Beschrijving van het huidige stelsel



Vergelijkbare documenten
Ruimte voor geven. Convenant tussen het kabinet en de sector filantropie

Ruimte voor geven. Convenant tussen het kabinet en de sector filantropie. Inhoudsopgave

Visie op toezicht en verantwoording in de filantropische sector

Visie op Transparantie en Toezicht

Beleidsplan. Stichting Dag van de BHV. Versie 1.0 d.d. 27 mei 2019

Enquête. Gebruik bij uw antwoorden SVP de door ons aangebrachte nummering. Uw antwoorden ontvangen wij graag uiterlijk op donderdag 26 januari retour.

Fiscale voordelen voor Algemeen Nut Beogende Instellingen. mr. Gideon Gruijters ANBI-REGELING

Gemeenten en de ANBI (algemeen nut beogende instelling) status.

ANBI voorwaarden De ANBI voorwaarden waaraan de kerk, gemeenten en diaconieën moeten voldoen zijn: ANBI Nieuwsbrief

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

In vervolg op de bestuurlijke overleggen filantropie van 6 en 26 oktober jl. laat ik u het volgende weten.

* * Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling. Belastingdienst. Waarom dit formulier?

Convenant Ruimte voor Geven. Visiedocument Toezicht en verantwoording in de filantropische sector

- het vermogen mag niet als persoonlijk vermogen worden aangewend; (Dit blijkt voldoende uit de kerkorde.) ANBI Nieuwsbrief

Ontwikkelingen Extern Toezicht Filantropische Sector. Arie de Kluijver Adjunct-directeur CBF

Voorlichtingsbijeenkomst Aanvraag procedure Keurmerk Goede Doelen. 30 juni 2009 Den Haag

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, PM 2013

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Stichting Vrienden van Thuis Sterven

- het vermogen mag niet als persoonlijk vermogen worden aangewend; (Dit blijkt voldoende uit de kerkorde.) ANBI Nieuwsbrief

Belastingdienst. Bijlagen Convenant Erkenningsregeling Goede Doelen

De loketfunctie. Van Harte Welkom 13 april 2015

Notitie over de specifieke positie van Universiteits- en UMC-fondsen in de context van gedragscode, keurmerk en ANBI-status

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

Leidraad voor het opstellen van een beleidsplan. Opzet van het beleidsplan

Beleidsplan Stichting Luz Alba

Beleidsplan Stichting Hart4onderwijsNepal

Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten

Bijlage 1 Normen Erkenningsregeling

Financieel Jaarverslag 2016

Stichting Vrienden van Akkerleven/Singelhof. Beleidsplan 2018/2020

Toelichting op het Toetsingskader Validatiestelsel gericht op het Publieksbelang inzake de sector Filantropie (definitieve versie, 27 maart 2013)

Beleidsnotitie. Versie 1 mei

Beleidsplan Stichting Gelukskoffer

Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Historie. 3. Doelstelling van het fonds. 4. Maatschappelijke omgeving. 5. Activiteiten. 6.

Erkenningsregelingen Goede doelen

erfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI.

Tip! Een culturele instelling kan gebruikmaken van de winstvrijstelling, ook als gekozen is voor volledige belastingplicht.

Aan: het Ministerie van Justitie (ingediend via internet)

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

versie van dit stuk en Sigrid Hemels en Frans Nijhof voor enkele correcties van feitelijke onjuistheden.

RUIMTE VOOR GEVEN. Quickscan Validatiestelsel Filantropie

Eerste Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de leden van de Commissie voor Financiën Postbus EA Den Haag

Beleidsplan Stichting Vrienden van Het Schaffelaar Park

ANBI Beleidsplan Stichting Goed doen voor een ander Inhoudsopgave

Vergelijking tussen het CBF-Keur en het Keurmerk ISF/SNGDT

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage,

Effectief schenken. Het oprichten van een vermogensfonds

Bestuursreglement Eindhoven, 11 oktober 2016

2015 t/m Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bijlage 1 Normen Erkenningsregeling

Normen Erkenningsregeling - versie 9 december Vastgesteld door de (Tijdelijke) Commissie Normstelling Geldig vanaf 1 januari 2017

2018 t/m Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid

Beleidsplan Careyn Zorgfonds

BELEIDSPLAN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994

Inhoud. Inleiding Ciske de Rat Foundation Strategie Kernprincipes en uitgangspunten Statutaire doelstelling 4

Normen Erkenningsregeling - versie 1 december 2017a

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, Saskia Franssen,

Stichting Kinderfondsen Nederland

Beleidsplan

Beleidsplan

ALGEMEEN NUT BEOGENDE INSTELLING

Beleidsplan Stichting Seniorenwens

VOORSCHRIFTEN ter uitvoering van de artikelen 3 lid 2, 8 lid 2 en 11 lid 1 van de Landsverordening Toezicht Trustwezen

Handleiding Toetsing. Jaarlijkse Verklaring naleving FIN Normen Goed Bestuur

BELEIDSPLAN [ ]

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

Thema ANBI Netwerkbijeenkomst Instituut Fondsenwerving FI. Jack van Tilborg. Belastingdienst Team ANBI s-hertogenbosch.

