Rondleidingen Planckendael

Vergelijkbare documenten
Rondleidingen Planckendael

Rondleidingen Planckendael

Rondleidingen ZOO Planckendael

RONDLEIDINGEN ZOO PLANCKENDAEL

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO Antwerpen

Rondleidingen ZOO Antwerpen

Eerste graad A-stroom

RONDLEIDINGEN ZOO ANTWERPEN

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

ROVERS EN HUN PROOIEN

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen.

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

ROVERS EN HUN PROOIEN

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

1. Wereldoriëntatie - Natuur

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Climate Clash. eindtermen

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

Leerdoelen en kerndoelen

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

Ecosysteem voedselrelaties

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

Korte inhoud van de thema s

Biologie ( havo vwo )

Schuilt er een onderzoeker in jou?

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad. Patricia De Grande & dr.

Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

Studiedag Duurzame Ontwikkeling

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

Eindtermen Wonen en leven in India

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

Examenprogramma biologie havo

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester

WORKSHOP. Type ASO TSO BSO KSO

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs

Duurzaamheid in het curriculum

Verschillende voedselketens

WORKSHOP DE SMAAK VAN AFRIKA : proeven van de Oost-Afrikaanse keuken

verwerking : wat is een bos?

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

WORKSHOP. NAAM ORGANISATIE Integratiedienst Leuven - Wereldkleur TITEL WORKSHOP Liedjes en dans in Swahili (Oost-Afrika) Type ASO TSO BSO KSO

maandag - dinsdag - woensdag of woensdag - donderdag - vrijdag Groep van ±25 leerlingen

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

Voeding. Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

Onderwerp: Eindtoetsen 6de leerjaar (OVSG-toetsen) woensdag 22 mei 2018

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

Examenprogramma biologie havo

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Voedselweb en voedselketen

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde

Invloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving)

De filosofie van het voeren

Infofiche Junior Helper

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

I = Richtsnoer WO II NATUUR Leerlijn 1 ALGEMENE VAARDIGHEDEN: 6

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A

PLANEET X. Reisgids voor de leerkracht COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK. Lid van de

Examenprogramma biologie vwo

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

Transcriptie:

Rondleidingen Planckendael In Planckendael gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Hieronder vind je per rondleiding een overzicht van de eindtermen die hierin aan bod komen. Onder dit overzicht vind je bovendien handige keywords die de link met de leerplannen in een notendop weergeven. 1. De boom in! De relatie plant-dier-mens in de kijker In de natuur heb je fauna én flora. Het ene kan niet zonder het andere. Ooievaars bouwen hun nest in de bomen, bevers knagen aan hout en bouwen er hun dijken en burchten mee, apen eten vruchten en slapen in de bomen en giraffen knabbelen de blaadjes van de acacia s in de savanne. Mensen werken met hout, eten vruchten en granen, ademen zuurstof, zitten graag in de schaduw. Kortom, ook wij hebben planten nodig. De link tussen mensen, dieren en planten is onmiskenbaar. Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS 1.4 De leerlingen kennen in hun omgeving twee verschillende biotopen en kunnen erin enkele veel voorkomende dieren en planten herkennen en benoemen. 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. 3 De leerlingen kunnen bij een bloemplant de functies van de wortel, de stengel, het blad en de bloem aangeven. 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beïnvloedt en omgekeerd. 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. 13 De leerlingen kunnen uit waarnemingen afleiden dat in planten stoffen gevormd worden onder invloed van licht en met stoffen uit de bodem en de lucht. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze aangepast 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het B 3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelingen en het B 8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. B 21 De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. B 25 De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. B 26 De leerlingen kunnen het belang van duurzame ontwikkeling aantonen. Secundair onderwijs, tweede graad TSO en KSO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 32* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. Secundair onderwijs, tweede graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leef pagina 1 van 12

