Bij u is een trombosebeen geconstateerd. U wordt hiervoor poliklinisch behandeld met bloedverdunners in de vorm van onderhuidspuitjes en tabletten.

Transcriptie

1 Trombosebeen

2 2

3 Inleiding Bij u is een trombosebeen geconstateerd. U wordt hiervoor poliklinisch behandeld met bloedverdunners in de vorm van onderhuidspuitjes en tabletten. Spuitjes (Dalteparine, Fragmin of Nadroparine, Fraxiparine ) U krijgt 1 of 2x per dag een spuitje onder de huid met een bloedverdunnend middel. De eerste keer heeft u het spuitje in het ziekenhuis gekregen. De volgende keren spuit u zelf, een familielid of de wijkverpleegkundige. De bedoeling is dat u iedere dag rond hetzelfde tijdstip een spuitje krijgt. Deze behandeling duurt totdat uw bloed voldoende verdund is door de tabletten (Acenocoumarol, Sintrom ). Dit is doorgaans 5 tot 10 dagen. U hoort van de trombosedienst wanneer de spuitjes gestaakt kunnen worden. Tabletten (Acenocoumarol, Sintrom ) Dezelfde dag dat de diagnose trombose is gesteld, moet u starten met het innemen bloedverdunnende tabletten: - 1 e dag : 6 tabletten - 2 e dag : 4 tabletten - 3 e dag : 2 tabletten De trombosedienst bepaalt aan de hand van controles van het bloed de hoeveelheid tabletten die u de daar opvolgende dagen moet nemen. De eerste controle van het bloed vindt plaats rond dag 4. Het bloed wordt door de trombosedienst geprikt. Wanneer het bloed door de tabletten 2x achter elkaar voldoende verdund is, kan gestopt worden met de spuitjes: de trombosedienst geeft dit dan aan u door. 3

4 De instelling van de tabletten wordt bepaald met bloedprikken waarbij we de waarde van de stolling (op uw trombosekaart aangeduid met INR) prikken. Deze is normaal 1.0. Tijdens de behandeling met Acenocoumarol (Sintrom ) moet deze waarde tussen 2.5 en 3.5 liggen. De behandeling met tabletten duurt meestal 3 tot 6 maanden, maar soms levenslang. Gedurende deze maanden blijft u gecontroleerd door de trombosedienst. U hoort op de afdeling Spoedeisende Hulp hoe u het laten controleren door de trombosedienst kunt regelen. Het telefoonnummer van de trombosedienst is Zwachtel Op de afdeling Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis heeft u om het been met de trombose een zwachtel of een kous gekregen. De eerstvolgende werkdag kunt contact opnemen met de Thuiszorg of Buurtzorg om de zwachtels te vernieuwen. Ook als de zwachtel los gaat zitten kunt u contact opnemen met de Thuiszorg of Buurtzorg. Elastische kous Wanneer het been vrij van zwelling is, wordt een elastische steunkous aangemeten. Zodra het trombosebeen slank is geworden, schakelt de Thuiszorg of Buurtzorg hiervoor de bandagist in. De aanvraag voor de steunkous heeft u op de afdeling Spoedeisende Hulp gekregen. De elastische kous moet u gedurende minimaal 2 jaar dragen om de latere gevolgen van een trombosebeen (bijvoorbeeld: open benen) te voorkomen. Het is belangrijk om de kous iedere dag te dragen. De elastische kous moet u uitdoen voor u gaat slapen. Geen bedrust Het is niet nodig om bedrust te houden. Tot enkele jaren geleden moesten patiënten met een trombosebeen wel bedrust 4

5 houden, maar inmiddels is uit onderzoeken gebleken dat dit niet nodig is. U mag gewoon bewegen en rondlopen maar wel op geleide van de klachten. Dit betekent dat als het been meer pijn gaat doen en/of dikker wordt met lopen, u meer rust moet nemen waarbij u het been zoveel mogelijk hoog legt. Welke klachten of complicaties kunnen er ontstaan? Een complicatie van het trombosebeen kan zijn het optreden van een longembolie. Stukjes van het bloedstolsel in het been kunnen losschieten en komen in de longen terecht. Dit gaat gepaard met pijn bij zuchten of hoesten en kortademigheid. Indien u deze klachten krijgt, moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw huisarts en buiten kantooruren met de dienstdoende huisarts. De kans op het optreden van een longembolie is gering. Een andere complicatie kan zijn dat bloedingen optreden door de bloedverdunners zelf. Voorbeelden hiervan zijn het spontaan ontstaan van blauwe plekken of een bloedneus. Zeldzaam is een bloeding in het maag/darmkanaal. Klachten die hierbij optreden zijn bloed bij de ontlasting, zwarte ontlasting of in ernstige gevallen het braken van bloed. De kans op het optreden van deze problemen is gering. Mocht u een van de hiervoor genoemde klachten optreden, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact op met de (dienstdoend) huisarts. Pijnstilling Een trombosebeen kan pijnlijk zijn. U kunt voor de pijn Paracetamol innemen, maximaal 4x per dag 2 tabletten van 500 mg, eventueel kan dit gecombineerd worden met Codeïne (alleen op recept verkrijgbaar). U kunt beter geen andere pijnstillers zoals Ibuprofen, Nurofen, Alève en dergelijke innemen, omdat deze het effect van de bloedverdunners versterken en het gebruik ervan kan leiden tot het optreden van bloedingen. 5

6 Bij de volgende klachten moet u contact opnemen met de huisarts: veel pijnklachten aan het been; spontaan blauwe plekken of wondjes die lang na blijven bloeden; rood gekleurde urine; bloed bij de ontlasting. zwarte ontlasting of bloedbraken; pijn bij de ademhaling en/of kortademigheid. Vragen Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, neemt u dan contact op met uw huisarts. 6

7 7

8 Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht Jachtlaan JD Delfzijl Postbus RA Delfzijl Telefoon Web: ( ) OZG, locatie Delfzicht 8