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012

Welkom! Voorlichtingsbijeenkomst Keurmerk Goede Doelen. De Lindenberg, Nijmegen. Woensdag 7 oktober 2009

Verslag opinieonderzoek validatiestelsel

Reglement Bestuur. ten aanzien van. Stichting Plastic Soup Foundation

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Nico van Dijk, voorzitter; Janny van de Werfhorst-Mulder, secretaris; Martin van Dorp, penningmeester; Wim Balfoort; Fenna Frens en Jan-Paul Timmer

af over het gevoerde beleid en de door de Raad van Bestuur in dat kader verrichte werkzaamheden.

BELEIDSPLAN 2019 van Stichting GUV Goede doelen fonds

Beleidsplan stichting Tongen in Purmerend

Beleidsplan. Eviont Foundation

Vul bij een aanvraag voor een groepsbeschikking de gegevens in van de aanvragende instelling. Stichting Netwerk Maasduinen

Beleidsplan Stichting Jens

Stichting MeeleefGezin. Jaarverslag 2012

Voorwoord Doelstelling stichting Uitgangspunten a Vermogen Het bestuur Statuten stichting.

Stichting Vrienden van de Levenseindekliniek

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht

Beleidsplan ANBI. Stichting Vrienden van Adesa. KvK: Tel:

Bijeenkomst KNR 26 maart Vermogensbeheer / ANBI

Geven in Nederland 2007

BELEIDSPLAN Stichting DMS [ ]

HOEBERT HULSHOF & ROEST

2015 t/m Dier&Recht Beleidsplan & Beloningsbeleid

Beleidsplan Versie: Definitief (na bestuursvergadering 13 december 2016)

meerjarig beleidsplan van de Stichting Masibambisane

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

Reglement Bestuur. Inleiding. 1. De bestuurstaak

Beleidsplan Stichting Stop Dierenleed Nederland. Almere, januari 2014

BELEIDSPLAN STICHTING VRIENDEN VAN MSVN-FRYSLÂN


Transcriptie:

Convenant Ruimte voor Geven Project Transparantie en toezicht Beschrijving van het huidige stelsel Werkgroep Transparantie en toezicht - Ministerie van Veiligheid en Justitie - Ministerie van Financiën - Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie 11-3-12

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 2.1 Transparantie 4 2.2 Toezicht 4 3. Instrumenten 5 3.1 Instrumenten van transparantie 5 3.1.1 Externe instrumenten 3.1.2 Interne instrumenten 3.1.3 Publieksinstrumenten 3.2 Instrumenten van toezicht 11 3.2.1 Extern toezicht 3.2.2 Intern toezicht 3.2.3 Publiekstoezicht 4. Bijlagen 14 4.1 Kosten keurmerk 4.2 Recente politieke moties 4.3 Algemene beschrijving van de sector filantropie 2

1. Inleiding Het op 21 juni 2011 door het Kabinet en de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) ondertekende convenant Ruimte voor Geven voorziet in een apart project ter verbetering van Transparantie en Verantwoording. Transparantie over prestaties met behulp van keurmerken en gedragscodes helpt immers om het vertrouwen in de sector te herstellen of hoog te houden. Conform de hiertoe opgestelde Startnotitie wordt aan het begin van dit project een beschrijving gegeven van het huidige stelsel van transparantie en verantwoording. Immers, hoe meer kennis van en inzicht in het huidige systeem hoe groter de kans dat de vervolgstappen zorgvuldig worden genomen. In deze notitie worden eerst definities geformuleerd van de relevante begrippen (paragraaf 2).Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de nu gehanteerde instrumenten (paragraaf 3). 3

2. Definities Ofschoon het convenant Ruimte voor Geven spreekt van deelproject Toezicht en Verantwoording wordt in de praktijk meestal gesproken over Transparantie en toezicht. Verantwoording is daarbij een afgeleide van het begrip transparantie. In dit hoofdstuk worden daarom eerst de begrippen transparantie en toezicht gedefinieerd. 2.1 Transparantie Onder transparantie verstaan we - de mate waarin een organisatie open, toegankelijk en zichtbaar is. De term open slaat hierbij op de bereidheid om (betrouwbare) informatie daadwerkelijk beschikbaar te stellen. De term toegankelijk slaat hierbij op het vermogen van de organisatie om middelen beschikbaar te stellen om de informatie daadwerkelijk te ontsluiten. De term zichtbaar is toegevoegd om aan te gegeven dat een organisatie die wel bereid is om alle informatie aan anderen beschikbaar te stellen dat ook actief zichtbaar moet maken. Zonder zichtbaarheid blijven openheid en toegankelijkheid immers een wassen neus. 2.2 Toezicht Onder toezicht verstaan we - het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren. 4

