RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES



Vergelijkbare documenten
RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het voorontwerp actieplan Maatschappelijk verantwoord ondernemen in België.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de behandeling van klachten en geschillen voor de bankdiensten-krediet-beleggingen.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

N DIV REGL ambulante handel A04 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RVV 317 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over de bankreclame en -marketing ten aanzien van jongeren

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het Europees verbintenissenrecht.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

U vindt hieronder een algemene herhaling van de bovenvermelde reglementering :

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Evaluatie van de aanbevelingen "reclame rond kinderfeesten

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de evaluatie van het charter opgesteld door de belgische vereniging van banken inzake een basis-bankdienst

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Ambulante en kermisactiviteiten: de nieuwe regelgeving 1

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Markten en kermissen Een feest voor de lokale gemeenschap, maar hoe orde op zaken houden? Mechelen, 26 mei 2016 Saskia Baele

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB).

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

AFDELING 1: ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN EN AMBULANTE ACTIVITEITEN IN KERMISGASTRONOMIE OP OPENBARE KERMISSEN

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over het wetsontwerp betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

RVV 375 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

HOOFDSTUK VIII - REGLEMENT MET BETREKKING TOT KERMISACTIVITEITEN OP DE OPENBARE KERMISSEN

VR DOC.1146/5

VR DOC.0360/2

REGLEMENT BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN OP DE OPENBARE KERMISSEN EN OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN OPENBARE KERMISSEN

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over voorstellen tot wijziging van de beschikkingen van het gezamenlijk aanbod.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de problematiek van de minderjarigen en hun nieuwe betalingsmogelijkheden.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de hypothese van het verbod of van nieuwe maatregelen ter beperking van de huis-aan-huis verkoop.

ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN EN AMBULANTE ACTIVITEITEN IN KERMISGASTRONOMIE OP OPENBARE KERMISSEN

HOOFDSTUK 1. Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

AFDELING 1 Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

Reglement organisatie openbare kermissen

LAATSTE AANPASSING: NOOT VOORAF: 13 augustus Enkele principes voor een vlotte leesbaarheid van de modelreglementen:

Reglement betreffende de kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op het domein buiten de openbare kermissen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DE KERMISACTIVITEITEN OP DE OPENBARE KERMISSEN en OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN DE OPENBARE KERMISSEN *

Voorzitter Mevrouw AELVOET, Minister van Consumenten, Volksgezondheid en Leefmilieu Kunstlaan 7

AFDELING 1: Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

REGLEMENT M.B.T. KERMISACTIVITEITEN OP DE OPENBARE KERMISSEN

REGLEMENT M.B.T. KERMISACTIVITEITEN OP DE OPENBARE KERMISSEN - INGELMUNSTER

CRB DEF CCR 10

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Transcriptie:

R.v.V. 360 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie Brussel, 18 mei 2006 1

De Raad voor het Verbruik, die op 4 april 2006 door de Minister van Middenstad en Landbouw verzocht werd een advies uit te brengen over het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, is op 18 mei 2006 in Plenaire vergadering bijeengekomen, onder het voorzitterschap van de hher Robert Geurts, en heeft het volgende advies goedgekeurd. De Raad voor het Verbruik heeft de voorzitter verzocht dit advies over te maken aan de Minister van Middenstand en Landbouw en aan de Minister van Consumentenzaken. ADVIES De Raad voor het Verbruik; Gelet op de adviesaanvraag van 4 april 2006 van de Minister van Middenstand en Landbouw over het ontwerp van K.B. betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie ; Gelet op het ontwerp van K.B. betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie ; Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005; Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument; Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten ; Gelet op de werkzaamheden van de werkgroep belast door het Dagelijks Bestuur van de Raad voor het Verbruik met het onderzoek van het bovenvermelde ontwerp van KB, tijdens zijn vergadering van 3 mei 2006; Gelet op de deelname aan de werkzaamheden van de volgende deskundigen : de dames Pirsoul en Van den Broeck (OIVO), Ramakers (UCM), de heren Rémy (Test-Aankoop) en Verhamme (Unizo); Gelet op de uitwerking van het ontwerpadvies door de dames Clarisse Ramakers (UCM) en Aline Van den Broeck (OIVO); Gelet op de dringendheid, Gelet op de schriftelijke procedure ingesteld door de Commissie «Handelspraktijken"; BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT 2