LO: Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); delen van een plant; biotoop; rol van een natuurdomein; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; bedreigde diersoorten; oorzaken van bedreiging SO: Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; biodiversiteit; (aangeboren) dierengedrag; bouw van een plant; fotosynthese; duurzame levensstijl; invloed van mens op natuur en milieu (positief en negatief); milieubescherming; duurzame ontwikkeling 2. De ark van Noah Biodiversiteit, natuurbehoud en de rol van de dierentuin De dieren van Planckendael spelen een belangrijke rol als ambassadeurs voor hun wilde soortgenoten die het vaak moeilijk hebben om te overleven. Kaalkap, jacht en de steeds verder oprukkende mens bedreigen hen en de biodiversiteit. Via de ambassadeurs geven we ze de levensnoodzakelijke aandacht. Kweekprogramma s, wetenschappelijk onderzoek in Planckendael of ver weg in Congo of Brazilië, natuurbehoudsprojecten in Azië, Afrika, Zuid-Amerika of dicht bij huis. Allemaal manieren om bedreigde diersoorten zoals mensapen, neushoorns, giraffen, te ondersteunen. Zet er mee je schouders onder. Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. 1.24 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast 7 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld van een biotoop aantonen dat organismen een levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beïnvloedt en omgekeerd. 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze aangepast 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het B 3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelingen en het B 8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. pagina 2 van 12

B 20 B 21 B 25 B 26 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. De leerlingen kunnen het belang van duurzame ontwikkeling aantonen. Secundair onderwijs, tweede graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leef (Deze eindtermen zijn in voege vanaf 1 september 2012 voor het eerste leerjaar en vanaf 1 september 2013 voor het tweede leerjaar.) 35 De leerlingen onder begeleiding illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefomgeving. 37 De leerlingen de invloed van omgevingsfactoren en micro-organismen op de menselijke gezondheid duiden. Secundair onderwijs, derde graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen B2 De leerlingen kunnen illustreren dat biologisch verantwoord handelen noodzakelijk is voor het individu. B3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen biologische en maatschappelijke ontwikkelingen. B8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. Secundair onderwijs, derde graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 29* De leerlingen zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag. 31* De leerlingen zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen. (Deze eindtermen zijn in voege vanaf 1 september 2014 voor het eerste leerjaar en vanaf 1 september 2015 voor het tweede leerjaar.) 33. De leerlingen illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefomgeving. Secundair onderwijs, derde graad ASO, TSO, KSO - Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde 7. De leerlingen kunnen de invloed van menselijke activiteiten op het milieu zoals: broeikaseffect, natuurrampen, zure regen, waterbeheersing, bodemdegradatie en verbetering met voorbeelden illustreren. 26. De leerlingen kunnen voorstellen aanbrengen voor het ruimtegebruik in het kader van duurzame ontwikkeling. Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); biotoop; rol van een natuurdomein; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; bedreigde diersoorten; oorzaken van bedreiging pagina 3 van 12

3. Project Afrika Hoe Planckendael aan natuurbehoud doet in Afrika Natuurbehoud, iedereen vindt dat belangrijk. Maar hoe doe je dat nu? We buigen ons over de levenswijze, de problemen en de noden van onder andere bonobo s en zebra s in Afrika. Zijn onze wetenschappers aanwezig op het terrein? Wat doen ze daar? Hoe helpt hun onderzoek de dieren? Hebben ze oplossingen en hoe staat de lokale bevolking hier tegenover? Veel vragen met evenveel antwoorden. Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie Natuur 1.3 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast 1.11 De leerlingen kunnen de weerselementen op een bepaald moment en over een beperkte periode, meten, vergelijken en die weersituatie beschrijven. 1.12 De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. Wereldoriëntatie - Ruimte 6.2 De leerlingen kunnen in een praktische toepassingssituatie op een gepaste kaart en op de globe evenaar, de polen, de oceanen, de landen van de Europese Unie en de werelddelen opzoeken en aanwijzen. 6.3 De leerlingen kunnen bij een oriëntatie in de werkelijkheid de windstreken (hoofd- en tussenrichtingen) bepalen aan de hand van de zonnestand of een kompas. Secundair onderwijs, eerste graad - A-stroom - Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde 8* De leerlingen kunnen leren respect opbrengen voor de eigenheid en de specifieke leefwijze van mensen uit andere culturen, ook in onze multiculturele samenleving. 22. De leerlingen kunnen milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden met landbouwactiviteiten. 36* De leerlingen leren als toerist en recreant respect opbrengen voor het milieu, het patrimonium en de bewoners. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden ontwikkelingsdoelen maatschappelijke vorming of geschiedenis en aardrijkskunde 2 De leerlingen leren hun eigen leefomgeving onbevooroordeeld observeren. 3 De leerlingen leren respectvol omgaan met verschillende groepen in onze multiculturele samenleving. 4 De leerlingen leren opkomen voor de eerbiediging van de rechten van de mens en het kind en de sociale rechtvaardigheid. 5 De leerlingen leren kritisch zijn tegenover zichzelf, de medeleerlingen en het maatschappelijk gebeuren. 7 De leerlingen leren rekening houden met andere opvattingen en hoeden zich voor vooroordelen. 9. De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. 27. De leerlingen kunnen het belang van biodiversiteit, de schaarste aan grondstoffen en aan fossiele energiebronnen verbinden met een duurzame levensstijl. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. Secundair onderwijs, tweede graad ASO, KSO, TSO - Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde 10. De leerlingen kunnen op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in een gebied verklaren en er de gevolgen voor mens, natuur en milieu uit afleiden. 23* De leerlingen brengen aandacht op voor het fascinerende van de wereld. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het B 3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelingen en het pagina 4 van 12