3. Instrumenten Er zijn vele instrumenten die in de sector filantropie worden gebruikt ter bevordering van transparantie, zowel van overheidswege ingesteld als door de sector filantropie zelf. De belangrijkste daarvan worden in paragraaf 3.1 vermeld. In paragraaf 3.2 wordt, voor zover relevant, weergegeven hoe het toezicht op deze instrumenten is geregeld. 3.1 Instrumenten van transparantie Als instrumenten van transparantie worden beschouwd al die instrumenten die bijdragen aan de openheid, toegankelijkheid en zichtbaarheid van een organisatie. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste instrumenten. Daartoe wordt als onderverdeling gehanteerd: externe instrumenten, interne instrumenten en publieksinstrumenten. 3.1.1 Externe instrumenten Wettelijke bepalingen Burgerlijk recht ANBI s vallen als stichting of vereniging onder de relevante bepalingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Genoemd kunnen worden de verplichting tot het oprichten per notariële akte, de plicht om een jaarverslag en een jaarrekening op te maken, en de verplichte inschrijving in het handelsregister. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie streeft naar het in 2012 aanpassen van artikel 10 lid 2 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) om stichtingen te verplichten hun balans en staat van baten en lasten binnen 6 maanden na boekjaar via de Kamer van Koophandel openbaar te maken. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in maart 2012 besproken in de Ministerraad. Belastingregels Om aangewezen te worden als ANBI moet een instelling aan de volgende voorwaarden voldoen: De instelling moet zich voor minstens 90% inzetten voor het algemeen belang. De instelling en betrokken mensen voldoen aan de integriteitseisen (geen veroordeling in de afgelopen vier jaar, niet aanzetten tot haat of geweld). Een bestuurder of beleidsbepaler mag niet over het vermogen van de instelling beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Een ANBI mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor het werk van de instelling. De beloning voor bestuurders is beperkt tot een onkostenvergoeding of minimale vacatiegelden. Een ANBI moet een actueel beleidsplan hebben. De ANBI heeft een redelijke verhouding tussen kosten (met name wervingskosten) en bestedingen. Geld dat na opheffing overblijft, wordt besteed aan een algemeen nuttig doel. Strafrecht De Belastingdienst kan, indien er twijfel bestaat over de integriteit van een instelling of persoon, vragen om een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG). 5

Keurmerken Keurmerken 1 spelen een sleutelrol bij het bevorderen van de transparantie en betrouwbaarheid. Een keurmerk is bedoeld als verantwoording richting de gever. Het geeft de gever meer inzicht in de betrouwbaarheid van de organisatie waar hij zijn geld aan geeft. Aangezien de bestaande keurmerken gericht zijn op de gever, bestaan er in dit verband voor de vermogensfondsen, die immers onafhankelijk van het geefgedrag opereren, geen keurmerken. Overigens zijn de meeste vermogensfondsen wel aangemerkt als ANBI. Er zijn inmiddels vier organisaties die in totaal 359 keurmerken verstrekken voor fondsenwervende instellingen. 1. CBF-keur Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) verstrekt een CBF-keur voor grote goede doelen (277 stuks in 2009) en een certificaat voor kleine goede doelen met een jaaromzet van minder dan 500.000 (29 stuks in 2009). Daarnaast kan het CBF een Verklaring van geen bezwaar (31 stuks in 2009) toekennen aan fondsenwervende instellingen die korter dan drie jaar actief zijn. In totaal gaat het hierbij om 80 procent van de geregistreerde baten uit fondsenwerving in Nederland. Het CBF-keur is verder vervlochten met de code Wijffels (in opdracht van de VFI opgestelde code voor goed en zorgvuldig bestuur) en is erkend door de Raad voor Accreditatie. De voor het CBF-keur geldende criteria zijn opgenomen in een reglement met regels inzake bestuur, beleid, fondsenwerving, voorlichting en communicatie, besteding van middelen en verantwoording. Het CBF volgt verder de door de Raad voor de Jaarverslaggeving opgestelde richtlijn 650 voor Fondsenwervende instellingen, die deel uitmaakt van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving. Na goedkeuring wordt het keurmerk verstrekt voor een periode van drie jaar. In het kader van het CBF-keur vindt geen aparte meting plaats van de effectiviteit van de bestedingen. Inzicht in de effectiviteit vloeit voor uit het meerjaren beleidsplan dat meetbare (SMART-geformuleerd) doelstellingen dient te bevatten. Of er sprake is van een optimale besteding van de middelen is volgens het CBF bijna onmogelijk om vast te stellen. De (minder stringente) criteria voor de Verklaring van geen bezwaar en het Certificaat voor kleine goede doelen zijn opgenomen in aparte reglementen. De eerder genoemde richtlijn 650 is eveneens in beide reglementen opgenomen. 2. Keurmerk goede doelen In mei 2010 heeft het Instituut voor Fondsenwerving (IF) samen met de Nationale Goede Doelen Test (NGDT) het Keurmerk Goede Doelen in het leven geroepen. Dit keurmerk is bedoeld voor alle kleine en grote fondsenwervende instellingen met een ANBI-status en legt een accent op het geven van inzicht in de gerealiseerde prestaties versus de geplande prestaties. Het aantal verstrekte keurmerken bedraagt inmiddels 23 (november 2011). 1 De kerkgenootschappen kennen inzake verantwoording, keurmerken en toezicht eigen regelingen; verwezen wordt naar de inrichtingsvrijheid die met artikel 2 boek 2 BW gegeven is. 6

