FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage
FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken om hun emoties te reguleren. Op basis van een zelfrapportage wordt inzicht gegeven in de manier waarop iemand omgaat met gevoelens van boosheid, angst en verdriet. In dit rapport worden scores gegeven voor twaalf emotieregulatiestrategieën, die worden onderverdeeld in adaptieve strategieën en maladaptieve strategieën. Bij beide categorieën worden drie emotiespecifieke scores (voor boosheid, angst en verdriet) en een totaalscore vastgesteld. De antwoorden op de vragenlijst zijn vergeleken met de normgroep: Nederlandse populatie, mannen en vrouwen, 18-65 jaar. Structuur van dit rapport Profielformulier Schaalscores Schaalinformatie Antwoordstatistieken Het interpreteren van testresultaten is voorbehouden aan gekwalificeerde professionals met voldoende kennis van het gebruik en de toepassing van psychologische tests. Volg altijd de richtlijnen van de desbetreffende beroepsvereniging.
FEEL-E Profielformulier 3 / 14 PROFIELFORMULIER Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen Zelfrapportage Adaptieve strategieën 19 42 Probleemgericht handelen 18 42 Accepteren 20 45 Cognitieve probleemoplossing 18 48 Herevaluatie 18 45 Positieve stemming oproepen 17 40 Vergeten 36 44 Adaptief - Boosheid 41 48 Adaptief - Angst 33 37 Adaptief - Verdriet 110 42 Adaptief - Totaal Maladaptieve strategieën 17 51 Terugtrekken 17 46 Zelfdevaluatie 16 50 Opgeven 20 52 Rumineren 18 59 Negatief denken 15 50 Anderen de schuld geven 31 45 Maladaptief - Boosheid 33 53 Maladaptief - Angst 39 58 Maladaptief - Verdriet 103 53 Maladaptief - Totaal
FEEL-E Schaalscores 4 / 14 SCHAALSCORES Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen Zelfrapportage Adaptieve strategieën Schaalscores Ruwe score Normscore Probleemgericht handelen 19 42 Accepteren 18 42 Cognitieve probleemoplossing 20 45 Herevaluatie 18 48 Positieve stemming oproepen 18 45 Vergeten 17 40 Adaptief - Boosheid 36 44 Adaptief - Angst 41 48 Adaptief - Verdriet 33 37 Adaptief - Totaal 110 42 Maladaptieve strategieën Terugtrekken 17 51 Zelfdevaluatie 17 46 Opgeven 16 50 Rumineren 20 52 Negatief denken 18 59 Anderen de schuld geven 15 50 Maladaptief - Boosheid 31 45 Maladaptief - Angst 33 53 Maladaptief - Verdriet 39 58 Maladaptief - Totaal 103 53
5 / 14 SCHAALINFORMATIE Probleemgericht handelen Ruwe score 19 Normscore 42 De strategie Probleemgericht handelen heeft betrekking op het zelf veranderen van de negatieve situatie die je boos/bang/verdrietig maakt. Accepteren Ruwe score 18 Normscore 42 Met de strategie Accepteren wordt bedoeld: je neerleggen bij wat er gebeurd is en er het beste van van maken.
6 / 14 Cognitieve probleemoplossing Ruwe score 20 Normscore 45 De strategie Cognitieve probleemoplossing verwijst naar het nadenken over wat je zou kunnen doen (of had kunnen doen) om het probleem op te lossen. Herevaluatie Ruwe score 18 Normscore 48 Met de strategie Herevaluatie wordt bedoeld: het probleem dat je boos/bang/verdrietig maakt minimaliseren, door te denken dat het niet zo erg of niet zo belangrijk is. Positieve stemming oproepen Ruwe score 18 Normscore 45 De strategie Positieve stemming oproepen heeft betrekking op het opzoeken van een andere stemming door aan iets positiefs te denken of door iets positiefs te doen.
7 / 14 Vergeten Ruwe score 17 Normscore 40 De strategie Vergeten heeft betrekking op het proberen te vergeten wat je boos/bang/verdrietig maakt en denken dat het voorbij zal gaan. Adaptief - Boosheid Ruwe score 36 Normscore 44 Deze schaal meet in hoeverre iemand gebruik maakt van adaptieve strategieën om zijn/haar boosheid te reguleren. Een lage score (T < 40) wijst erop dat de respondent deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet bij gevoelens van boosheid. Een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) betekent dat er voldoende of veel gebruik wordt gemaakt van adaptieve strategieën om boosheid te reguleren.
8 / 14 Adaptief - Angst Ruwe score 41 Normscore 48 Deze schaal meet in hoeverre iemand gebruik maakt van adaptieve strategieën om zijn/haar angst te reguleren. Een lage score (T < 40) wijst erop dat de respondent deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet bij gevoelens van angst. Een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) betekent dat er voldoende of veel gebruik wordt gemaakt van adaptieve strategieën om angst te reguleren. Adaptief - Verdriet Ruwe score 33 Normscore 37 Deze schaal meet in hoeverre iemand gebruik maakt van adaptieve strategieën om zijn/haar verdriet te reguleren. Een lage score (T < 40) wijst erop dat de respondent deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet bij gevoelens van verdriet. Een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) betekent dat er voldoende of veel gebruik wordt gemaakt van adaptieve strategieën om verdriet te reguleren.
