Fontys Hogescholen. Dans en Docent Dans. Beperkte opleidingsbeoordeling



Vergelijkbare documenten
Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Wijzigingsbesluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbomaster

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Avans Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791).

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

NSE: Van vraag naar verbetering

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Fontys Hogescholen. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. Beperkte opleidingsbeoordeling

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool Rotterdam

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Hogeschool Rotterdam. Culturele en Maatschappelijke Vorming. Beperkte opleidingsbeoordeling

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

De Haagse Hogeschool. Hogeschool Rotterdam. HBO-Nederland

esluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Stenden Hogeschool

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Maritiem Officier van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van Stenden Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

B Creative Technology

ZUYD HOGESCHOOL

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg

praktijkvakken spel 6 6 beweging 2 2 stem 2 2 muziek 2 2 scenografie 2 2 Theatermaken 6 6

(67,5 EC) (postinitieel) 15 mei 2017 Master of Arts deeltijd Nijmegen, Rotterdam

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bacheior Engineering van de Zuyd Hogeschool

Fontys Hogescholen. Pedagogisch Management Kinderopvang. Beperkte opleidingsbeoordeling

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

B Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Verslag van de uitgebreide opleidingsbeoordeling 21 en 22 november 2013

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bachelor Opleiding Muziek Bijlage Muziektheater

Informatie werkplekleren

TONEELACADEMIE MAASTRICHT

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Opleiding tot Fysiotherapeut van Hogeschool Leiden

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Protocol PDG en educatieve minor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Mechatronica van de Avans Hogeschool

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. HAS Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van de Avans Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Medische Hulpverlening van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de Avans Hogeschool

juli juli 2015

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Muziek van de Fontys Hogescholen

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

HZ University of Applied Sciences hbo-bachelor Chemie (240 EC) 3 mei 2017 Bachelor of Science voltijd Applied Chemistry; Life Sciences Vlissingen

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

NHL Hogeschool. Bedrijfseconomie en Ad Bedrijfseconomie. Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Christelijke Hogeschool. Christelijke Hogeschool Windesheim. hbo-bachelor Commerciële Economie (240 ECTS) 30 december 2013 voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Fontys Hogescholen

20 november februari 2014

Zuyd Hogeschool. Cluster Bedrijfseconomie/ Accountancy. Uitgebreide opleidingsbeoordeling. Netherlands Quality Agency (NQA)

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor HBO-ICT van Zuyd Hogeschool

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Transcriptie:

Fontys Hogescholen Dans en Docent Dans Beperkte opleidingsbeoordeling Netherlands Quality Agency (NQA) December 2012

2/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

Inleiding Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo bachelor-opleidingen Dans en Docent Dans van Fontys Hogescholen. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van Fontys Hogescholen is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2012 voor de beperkte opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 12 en 13 juni 2012. Het visitatiepanel bestond uit: Mevrouw P.F.P.C. de Groote, voorzitter (voorzitter, domeindeskundige) Mevrouw H.K.G. Draaijer (domeindeskundige) Mevrouw mr. B.J. Haverkate (domeindeskundige) De heer B. Schäfer (studentlid) Mevrouw ing. I.J.M. de Jong, auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2012. Het panel heeft de kritische reflectie met relevante bijlagen bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. Het panel heeft aan het einde van de visitatiedag voor beide opleidingen geen oordeel op standaard 3 kunnen geven. Het panel had grote moeite om in de portfolio s de juiste informatie te vinden om vast te stellen waar studenten aantonen dat zij hun competenties behalen. Verder heeft het panel bij het eerste bezoek een live-compilatie van voorstellingen van de verschillende richtingen gezien. Het panel had behoefte aan meer beelden van voorstellingen van de studenten. De beschikbare portfolio s waren niet voldoende informatief voor het panel om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het panel heeft er derhalve voor gekozen om op 4 oktober 2012 een tweede bezoek te brengen aan de opleiding. Het panel heeft ter voorbereiding daarop dvd s van studenten ontvangen en bestudeerd. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel na beide bezoeken in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Aangezien de deeltijdvariant pas recent gestart is, neemt het panel deze variant waar mogelijk mee in haar oordeelsvorming. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 3/57

Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden. Utrecht, 4 december 2012 Panelvoorzitter Panelsecretaris Mevrouw P.F.P.C. de Groote Mevrouw ing. I.J.M. de Jong 4/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