De voor het keurmerk goede doelen geldende criteria zijn: 1. Beschikken over de ANBI-status. 2. Beschikken over bonafide bestuurders. 3. Fondsenwerven volgens gedragscode. 4. Behoorlijk inzicht geven in de strategie van de organisatie. 5. Behoorlijk inzicht geven in de gerealiseerde prestaties versus de geplande prestaties. 6. Behoorlijk inzicht geven in de belangrijkste risico's en waarborgen. 7. Inzicht geven in de financiële kerngegevens. 8. Helder communiceren met donateurs en andere belanghebbenden. 3. RFB-keur De Raad voor Financiële Betrouwbaarheid (RFB) verstrekt sinds 1992 een keurmerk dat uitsluitend is bedoeld voor Christelijke instellingen (24 leden). Het RFB-keur werkt aan de hand van in een reglement opgenomen criteria voor bestuur, beleid, fondsenwerving, propaganda en voorlichting, kosten van fondsenwerving, besteding van middelen, verslaglegging. Met het voldoen aan de gestelde criteria kunnen punten worden gescoord. Voor keurmerkhouders is een minimum van 850 punten van het maximale aantal van 1.000 punten nodig. Met ingang van november 2010 beschikt de RFB over een certificaat van de Raad voor Accreditatie. 4. KGB-keurmerk Het Keurmerk Goed Besteed (KGB) is bestemd voor alle grote en kleine fondsenwervende instellingen die over de ANBI-status beschikken. Begin 2011 hadden 35 organisaties (bijna uitsluitend op het terrein van dierenwelzijn) een KGB-keurmerk. Keurmerkhouders dienen aan de volgende criteria te voldoen: (1) beschikken over de ANBIstatus; (2) beschikken over bonafide bestuurders; (3) inzicht geven in de strategie van de organisatie; (4) inzicht geven in de financiële kerngegevens; (5) helder communiceren met donateurs en andere belanghebbenden. 7

3.1.2 Interne instrumenten Gedragsregels Op dit moment worden er in de filantropische sector vier verschillende sets van (interne) gedragsregels gehanteerd: 1. De gedragscode van de Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN). De gedragscode van de FIN bevat bepalingen over de uitgangspunten van het handelen van de leden, het lidmaatschap, het vermogensbeheer en de jaarrekening. De gedragscode van de FIN bevat geen andere bepalingen inzake de beloningsstructuur van bestuursleden dan de vermelding dat het bestuur beleid voert ten aanzien van de eventuele honorering van bestuursleden en dat er richtlijnen in de administratieve organisatie kunnen worden opgenomen ten aanzien van de honorering en arbeidsvoorwaarden. 2. De gedragscode van de VFI, branchevereniging van goede doelen. De gedragscode van de VFI bevat uitgewerkte basiswaarden (respect, openheid, betrouwbaarheid en kwaliteit). Daarnaast is in 2005 de zogenaamde code Wijffels ontwikkeld over goed bestuur bij en door goede doelen. Deze code is inmiddels vervlochten met het CBF-keur. De VFI heeft verder een op de code Wijffels gebaseerde beloningsregeling voor directeuren. Deze regeling is in 2011 aangescherpt, waarbij onder meer de hoogte van de vertrekvergoeding is gemaximeerd. De hierin opgenomen maximumnorm, is afgeleid van het in 2005 geadviseerde maximum voor rijksambtenaren, en bedraagt 158.000. 3. De gedragscode van het Instituut Fondsenwerving (IF). De gedragscode van het IF bevat bepalingen over besturen, fondsenwerving en sponsoring, toezicht en verantwoording, en integriteit. Waar het de beloning betreft vermeldt de IF-gedragscode dat organisaties transparant dienen te zijn wat betreft de vergoeding en beloning van fondsenwervende activiteiten. 4. De gedragscode van de kerken De kerkgenootschappen in Nederland hebben elk op eigen wijze (inrichtingsvrijheid artikel 2 boek 2 BW) in hun kerkorden of statuten bepalingen opgenomen over verantwoording en toezicht, interne geschillenbeslechting. In het geheel van deze regels zijn ook gedragsregels opgenomen. 8