9 / 14 Adaptief - Totaal Ruwe score 110 Normscore 42 Als er voor de totaalscore van de adaptieve strategieën (of voor de schalen binnen deze categorie) een T-score < 40 wordt vastgesteld, dan kan gesteld worden dat de respondent deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet om zijn/haar gevoelens te reguleren. Over de oorzaak hiervan kunnen echter geen uitspraken gedaan worden. In volgende diagnostische stappen kan worden onderzocht of het om een acuut of chronisch probleem gaat, of om een fundamenteel gebrek aan competentie. Er kan dan ook overwogen worden om een therapeutische interventie op te starten om de oorzaak van het probleem aan te pakken. Tevens kan een training geïndiceerd worden om de adaptieve emotieregulatiestrategieën te verwerven. Bij een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) is er sprake van een bevredigend of zeer goed ontwikkeld regulatiegedrag, hetgeen welzijnsbevorderend is. Bij bovengemiddelde T-scores kan de betreffende omgang met emoties ook als sterkte beschouwd worden, hetgeen eventueel gebruikt kan worden in het therapeutische proces. Terugtrekken Ruwe score 17 Normscore 51 De strategie Terugtrekken heeft betrekking op het niet willen zien van anderen wanneer je boos/ bang/verdrietig bent.
10 / 14 Zelfdevaluatie Ruwe score 17 Normscore 46 De strategie Zelfdevaluatie verwijst naar het denken dat het alleen jouw probleem is en de fout bij jezelf leggen. Opgeven Ruwe score 16 Normscore 50 De strategie Opgeven heeft betrekking op het denken dat je niets kunt doen om je boosheid/angst/ verdriet te veranderen. Rumineren Ruwe score 20 Normscore 52 Met de strategie Rumineren wordt bedoeld: voortdurend blijven denken waarom je je boos/bang/ verdrietig voelt en de gedachten die ermee geassocieerd zijn niet uit je hoofd krijgen.
11 / 14 Negatief denken Ruwe score 18 Normscore 59 De strategie Negatief denken verwijst naar 'catastrofale gedachten'; het denken dat wat je hebt meegemaakt zeer erg is. Anderen de schuld geven Ruwe score 15 Normscore 50 De strategie Anderen de schuld geven heeft betrekking op het denken dat het probleem voornamelijk bij de ander ligt.
12 / 14 Maladaptief - Boosheid Ruwe score 31 Normscore 45 Deze schaal meet in hoeverre iemand gebruik maakt van maladaptieve strategieën om zijn/haar boosheid te reguleren. Een hoge score (T > 60) wijst erop dat er bij gevoelens van boosheid bovengemiddeld (of relatief vaak) gebruik wordt gemaakt van emotieregulatiestrategieën die nadelig zijn voor het welbevinden. Een normale score (40 < T < 60) of lage hoge score (T < 40) wijst op een normaal of benedengemiddeld gebruik van maladaptieve strategieën bij het reguleren van boosheid, hetgeen niet als problematisch wordt gezien. Maladaptief - Angst Ruwe score 33 Normscore 53 Deze schaal meet in hoeverre iemand gebruik maakt van maladaptieve strategieën om zijn/haar angst te reguleren. Een hoge score (T > 60) wijst erop dat er bij gevoelens van angst bovengemiddeld (of relatief vaak) gebruik wordt gemaakt van emotieregulatiestrategieën die nadelig zijn voor het welbevinden. Een normale score (40 < T < 60) of lage hoge score (T < 40) wijst op een normaal of benedengemiddeld gebruik van maladaptieve strategieën bij het reguleren van angst, hetgeen niet als problematisch wordt gezien.
13 / 14 Maladaptief - Verdriet Ruwe score 39 Normscore 58 Deze schaal meet in hoeverre iemand gebruik maakt van maladaptieve strategieën om zijn/haar verdriet te reguleren. Een hoge score (T > 60) wijst erop dat er bij gevoelens van verdriet bovengemiddeld (of relatief vaak) gebruik wordt gemaakt van emotieregulatiestrategieën die nadelig zijn voor het welbevinden. Een normale score (40 < T < 60) of lage hoge score (T < 40) wijst op een normaal of benedengemiddeld gebruik van maladaptieve strategieën bij het reguleren van verdriet, hetgeen niet als problematisch wordt gezien. Maladaptief - Totaal Ruwe score 103 Normscore 53 Als er voor de totaalscore van de maladaptieve strategieën (of voor de schalen binnen deze categorie) een T-score > 60 wordt vastgesteld, dan kan worden uitgegaan van een disfunctioneel gebruik en een voor het welbevinden nadelige inzet van deze strategieën. Naast verdere diagnostiek om de mogelijke klinische of sociale oorzaken (of in stand houdende factoren) te identificeren, worden ook hier therapeutische interventies en/of gerichte trainingen aanbevolen om de maladaptieve emotieregulatiestrategieën te veranderen of het gebruik ervan te verminderen. Bij een normale T-score (40 < T < 60) of een lage T-score (T < 40) kan worden uitgegaan worden van een normaal of benedengemiddeld gebruik van de betreffende maladaptieve strategieën, hetgeen niet als problematisch wordt gezien.
FEEL-E Antwoordstatistieken 14 / 14 ANTWOORDSTATISTIEKEN Antwoordverdeling 1 1 % 2 28 % 3 44 % 4 26 % 5 0 %