmerking nemende Besluit CHVG no. 4 2000 inzake de eisen voor de opleiding tot huisarts; overwegende gelet op dat de Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten als taak voor het CHVG onder meer aangeeft het vaststellen van de eisen voor de erkenning van opleiders, opleidingsinrichtingen en opleidingsinstituten, alsmede van de voorwaarden die aan erkenning kunnen worden verbonden; het advies van de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie; artikel 12 lid 1.d. van de Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst; heeft besloten de navolgende erkenningseisen vast te stellen in het kader van de opleiding tot huisarts.

A. Begripsomschrijvingen 2 Basistakenpakket van de huisarts (BTP) College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde (CHVG) Huisarts en Verpleeg- Huisarts Registratie Commissie (HVRC) Huisarts in opleiding (haio) Huisartsopleider (hao) Leerwerkperiode (lwp) Het door de Landelijke Huisartsen Vereniging beschreven geheel van taken waaraan ten minste moet kunnen worden voldaan om het gestelde in de algemeen aanvaarde functieomschrijving van de huisarts te realiseren en waarop elke in Nederland praktiserende huisarts in beginsel aanspreekbaar is; Het College dat onder meer tot taak heeft het vaststellen van de eisen waaraan moet worden voldaan om als huisarts te worden erkend en geregistreerd; De Commissie die onder meer tot taak heeft het erkennen van opleiders, opleidingsinrichtingen en opleidingsinstituten; Een arts in opleiding tot huisarts; Een door de HVRC voor de opleiding erkende en met een opleidingsinstituut samenwerkende huisarts; De periode dat de haio actief praktisch medisch werkzaam is en leert door praktijk te doen en daarop te reflecteren, beide met onderwijskundige ondersteuning. Naar inhoud en plaats wordt onderscheid gemaakt tussen leerwerkperioden in de huisartspraktijk (hlwp) en externe leerwerkperioden buiten de huisartspraktijk (elwp); Opleider Opleidingsinrichting Opleidingsinstituut Opleidingspraktijk Regeling Een door de HVRC voor de opleiding erkende en met een afdeling huisartsopleiding samenwerkende huisarts; Een (afdeling van een) instelling die door de HVRC is erkend en waar in nauwe samenwerking met het opleidingsinstituut een externe leerwerkperiode in de opleiding tot huisarts plaatsvindt; De organisatie die, in universitair verband, belast is met het verzorgen van het theoretische deel van de opleiding begeleiden en organiseren van het praktische deel; De huisartspraktijk waarin een leerwerkperiode plaatsvindt bij een erkende opleider; De Regeling inzake de opleiding en registratie van de KNMG.

B. De opleider 3 I. De opleider in het algemeen B.1. Een specialist kan als opleider aan de opleiding meewerken indien hij als zodanig is erkend door de HVRC. B.2. a. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 35 van de Regeling wordt de erkenning behoudens hierna te noemen uitzonderingen - telkens voor een tijdvak van vijf jaren verleend; b. Erkenning voor de eerste maal wordt echter voor een periode van twee jaar verleend; c. Hernieuwing van de erkenning dient ten minste zes maanden voor de afloop van de geldende termijn bij de HVRC te worden aangevraagd; d. Indien een opleider gedurende twee jaar niet heeft opgeleid vervalt de erkenning. B.3. B.4. B.5. B.6. B.7. B.8. B.9. II. B.10. B.11. B.12. Een specialist die als opleider in aanmerking wil komen dient ten minste vijf jaar, geregistreerd in het betreffende specialisme, werkzaam geweest te zijn. Een specialist kan als opleider worden erkend indien (de afdeling van) de instelling waarin de specialist werkzaam is eveneens is erkend. a. Een in deeltijd werkende specialist kan als opleider worden erkend indien hij tenminste 50% van de normale werkweek als specialist in de eigen opleidingspraktijk praktiseert; b. Gedurende de afwezigheid van de opleider neemt een andere specialist de verantwoordelijkheid ten opzichte van de assistent in opleiding over. De HVRC kan een specialist die niet aan alle eisen voldoet onder door haar te stellen voorwaarden als opleider erkennen. De opleider dient zorg te dragen voor een geschikte gelegenheid waar de assistent in opleiding tijdens de diensten kan verblijven. Voor nachtdiensten dient een adequate slaap-, was- en toiletgelegenheid ter beschikking te staan. Voor het gebruik hiervan wordt de assistent in opleiding geen kosten in rekening gebracht. De opleider verklaart zich bereid en in staat ten behoeve van de opleiding samen te werken met het betrokken opleidingsinstituut, zoals vastgelegd in het instituutsreglement als bedoeld in D.11. van dit Besluit en de richtlijnen van het opleidingsinstituut te volgen. De opleider neemt deel aan een schriftelijk vastgelegde waarnemingsregeling, welke voldoet aan de eisen die de beroepsgroep of de instelling daaraan heeft gesteld. De huisartsopleider Een huisarts kan als hao worden erkend indien de huisartspraktijk waarin de huisarts werkzaam is aan de in dit Besluit gestelde eisen voldoet. De hao respectievelijk de opleidingspraktijk dient voorts te voldoen aan de voorwaarden en eisen zoals die in dit Besluit en andere terzake vigerende specifieke Besluiten van het CHVG zijn vastgelegd. De hao kan in beginsel slechts verantwoordelijkheid dragen voor de opleiding van één haio tegelijkertijd. De hao neemt deel aan de didactische training, het docentenoverleg en andere activiteiten van het opleidingsinstituut die in het kader van de opleiding relevant zijn. Per jaar worden hieraan ten minste acht dagen of een equivalent daarvan besteed, gerekend over een actieve opleidingsperiode van één jaar.

