Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK



Vergelijkbare documenten
Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa.

Werkblad Meander Thema 4: Platteland

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

In welk land ligt Oslo? Noorwegen. Welk land is een eiland in de Noordelijke IJszee? IJsland Welke letter heeft die zee op de kaart?

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

.92. Landbouw in West-Europa. Wat ga je leren? Begrippen

Ik ben een Europees burger. Ik kan het laten zien.

Ik ben de Klomp. Europees landbouwbeleid groep 5-6. De Klomp is een boer. Wel een hele aardige boer. Maar wel met een boer n accent.

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

Thema 1 Onderweg. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7

Thema 1 Onderweg. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Vakantie en vervoer. Recreatie en toerisme. Onder de loep. Frankrijk en België

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Meander. Aardrijkskunde LESBOEK THEMA 4 LES 5

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU?

Ik ben de Klomp. De Klomp is een boer. Wel een hele aardige boer. Maar wel met een boer n accent. EUROPEES LANDBOUWBELEID GROEP 5 6

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Ik ben de Klomp. De Klomp is een boer. Wel een hele aardige boer. Maar wel met een boer n accent. EUROPEES LANDBOUWBELEID GROEP 7 8

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Paragraaf 4: Kansen voor Afrika. Waarom blijft de ontwikkeling van Afrika achter bij die van andere gebieden in de wereld?

Mijn kledinggebruik. Succes! Dit gedeelte gaat over het kopen van kleding.

DE WERKVORM IN HET KORT

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

BOER IN DE BUURT DIT IS HET WERKBOEK VAN:...

Antwoordenvel Handel en Wandel, primair onderwijs

De kritische consument

Op de portaalsite van de Europese Unie, is veel informatie over de Europese Unie te vinden.

Samenvatting. 1 Voelt de zon overal even warm aan?

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

Het onze Vader. Naam:

Les 1 woordenschat 2F. de markt de uitvinding favoriet waarde hechten aan waar voor je geld krijgen de consumptie de trend de claim

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009

HANDLEIDING THEMA 4 LES 3. Meander. Aardrijkskunde

KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN LESTIPS OP HET STARTPUNT VOOR EUROPA IN HET ONDERWIJS. werkvel - 1. Tweede Fase Havo/vwo

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Werkboekje. Natuur en milieu educatie. Groep 7. Naam: Fruit in de mix. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna

Landengids voor: Landengids

Mede mogelijk gemaakt door de Iona Stichting en Vos/Abb

BOSATLAS VRAGENSET ANTWOORDMODEL VAN HET VOEDSEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES

-.. c=~ áe~~~~~ het Europese platteland eruit?

Kinderen zonder papieren

MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars boeien.

Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. Opdracht 2: Gebruik kaart 2: Europa; Wateren en gebergten.

Lesbrief Iedereen betaalt belasting

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed.

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

Topografie Europa Groep 7

Landen van Europa. IJSLAND Reykjavik NOORWEGEN DENE- MARKEN VERENIGD KONINKRIJK IERLAND POLEN DUITSLAND BELGIË TSJECHIË OOSTEN- RIJK FRANKRIJK ITALIË

kan een gebied krimpen?

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1

EUROPA EN JIJ. Raad van de Europese Unie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Spanje. Portugal. Italië. Zwitserland. Oostenrijk. Polen. Tsjechië. Slowakije. Hongarije. Slovenië. Kroatië. Bosnië-Hercegovina

HOOFDSTUK Waar het in dit boek over gaat Antwoorden op levensvragen Nadenken over levensvragen Het nut van nadenken over je levensbeschouwing

Griep uit Mexico. Oefeningen

I LOVE AFVAL SCHEIDEN! JIJ OOK?

Prijsstabiliteit: waarom is dat belangrijk voor jou? Voorlichtingsbrochure voor leerlingen

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Verwijswoorden begrijpen

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Antwoorden Economie Handel

Lesbrief voor het basisonderwijs Bovenbouw

ZAAIEN EN WIEDEN SPEURTOCHT

EUROPA - PUZZEL. Stuklijst. Aantal Afmetingen (mm)

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

lesprogramma Duurzaamheid les 1: maken Cradle to Cradle uitgelegd voor kinderen

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

maakboek In dit Klooikoffer Maakboek vertel je over je werkstuk. Zo leren anderen van jouw werk. Dat is toch gaaf?