3.1.3 Publieksinstrumenten Jaarlijkse publicaties Er bestaan natuurlijk veel publicaties van de afzonderlijke goede doelen en over (delen van) de sector. Hieronder worden uitsluitend de belangrijkste (meer)jaarlijkse publicaties vermeld: 1. Goede Doelen Gids, Lenthe Publishers onder auspiciën van de VFI Deze uitgave bevat algemene informatie (doel, aandachtsgebieden, resultaten, plannen, draagvlak en grootte) van circa 100 VFI-leden. 2. Goede Doelen Rapport, VFI Het jaarlijkse Goede Doelen Rapport presenteert de belangrijkste (totaal) cijfers van 88 van de 120 bij de VFI aangesloten leden. Onderverdeeld onder andere naar sector en omvang worden de inkomsten en bestedingen voor de onderzochte fondsen weergegeven. Daarnaast is er aandacht voor overige zaken zoals het aantal medewerkers en het gemiddeld jaarinkomen van de directeur. 3. Verslag Fondsenwerving (CBF) Dit verslag bevat de gecumuleerde financiële resultaten van circa 800 goede doelenorganisaties in Nederland. De weergegeven informatie is gebaseerd op eigen onderzoek (keurmerkhouders en andere instellingen) en geeft een zeer gedetailleerd beeld van inkomsten en uitgaven. 4. Geven in Nederland (VU) Geven in Nederland is een tweejaarlijks door de Vrije Universiteit uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek naar het geven van geld en tijd door individuen, huishoudens, fondsen en bedrijven aan maatschappelijke en goede doelen. Het onderzoek wordt gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie. 9

Databanken Op dit moment zijn er circa 12 verschillende databanken (ook wel registers genoemd) in Nederland die gegevens publiceren van de in Nederland gevestigde goede doelen (voornamelijk ANBI s). De belangrijkste databanken zijn: Databank Algemeen Handelsregister KvK Sectoraal ANBI-lijst Belastingdienst CBF - databank VFI - Goededoelen.nl CIGD.nl/Depender.nl (m.i.v. 2012 Kennisbank Filantropie) FIN - Fondsenboek/-disk PSFI - Fondsen.org Partos informatieloket Partos - Linkis.nl SNGDT- Goededoelentest.nl Stichting Geef Gratis Helphelpen.nl Korte beschrijving Algemeen - wettelijke registratie van gegevens verenigingen en stichtingen. Data - gratis contactinfo; overige info tegen betaling. Betrouwbaarheid - vaak niet actueel. Algemeen - gratis gegevens van alle ANBI s. Data - alleen naam en vestigingsplaats, overige info geheim. Betrouwbaarheid - wordt gecontroleerd. ANBI s geven zelf mutaties door. Algemeen - gratis onafhankelijke info aan publiek, overheden en instellingen. Data - contactinfo, doelstelling, financiën, jaarverslag, jaarrekening. Betrouwbaarheid - wordt jaarlijks bijgehouden en gecontroleerd. Algemeen - gratis info voor publiek en notariaat. Portalfunctie voor leden. Data - contactinfo/algemene info van ± 120 VFI-leden. Doorklikken voor meer info. Betrouwbaarheid - jaarlijks bijgehouden en gecontroleerd. Algemeen - gratis info om 5.000 goede doelenorganisaties te kunnen vergelijken. Data - doelstelling, verantwoording, financieel, organisatie. Betrouwbaarheid - niet actueel en erg incompleet. Algemeen - betaald boek en disk over 700 fondsen t.b.v. fondsenwervers. Data - contactinfo en algemene info. Betrouwbaarheid - jaarlijks vernieuwd. Algemeen - gratis info en portalfunctie voor algemeen publiek. Online doneren. Data - algemene info en doorklikmogelijkheid. Betrouwbaarheid - actueel? Algemeen - gratis info over de 101 leden van Partos. Data - financiën, organisatie, medewerkers, etc. Betrouwbaarheid - actueel. Algemeen - gratis hulp bij subsidieaanvragen voor kleinschalige initiatieven. Data - info over kleinschalige ontwikkelingsprojecten. Betrouwbaarheid - actueel. Algemeen - gratis hulp aan publiek bij donatiekeuze, maximalisatie effectiviteit. Data - contactinfo en algemene info over circa 350 goede doelen. Betrouwbaarheid - aanlevering door doelen zelf. Algemeen - circa 12 gratis websites voor het vinden van een passend goed doel. Data - contactinfo, doorklikken, on-line doneren. Betrouwbaarheid - niet actueel of gecontroleerd. Algemeen - gratis publieksportal van Vakblad Fondsenwerving. Data - contactinfo van circa 17.000 instellingen. Betrouwbaarheid - aanlevering door doelen zelf. Info verouderd. 10

