Herman gaat met zijn dochter Lies naar de dierentuin. Joppie de hond gaat ook mee. Ze gaan gelijk naar de apen, die dicht bij de ingang zijn. De ondeugendste aap Snoei pakt de hoed van Herman af. Snoei denkt: wat een leuke hoed, die laat ik aan mijn vrienden zien. En hij zet hem op.
Berend wil de hoed ook. Hij springt naar de volgde tak, maar Berend kan er niet bij en valt. De bladeren van de bomen vallen bovenop Berend. Buba springt uit de boom om een grapje te vertellen aan Berend. Buba en Berend proberen de hoed af te pakken van Snoei. De drie apen vechten boven in de boom. Olifant Pip hoort het geruzie en wordt boos. Hij tettert heel hard en alle apen vallen uit de boom. (geschreven door groep 4-5)
De olifant Pip loopt naar de apen hij komt allemaal mensen tegen en die zijn erg bang geworden. De olifant wordt erg boos. De apen verstoppen zich gauw in de boom. De apen drukken Snoei naar beneden. Herman lacht zich helemaal slap. Want Snoei schreeuwt naar boven en is boos. Lies is heel erg bang ze schuilt zich zelfs achter Herman. Maar Herman wilt zijn hoed erg graag terug. Herman vraagt aan de aap of hij zijn hoed terug mag. Maar Snoei klimt gauw weer in de boom. Dan geeft Snoei de hoed aan Berend. Maar berend geeft hem aan Buba en die gooit hem naar beneden. Olifant Pip is het helemaal zat en loopt terug naar zijn hok. (geschreven door groep 7-8)
Herman loopt boos weg bij de apen. Hij gaat naar de baas van de dierentuin, Peter. Ondertussen gooit de aap de hoed naar de roofvogels. Herman komt bij het huisje van Peter aan. Hij vertelt aan Peter wat er met zijn hoed is gebeurd. Peter en Herman lopen snel naar het hok van de apen. Maar waar is de hoed? Herman weet niet waar de hoed is. Toen hij net wegliep bij de apen, had de aap de hoed nog. Hij snapt er helemaal niets van. Peter en Herman bedenken een plan om de hoed terug te vinden. We kunnen de dierentuin gaan doorzoeken, zegt Herman. Ze lopen langs alle hokken en kooien en zien bij de kooi van de roofvogels dat er één roofvogel vliegt met iets geks op zijn kop. Peter en Herman kijken elkaar verbaasd aan. (geschreven door groep 5)
Is dat de hoed wat ik daar zie? Ja, daar op de kop van de roofvogel. Wat nu? Hoe lossen we dat op? Herman en Peter bedenken een plan. Dan steekt Herman met een stok door de tralies van de kooi en probeert zo de hoed te pakken. De roofvogel vliegt weg en de hoed blijft aan de tak haken. (geschreven door groep 4a)
Peter de directeur gaat naar zijn kantoor. Even later komt hij terug met een sleutel en een stuk vlees. Waarvoor is die sleutel? vraagt Herman. En waar is dat vlees voor? vraagt Lies. De sleutel is voor de roofvogelkooi en het vlees is voor de gieren. Wat wil je daar mee doen? vragen Herman en Lies tegelijk. Eerst doe ik de kooi met de sleutel open en dan leg ik het vlees op de grond. De vogels eten het dan op en dan pak ik de hoed. De directeur voert het plan uit. De directeur maakt de kooi open. Oh nee de gieren vliegen weg bijna langs zijn oren. Eén gier heeft de hoed in zijn snavel. Herman schreeuwt: ik wil mijn hoed nu terug. Jouw vogels hebben mijn hoed meegenomen. Oh nee oh nee, wat moet ik doen? roept Peter. Ik vind wel een oplossing maar daar moet ik even over nadenken in mijn kantoor. Ga je even mee Herman? Ik hoop niet dat het zo lang duurt. Ineens zien ze de roofvogels door het raam. Ze rennen naar buiten. Herman voelt iets nats op zijn hoofd. Hij blijft maar voelen en voelen. Hij kijkt naar zijn handen. Bah het is vogelpoep. Hij hoort boven zich het gekrijs van de roofvogels. De roofvogel die de hoed in zijn bek heeft begon te lachen en laat de hoed vallen. Peter komt net naar buiten en weet je wat er op zijn hoofd valt. Mijn hoed mijn hoed roept Herman. Hij pakt de hoed van Peter. Nu de roofvogels nog weer terug in de kooi. Peter pak al het vlees wat je hebt en gooi het in de kooi. De gieren vliegen de kooi in. Herman en Lies springen van blijdschap in de lucht. Van Peter mogen ze een keer gratis naar de dierentuin. Herman zegt dan ga ik zonder hoed. (geschreven door groep 6-7)