TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE



Vergelijkbare documenten
Diep Veneuze Trombose van het been

Diep veneuze trombose

Diep Veneuze Trombose Informatie over de aandoening en de behandeling

Diep veneuze trombose

Patiënten informatie poli HVC

Diep veneuze trombose

Behandeling Diep Veneuze Trombose

Informatie over diagnose, behandeling en gevolgen van een trombosebeen

Diep veneuze trombose

Samenvatting. Samenvatting

Trombosebeen (behandeling met een VKA)

Wat is een trombosebeen? Oorzaken Behandeling

Traject Diepe veneuze Trombose MST

Trombosebeen en/of longembolie. Behandeling en begeleiding op de Trombosepolikliniek

Bij u is een trombosebeen geconstateerd. U wordt hiervoor poliklinisch behandeld met bloedverdunners in de vorm van onderhuidspuitjes en tabletten.

SPOEDEISENDE HULP / INTERNE GENEESKUNDE / DERMATOLOGIE. Trombosebeen

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Trombosebeen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Diep veneuze trombose

Trombosebeen. (of diep veneuze trombose)

Diep veneuze trombose

Een trombosebeen (behandeling met een DOAC)

Diagnostiek en behandeling diep veneuze trombose van het been Versie 3 (sep 2016)

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

Nascholing Antistolling

Een trombosebeen, trombose-arm of longembolie

NHG-Standaard Diepe veneuze trombose

Radiologie Kies rechts in de pagina het onderwerp. Aanvragen MRI/CT voor de huisarts. Barbotage bij schouderklachten

Protocol Diep Veneuze Thrombose van de onderste extremiteit door huisarts-echografisten

Trombosebeen of trombosearm

Trombosebeen. Dagbehandeling interne geneeskunde Polikliniek dermatologie/flebologie. mca.nl

Preventie tromboembolie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Een trombosebeen, trombose-arm of longembolie

Trombosedienst Leiden en omstreken

Behandeling DVT/PE hoort thuis in de eerste lijn. Dr. Wim Lucassen, huisarts te Zwaag en senior-onderzoeker AMC

Een longembolie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Trombose op spoedgevallen: Wanneer aanvullend onderzoek naar onderliggend oorzaak of verwijzing internist?

THUISBEHANDELING TROMBOSE DIEP VENEUZE TROMBOSE FRANCISCUS VLIETLAND

Het kind met een stolsel

VSV Achterhoek Oost Protocol Antistolling

Poliklinische behandeling van een trombosebeen

Trombose en Longembolie

PATIËNTEN INFORMATIE. Mechanische trombolyse bij trombose tot in het bekken

Longembolie Onderzoek en behandeling.

Protocol Longembolie. Anamnese + lichamelijk onderzoek + YEARS algoritme

Trombose: preventie en behandeling

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Trombofilieonderzoek in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

S. Kuipers. Chapter 9. Samenvatting

Samenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

M86 NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie (tweede partiële herziening)

Longembolie. Longgeneeskunde

Trombose- en hemostase centrum

Hartcentrum cardiologie nazorg. Isala

NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie (eerste herziening)

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting

Longembolie Onderzoek en behandeling.

EVIDENCE BASED MEDICINE

Infobrochure. Veneuze trombose. Daar valt iets tegen te doen. mensen zorgen voor mensen

SCD Express. Sequentieel compressie systeem. Chirurgie. Locatie Hoorn/Enkhuizen

15.2 Acute pijn extremiteit

Longembolie. Albert Schweitzer ziekenhuis december 2014 pavo 1117

Thrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts

Nazorgformulier Orthopedie

Verdenking longembolie: plotselinge onverklaarde benauwdheid pijn vastzittend aan de ademhaling

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie (tweede partiële herziening)

Vervanging van het kniegewricht

Bereikbaarheid en Protocollen Trombosedienst Emmen (Versie huisartsen)

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Ambulante compressietherapie (zwachtelen) Bij een open been of vochtophoping in het been

Diagnostiek en behandeling longembolie Versie 6 (sep 2016)

Instructies voor het gebruik van Enbrel (etanercept)

Patiënteninformatie. Longembolie

Doelstelling van deze informatiebijeenkomst

Veneuze trombose en longembolie bij babies en kinderen tot 18 jaar

Waarom worden deze kousen gedragen

T.E.D. Anti-emboliekousen

MRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst

Adjustments in the diagnostic work-up, treatment and prognosis of pulmonary embolism van Es, Josien

Laboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium

Poliklinische behandeling van een trombosebeen

2 april 2008 Willem Blom, dermatoloog ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws- Vlaanderen

Cellulitis en erysipelas. Ontstekingen van de huid en onderhuids vet- en bindweefsel

Informatiefolder over trombose/longembolie en Eliquis

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE

Trombose- en hemostase centrum

Ulcus Cruris de ins & outs. Corien Dekkers MANP Verpleegkundig Specialist

Instructies voor het gebruik van. Humira (adalimumab)

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL

(Anti)stolling in 2017

De pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico

Samenvatting en Discussie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

SAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING

Spoedonderzoek Medlon

Transcriptie:

TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak geconfronteerd met een trombosebeen, wat vaker echter met de verdenking daarop. Bij ongeveer 30% van de patiënten, bij wie deze verdenking bestaat kan ook daadwerkelijk een trombosebeen worden aangetoond met behulp van objectieve diagnostiek. De consequenties van de diagnose zijn ingrijpend. Deze dient dan ook niet meer te worden gesteld op alleen het klinisch beeld. In dit protocol wordt voor patiënten >18 jaar het diagnostisch beleid bij de verdenking op een trombosebeen en de behandeling van besproken. Risicofactoren trombosebeen Bekende risicofactoren voor het ontwikkelen van een trombose7-been zijn: operatie, immobilisatie, trauma, oestrogenen gebruik, zwangerschap/kraambed, maligniteiten/ myeloproliferatieve aandoeningen en lupus anti-coagulans. De laatste jaren zijn een aantal erfelijke factoren bekend geworden: Antitrombine deficiëntie, Proteïne C deficiëntie, Proteïne S deficiëntie, Factor V Leiden, Hyperhomocysteinemie en FII mutatie. Aanwijzingen voor trombosebeen: - Roodheid - Eenzijdig pitting oedeem - Eenzijdig gedilateerde oppervlakkige venen - Pijn - Verhoogde temperatuur been - Zwelling (> 3 cm, gemeten 10 cm onder knie). Klinische beslisregel Het gebruik van de klinische beslisregel is gericht op het veilig uitsluiten dan wel waarschijnlijker maken van de aanwezigheid van door de huisarts. Deze werkwijze is patiëntvriendelijk en kosteneffectief. De strategie kan niet worden gebruikt bij klachten die langer dan dertig dagen bestaan of bij patiënten die anticoagulantia gebruiken. De beslisregel altijd gebruiken in combinatie met een test, behalve bij een score 4. In dat geval wordt de patiënt al verwezen en heeft de test geen toegevoegde waarde voor het beleid. Item Punten 1. Mannelijk geslacht 1 2. Gebruik orale anticonceptie 1 3. Aanwezigheid maligniteit 1 4. Operatie ondergaan in de laatste maand 1 5. Afwezigheid van trauma datzwelling in kuit verklaart 1 6. Uitgezette venen van het been 1 7. Verschil maximale kuitomvang 3 cm 2