3.2 Instrumenten van toezicht In deze paragraaf wordt weergegeven hoe er toezicht wordt gehouden op de in paragraaf 3.1 genoemde instrumenten van transparantie. 3.2.1 Extern toezicht Wettelijke bepalingen Burgerlijk recht Het toezicht op de bepalingen van burgerlijk recht komt toe aan de Kamer van Koophandel. Belastingregels Het toezicht op de bepalingen opgenomen in de relevante belasting wet- en regelgeving komt toe aan de Belastingdienst. De Belastingdienst doet (uiteraard) geen mededelingen over de wijze waarop zij controle uitoefent op instellingen die in het bezit zijn van een ANBI-verklaring. Strafrecht Er vindt geen aparte controle plaats op ANBI s inzake overtreding van het strafrecht. Daar is ook geen reden toe. Een in 2007, in opdracht van het ministerie van Justitie, uitgevoerde preventieve doorlichting van de goede doelensector concludeerde dat voor het bestaan van invloeden van criminelen of de georganiseerde criminaliteit geen overtuigende aanwijzingen waren gevonden. Evenmin leverde het natrekken van de antecedenten van bestuursleden van goede doelen alarmerende cijfers op 2. Keurmerken CBF-keur De wijze waarop het CBF toezicht uitoefent op haar keurmerkhouders wordt geregeld in artikel 7 (controle en toetsing) van het Reglement CBF-keur. Belangrijk is dat er een jaarlijkse controle plaatsvindt aan de hand van het jaarverslag van de ANBI s. Daarnaast kan het CBF tussentijdse controles uitvoeren om te zien of de keurmerkhouder aan zijn verplichtingen voldoet. De keurmerkhouder is zelf verplicht om het CBF te informeren over relevante wijzigingen in verband met de criteria. De wijze waarop het CBF toezicht en controle uitoefent op het Certificaat voor kleine goede doelen en de Verklaring van geen bezwaar is gelijk aan die van het CBF-keur. Keurmerk goede doelen Uit het reglement kan niet worden opgemaakt of en hoe er toezicht wordt uitgeoefend op de verstrekte keurmerken. RFB-keur Uit het reglement kan niet worden opgemaakt of en hoe er toezicht wordt uitgeoefend op de verstrekte keurmerken. 2 Goed Bedoeld, een preventieve doorlichting van de goede doelensector, Bureau Instraal 2007, Groningen. 11

KGB-keurmerk Het KGB-keurmerk wordt toegekend voor 1 jaar. Daaruit zou afgeleid kunnen worden dat er een jaarlijkse toetsing plaatsvindt. 3.2.2 Intern toezicht Gedragscodes De gedragscode van de Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN) De leden van de FIN dienen jaarlijks in hun bestuursverslag een passage op te nemen over onderschrijving en naleving van de gedragscode. Zo mogelijk maakt het lid melding hiervan op de website. Het bestuur en bureau van de FIN nemen actief alle aangedragen klachten of verdenkingen over leden in behandeling volgens een vastgestelde procedure. De gedragscode van de VFI, branchevereniging van goede doelen Nagenoeg alle voor de VFI-leden relevante gedragingen zijn opgenomen in de regels van het CBF-keur (verplicht voor VFI-leden) en de daarin vervlochten code Wijffels. CBF-keurmerk te hebben. Het Centraal Bureau Fondsenwerving houdt verder actief toezicht op de verantwoording van de beloningsregeling in de jaarverslagen. Daarnaast zijn er nog apart spelregels voor het gebruik van direct mail en het financiële beheer. In aanvulling op het bovenstaande is er ook een aparte commissie die verantwoordelijk is voor de werking en handhaving van gedragscodes, zoals vastgelegd in een reglement handhaving en toetsing. De VFI heeft geen aparte klachtenregeling. De gedragscode van het Instituut Fondsenwerving (IF) Het IF kan toezicht houden op de gedragsregels door middel van het instellen van een Raad van Toezicht met een bijbehorende klachtenregeling, en een geschillenregeling. De gedragscode van de onder de CIO vallende kerken De onder de CIO vallende kerkordes hebben elk afzonderlijk statutair vastgestelde gedragsnormen. 12

