37 330 50 % 45 % 2 533,50 Personenbelasting 20 370 40 % 3 260,00 2 220 8 590 30 % 089,00 0 25 % 2 47,50 37 330 50 % gezamenlijk belastbaar inkomen niet meer dan 25 990 37 330 50 % gezamenlijk belastbaar inkomen ligt tussen 25 990 en 26 270 25 990 45 % 2 533,50 26 270 25 990 45 % 2 533,50 20 370 40 % 3 260,00 20 370 40 % 3 260,00 2 220 8 590 30 % 25 % 089,00 2 220 8 590 30 % 25 % 089,00 0 7 270 2 47,50-25% van 7270 = (8590-7270)*25% = 330 0 7 270 - max 280 2 47,50
26 270 37 330 50 % 45 % 2 533,50 gezamenlijk belastbaar inkomen meer dan 26 270 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd. Deel uitmaken van het gezin - pagina 43 20 370 2 220 8 590 40 % 30 % 25 % 3 260,00 089,00 2. Nettobestaansmiddelen - pagina 48 0 6 990 2 47,50 Kind ten laste oefening pagina 47 Wie is een kind? Het is elke persoon die de volle leeftijd van 25 jaar niet heeft bereikt of die valt onder het statuut van de verlengde minderjarigheid. Verlengde minderjarigheid Iemand die door de rechtbank in staat van verlengde minderjarigheid werd geplaatst, wordt gelijkgesteld aan een minderjarige beneden de 5 jaar, zowel ten aanzien van het beheer van zijn goederen als ten aanzien van zijn persoon. De persoon in verlengde minderjarigheid kan geen enkele rechtshandeling stellen. Alle daden van beheer worden door zijn ouders, zijn overlevende ouder of zijn voogd gesteld.
50% -50% verdeling co-ouderschap Voorbeeld pagina 47 50% -50% verdeling co-ouderschap Voorbeeld pagina 47 Katrien Pim 490 4 3 860 Katrien Pim 490 4 3 860 2 2 3 NSG NSG 3 NSG + 2 NSG = = 5 Kinderen ten laste Kind ten laste 50% -50% verdeling co-ouderschap Voorbeeld pagina 47 Katrien 2 Pim 3 NSG + 2 NSG = = 5 Kinderen ten laste Kind ten laste 490 4 3 860 onze oefening uit vorige les - ½*3820 + ½*3820 = 3 860 + 5 290-90 = 490 + 90 = 7 240 = 3 400
75% -25% verdeling co-ouderschap OEFENING 490 4 3 860 oefening pagina 50 3 NSG + 3 NSG waar zw geh. = = 4 Kinderen ten laste 4 Kinderen ten laste - 25%*490 + 25%*490 = 3 860-372,50 = 3 860 + 372,50 = 3 487,50 = 4 232,50 2. Nettobestaansmiddelen zie pagina 48 e.v. Is kind ten laste? indien 3 070 EUR t.l.v. alleenstaande 4 440 EUR t.l.v. alleenstaande + zw geh 5 630 EUR bestaansmiddelen = alle belastbare en niet-belastbare inkomens Is kind ten laste? indien <3 070 EUR t.l.v. alleenstaande <4 440 EUR t.l.v. alleenstaande + zw geh <5 630 EUR daar onr. inkomen (500 x 2) > KI (550) daar geen bewezen kosten dus forfetair Voorbeeld pagina 50 uitleg op pag 48 en 49 revalorisatie coëfficiënt Art. 3, WIB 92 met uitzondering van... (pagina 48) o.a. toegekende onderhoudsgelden 3 070 jobstudent 2 560 Steeds rekening houden met de netto-bedragen Keuze van kostentoepassing OF forfetair OF werkelijk KI Onr. Ink. 500 x 2 6 000,00 - kosten - 536,33 = 40% op 6 000 met max. 2/3 x 550 x 4,9 Roer. Ink. 400,00 - kosten - 80,00 (20 % op 400,00) Voor inkomen uit Onr Goederen zie pag 49 onderaan 4 463,67 + 320 = 4 783,67 > 30 7 0 dus NIET ten laste
oefening pagina 50 Is kind ten laste? indien <3 070 EUR t.l.v. alleenstaande <4 440 EUR t.l.v. alleenstaande + zw geh <5 630 EUR Voorbeeld 2 pagina 50 uitleg op pag 48 en 49 3600-3070 = 530 onderhoudsgelden. 3 600,00 - vrijstelling - 3 070,00-20% - 06,00 Bezoldiging. 3 000,00 - vrijstelling - 2 560,00-430 forf - 430,00 Totaal 434,00 434,00 < 4 440,00 dus WEL ten laste Is kind ten laste? indien <3 070 EUR t.l.v. alleenstaande <4 440 EUR t.l.v. alleenstaande + zw geh <5 630 EUR Is het kind ten laste indien: Sven is 7 jaar op januari Mag Sven als een kind ten laste worden beschouwd? Sven heeft een studentenjob waarbij hij 3 400 euro heeft verdiend + onderhoudsgeld t.w.v. 5 000 euro Hij heeft een studentenjob waarbij hij 3 400 euro heeft verdiend + onderhoudsgeld t.w.v. 5 000 euro bezoldiging: 3 400 vrijstelling - 2 560 totaal: 840 - kosten (forf) - 430 onderhoudsgeld 5 000 vrijstelling - 3 070 930-20% kosten - 386 954 < 3 070 dus ten laste