Samenvatting Het panel beoordeelt de opleidingen Dans en Docent Dans van de Fontys Hogescholen in haar geheel als voldoende. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties De opleidingen Dans en Docent Dans zijn gebaseerd op landelijk vastgestelde competentiesets. De opleiding Dans bestaat uit drie afstudeerrichtingen: Choreografie (BaCH), Musicaltheater (MTH) en Theaterdans Uitvoerend (TDU). TDU heeft twee uitstroomprofielen (jazz/urban en danstheater/modern). Studenten van de opleiding Dans worden opgeleid tot uitvoerend danser. Een uitzondering daarop is de choreografieafstudeerrichting, waarbij studenten worden opgeleid tot choreograaf. Studenten van de opleiding Docent Dans worden opgeleid tot allround dansdocent. De opleiding Dans gaat uit van elf competenties voor de afstudeerrichtingen MTH en TDU, voor de BaCH is een twaalfde competentie toegevoegd. De opleiding Docent Dans gaat uit van tien competenties en vier deelcompetenties die specifiek voor de gemeenschappelijke propedeuse gelden. Hierbij sluit de opleiding aan bij het landelijk profiel van KVDO (netwerk kunstvakdocentenopleidingen). Er is een voltijd- en een deeltijdvariant van de opleiding Docent Dans, waarvoor dezelfde competenties gelden. De opleidingen hebben zorgvuldig beschreven hoe de competenties gerelateerd zijn aan de Dublin descriptoren. Het panel heeft geen vergelijking met andere relevante opleidingen aangetroffen en komt op basis van voorgaande overwegingen voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende. Standaard 2 Onderwijsleeromgeving De opleidingen Dans en Docent Dans starten gezamenlijk, de afstudeerrichting MTH heeft een aparte instroom. Op de helft van het eerste studiejaar wordt de keuze voor Dans of Docent Dans definitief gemaakt. De opbouw van het curriculum van alle afstudeerrichtingen voor de opleiding Dans, maar ook voor de opleiding Docent Dans zijn voldoende inzichtelijk gemaakt. De competenties zijn uitgewerkt in niveaus, gekoppeld aan prestatie-indicatoren en gekoppeld aan beroepskritische situaties. Het is positief dat de opleiding de competenties heeft uitgewerkt in drie niveaus, maar er mist een totaaloverzicht van het curriculum waar studenten het niveau aanleren en moeten laten zien. In de Studiegidsen is duidelijk beschreven dat de competenties zijn gekoppeld aan de prestatie-indicatoren en de modulebeschrijvingen helder zijn uitgewerkt. Het programma van de afstudeerrichting BaCH is nog in ontwikkeling. Het derde jaar is recent vernieuwd en het vierde jaar wordt vernieuwd. De modulen voor zowel de opleiding Dans als Docent Dans bieden een degelijke kennisbasis aan studenten. Het volgen van de modulen stelt de studenten in staat de competenties te behalen. Tevens zijn de overzichten gerangschikt per leerlijn. Studenten zijn positief over de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal. Daarnaast is de aandacht voor praktijk- en beroepsvaardigheden een positief punt voor beide opleidingen. De onderzoeksvaardigheden voor de opleiding Dans zijn helder weergegeven. Studenten MTH werken bijvoorbeeld in het laatste jaar aan een artistiek onderzoek waarin zij de keuze van een eigen werk kunnen onderbouwen en een beredeneerde keuze voor een bepaald stuk kunnen presenteren. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 5/57