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Toepassen

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

WERKBLADEN VOOR DE LEERLINGEN

Europese Raad WERKBLAD

Het Groot en Bijzonder Verdriet Doe Boek

MODULE II. Wat heb jij aan de Europese Unie?

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?

BOER IN DE BUURT DIT IS HET WERKBOEK VAN:...

Essay door Jojanneke Scheepers

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw theoretische leerweg

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten

Colofon: Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, 2015.

Transcriptie:

7 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK

7 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK Eindredactie: Carla Wiechers Leerlijnen: Mark van Heck Auteurs: Meie Kiel, Jacques van der Pijl, Maril Rijks THEMA 4

thema 4 les 1 Volop voedsel les 2 les 3 les 4 STAP 1 Overal landbouw 1 Wat kunnen de boeren uit de witte landen hebben gezegd? Trek een lijn van de uitspraak naar het goede land. Ik heb mijn eigen geitenkaasbedrijf. Citroenen, daarvoor moet je bij mij zijn. Mijn bedrijf is gelukkig gemoderniseerd! Hier lijkt de landbouw wel erg op die in Nederland. 2 Waar of niet waar? Zet een kruisje in het goede vak. a Sojabonen worden in de Europese Unie alleen in Italië verbouwd. b Elk land in Europa is wel bekend om een product uit de landbouw. d Italiaanse boeren verbouwen veel pasta. e In Spanje en Griekenland worden olijven verbouwd. waar niet waar Ga naar STAP 2 in je lesboek. 64

STAP 2 Wat komt er uit Nederland? 3 Kies de beste omschrijving. Een boer doet aan tuinbouw in de volle grond, als: hij boontjes, winterpeen en kool verbouwt. hij alleen s zomers zijn land bebouwt. hij zijn producten buiten in de grond verbouwt. hij zijn koeien buiten laat grazen. 4 Welke typisch Nederlandse producten lust jij graag? Maak een top-5. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 65

thema 4 les 1 Volop voedsel les 2 les 3 les 4 STAP 3 De landbouw verandert 5 Waar of niet waar? Zet een kruisje in het goede vak. a b c d e Door het gebruik van kunstmest kan een boer meer produceren. Een moderne boer kan best zonder de hulp van allerlei machines. Er zijn in Europa bijna geen boeren meer die alleen voor zichzelf produceren. Een boer die zich specialiseert, gebruikt maar één soort kunstmest. Zo weinig mogelijk produceren op een groot stuk land, noem je bio-industrie. waar niet waar 6 Een boer kan niet zomaar alles verbouwen. Met welke twee dingen heeft hij te maken? Vul in. a Met, want b Met, want Ga naar STAP 24 in je lesboek. 66

STAP 4 Voor Europa en daarbuiten 7 Zet de cijfers 1 tot en met 4 in de hokjes. Wat kwam eerst, wat daarna? De boer produceert alleen nog maar voor de markt. De boer produceert veel meer dan hij zelf gebruiken kan. Hij verkoopt zijn producten. De boer produceert voor eigen gebruik. En voor zijn dieren. De boer produceert voor eigen gebruik en voor zijn dieren. Wat hij over heeft, verkoopt hij. 8a Hoe noem je het gebied waaraan de boer zijn producten kwijt kan? b Welk hulpmiddel gebruikt de boer om steeds meer te kunnen produceren? Extra 1 Boeren in het buitenland hebben vaak wel meer arbeiders in dienst. Toch zijn hun producten goedkoper dan die uit Nederland. Leg uit hoe dat kan. 2 Machines nemen boeren steeds meer werk uit handen. Hoe helpen machines jou en je ouders thuis, en op hun werk? Schat in hoeveel tijd het zou schelen als je alles met de hand had moeten doen. Schrijf er een stukje over. 67

thema 4 les 1 les 2 Nooit meer honger! les 3 les 4 STAP 1 Steun voor de boeren 1 Boeren kregen vlak na de Tweede Wereldoorlog een vaste prijs voor hun producten. a Het voordeel daarvan was b Het nadeel daarvan was 2 Het overschot aan voedselproducten weggeven aan arme landen, is geen goed idee. Leg uit waarom niet. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 68