B.13. 4 De praktijk van de hao dient te voldoen aan de volgende eisen: a. Bij de werkzaamheden in de praktijk dienen de gebruikelijke facetten van de huisartsgeneeskunde aan de orde te komen; de samenstelling van de praktijkpopulatie dient voldoende variatie in de werkzaamheden te waarborgen; b. De praktijk is van zodanige omvang dat deze zonder hulp van de haio kan worden gevoerd. Ook overigens dient de hao in staat te zijn de praktijk zonder medewerking van de haio te voeren; (TOELICHTING.) c. De hao draagt zorg voor een zorgvuldige praktijkvoering, met inbegrip van de registratie van de patiëntgebonden gegevens en de organisatie van de praktijkvoering en schept garanties voor de continuïteit van de zorg. Daarbij geldt het volgende: De huisartsopleider dient voor de registratie van patiëntgegevens ten minste gebruik te maken van een goed bijgehouden en inzichtelijk registratiesysteem; De huisartsopleider draagt zorg voor continuïteit van de patiëntenzorg door een goede bereikbaarheid tijdens de gebruikelijke openingsuren van de praktijk, en tijdens avonden, nachten, weekeinden en feestdagen; De hao maakt deel uit van een huisartsengroep; d. De opleidingspraktijk dient tijdens de openingsuren te beschikken over gekwalificeerde assistentie; (TOELICHTING) In de opleidingspraktijk dienen de voor een goede praktijkuitoefening gebruikelijke laboratoriumbepalingen te kunnen worden verricht. Tevens dient de mogelijkheid te bestaan de meer gedifferentieerde bepalingen elders te laten verrichten; e. In de opleidingspraktijk dient voldoende aan de tijd aangepast instrumentarium aanwezig te zijn. Het medische instrumentarium in de opleidingspraktijk dient in overeenstemming te zijn met de gangbare richtlijnen van het NHG. Tevens dienen recente boeken en tijdschriften op het terrein van de huisartsgeneeskunde aanwezig te zijn, een en ander vast te stellen in overleg met het opleidingsinstituut; f. De praktijkruimte dient te bevatten: - een spreekkamer; - een afzonderlijke onderzoekkamer, eventueel gecombineerd met een behandelkamer; - een wachtruimte; - een eigen ruimte voor de praktijkassistente. Deze kan al dan niet gecombineerd worden met de behandelkamer; - een afzonderlijke spreekkamer voor de haio. Daarnaast dient een ruimte voor de haio beschikbaar te zijn om zich terug te trekken voor studie of tijdens het doen van diensten indien geen beroep op de haio wordt gedaan. C. De opleidingsinrichting C.1. De opleidingsinrichting is erkend of toegelaten op grond van de voor de betreffende inrichting geldende (wettelijke) regelingen. C.2. C.3. C.4. C.5. De opleidingsinrichting dient te beschikken over een schriftelijk vastgelegde waarneemregeling waardoor de continuïteit gewaarborgd is. In de opleidingsinrichting dient een goed bijgehouden en toegankelijke registratie van patiëntengegevens aanwezig te zijn. De haio dient zonder hulp van de opleider uit deze registratie voldoende relevante informatie te kunnen verkrijgen. In de opleidingsinrichting dient goed toegankelijke en voor de opleiding tot huisarts relevante literatuur aanwezig te zijn volgens een door het opleidingsinstituut vastgestelde lijst. In de opleidingsinrichting dient een werkruimte ten behoeve van de haio aanwezig te zijn.