Het is positief dat de afstudeerrichtingen nagedacht hebben over de wijze waarop praktijkgericht onderzoek plaatsvindt. De opleidingen geven studenten een onderzoeksgerichte houding mee. Studenten van de opleiding Docent Dans werken in het vierde jaar aan een essay en zijn betrokken bij het onderzoeken en ontwikkelen van methodieken. Het onderwijs voor beide opleidingen wordt competentiegestuurd aangeboden. Beide opleidingen streven naar een integrale ontwikkeling van de individuele danskunstenaar en docent dans, waarin kunst en kunde, ambacht en professie, dans- en beroepspraktijk gekoppeld worden aan reflectie en theorie. Er zijn duidelijke keuzes voor werkvormen gemaakt en er is voldoende afwisseling in het curriculum. De docenten van beide opleidingen hebben actuele en relevante werkervaring. Uit een overzicht van deskundigheden blijkt dat er een goede samenhang in de teamsamenstelling is. De onderzoeksvaardigheden van docenten kunnen nog verder ontwikkeld worden. Tevens zijn studenten tevreden over (de bereikbaarheid van) docenten. De voorzieningen die de opleiding biedt zijn prima in orde. De informatievoorziening kan wat studenten TDU en Docent Dans betreft verbeterd worden. Studenten MTH zijn wel tevreden over de informatievoorziening. Het programma, de docenten en de voorzieningen zorgen er samen in voldoende mate voor dat studenten kunnen studeren in een samenhangende leeromgeving. Het panel komt op basis van bovenstaande voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende. Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De opleidingen toetsen de studenten regelmatig volgens vastgestelde toetskalenders en op passende prestatie-indicatoren. Studenten worden gedurende de opleiding op elk niveau (drie) integraal getoetst door middel van een competentie-examen. Door de opleiding heen wordt de student in voldoende mate met verschillende soorten toetsen getoetst. De toetsen zijn van voldoende niveau. Voor de sector Dans is een toetscommissie actief die zich inhoudelijk met de kwaliteit van toetsing bezighoudt. De borging van het hbo-niveau is nog niet voldoende zichtbaar in de werkwijze van de examencommissie. Deze constateringen zijn opgepakt door de beleidskamer van de centrale examencommissie. Het competentie-examen is de afsluiting van het examenjaar. Dit is voor de opleiding Dans een performancetoets en een criteriumgericht interview over het portfolio en de resultaten van de eindstage. Voor de opleiding Docent Dans bestaat het examen uit een sollicitatiegesprek en een criteriumgericht interview over het ingeleverde portfolio (stagemappen). De portfolio s wisselen van kwaliteit, maar tonen het hbo-bachelorniveau in voldoende mate aan. De beoordelingsformulieren verschillen van elkaar, met name overwegingen en mondelinge feedback achteraf kunnen beter vast worden gelegd. Uit bestudering van de werkvelden waar de studenten terechtkomen, blijkt dat zij terechtkomen in het werkveld waar voor wordt opgeleid. Het werkveld is tevreden over de kwaliteit van afgestudeerden, blijkt uit gesprekken. Beide opleidingen behalen het hbo-bachelorniveau. Wat betreft de deeltijdopleiding van Docent Dans kunnen er alleen nog maar te verwachten oordelen worden uitgesproken. 6/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

Op basis van de voltijdse variant heeft het panel voldoende vertrouwen in de kwaliteit van de deeltijdvariant. Op basis van het bestuderen van de verschillende portfolio s, toetsen, live-performances en beeldmateriaal stelt het panel vast dat de studenten Dans en Docent Dans de eindkwalificaties behalen. Het panel komt derhalve voor beide opleidingen met bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 7/57

8/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

Inhoudsopgave 1 Basisgegevens van de opleiding 11 2 Beoordeling 13 Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 13 Standaard 2 Onderwijsleeromgeving 15 Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten 25 3 Eindoordeel over de opleiding 31 4 Aanbevelingen 33 5 Bijlagen 35 Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding 37 Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma 39 Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris 41 Bijlage 4: Bezoekprogramma 47 Bijlage 5: Bestudeerde documenten 51 Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken 55 Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid 57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 9/57

10/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

1 Basisgegevens van de opleiding Administratieve gegevens van de opleiding 1. Naam opleiding in CROHO Dans en Docent Dans 2. Registratienummer opleiding in CROHO 34798 / 34940 3. Oriëntatie en niveau hbo bachelor 4. Aantal studiepunten 240 EC 5. Afstudeerrichtingen Dans: 1. Theaterdans Uitvoerend (TDU) met twee uitstroomprofielen: Danstheater/modern en Jazz/Urban 2. Musicaltheater (MTH) 3. Choreografie (BaCH) Docent dans: Docent Dans (DOD) 6. Varianten Dans: voltijd Docent Dans: voltijd en deeltijd (deeltijd gestart op 1 jan 2012) 7. Locatie Tilburg 8. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO Vorige visitatie: 31-5-2006 Besluit NVAO: 19-4-2007 9. Code of conduct De hogeschool heeft de Code of Conduct getekend. Administratieve gegevens van de instelling 10. Naam instelling Fontys Hogescholen 11. Status instelling Bekostigd 12. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg Niet van toepassing Basisgegevens volgens de normen zoals vastgesteld door de NVAO (Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities, 11 september 2012) en per 1 oktober 2012 van kracht. Uitval uit het eerste jaar & Uitval uit de bachelor Academie voor danseducatie Instroomjaar P behaald binnen P behaald binnen (Nog) geen P Uitgevallen Totaal één jaar twee jaar behaald 2008 13 8 0 6 27 2009 12 2 1 5 20 2010 20 0 2 18 40 2011 0 0 24 13 37 Dansacademie Instroomjaar P behaald binnen P behaald binnen (Nog) geen P Uitgevallen Totaal één jaar twee jaar behaald 2008 19 26 0 27 72 2009 32 16 0 20 68 2010 39 0 15 32 86 2011 1 0 46 21 68 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 11/57