STAP 2 Steun, maar anders 3 Hoe voorkomt de EU dat er opnieuw overschotten aan voedsel ontstaan? Geef twee antwoorden. Kijk ook naar de tekeningen. 4 Door de nieuwe subsidieregeling bespaarde de EU veel geld. a Een deel van dat geld ging naar b Waarvoor werd dat geld gebruikt? Ga naar STAP 3 in je lesboek. 69

thema 4 les 1 les 2 Nooit meer honger! les 3 les 4 STAP 3 Regels zijn nodig 5 Boeren gebruiken in de landbouw vaak chemische middelen. De EU heeft voor dat gebruik regels vastgesteld. Waarom? Kruis aan wat goed is. Omdat alle chemische middelen schadelijk zijn voor je gezondheid. Omdat de EU vindt dat boeren alleen nog aan biologische landbouw mogen doen. Omdat je door het gebruik van chemische middelen overproductie krijgt. Omdat de EU zo op de veiligheid en de kwaliteit van ons voedsel kan letten. 6 Noem de twee belangrijkste regels waaraan de boer op een biologisch landbouwbedrijf zich moet houden. Ga naar STAP 24 in je lesboek. 70

STAP 4 Help, het platteland verandert! 7 De EU geeft subsidie aan boeren die een camping beginnen op een deel van hun bedrijf. Waarom is dat? 8 Hoe zou het platteland gaan veranderen als de EU hier niks aan zou doen? Bedenk zelf een antwoord. Extra 1 In de tekst las je dat sommige boeren een camping beginnen. Wat zouden boeren nog meer met hun boerderij kunnen doen om extra geld te gaan verdienen? Werk een van je ideeën eens uit. 2 Maak een stripverhaal over hoe schadelijke insecten in de biologische landbouw worden bestreden. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 71

thema 4 les 1 les 2 les 3 Onder de loep les 4 STAP 1 Noordwest-Europa 1a Schrijf de namen Engeland, Schotland en Wales op de goede plaats in de kaart. b In welk land lopen veel runderen en schapen vrij rond? Trek een gekleurde lijn om dat land. c Met welk land vormen Engeland, Schotland en Wales samen het Verenigd Koninkrijk? Kleur dat land groen en vul de naam op de goede plek op de kaart in. d Schrijf de namen van de Scandinavische landen in de kaart. Zet ook de naam van de hoofdstad van elk land in de kaart. 2 Zet de namen van de steden Liverpool, Glasgow, Londen en Dublin op de goede plaats in de kaart. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 72

Ga naar STAP 3 in je lesboek. 73

thema 4 les 1 les 2 les 3 Onder de loep les 4 STAP 2 Zuidwest-Europa 3a Zet de naam van de stad Milaan en de rivier de Po op de goede plaats in de kaart. b Op welk eiland vind je de beroemde vulkaan de Etna? Schrijf de naam op de goede plek op de kaart. c Wat is de hoofdstad van Portugal? Schrijf het op de goede plek op de kaart. 4a In welk land zie je veel kurkeiken? b Welk product wordt er in Spanje verbouwd? c In welk Europees land is de meeste landbouw? d e Schrijf de namen van de landen op de goede plek op de kaart. Schrijf de namen van de steden die je nog niet hebt ingevuld op de kaart. Ga naar STAP 3 in je lesboek. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 74

Ga naar STAP 3 in je lesboek. 75

thema 4 les 1 les 2 les 3 Onder de loep les 4 STAP 3 Oost-Europa 5a Schrijf Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Polen, Griekenland, Turkije en Roemenië in de kaart. b Zet de namen van de hoofdsteden in de kaart. c Oefen welke landen bij welke hoofdstad horen. 6a Waar vind je veel zonnebloemen? Trek een gekleurde lijn om dit land. b Kleur het land waar veel Nederlandse boeren zijn gaan wonen rood. Ga naar STAP 4 in je lesboek. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 76