B 8* B 21 B 25 B 26 De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. De leerlingen kunnen het belang van duurzame ontwikkeling aantonen. Secundair onderwijs, tweede graad TSO en KSO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 32* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. Secundair onderwijs, tweede graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 2 De leerlingen kunnen luisteren in interactie met anderen. 3 De leerlingen zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen. 5 De leerlingen kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten. 34* De leerlingen respecteren het leef (Deze eindtermen zijn in voege vanaf 1 september 2012 voor het eerste leerjaar en vanaf 1 september 2013 voor het tweede leerjaar.) 35 De leerlingen onder begeleiding illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefomgeving. Secundair onderwijs, derde graad ASO, TSO, KSO - Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde 7. De leerlingen kunnen de invloed van menselijke activiteiten op het milieu zoals: broeikaseffect, natuurrampen, zure regen, waterbeheersing, bodemdegradatie en verbetering met voorbeelden illustreren. 26. De leerlingen kunnen voorstellen aanbrengen voor het ruimtegebruik in het kader van duurzame ontwikkeling. Secundair onderwijs, derde graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen B2 De leerlingen kunnen illustreren dat biologisch verantwoord handelen noodzakelijk is voor het individu. B3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen biologische en maatschappelijke ontwikkelingen. B8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. 22* De leerlingen zijn gemotiveerd om een eigen mening te verwoorden. 23* De leerlingen houden rekening met de mening van anderen. 25* De leerlingen zijn bereid om samen te werken. 28* De leerlingen trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden. Secundair onderwijs, derde graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 1 De leerlingen kunnen uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen. 2 De leerlingen kunnen over die informatie reflecteren en ze evalueren. 3 De leerlingen kunnen ingewonnen informatie mondeling gebruiken. 4 De leerlingen kunnen mondeling argumenteren. 6 De leerlingen kunnen zich mondeling duidelijk uiten. 29* De leerlingen zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag. 31* De leerlingen zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen. (Deze eindtermen zijn in voege vanaf 1 september 2014 voor het eerste leerjaar en vanaf 1 september 2015 voor het tweede leerjaar.) 33. De leerlingen illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefom geving. Vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs Context 4: omgeving en duurzame ontwikkeling 2. De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologi sche aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. 3. De leerlingen zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. 4. De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. LO Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); windstreken; kompas; biotoop; rol van een natuurdomein; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; bedreigde diersoorten; oorzaken van bedreiging SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; biodiversiteit; classificatie; dierenwelzijn; (aangeboren) dierengedrag; duurzame levensstijl; invloed van mens op natuur en milieu (positief en negatief); milieubescherming; duurzame ontwikkeling pagina 5 van 12