Rendement Academie voor danseducatie Instroomjaar Diploma Diploma tussen 4 Diploma binnen Diploma tussen Uitgevallen binnen 4 jaar en 5 jaar 5 jaar 5 en 6 jaar 2005 46,4% 0,0% 46,4% 0,0% 53,6% 2006 40,9% 0,0% 40,9% 0,0% 59,1% 2007 23,5% 8,8% 32,4% 0,0% 64,7% 2008 31,3% 0,0% 31,3% 0,0% 65,6% 2009 12,0% 0,0% 12,0% 0,0% 64,0% Dansacademie Instroomjaar Diploma Diploma tussen Diploma binnen Diploma tussen Uitgevallen binnen 4 jaar 4 en 5 jaar 5 jaar 5 en 6 jaar 2005 58,7% 3,2% 61,9% 0,0% 38,1% 2006 26,0% 10,4% 36,4% 0,0% 63,6% 2007 44,7% 1,2% 45,9% 0,0% 52,9% 2008 30,0% 0,0% 30,0% 0,0% 66,7% 2009 11,8% 0,0% 11,8% 0,0% 44,7% Docentkwaliteit Academie voor Danseducatie en Dansacademie Aantal docenten (OP) 50 Aantal docenten Master (DOD) 11 Aantal docenten Master (TDU) 10 Aantal docenten PhD 0 (NB: het overzicht is exclusief de opleiding Musicaltheater, waarvoor vanaf 2012 geen gespecificeerde gegevens beschikbaar zijn) Student-docentratio Opleidingen Dans en Docent Dans Aantal medewerkers fte: 21,64 (OP (excl. Muzikaal begel.) CAO en OOET) Huidig aantal studenten 208 docent-student-ratio 1:10 Contacturen Leerjaar 1 / propedeuse Leerjaar 2 / hoofdfase Leerjaar 3 / hoofdfase Leerjaar 4 / afstuderen Definitie contacturen: Opmerkingen: Dans Musicaltheater Docent Dans aantal per aantal per aantal per 30 uur week 25 uur week 30 uur week 27 uur week 20 uur week 20 uur week 20 uur* week 20 uur week 12 uur week (excl. minor) 11 uur** week 15 uur week 15 uur week het aantal ingeroosterde uren, waarbij de student wordt begeleid door een docent (colleges, werkcolleges, practica, projecten, slb-bijeenkomsten) [*] Choreografie jaar-3: 14 uur p.w. [**] Choreografie jaar-4: 17 uur p.w. 12/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

2 Beoordeling Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen De opleiding Dans bestaat uit drie afstudeerrichtingen die alle onder de CROHO-registratie Dans vallen: Choreografie (BaCH), Musicaltheater (MTH) en Theaterdans Uitvoerend (TDU). TDU heeft twee uitstroomprofielen: Danstheater/modern en Jazz/Urban. De opleiding Docent Dans heeft geen afstudeerrichtingen. Er is wel een deeltijdvariant gestart in januari 2012. De afstudeerrichting MTH heeft een eigen instroom, de andere afstudeerrichtingen hebben een gezamenlijke propedeuse (BaCH, TDU) met de opleiding Docent Dans. De opleiding Dans leidt op tot de volgende beroepen: - De BaCH leidt op tot choreograaf die als creërend kunstenaar aansluiting vindt bij het huidige nationale en internationale werkveld. - De MTH leidt op tot performer in het veld van musicaltheater. De student maakt een keuze om te dansen, te zingen en te acteren binnen de mogelijkheden die zijn talenten en de stijlen binnen het musicaltheater hem bieden. - De TDU leidt dansers op die kunnen werken in een van de segmenten van het professionele danscircuit: danstheater/modern of jazz/urban. De opleiding Docent Dans leidt op tot een allround dansdocent. De werkvelden zijn regulier onderwijs, bestaande uit het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs, de amateurkunst en kunsteducatie en community artprojecten (als onderdeel van de maatschappelijke sociale doelgroepen. Competenties De opleiding Dans is gebaseerd op het landelijk vastgestelde opleidingsprofiel uit 2002. Het profiel is gevalideerd door het werkveld en gedeponeerd in de profielendatabase van de HBO-raad. Op landelijk niveau is onlangs gestart met herijking van de competenties. De opleiding Dans is lid van de European League of Institutes of the Arts (ELIA) en heeft in die hoedanigheid een bijdrage geleverd aan het Tuning-project (2008) 1. Deelname aan het ELIA heeft nog niet tot internationale afstemming van de profielen geleid. 1 Europees project om de politieke doelstellingen van het Bologna proces (en later de Lissabon strategie) te koppelen aan de hoger onderwijs sector NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 13/57