Ga naar STAP 3 in je lesboek. 77

thema 4 les 1 les 2 les 3 Onder de loep les 4 STAP 4 De kaart 7 Schrijf de vetgedrukte letters van de landen, plaatsen, eilanden en gebieden op de goede plek op de kaart. De namen met een plusje doe je nog niet. landen Schotland Verenigd Koninkrijk plaatsen Ankara Athene Boekarest Bratislava Budapest Dublin Glasgow Helsinki Istanbul Kopenhagen Lissabon Liverpool Londen Milaan Oslo Parijs Praag Rome Stockholm Warschau + Sofia + Zagreb eilanden Sicilië Kreta + Sardinië gebieden Engeland Scandinavië + Noord-Ierland + Wales 78 8 Leer de namen uit je hoofd. Extra 1a Kreta en Sardinië zijn eilanden waar veel toeristen heengaan. Waarom zal dat zo zijn, denk je? Denk aan de plek waar ze liggen. b Schrijf Sardinië op de goede plek op de kaart. 2 Schrijf ook op waar Wales, Noord-Ierland, Sofia en Zagreb liggen. Ga naar STAP 2 in je lesboek.

Ga naar STAP 3 in je lesboek. 79

thema 4 les 1 les 2 les 3 les 4 Goed om te weten STAP 1 Samenvatting 1a Welke zinnen zijn waar? Zet daar een kruisje voor. In bijna alle EU-landen ziet de landbouw er precies hetzelfde uit. Veel is hetzelfde, maar toch is de landbouw in elk EU-land weer anders. De landbouwbedrijven in de EU produceren meer en meer. Bijna alle producten uit de landbouw blijven in Europa. De EU gaf boeren lange tijd een vaste prijs voor hun producten. De EU geeft boeren nu geen vaste prijs meer voor hun producten. b Een boer krijgt een fatsoenlijk inkomen. Dat garandeert de EU. Waar moet een boer dan voor zorgen? c Waarom is dat zo belangrijk? 2a Bekijk de tekening. Deze boerenfamilie is gestopt met haar bedrijf. Waarmee verdienen de man en de vrouw nu hun geld? b Als steeds meer boeren met hun bedrijf stoppen, verandert het platteland. Wat zal er bijvoorbeeld kunnen veranderen? Ga naar STAP 2 in je lesboek. 80

STAP 2 Begrippen 3 Bij elk begrip hoort een omschrijving. Zoek ze bij elkaar en trek de lijnen. afzetgebied biologische landbouw bio-industrie melkquotum overproductie subsidie tuinbouw in de volle grond specialiseren Het telen van groente, fruit, bloemen of sierplanten in de buitenlucht. Geld van de regering om mensen, verenigingen of bedrijven te helpen. Het houden van bijvoorbeeld heel veel kippen, varkens of koeien op een klein oppervlak om met zo min mogelijk kosten zoveel mogelijk te verdienen. De hoeveelheid melk die een bedrijf mag produceren. Je richten op één ding. Een vorm van landbouw waarbij geen kunstmest en schadelijke bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Als er van iets meer wordt geproduceerd, dan er nodig is. Het gebied waar je je producten aan verkoopt. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 81

thema 4 les 1 les 2 les 3 les 4 Goed om te weten STAP 3 Concurreren met de wereld 4 Waarom betalen bijvoorbeeld Afrikaanse boeren invoerrechten aan de grens van de EU? 5 Hoe komt het dat boeren uit arme landen vaak arm blijven? Ga naar STAP 24 in je lesboek. 82

STAP 4 Fair Trade 6 Hoe komt het dat Carlos het nu beter heeft? 7 Omdat Fair Trade-producten duurder zijn, worden ze niet altijd goed verkocht. Wat zou helpen is meer reclame. Bedenk jij eens een reclame voor één van deze producten die veel kinderen in jouw klas zou aanspreken. Extra 1 Zoek naar meer informatie over Fair Trade. Zoek zoveel mogelijk informatie over de boeren en schrijf er een verhaal over. 2 Vind je het ook belangrijk dat meer mensen meer producten kopen uit een eerlijke handel? Ontwerp een poster waarop je dat laat Ga naar zien. STAP 3 in je lesboek. 83

ISBN 978 90 345 4583 1 9 789034 545831 506866