3.2.3 Publiekstoezicht Wanneer particulieren toezicht willen uitoefenen op de in de sector verstrekte keurmerken kunnen zij daartoe (in principe) gebruik maken van daartoe beschikbare klachtenregelingen. CBF Het CBF heeft een klachtenregeling die ook voor externen is opengesteld. Klachten kunnen worden ingediend over: de bedoelingen en handelingen van het CBF; de activiteiten van niet door het CBF beoordeelde fondsenwervende instellingen of kansspelbegunstigden; de naleving van Keurmerk- en Certificaatcriteria door Keurmerk- en Certificaathouders; de naleving van beoordelingscriteria voor de Verklaring van geen bezwaar door Verklaring-vangeen-bezwaarhouders. Keurmerk goede doelen Het Keurmerk goede doelen heeft een klachtenregeling die alleen geldt voor keurmerkhouders of aanvragers. RFB-keur De RFB heeft een procedure voor beroepen, klachten en disputen, die is opgenomen in het Kwaliteitshandboek. Klachten kunnen ook door derden worden ingediend. KGB-keurmerk Het Keurmerk Goed Besteed kent geen klachtenregeling. 13

4. Bijlagen 4.1 Overzicht kosten keurmerk Het CBF-keur kost 2.890 voor een nieuwe aanvraag, 2.890 voor een hertoetsing na drie jaar, en een jaarlijkse bijdrage van tussen de 440 en 8.720 afhankelijk van de baten. Het CBF-certificaat voor kleine goed doelen kost 500 voor een nieuwe aanvraag, 500 voor een hertoetsing en 350 voor controle na 2 jaar en 3 jaar. De CBF-verklaring van geen bezwaar kost 860 voor een nieuwe aanvraag en 435 voor een herbeoordeling. Het Keurmerk goede doelen kost 400 per jaar. Het KGB-keurmerk kost 400 per jaar. Het RFB-keur kost 750 voor de eerste toetsing en kost daarna per jaar een bedrag tussen de 400 en 1.650 afhankelijk van de baten. 4.2 Recente politieke ontwikkelingen (input financiën volgt) 14

4.3 Algemene beschrijving van de sector filantropie Hoeveel goede doelen zijn er? Bij de Belastingdienst in Den Bosch stonden begin 2011 circa 50.000 als ANBI s aangemerkte instellingen ingeschreven (inclusief ANBI s onder groepsbeschikkingen). Daarbij gaat het om instellingen die van de Belastingdienst een beschikking hebben ontvangen op grond waarvan legaten of schenkingen door de instellingen niet belast zijn met erfbelasting of schenkbelasting. Ook mogen donateurs van een ANBI hun giften aftrekken in de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Binnen de door de Belastingdienst aangemerkte ANBI s kan (op hoofdlijnen) onderscheid gemaakt worden tussen fondsenwervende instellingen en vermogensfondsen. Fondsenwervende instellingen zamelen actief geld in van particuliere en institutionele donateurs voor een goed doel. Vermogensfondsen zijn instellingen die een particulier vermogen beheren en de baten hiervan ter beschikking stellen aan een vastgesteld goed doel. Geefgedrag Volgens het tweejaarlijks onderzoek Geven in Nederland gaven burgers in Nederland in 2009 circa 4,7 miljard uit aan goede doelen (circa 0,8% van het Bruto Binnenlands Product van 2009 van 572 miljard). Daarbij gaat het om het totaal van de geschatte giften van huishoudens, van fondsen (zowel geldwervende fondsen als vermogensfondsen), van het bedrijfsleven, om legaten uit nalatenschappen en om de opbrengsten uit de goede doelenloterijen. De overheid stimuleert het geefgedrag middels fiscaal gunstige regelingen voor de ANBI s. Met die regelingen is een bedrag van circa 1 miljard gemoeid. In de onderstaande tabel wordt weergegeven aan welke categorieën wordt gedoneerd. Tabel 1. Overzicht doelen waaraan gegeven wordt (uit: Geven in Nederland 2011 3 ) Categorieën X miljoen Euro Percentage Kerk en levensbeschouwing 891 19% Maatschappelijke en sociale doelen 458 10% Sport en recreatie 715 15% Internationale hulp 572 12% Gezondheid 644 14% Milieu, natuurbehoud, dierenbescherming 435 9% Cultuur 454 10% Onderwijs en onderzoek 285 6% Overig (niet gespecificeerd) 252 5% Totaal 4.707 100% 3 Het onderzoek Geven in Nederland 2011 bevat de onderzoeksresultaten over het jaar 2009. 15