Voor de richtingen MTH en TDU zijn er 11 competenties, voor de BaCH is daar een 12 de competentie aan toegevoegd. De competenties zijn onderverdeeld in drie competentiedomeinen: artistiek, vaktechnisch en professioneel. Een competentieoverzicht is opgenomen in bijlage 1. De opleiding Docent Dans gaat uit van landelijke profiel van KVDO (netwerk kunstvakdocentenopleidingen) uit 2004. Het profiel is gevalideerd door het werkveld en gedeponeerd in de profielendatabase van de HBO-raad. In 2011 zijn de competenties uit 2004 herijkt, ook de kennisbasis is herzien. Het curriculum van de opleiding wordt momenteel aangepast aan het nieuwe landelijke profiel en wordt met ingang van 2012-2013 ingevoerd. In het herijkte profiel is meer aandacht voor onderzoek, ondernemerschap en pedagogisch/didactische vorming. De opleiding Docent Dans kent 10 competenties en 4 deelcompetenties die specifiek voor de (gemeenschappelijke) propedeuse gelden. Domeinen zijn: artistiek, overdracht, interpersoonlijk, kritische reflectie en omgevingsgerichtheid. In bijlage 1 is een overzicht van de competenties opgenomen. Voor de voltijd- en de deeltijdvariant gelden dezelfde competenties. Het panel vindt het starten van de deeltijdvariant een goed initiatief van de opleiding, maar vraagt wel aandacht voor de extra werkdruk die dit met zich meebrengt voor de studieleider en het vaste docententeam. En voor de uitval van studenten in relatie tot de studielast. Dublin descriptoren In Opleiding Dans Visie op onderwijs, didactisch concept en toetsbeleid, 2012 heeft de opleiding Dans de Dublin descriptoren gerelateerd aan de competenties. Voor Docent Dans is de relatie tussen de Dublin descriptoren en de competenties vastgelegd in Opleiding Docent Dans Visie op onderwijs, didactisch concept en toetsbeleid, 2012. Uit dit document blijkt dat de student door het verwerven van de competenties aan de Dublin descriptoren voor een bachelor voldoet. De opleiding heeft beschreven wat de Dublin descriptoren voor het domein dans en docent dans betekenen en heeft daar de competenties in verwerkt. Het panel stelt vast dat de opleiding zorgvuldig en correct te werk is gegaan bij het aantonen van de relatie tussen de competenties en de Dublin descriptoren. Werkveld Voor elke afstudeerrichting is een werkveldadviescommissie actief. Zij komen één keer per jaar bij elkaar. De leden van de werkveldadviescommissie zijn ook expert/beoordelaar bij competentie-examens. In 2012 wordt de inrichting van de werkveldcommissies opnieuw bekeken. Uit het Startbekwaamhedenonderzoek van begin 2012 onder alumni blijkt dat voor beide opleidingen de opleidingscompetenties en de generieke hbo-competenties ruim voldoende relevant zijn. Overwegingen en conclusie De opleidingen zijn gebaseerd op landelijk vastgestelde competentiesets. Studenten dans worden opgeleid tot uitvoerend danser. Een uitzondering daarop is de choreografie- 14/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