4. Rovers en hun prooien Overleven = eten en niet gegeten worden Eten is niet vanzelfsprekend. Voor elk soort voedsel heb je een speciale uitrusting nodig. Daarom zijn er planteneters, vleeseters en zelfs alleseters. Hoe ziet hun gereedschap er uit? We kijken naar de schedels, de tanden, de spijsvertering van verschillende dieren en vergelijken ze met onze eigen tools. We komen terecht in voedselketens: leeuw eet zebra, zebra eet gras of mens eet koe, koe eet gras. Om te eindigen in een ingewikkeld voedselweb waarin alles met elkaar verbonden is en elk knooppunt belangrijk is. Smakelijk! Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.1 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 1.2 De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. 1.3 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast 1.7 De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. 1.8 De leerlingen kunnen de functie van belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering en bloedsomloop in het menselijk lichaam verwoorden op een eenvoudige wijze. 1.17 De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam. 2 De leerlingen kunnen bij de mens de bouw, de werking en de onderlinge samenhang van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop en en het uitscheidingsstelsel beschrijven. 3 De leerlingen kunnen bij een bloemplant de functies van de wortel, de stengel, het blad en de bloem aangeven. 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast 7 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld van een biotoop aantonen dat organismen een en levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beïnvloedt en omgekeerd. 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. 12 De leerlingen kunnen het belang van stofwisseling beschrijven voor de instandhouding van het menselijk lichaam. 13 De leerlingen kunnen uit waarnemingen afleiden dat in planten stoffen gevormd worden onder invloed van licht en met stoffen uit de bodem en de lucht. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 5 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen gelijkenissen en verschillen ontdekken en weer geven. 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze aangepast 7 De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens drie met elkaar verbonden voedselketens. 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. 9 De leerlingen kunnen belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering, voortplanting, transport en uitscheiding in het menselijk lichaam, lokaliseren. 10 De leerlingen kunnen de functie van de belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering, voortplanting, transport en uitscheiding in het menselijk lichaam op eenvoudige wijze weergeven. pagina 6 van 12

Secundair onderwijs, tweede graad - Vakgebonden eindtermen biologie B - 7. bij waargenomen organismen overeenkomsten en verschillen beschrijven en die organismen in een eenvoudige classificatie plaatsen; B - 8. voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen van dezelfde soort en van organismen van verschillende soorten; B - 12. aan de hand van voorbeelden het belang van biodiversiteit in ecosystemen aantonen; B 18 De leerlingen kunnen op het terrein organismen gericht waarnemen, hun habitat beschrijven, eenvoudige voedsel ketens en een voedselweb opstellen. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het B 8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. B 18 De leerlingen kunnen op het terrein organismen gericht waarnemen, hun habitat beschrijven, eenvoudige voedsel - ketens en een voedselweb opstellen. B 20 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. B 21 De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voor beelden illustreren. B 22 De leerlingen kunnen met voorbeelden illustreren dat micro-organismen uiteenlopende functies vervullen in de natuur. B 24 De leerlingen kunnen de rol van producenten, consumenten en reducenten in een ecosysteem uitleggen. B 25 De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. Secundair onderwijs, tweede graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leef LO Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); spijsvertering van de mens; delen van een plant; biotoop; rol van een natuurdomein; klimaat; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; planteneter, vleeseter en alleseter, dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; wet van eten en gegeten worden; voedselketen SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; voedselrelaties (producent, consument, reducent); voedselketen en voedselweb; biodiversiteit; classificatie; opruimers; (aangeboren) dierengedrag; bouw van een plant; fotosynthese; spijsverteringsstelsel van de mens; duurzame levensstijl; invloed van mens op natuur en milieu (positief en negatief); milieubescherming; duurzame ontwikkeling pagina 7 van 12

5. Als de dieren spreken konden Communicatievormen bij mens en dier Om te overleven is goede communicatie heel belangrijk. Wij spreken of schrijven, maar dieren brullen, knorren, piepen, hinniken en nog veel meer. Er zijn gebaren, geuren en gedragingen waarmee dieren onderling heel wat duidelijk maken. Pas op: ook voor mensen zijn die vormen van communicatie belangrijk. Soms doen we er nog een schepje bovenop met parfums, make-up, kleren en blitse auto s om het één en ander aan onze medemens mee te delen. Blablabla. Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze aangepast Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen biologie B 12 De leerlingen kunnen de relatie leggen tussen de soorten prikkels en de zintuigen. B 17 De leerlingen kunnen met voorbeelden verschillen tussen aangeboren en aangeleerd gedrag illustreren. Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; biotoop; biodiversiteit; chemische, tactiele, visuele en auditieve communicatie; prikkels, zintuigen; (aangeboren) dierengedrag; zintuigproeven pagina 8 van 12