Beschrijving van de sector filantropie De volgende sectoren kunnen worden onderscheiden. Vermogensfondsen - De Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN) De FIN is 22 jaar geleden opgericht en telt circa 300 leden. De leden zijn in Nederland gevestigde vermogensfondsen die tot doel hebben het verlenen van onverplichte steun aan verschillende organisaties, personen of projecten op verschillende gebieden. De FIN heeft als doel het behartigen van de belangen van de leden en het bevorderen van het optimaal functioneren van die leden. Behalve de 300 FIN-leden maakt het jaarlijks door de FIN gepubliceerde Fondsenboek 4 melding van 727 fondsen. Omdat er geen verplichte registratie is voor vermogensfondsen is de kans aanwezig dat het werkelijke aantal in Nederland gevestigde fondsen nog groter is. Door het ontbreken van een publicatieplicht voor vermogensfondsen is lastig om het bij hen ondergebrachte vermogen in beeld te brengen. De FIN schat echter zelf het gezamenlijke vermogen van de 727 bekende fondsen op 40 miljard. De bij de FIN aangesloten fondsen hebben naar schatting een vermogen van 20 miljard. Fondsenwervende instellingen - VFI, brancheorganisatie van goede doelen VFI is de brancheorganisatie van landelijk wervende goede doelen. De vereniging telt ruim 120 leden, waaronder grote en kleine instellingen. De vereniging vertegenwoordigt circa 75% van de sector (de landelijk wervende goede doelen), gemeten naar de inkomsten uit eigen fondsenwerving. VFI bestaat sinds 1994 en is opgericht om het vertrouwen van het Nederlandse publiek in goede doelenorganisaties te behouden en te vergroten. VFI richt zich op belangenbehartiging, zelfregulering, dienstverlening aan leden en het bevorderen van expertise en doelmatigheid. Fondsenwervende instellingen - Het Instituut Fondsenwerving (IF) Het Instituut Fondsenwerving (IF) is een brancheorganisatie voor de nieuwe generatie fondsenwervende instellingen en professionals. Het IF vertegenwoordigt de belangen van 550 direct aangesloten leden en een kleine 4000 leden die via verschillende koepelorganisaties zijn toegetreden. Het IF is daarmee de grootste brancheorganisatie gemeten naar aantallen. De leden zijn met name afkomstig uit de sectoren zorg en welzijn, onderwijs en wetenschap, kunst en cultuur, natuur, milieu en dieren. Het IF profileert zich voornamelijk als kennisinstituut maar richt zich ook op belangenbehartiging. Daarbij heeft het IF binnen haar netwerk de fondsenwervende professionals verenigd. 4 FondsenBoek 2011, Walburg Pers, Zutphen. 16

Kerken In de filantropische sector nemen de kerken een bijzondere positie in: zij hebben eigen doelstellingen en een eigen organisatievorm vastgelegd in wet- en regelgeving (zie artikel 2 boek 2 BW). 5 Voor de realisatie van hun primaire doelstellingen werven de kerkgenootschappen middelen en beschikken in sommige gevallen ook over bepaalde vermogensbestanddelen. Zowel fondsenwerving als beheer van vermogensbestanddelen behoren daarom tot de activiteiten van de kerkgenootschappen; de wijze waarop en de mate waarin verschilt per kerkgenootschap. In dit opzicht houden zij zich bezig met filantropische activiteiten. Ook verschillende projecten waarmee kerken zich bezighouden, zoals op het terrein van de aandacht voor kwetsbare groepen in de samenleving, zijn eveneens als zodanig te beschouwen. Dertig Nederlandse kerkgenootschappen werken samen in het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO). Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) De hiervoor genoemde sector en relevante brancheorganisaties werken samen in de SBF. Deze werd in 2006 opgericht, gericht op het bevorderen van de maatschappelijke rol en betekenis van de filantropie binnen Nederland. De SBF streeft naar verdere professionalisering van de gehele sector door het verbeteren van: - de transparantie; - de effectiviteit; - de efficiency; - de integriteit; - de betrouwbaarheid. Het bestuur van de stichting SBF is samengesteld uit vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties en wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. Het bestuur wordt gevraagd en ongevraagd geadviseerd door een Raad van Aangeslotenen met daarin een aantal belangrijke sleutelfiguren en organisaties. Het vaste secretariaat van de SBF richt zich op belangenbehartiging, communicatie, onderzoek en documentatie. 5 Vanuit de kerken is vanaf het begin geparticipeerd in de samenwerking die geleid heeft tot de stichting SBF. Gelet op de bijzondere positie van de kerken traden zij hierbij niet op als formele medeoprichters. Met onderkenning van de eigenstandige positie van de kerkgenootschappen in het Nederlandse bestel zullen zij wel participeren in de werkzaamheden van het SBF en toetreden tot het bestuur. 17