afstudeerrichting, waarbij studenten worden opgeleid tot choreograaf. Studenten Docent Dans worden opgeleid tot allround dansdocent. De opleidingen hebben zorgvuldig beschreven hoe de competenties gerelateerd zijn aan de Dublin descriptoren. Het panel heeft geen vergelijking met andere relevante opleidingen aangetroffen. De opleidingen voldoen aan het gestelde criterium, maar steken daar niet boven uit. Het panel komt derhalve voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. In bijlage 2 is een overzicht van het curriculum opgenomen. In de propedeuse voorziet het programma in vier oriënterende startprojecten. De startende student heeft hierdoor gelegenheid zich te oriënteren en zijn talent en ontwikkelingsmogelijkheden te funderen en te selecteren. Na analyse kiest hij hoe hij zijn studie gaat vervolgen. Op de helft van het eerste studiejaar wordt de keuze voor Dans of Docent Dans definitief gemaakt. Aan het einde van de propedeuse kiest de student Dans definitief voor zijn profilering als Danstheater/Modern of als Jazz/Urban danser. Na het tweede studiejaar kan de student Dans kiezen voor de afstudeerrichtingen MTH of TDU enerzijds of Choreografie anderzijds. In dit jaar ontwikkelt hij zijn ambachtelijk/creërende vermogens verder en oriënteert hij zich op zijn werkveld. In het derde studiejaar ontwikkelt de student zijn talent en vermogens meer in de richting van het werkveld, hij bouwt zijn ambachtelijk/creërende vermogens verder uit. In het vierde studiejaar verwerkt de student zijn kennis, kunde en vaardigheden direct met het werkveld door stage en projecten in het werkveld. De Docent Dansstudenten starten in het tweede jaar met stage in het primair onderwijs. In het derde jaar vindt een stage plaats binnen de amateurkunst en kunsteducatie, in het laatste jaar in het voortgezet onderwijs en binnen de amateurkunst en kunsteducatie. Voor MTH geldt dat zij meteen in de eigen afstudeerrichting beginnen. Het eerste jaar is een oriënterend basisjaar waarin de student kennismaakt met de triple threat methode (omgaan met dans, spel en zang tegelijkertijd). Het tweede jaar vindt verdieping plaats en het derde jaar staat de minor, verdere verdieping en in een aantal gevallen de stage centraal. Het vierde jaar studeren studenten af en vindt stage plaats. Bron: Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid bachelor Dans & Docent Dans, 2012. Bevindingen Opbouw programma Dans De opbouw van het curriculum van alle richtingen is opgenomen in Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Bachelor Dans, 2012. In het document zijn per afstudeerrichting beroepskritische situaties benoemd. Het panel heeft tevens de studiegidsen van elke afstudeerrichting bestudeerd om zicht te krijgen op het curriculum. In de studiegidsen is de link met de beroepskritische situaties niet compleet helder voor het panel. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 15/57

Er zijn per competentieniveau wel overzichten gemaakt met prestatie-indicatoren in de CLOTS-schema s (competenties, leerdoelen, onderwijs, toetsing, samenhang). Het panel vindt het positief dat de opleiding de competenties heeft uitgewerkt in drie niveaus, maar mist daarin een totaaloverzicht van het curriculum waar studenten het desbetreffende niveau aanleren en moeten laten zien. In de Studiegids TDU 2011-2012 is per leerjaar een overzicht van de modulen gemaakt door middel van modulebeschrijvingen. De competenties zijn gekoppeld aan de prestatieindicatoren op het betreffende niveau (leerdoelen). In de modulebeschrijvingen zijn verder de volgende onderdelen opgenomen: korte inhoudsbeschrijving, werkvormen, toetsen en literatuur en bronnenmateriaal. Voor de afstudeerrichting BaCH is de studiegids uitgewerkt voor het derde en vierde jaar. De afstudeerrichting start immers pas in het derde jaar. Uit de Studiegids BaCH 2011-2012 blijkt dat de competentieniveaus zijn uitgewerkt in prestatie-indicatoren. De modulebeschrijvingen zijn helder uitgewerkt en bevatten de volgende onderdelen: leerdoelen, korte inhoudsbeschrijving, werkvormen, tentamen/toets, toetscriteria en literatuur/bronnenmateriaal. De afstudeerrichting BaCH is nog in ontwikkeling wat onderwijsuitvoering betreft. Het derde jaar is recent vernieuwd en het vierde jaar wordt vernieuwd. De afstudeerrichting is in voortdurende ontwikkeling en ondergaat metamorfoses, zo blijkt uit de gesprekken. Het panel heeft daarop onrust opgemerkt bij studenten. Op hoofdlijnen staat het derde jaar in het teken van onderzoeken, ontwikkelen en ontdekken van eigen choreografische bekwaamheden. Tijdens het vierde jaar vindt werkveldoriëntatie en stage plaats. Het panel sprak derdejaarsstudenten die nog niet helder hebben hoe het vierde jaar er voor hen uit gaat zien. Het panel pleit voor het temporiseren van alle onderwijsontwikkelingen en meer aandacht te geven aan duidelijke communicatie aan studenten. Het panel heeft tevens de Studiegids MTH 2011-2012 bestudeerd en stelt vast dat voor elk jaar de koppeling tussen de competenties en de modulen helder en duidelijk is vastgelegd. In de modulebeschrijvingen zijn de volgende onderdelen opgenomen: korte inhoudsbeschrijving, werkvormen, toetsen, evaluatie & feedback en aanwezigheid. Opbouw programma Docent Dans De opbouw van het voltijdcurriculum is opgenomen in Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Docent Dans, 2012. Net als bij Dans zijn in dit document beroepskritische situaties benoemd. In de modulebeschrijvingen zijn de volgende onderwerpen opgenomen: leerdoelen, korte inhoudsomschrijving, werkvormen, aanwezigheid, toetsen en literatuur/bronmateriaal. Studenten van de deeltijdvariant volgen twee jaar onderwijs. Zij stromen in op niveau 2 en behalen in twee jaar hun bachelor degree. Ieder jaar is opgebouwd uit 30 EC. Het onderwijs bestaat uit drie hoofdleerlijnen: vakmanschap (ambachtelijk/creërende leerlijn), kunstenaarschap, (theoretisch/didactische leerlijn) en ondernemerschap. Studenten zijn gemiddeld een dag op de academie, een dag bezig met stage en een dag zelfstudie. 16/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