SAMENVATTING De Raad heeft een ontwerp van koninklijk besluit bestudeerd betreffende de uitvoering en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, dat één van de uitvoeringsbesluiten is van de wet van 25 juin 1993 betreffende de uitoefening van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005. De Raad is voorstander van dit ontwerp van besluit dat ertoe strekt een systeem in te voeren tot regeling en bescherming van het beroep en van het statuut van foorkramer. Hij vindt het echter jammer dat in het eerste hoofdstuk te weinig informatie wordt gegeven over het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen de "machtigingen als werkgever " en de "machtigingen als aangestelde-verantwoordelijke ". Overigens beveelt hij aan het principe van het goede beheer te gebruiken, in het kader van de bepaling, waarin voorzien wordt dat de gemeente haar ontwerp van reglement, betreffende het bijhouden van het plan van standplaatsen toegewezen aan de kermisexploitanten en elke wijziging die zou kunnen worden aangebracht, aan de Minister moet doorgeven. Tenslotte meent hij dat het aangewezen zou zijn om vóór de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit een gerichte campagne te voeren om de personen uit de betrokken sector degelijk voor te lichten. De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties vragen zich af hoe dit ontwerp van koninklijk besluit zal kaderen in de regelgeving rond de verplichtingen inzake volksgezondheid (aspecten gezondheid en hygiëne) die voortvloeien uit de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten. Ze bevelen aan uitdrukkelijk te verwijzen naar deze wet van 1977, onder "gelet op" voorafgaand aan het eerste hoofdstuk van het ontwerp van koninklijk besluit, alsook in de artikelen 4 en 25 die respectievelijk de machtigingen en het onderzoek en de vaststelling van overtredingen betreffen. De Raad wenst dat de aard van de attracties en uitgebate vestigingen beter zouden worden gepreciseerd in bijlage Ia. Anders wordt het moeilijk te weten welk niveau van detailhandel vereist is. Bijgevolg suggereren ze om 4 soorten activiteiten te onderscheiden: mechanische attracties van type A, mechanische attracties van type B, kermisgastronomie, levering van goederen en geen levering van goederen. 3

INLEIDING Het ontwerpbesluit dat in dit advies wordt besproken strekt ertoe een systeem in te voeren tot regeling en bescherming van het beroep en van het statuut van foorkramer. Het is één van de uitvoeringsbesluiten van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005. Na een eerste hoofdstuk dat handelt over het uitoefenen van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, wordt in een tweede hoofdstuk ingegaan op de kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen. Dit tweede hoofdstuk is in verschillende afdelingen onderverdeeld : de organisatie op openbare kermissen (de standplaatsen, de personen aan wie de standplaatsen kunnen worden toegewezen, de abonnementen, de voorwaarden en modaliteiten voor de toewijzing van standplaatsen, de overdracht van standplaatsen met abonnement), het organiseren van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen en de personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en kermisactiviteiten op het openbaar domein. Hoofdstuk 3 bevat bepalingen inzake het onderzoek en de vaststelling van overtredingen, hoofdstuk 4 betreft de minnelijke schikking en het laatste hoofdstuk bevat overgangs- en slotbepalingen. A. Algemene bemerkingen De Raad is voorstander van dit ontwerp van koninklijk besluit, in die zin dat het een bescherming en een statuut biedt aan exploitanten van foorattracties en inrichtingen voor kermisgastronomie 1. Door deze nieuwe regelgeving kan het uitoefenen van kermisactiviteiten onderworpen worden aan een aparte machtiging, los van de vergunning voor het uitoefenen van de ambulante activiteit. De onzekere situatie van exploitanten verdwijnt, doordat ze standplaatsen krijgen toegewezen in de verschillende organiserende gemeenten, dank zij duidelijke regels in verband met het verkrijgen, het wijzigen en het vervangen van machtigingen, en ook dank zij de positieve rol van de ondernemersloketten. De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties wensen over het algemeen wel te weten hoe dit ontwerp van koninklijk besluit zal kaderen in de regelgeving rond de verplichtingen inzake volksgezondheid (aspecten gezondheid en hygiëne) die voortvloeien uit de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten. Het feit dat in artikel 4 2 5 van het ontwerp van koninklijk besluit alleen wordt vermeld dat "de machtiging slechts geldig is indien ze vergezeld is van het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met of zonder bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid" is voor hen onvoldoende. Deze enkele vermelding informeert de exploitanten van ambulante activiteiten van kermisgastronomie immers niet voldoende over de wettelijke voorwaarden inzake de bescherming van de gezondheid van de consument op het vlak van de voedingsmiddelen en andere producten, waaraan ze toch moeten voldoen om deze activiteit uit te oefenen. 1 Zie ook in dezelfde zin, het advies R.v.V. van 25 september 2003 over een voorontwerp van wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, blz. 7 4