6. Op bezoek bij Kai-Mook en Co Rondleidingen in en rond de olifantentempel van Kai-Mook en haar familie Kai-Mook ken je vast. Maar wil je weten hoe haar verblijf er precies uit ziet, wie er allemaal in haar familiegroep zit, hoe de olifanten verzorgd worden en hoe het met Kai-Mooks soortgenoten in India is gesteld? Rep je naar Planckendael. Ontwikkelingsdoelen - KLEUTERS Muzische vorming 2.2 De kleuters kunnen ritme in beluisterde muziek en liedjes ervaren, herkennen en nabootsen. 3.2 De kleuters kunnen zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze uitbeelden. Nederlands 1.1 De kleuters kunnen een mondelinge boodschap, eventueel ondersteund door gebaar, mimiek met betrekking tot een concrete situatie begrijpen. 1.2 De kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. 1.3 De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. 2.2 De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen. 2.4 De kleuters kunnen uitleggen hoe zij in een activiteit van plan zijn te werken of hoe zij werkten. Wereldoriëntatie 1.1 De kleuters kunnen verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen. 1.2 De kleuters tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur. 1.3 De kleuters kunnen met hulp van een volwassene, eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur. 1.4 De kleuters kunnen organismen en gangbare materialen ordenen aan de hand van eenvoudige, zelf gevonden criteria. LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie 1.1 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren; 1.3 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en ver schillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden; 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving; 1.24 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het milieu; 6.2 De leerlingen kunnen in een praktische toepassingssituatie op een gepaste kaart en op de globe evenaar, de polen, de oceanen, de landen van de Europese Unie en de werelddelen opzoeken en aanwijzen. Nederlands 1.6 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen bij: een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie. Aardrijkskunde 2 De leerlingen kunnen kaarten en plattegronden lezen door gebruik te maken van legende, schaal en oriëntatie. 22 De leerlingen kunnen milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden met landbouwactiviteiten. Natuurwetenschappen 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Vakoverschrijdende eindtermen: Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling 2 De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. 4 De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. pagina 9 van 12

Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het B 3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelin - B 25 B 26 gen en het De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. De leerlingen kunnen het belang van duurzame ontwikkeling aantonen. Secundair onderwijs, tweede graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leef KO Zorg en respect voor de natuur; dieren herkennen en benoemen; lichaamshoudingen en bewegingen uitvoeren. LO Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); biotoop; rol van een natuurdomein; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; bedreigde diersoorten; oorzaken van bedreiging SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; biodiversiteit 7. Kleutersafari Op ontdekking in de dierenwereld op maat van de allerkleinsten Kleuters zijn volop hun omgeving aan het ontdekken. Ze leren de kleuren kennen. Ze zien groot en klein, dik en dun. Voor hen is Planckendael één wonderlijke ontdekkingsreis. We laten hen kijken naar kleurrijke vogels, lange giraffen, koddige koala s of gepantserde neushoorns. Uitgekeken geraken ze nooit. Ontwikkelingsdoelen Muzische vorming 2.2 De kleuters kunnen ritme in beluisterde muziek en liedjes ervaren, herkennen en nabootsen. 3.2 De kleuters kunnen zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze uitbeelden. Nederlands 1.1 De kleuters kunnen een mondelinge boodschap, eventueel ondersteund door gebaar, mimiek met betrekking tot een concrete situatie begrijpen. 1.2 De kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. 1.3 De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. 2.2 De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen. 2.4 De kleuters kunnen uitleggen hoe zij in een activiteit van plan zijn te werken of hoe zij werkten. Wereldoriëntatie 1.1 De kleuters kunnen verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen. 1.2 De kleuters tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur. 1.3 De kleuters kunnen met hulp van een volwassene, eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur. 1.4 De kleuters kunnen organismen en gangbare materialen ordenen aan de hand van eenvoudige, zelf gevonden criteria. Zorg en respect voor de natuur; dieren herkennen en benoemen; verschillen in geluiden, geuren, voelen en kleuren; lichaamshoudingen en bewegingen uitvoeren pagina 10 van 12