Een algemene opmerking die het panel bij de Studiegidsen wil plaatsen betreft het gebruik van de term studiebelastingsuur (SBU). Het panel vindt het, in het licht van uitwisseling van studenten, van belang dat naast de term SBU ook de term EC gehanteerd wordt. Het is vervolgens aan de opleiding om te bepalen of beide termen gebruikt worden of alleen EC. Het panel vraagt de opleiding aandacht te besteden aan het consequent toevoegen van European credits (EC) aan de studiegidsen. Daarnaast heeft het panel op detailniveau verschillende inconsistenties aangetroffen tussen studiegidsen, CLOTS-schema s en portfolio s. Het panel vraagt hiervoor de aandacht van de opleiding. Kennis Dans Het panel heeft de modulen voor de afstudeerrichtingen van de opleiding Dans bestudeerd en stelt vast dat de afstudeerrichtingen een degelijke en actuele kennisbasis aanbieden. Uit de overzichten blijkt dat de opleiding relevante modulen aanbiedt. Het volgen van de modulen stelt de student in staat de competenties te behalen. De overzichten zijn gerangschikt per leerlijn. In de theoretisch/reflectieve leerlijn wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan muziek, anatomie, kinetic control, dansgeschiedenis, cultuur en dramaturgie. De actualiteit van het studiemateriaal wordt geborgd door de vakinhoudelijke docenten. Uit de NSE 2011 blijkt dat studenten positief zijn over de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal. Daarnaast is het panel positief over de literatuurlijst. De lijst bevat degelijke basiswerken en voldoende actuele aanvullingen. Kennis Docent Dans Het panel heeft de modulen voor Docent Dans bestudeerd en stelt vast dat de opleiding een degelijke kennisbasis aan studenten biedt. Het volgen van de modulen stelt de studenten in staat de competenties te behalen. De opleiding heeft in een overzicht per leerlijn aangegeven welke inhoudelijke onderwerpen behandeld worden. In de leerlijn vakdidacticus wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan ontwikkelingspsychologie, dansgeschiedenis, kunstgeschiedenis, anatomie, muziek en stem. De samenhang in het curriculum wordt geborgd door de kerngroepen stage praktijk en algemeen onder verantwoordelijkheid van de studieleider. Verder is het panel positief over de literatuurlijst; de basiswerken voor de opleiding zijn aanwezig en worden aangevuld met specifieke actuele informatie tijdens de lessen. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij de theorie goed kunnen koppelen aan de praktijk. Uit de NSE 2011 blijkt ook dat studenten positief zijn over de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal. Beroepsvaardigheden Dans Studenten werken aan beroepsvaardigheden op de opleiding en in het werkveld. Uit de verschillende gesprekken blijkt dat de opleiding goede en stabiele contacten met het regionale werkveld heeft. Studenten doen werkveldoriëntaties en spelen in producties van het werkveld en participeren bijvoorbeeld in projecten bij Tilburg Dansstad, De Dansmaand, het Guerrillaproject en de Talentweek. Daarnaast zijn er stageperioden voor studenten Dans. Studenten TDU en MTH volgen tijdens het gehele vierde jaar stage bij een of meer beroepsgezelschappen in binnen- en/of buitenland. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 17/57