oefening pagina 5. 2. Is het kind ten laste Kinderen < 3 jaar waarvoor geen kinderoppaskosten 2 kinderen ( zw.geh.) = + 2* = 3 Toeslag belastingvrije som 8 570,00 Toeslag voor kind zonder kinderoppaskosten. 00,00 TOTAAL 9 670,00 Voorbeeld pagina 5 uitleg op pag 5 490 4 3 860 550 * 2 ( zw.geh.) Annick heeft 4 kinderen; Jos, Anne, Peter en Marijke Op januari is hun leeftijd respectievelijk, 2, 4 en 8 jaar Voor de jongste (Jos) wordt de kinderoppas wel in rekening gebracht Bereken de totale toeslag van de belastingvrije som
Annick heeft 4 kinderen; Jos, Anne, Peter en Marijke. Op januari is hun leeftijd respectievelijk, 2, 4 en 8 jaar Voor de jongste (Jos) wordt de kinderoppas wel in rekening gebracht Bereken de totale toeslag van de belastingvrije som oefening pagina 53 kind < 3 jaar waarvoor geen kinderoppaskosten 490 4 3 860 Toeslag belastingvrije som 3 860,00 Toeslag voor kind zonder kinderoppaskosten. 550,00 TOTAAL 4 40,00 Art. 735. De afstand in bloedverwantschap wordt bepaald door het getal van de generaties; elke generatie wordt een graad genoemd. Art. 736. De opvolging van graden maakt de lijn : men noemt rechte lijn de opvolging van graden tussen personen die de ene van de andere afstammen; zijlijn, de opvolging van graden tussen personen die niet de ene van de andere, maar van een gemene stamvader afstammen. In de rechte lijn onderscheidt men de rechte nederdalende lijn en de rechte opgaande lijn. De eerste verbindt de stamvader met de personen die van hem afstammen; de laatste verbindt een persoon met degenen van wie hij afstand. Art. 737. In de rechte lijn rekent men zoveel graden als er generatie zijn tussen de personen : zo staat de zoon, met betrekking tot de vader, in de eerste graad; de kleinzoon, in de tweede; en zulks geldt wederkerig voor de vader en de grootvader, met betrekking tot zonen en kleinzonen. Art. 738. In de zijlijn worden de graden bepaald door het getal van de generaties, te rekenen van een van de bloedverwanten tot aan de gemene stamvader, zonder deze mee te tellen, en vervolgens van deze tot aan de andere bloedverwant. Zo staan twee broeders in de tweede graad; oom en neef, in de derde graad; volle neven, in de vierde graad; en zoverder.
In rechtstreekse lijn De graad komt overeen met het aantal generaties tussen de persoon en de betrokken verwant: kinderen en ouders zijn verwant in de eerste graad, kleinkinderen en grootouders in de tweede graad en ga zo maar door. In de zijlijn De graad stemt dan overeen met het aantal generaties tussen de persoon en de gemeenschappelijke voorouder + het aantal generaties tussen de gemeenschappelijke voorouder en de verwant. Zo zijn broer en zus dus verwant in de tweede graad. ouder Kind Kleinkind ouder ouder Kind Kleinkind Overgrootouder Overgrootouder ouder U Ouder Broer/Zus
U Ouder Broer/Zus Ouder Oom/Tante Kind U Ouder U Oom/Tante Volle neef/nicht Kozijn Verhoging voor de opvang van bejaarden Voorbeeld pagina 53 uitleg op pag 52 en 53 Eerste vraag: hoeveel ascendenten kunnen ten laste worden genomen? pensioen Moniek 3 000 - kosten - 600 (20% op 3 000) Totaal 2 400 som = 5 420 3 070,0 6 40,00 pensioen André 28 535 - vrijstelling - 24 760 Subtotaal 3 775 - kosten - 755 (20 % op 3 775) Totaal 3 020 alle 2 geen : 2 970,00
oefening pagina 55 Verhoging voor de alleenstaande met kinderlast Voorbeeld pagina 55 uitleg op pag 55 De totale belastingvrije som van de weduwe bedraagt basisbedrag 7 270 + 2 kinderen ten laste 3 820 + kind <3 jaar 550 + alleenstaande met kinderlast 490 TOTAAL 3 30 EUR 490 4 3 860 Kinderen < 3 jaar (voor.. van het ajr) waarvoor geen kinderoppaskosten 550 euro oefening pagina 56 50% -50% verdeling co-ouderschap Katrien 2 Pim 3 NSG + 2 NSG = = 5 Kinderen ten laste Kind ten laste - ½*3820 + ½*3820 = 3 860 + 5 290-90 = 490 + 90 = 7 240 = 3 400 Voorbeeld pagina 47 490 4 3 860
50% -50% verdeling co-ouderschap zie ook oef op pagina 47 Voorbeeld pagina 56 Rika 4 Harry inkomen > inkomengrens (26 270) 6 990 + toeslag 4 kinderen in co-ouderschap 6 930 + kind <3 jaar in co-ouderschap 275 + alleenstaande met kinderlast 490 belastbaar inkomen: 28 000 TOTAAL 5 685 /2 /2 490 4 3 860 Kinderen < 3 jaar (voor.. van het ajr) waarvoor geen kinderoppaskosten 550 euro kinderen,5 gn werk.oppask 2,5 6 en 8 Berekening van de belastingvrije som