8. Planckendael Backstage Achter de schermen van het dierenpark Gluur mee achter de schermen, op locaties waar geen gewone sterveling ooit komt. Treed binnen in de dierenkeuken met lekkere hapjes (meelwormen, pap, sprinkhanen, maar ook fruit en granen), bezoek de binnenverblijven van de leeuwen, waag je achter de coulissen in de olifantentempel en maak zo kennis met het complexe bedrijf dat Planckendael is. Zeer specifieke rondleiding, niet geënt op eindtermen. 9. Planckendael van A tot Z Een rondleiding langs enkele hoogtepunten van het dierenpark De dieren in een dierentuin zijn de ambassadeurs voor hun wilde soortgenoten en voor natuurbehoud. Al onze dieren in één uurtje, dat lukt niet. Maar we gaan wel op bezoek bij enkele heel belangrijke ambassadeurs. Je komt er alles te weten over hun kweekprogramma, over ons wetenschappelijk onderzoek en over heel wat interessante aspecten van die dieren. Apen, olifanten, monniksgieren en leeuwen: we doen er ons uiterste best voor om ze te behouden, niet alleen in Planckendael maar ook in hun eigen habitat. Er wordt aandacht besteed aan de volgende eindtermen: LAGER ONDERWIJS Wereldoriëntatie - Natuur 1.5 De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. 1.24 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het 6 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast 9 De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. Secundair onderwijs, tweede graad - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen B 2 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het B 20 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde 10. De leerlingen kunnen op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in een gebied verklaren en er de gevolgen voor mens, natuur en milieu uit afleiden. 23* De leerlingen brengen aandacht op voor het fascinerende van de wereld. Vakoverschrijdende eindtermen: Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling 2 De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid. 4 De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. Secundair onderwijs, eerste graad - B-stroom - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen 5 De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen gelijkenissen en verschillen ontdekken en weergeven. 6 De leerlingen kunnen bij goed gekozen voorbeelden van organismen ontdekken en weergeven hoe deze aangepast 8 De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen hoe de mens natuur en milieu beïnvloedt. pagina 11 van 12

Secundair onderwijs, tweede graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen biologie B 2 De leerlingen kunnen aantonen dat verantwoord handelen van individu en maatschappij noodzakelijk zijn voor het B 3 De leerlingen kunnen een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen maatschappelijke ontwikkelingen en het B 8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. B 18 De leerlingen kunnen op het terrein organismen gericht waarnemen, hun habitat beschrijven, eenvoudige voedsel - ketens en een voedselweb opstellen. B 20 De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. B 21 De leerlingen kunnen het begrip ecosysteem op wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren. B 25 De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren. B 26 De leerlingen kunnen het belang van duurzame ontwikkeling aantonen. Secundair onderwijs, tweede graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 34* De leerlingen respecteren het leef Secundair onderwijs, derde graad ASO - Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen B2 De leerlingen kunnen illustreren dat biologisch verantwoord handelen noodzakelijk is voor het individu. Secundair onderwijs, derde graad BSO - Vakgebonden eindtermen project algemene vakken 29* De leerlingen zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag. 31* De leerlingen zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen. LO Zorg en respect voor de natuur; invloed van mens op aanwezigheid dieren en milieu (positief en negatief); biotoop; rol van een natuurdomein; (voorbeelden van) natuurbehoud; belang van bossen; huidbedekking; planteneter, vleeseter en alleseter, dieren aangepast aan voeding, klimaat, seizoenen en vijanden; bedreigde diersoorten; oorzaken van bedreiging SO Bouw van dieren; aanpassing aan levenswijze; ecologisch evenwicht; biotoop; biodiversiteit; classificatie; dierenwelzijn; (aangeboren) dierengedrag; duurzame levensstijl; invloed van mens op natuur en milieu (positief en negatief); milieubescherming; duurzame ontwikkeling pagina 12 van 12