VERVOLG TRANSMURAAL PROTOCOL D-dimeren en bepalingen Binnen enkele uren na de vorming van een stolsel vindt afbraak van de fibrineketens plaats, waarbij fragmenten in de bloedsomloop komen. Een bepaling (uitgevoerd in combinatie met de eerstelijnsbeslisregel) waarvan de waarde lager is dan de afkapwaarde van de test, maakt een onwaarschijnlijk. Een waarde boven de afkapwaarde kan wijzen op een, maar ook op een maligniteit, een infectie, zwangerschap of een doorgemaakte operatie. De test kan als zogenaamde point-of-care gebruikt worden door de huisarts in de (groeps)praktijk, de huisartsenpost of bij de patiënt thuis. In een grootschalig onderzoek naar in de huisartspraktijk bleek een eenvoudige kaarttest (vergelijkbaar met een zwangerschapstest) betrouwbaar te gebruiken (zie: Diagnostisch algortisme). Behandeling Het doel van de behandeling op korte termijn is de preventie van longembolie en/of uitbreiding van het stolsel en het voorkomen van een recidief. Op lange termijn is het voorkomen van het posttrombotisch syndroom belangrijk. De behandeling is de laatste jaren sterk vereenvoudigd. Gezien de voorkeur van patiënten en het streven naar kostenbeheersing in de gezondheidszorg heeft thuisbehandeling de voorkeur. - Gestart wordt met een LMWH subcutaan toegediend in een therapeutische dosering, bij voorkeur eenmaal daags, op geleide van het lichaamsgewicht De LMWH moet ten minste vijf dagen worden gecontinueerd en kan worden gestaakt als de INR stabiel en gedurende twee dagen > 2,0 is. De INR-streefwaarde is 2,5, met een therapeutische breedte van 2,0-3,5 - Gelijktijdig wordt begonnen met een acenocoumarol behalve bij patiënten met een maligniteit. Startdosering acenocoumarol 1 mg - eerste dag 6 mg (6 tabletten) - tweede dag 4 mg (4 tabletten) - derde dag 2 mg (2 tabletten) De niet-medicamenteuze behandeling bestaat uit het dragen van therapeutisch elastische kousen; meestal wordt het been eerst compressief gezwachteld. Een steunkous klasse III (onder de knie) is bewezen effectief in de preventie van het posttrombotisch syndroom. Deze wordt na 3 weken aangemeten. Het consequent dragen daarvan gedurende 2 jaar vermindert het aantal patiënten met het posttrombotisch syndroom met 50%.

VERVOLG TRANSMURAAL PROTOCOL Controles De huisarts ziet de patiënt een week nadat de is vastgesteld terug voor controle. Daarnaast kan tijdens de periode dat het been wordt gezwachteld herbeoordeling plaatsvinden; zowel patiënt- als huisartsgebonden factoren spelen hierbij een rol. Bij de controle wordt aandacht besteed aan de volgende punten: - klachten over het been - therapietrouw/complicaties van de antistolling of de compressietherapie - optreden van een recidief- of longembolie(de patiënt wordt geïnstrueerd waarop te letten en wie te benaderen) - uitvoering van het zwachtelen en het aanmeten van therapeutisch elastische kousen. Bij patiënten met, vooral bij degenen zonder bekende risicofactor, is de huisarts in de eerste jaren daarna alert op aanwijzingen voor een onderliggende maligniteit.

TRANSMURAAL PROTOCOL Diagnostisch algoritme Verdenking Klinische Beslis Regel KBR < 3 KBR > 3 Verwijzing vaatlab Geen Verwijzing vaatlab Geen Echo herhalen na 1 week Geen Indien s avonds of s nachts directe diagnostiek in verband met vervoersproblemen of sociale onwenselijkheid niet goed mogelijk is, kan de huisarts eenmalig LMWH spuiten (bijvoorbeeld fraxiparine 85,5 E/kg lichaamsgewicht). Contra-indicatie: verhoogd bloedingsrisico. Er dient dan wel gezorgd te worden voor adequate diagnostiek binnen 24 uur.

TAAKAFSPRAKEN PROTOCOL Telefoonnummer Vaatcentrum: 020-566 4300 (08.00-17.00 uur) Telefoonnummer Polikliniek Hemostase/Trombose: 020-566 2694 (08.00-17.00 uur) Telefoonnummer dienstdoende stollingsarts: 020-566 9111, sein 59459 (08.00-17.00 uur) Telefoonnummer dienstdoende internist: 020-566 9111 (na 17.00 uur) Huisarts klinische beslisregel en eventueel test insturen naar vaatcentrum (na 17.00 uur: dienstdoende internist) Behandeling thuis: - beoordeling van mogelijke verworven risicofactoren - mobiliseren - controle spuiten - stoppen LMWH s na minimaal 5 dagen en INR 2 dagen 2,0-3,0 - aanmeten steunkous klasse III onder de knie na 3 weken. Specialist objectieve diagnostiek trombosebeen evaluatie mogelijkheden thuisbehandeling starten met LMWH en acenocoumarol (dosering volgens standaardschema 6-4-2) en aanmelden bij de Trombosedienst instructie injectietechniek (mondeling en schriftelijk) instructie alarmsymptomen bieden van 24 uurs toegankelijkheid bij onverhoopte complicaties. Na 3 maanden: - controle steunkous - evaluatie noodzaak continueren orale anticoagulantia; bij stoppen afmelden bij Trombosedienst - eventuele nadere trombofilie diagnostiek afmelden bij Trombosedienst - eventuele nadere trombofilie diagnostiek.