Volgens deze vertegenwoordigers zou het nuttig zijn uitdrukkelijk te verwijzen naar deze wet van 1977, onder "gelet op" voorafgaand aan het eerste hoofdstuk van het ontwerp van koninklijk besluit, alsook in de artikelen 4 en 25 die respectievelijk de machtigingen en het onderzoek en de vaststelling van overtredingen betreffen. B. Bemerkingen over de tekst van het ontwerp Hoofdstuk I : Betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie Artikelen 1 en 2 De Raad vindt dat in het eerste hoofdstuk te weinig informatie wordt gegeven over het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen de «machtigingen als werkgever» en de «machtigingen als aangestelde-verantwoordelijke». Het zou inderdaad meer aangewezen zijn, in het Verslag aan de Koning te verduidelijken welk onderscheid moet worden gemaakt tussen beide soorten machtiging, en om welke redenen. Artikel 3 De Raad wenst dat de aard van de attracties en uitgebate vestigingen beter zouden worden gepreciseerd in bijlage Ia. Anders wordt het moeilijk te weten welk niveau van detailhandel vereist is. Bijgevolg suggereert hij om 4 soorten activiteiten te onderscheiden : mechanische attracties van type A, mechanische attracties van type B, kermisgastronomie, levering van goederen en geen levering van goederen. Hoofdstuk II : Betreffende de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen en op het openbaar domein Afdeling I : Betreffende de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op de openbare kermissen Onderafdeling IV : Betreffende de voorwaarden en de modaliteiten van de toewijzing van standplaatsen Artikel 17 Dit artikel bepaalt dat de gemeente een plan of een register moet bijhouden voor elke standplaats die wordt toegewezen aan een kermisexploitant. In de wet van 25 juni 1993, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005, wordt overigens aanbevolen, dat de gemeente het ontwerp van reglement en elke wijziging die zou kunnen worden aangebracht aan de Minister zou overmaken. De Raad begrijpt heel goed dat dergelijke aanpak noodzakelijk is om de kermisexploitanten te garanderen dat het door de gemeente uitgewerkte plan of register ook wordt gerespecteerd. Toch vindt hij dat deze bepaling met de nodige omzichtigheid moet worden toegepast. De gemeenten staan immers vaak voor onverwachte omstandigheden en in sommige gevallen kan het dan ook moeilijk zijn om de wijzigingen binnen de gestelde termijn aan de bevoegde 5

Minister door te spelen. Het is dan ook belangrijk om deze bepaling zodanig toe te passen dat het principe van het goede beheer niet in het gedrang komt. Hoofdstuk V : Overgangs- en slotbepalingen In de overgangs- en slotbepalingen wordt bepaald dat het huidige ontwerp van koninklijk besluit op 1 juni van kracht wordt. De Raad vreest dat een dergelijk korte termijn een effectieve toepassing van deze nieuwe wettekst zeer onmogelijk maakt. Volgens de Raad zou het aangewezen zijn op voorhand eerst een gerichte campagne te voeren, om de personen uit de betrokken sector degelijk voor te lichten. Overigens, en om een te vroege inwerkingtreding te voorkomen, is hij eerder voorstander van het opgeven van een termijn van inwerkingtreding in de zin van "1 ste dag van de xde maand die volgt op de maand waarin dit koninklijk besluit is bekendgemaakt". 6

LEDEN AANWEZIG OP DE PLENAIRE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR HET VERBRUIK VAN 18 MEI 2006 VOORGEZETEN DOOR DE HEER ROBERT GEURTS 1. Leden die de organisaties van de consumenten vertegenwoordigen : Effectieve : Mevrouw DOMONT-NAERT (Test-Aankoop) De heer DUCART (Test-Aankoop) Mevrouw DE ROECK-ISEBAERT (Gezinsbond) Mevrouw GAUDIER (Ligue des Familles) De heer HOEDT (A.C.V.) Mevrouw JONCKHEERE (ACLVB) Plaatsvervangende : De heer QUINTARD (FGTB) De heer DE BIE (Test-Aankoop) 2. Leden die de organisaties van de productie vertegenwoordigen : Effectieve : De heer DECHEVRE (Febelfin) Mevrouw SWEERTS (Febelfin) De heer VAN OLDENEEL (Assuralia) De heer WALSCHOT (Agoria) Plaatsvervangende: De heer GHEUR (V.B.O) Mevrouw SEPUL (Raad voor de Reclame) 3. Leden die de organisaties van de distributie vertegenwoordigen : Effectieve : De heer de LAMINNE de BEX (Fedis) Mevrouw PINT (Fedis) 4. Leden die de organisaties van de Middenstand vertegenwoordigen : Effectief : De heer VERHAMME (Unizo) 5. Deskundigen : De heer DEJEMEPPE (Strategische cel van de Minister van Consumentenzaken) Mevrouw KYNDT (OIVO) De heer VANDERCAMMEN (OIVO) Mevrouw VAN DEN BROECK (OIVO) De heer VAN POUCKE (Strategische cel van de Minister van Consumentenzaken) 7