5 D. Het opleidingsinstituut D.1. D.2. D.3. D.4. D.5. D.6. D.7. Een instituut kan slechts als opleidingsinstituut fungeren indien het als zodanig is erkend door de HVRC. a. In het geval dat de HVRC, gelet op artikel 35 van de Regeling, besluit de erkenning in te trekken vervalt deze een jaar nadat de HVRC hiervan schriftelijk mededeling heeft gedaan aan het hoofd van het opleidingsinstituut, het College van Bestuur van de betreffende universiteit en de SBOH. Vanaf de datum van deze mededeling zullen door het College van Bestuur van de betreffende universiteit geen nieuwe opleidingen, welke kunnen leiden tot erkenning en registratie als huisarts, mogen worden begonnen; b. De HVRC zoekt in overleg met het College van Bestuur van de betreffende universiteit een oplossing die de haio s, in geval van intrekking van de erkenning van het opleidingsinstituut, de mogelijkheid biedt de opleiding af te ronden. Voor de erkenning als opleidingsinstituut gelden de volgende eisen: De omvang van de personele bezetting van het opleidingsinstituut bedraagt 1,8 fte per groep, waarbij de volgende functies met de daarachter vermelde fte s aanwezig dienen te zijn: a. academisch gevormd onderwijs gevend personeel: 1,2 fte; b. technisch en administratief personeel: 0,3 fte; c. managementondersteunend personeel: 0,3 fte. Tenminste 50 % - omgerekend naar formatieplaatsen - van de aan de opleiding meewerkende leden van de wetenschappelijke staf van de het opleidingsinstituut dient ten minste vijf jaar te zijn ingeschreven in het register van erkende huisartsen. Ten minste de helft van de door deze leden tezamen aan de opleiding te besteden tijd dient te bestaan uit het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van onderwijs in de huisartsgeneeskunde aan haio's en opleiders. Het hoofd van de opleiding is een huisarts en in volledige of nagenoeg volledige dagtaak aan het opleidingsinstituut verbonden. Het opleidingsinstituut dient te beschikken over voldoende ruimten voor het onderwijs aan groepen en ten behoeve van individueel onderwijs, supervisie en stafwerkzaamheden. Bij de ruimtelijke voorzieningen ten behoeve van de huisartsopleiding wordt onderscheid gemaakt tussen ruimtes ten behoeve van: a. onderwijs aan c.q. bijeenkomsten van grote groepen; b. bijeenkomsten van onderwijsgroepen; c. kleine groepen; d. training van vaardigheden en computerondersteund onderwijs; e. de staf van de afdeling huisartsopleiding. (TOELICHTING)

D.8. Het hoofd van de opleiding stelt de resultaten van de evaluatie en de beoordeling van de door de opleider c.q. de opleidingsinrichting gegeven opleiding ter beschikking aan de HVRC ten behoeve van de vervolgerkenning. 6 D.9. a. Het opleidingsinstituut hanteert een reglement dat de basis vormt voor de overeenkomsten die worden gesloten tussen: - het opleidingsinstituut en de huisartsopleider, - het opleidingsinstituut en de huisarts in opleiding, - het opleidingsinstituut en de overige opleiders en opleidingsinrichtingen. b. Het reglement en de overeenkomsten regelen de praktische gang van zaken tussen het instituut en de hao, de haio en de overige opleiders en opleidingsinrichtingen. c. De overeenkomst tussen het instituut en de hao heeft een looptijd gelijk aan de duur van de erkenning als hao. De overeenkomst tussen het instituut en de haio expireert op het moment van beëindiging van de opleiding. De looptijd van de overeenkomst tussen het instituut en de overige opleiders en opleidingsinrichtingen wordt in onderling overleg bepaald. c. Uit het instituutsreglement dient te blijken dat het een nadere uitwerking betreft van dit Besluit. Het reglement kan geen regelingen bevatten die daarmee strijdig zijn. d. Uit de opleidingsovereenkomst dient te blijken dat partijen gehouden zijn aan hetgeen is bepaald in dit Besluit en in het instituutsreglement. De opleidingsovereenkomst kan geen nadere bepalingen bevatten. e. Het instituutsreglement wordt ter goedkeuring aan de HVRC voorgelegd. D.10. a. Het instituut dient een schriftelijk vastgelegde procedure te hanteren voor de toelating tot de huisartsopleiding; b. Deze procedure dient tenminste aan de volgende eisen te voldoen: - de verantwoordelijkheid voor het verloop van de selectieprocedure is geregeld; - de selectiecommissie is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de staf van het instituut, van de hao s en van de haio s; - geregeld is op welke wijze kandidaten over de toelatingsprocedure en de besluitvorming worden geïnformeerd alsmede over de elementen die in het sollicitatiegesprek aan de orde zullen komen; - de mogelijkheid van toelichting in geval van afwijzing; - de mogelijkheid van beroep van de beslissing van de selectiecommissie; - de wijze waarop de privacy van de gegevens van de kandidaten wordt gewaarborgd. E. Slotbepalingen E.1. Dit Besluit hangt samen met Besluit CHVG no. 4 2000, houdend de opleidingseisen huisartsgeneeskunde. E.2. Dit Besluit treedt in werking op 1 oktober 2000.

TOELICHTING 7 Hoofstuk B. De opleider Artikel B.13. Ad b Ad d. Dit artikel heeft ten doel randvoorwaarden te scheppen die zoveel mogelijk waarborgen bieden voor een goede opleidingssituatie van de haio in de praktijk van de hao. Een expliciete randvoorwaarde is, dat de omvang van de praktijk van de hao niet zo groot mag zijn, dat deze niet zonder hulp van een haio kan worden gevoerd. Hierbij moet worden gedacht aan een praktijkgrootte van minimaal 1.800 en maximaal 2.800 ingeschreven patiënten. De tweede zin van artikel B.14.b. is geformuleerd als een algemene bepaling die nog verdergaande zekerheid biedt: ook wanneer de omvang van de praktijk van de hao zich binnen de norm bevindt zijn er omstandigheden denkbaar, die de hulp van een haio gewenst of aantrekkelijk maken (gezondheidsredenen van de hao bijvoorbeeld). Ook die omstandigheden mogen geen reden zijn om een haio in opleiding te nemen. De HVRC zal bij gekwalificeerde assistentie als uitgangspunt nemen dat de huisartsopleider voor de gebruikelijke openingsuren van de praktijk beschikt over een voltijds praktijkassistent met een door de KNMG erkend diploma of met een voltooide opleiding tot verpleegkundige. In een apotheekhoudende opleidingspraktijk dient gedurende tenminste 50% van de gebruikelijke openingsuren van de praktijk tevens een gediplomeerd apothekersassistent aanwezig te zijn. Een apothekersassistent kan niet de plaats van een praktijkassistent innemen. Hoofdstuk D. Het opleidingsinstituut Artikel D.7. Ad a. Ad b. Ad c. Ad d. Ad e. Het opleidingsinstituut moet kunnen beschikken over een grote ruimte ten behoeve van het verzorgen van cursorisch onderwijs voor grote groepen (i.e.30-100 personen). Dit kan bijvoorbeeld een collegezaal zijn, welke ter beschikking staat aan verschillende vakgroepen; Het opleidingsinstituut moet kunnen beschikken over ruimtes voor het theoretisch onderwijs op de terugkomdagen en voor cursorisch onderwijs aan groepen van 12 haio's. De ruimtes moeten geschikt zijn voor ten minste 15 personen en geschikt zijn voor het gebruiken van audiovisuele apparatuur; Het aantal ruimtes dat beschikbaar dient te zijn is afhankelijk van het aantal groepen in opleiding. Het minimum daarbij is 3 ruimtes bij 6 groepen in opleiding; Het opleidingsinstituut moet kunnen beschikken over voldoende ruimtes voor onderwijs aan kleine groepen (maximaal 6 personen), en voor supervisie- en intervisiegesprekken. Het minimum aantal van deze ruimtes bedraagt 3, indien er 6 groepen in opleiding zijn; Het opleidingsinstituut beschikt over voldoende ruimte ten behoeve van vaardighedentraining. Het gaat daarbij om een adequaat uitgerust vaardighedenlaboratorium of "skillslab", inclusief natte voorzieningen, waar medische en consultvoeringsvaardigheden kunnen worden onderwezen en geoefend door een groep van 12 personen. Indien het opleidingsinstituut niet beschikt over eigen voorzieningen, moet gebruik kunnen worden gemaakt van een dergelijke voorziening in de directe omgeving. Daarnaast dient het opleidingsinstituut te beschikken over een ruimte ten behoeve van computerondersteund onderwijs. Deze kan eventueel worden gecombineerd met de ruimte ten behoeve van de training van vaardigheden; Het opleidingsinstituut moet kunnen beschikken over voldoende ruimtelijke voorzieningen voor de huisvesting van stafleden en niet-wetenschappelijk personeel, een en ander in verhouding tot de omvang van de staf en rekening houdend met deeltijdfuncties. Noot: Waar in dit besluit staat "hij, hem", etc. dient tevens te worden gelezen "zij, haar", etc.

8