Studenten moeten audities doen om aangenomen te worden op een stageplek. In het tweede jaar worden studenten voorbereid op auditeren. Studenten van BaCH volgen een deel van het vierde jaar stage. De opbouw van het laatste jaar voor BaCH is flexibel. Een afgestudeerde met wie het panel sprak heeft in het eerste half jaar van het vierde jaar een stuk met derdejaarsstudenten ontwikkeld en heeft het tweede half jaar een stage in het buitenland gedaan. Het panel is van oordeel dat een flexibele inrichting van het laatste jaar voor BaCH mogelijk is, mits er binnen kaders wordt gewerkt. De kaders kunnen, aldus het panel, aangescherpt worden. Naast de stages zijn er werkveldoriëntaties in het eerste en tweede jaar. Studenten bezoeken theaters en productiehuizen en bezoeken voorstellingen binnen de context van lessen cultuur, dramaturgie en debatmiddagen. Daarnaast interviewen studenten de afgestudeerden van de opleiding. Verder werken de studenten in de praktijklessen op de opleiding aan beroepsvaardigheden. Studenten hebben bijvoorbeeld praktijklessen in Jazz fusion, showdance, hiphop, modern, Cunningham en klassiek. Het panel is positief over de beroepsvaardigheden die studenten gedurende de opleiding aangeboden krijgen. In het curriculum is ruim voldoende aandacht voor praktijklessen en actuele ontwikkelingen in het werkveld. Het panel is positief over de open houding van de opleiding richting het werkveld. Er blijkt een waardevolle samenwerking te bestaan tussen opleiding en werkveld. Beroepsvaardigheden Docent Dans Studenten leren beroepsvaardigheden aan op de opleiding en in de praktijk. Studenten brengen relatief veel tijd door op stageplaatsen, waar zij lessen dans verzorgen. De opleiding zorgt voor de scholen waar studenten stage kunnen lopen. De opleiding heeft inmiddels een waardevol bestand met scholen waar studenten goed begeleid worden en voldoende kans krijgen om lessen te geven. De stages vinden veelal in tweetallen plaats, zodat studenten elkaar feedback kunnen geven en van elkaar kunnen leren. Stage in het tweede jaar vindt plaats in het primair onderwijs. Het derde jaar lopen studenten stage in de amateurkunst/ kunsteducatie. In het vierde jaar is de stage deels in de amateurkunst/ kunsteducatie en deels in het voortgezet onderwijs. Het panel is positief over de opbouw in de stages, studenten krijgen op de opleiding vakken aangeboden die zij in de stage kunnen toepassen. Zo bouwt het stageprogramma in het tweede jaar voort op de module Docentschap primair onderwijs. Voor elke stage maakt de opleiding een afzonderlijke stagemap, waarin het verloop van de stage te volgen is. Het panel heeft verschillende stagemappen ingezien en stelt vast dat de terugkoppeling van de stagebegeleiders en de reflectie van de student goed beschreven is in de stagemap. Onderzoeksvaardigheden Dans In het document Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Dans, 2012 is voor elke afstudeerrichting de onderzoekslijn beschreven. In een overzicht per afstudeerrichting is steeds per leerlijn en per leerjaar aangegeven wat de student aan onderzoek doet. Het panel heeft de onderzoekslijnen voor de verschillende afstudeerrichtingen bestudeerd en stelt vast dat voor MTH de onderzoekslijn gedurende de opleiding helder is weergegeven. Er worden duidelijke voorbeelden genoemd van aangeboden basisvaardigheden: hoe kies ik een 18/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

onderwerp, waar vind ik goede bronnen en hoe structureer ik een onderzoek. Verder schrijven studenten een essay en werken zij aan (dramaturgisch) onderzoek. In het laatste jaar werken studenten ook aan artistiek onderzoek waarin zij de keuze van een eigen werk moeten kunnen onderbouwen en een beredeneerde keuze voor een bepaald stuk moeten kunnen presenteren. Voor TDU geeft de opleiding aan dat de praktijkgerichte onderzoekslijn de studenten handvatten geeft tot visieontwikkeling, maatschappelijke bewustwording en de betekenis van dans in een maatschappelijke context. In het eerste jaar doen studenten praktijkgericht onderzoek naar professioneel werkveld, dansrepertoire en professionele danskunstenaars, naar de betekenis van dans en dans als medium, individueel danskunstenaarschap en een persoonlijk ontwikkelingsprofiel. Dezelfde onderwerpen komen in het tweede jaar naar voren aangevuld met het artistieke creatie- en receptieproces in de danskunst. Voor het derde jaar geldt dat studenten een interactief debat voeren en daar praktijkgericht onderzoek voor uitvoeren. De onderzoekslijn van TDU is minder expliciet in het curriculum aanwezig dan bij andere afstudeerrichtingen. Voor BaCH is de praktijkgerichte onderzoekslijn schematisch weergegeven: in het derde en vierde jaar werken studenten aan onderzoek naar professioneel werkveld, dans maken en professionele makende danskunstenaars. Andere onderwerpen zijn: het artistieke creatie- en receptieproces in danskunst, eigen mogelijkheden/potentie als choreograaf en eigen lichamelijkheid en persoonlijke ontwikkeling in relatie tot eigen danskunstenaarschap. Het panel ziet in de weergave van de onderwerpen bij BaCH weinig opbouw. De onderwerpen zijn voor beide BaCH-specifieke jaren nagenoeg hetzelfde. De opbouw en de uitwerking van de onderwerpen is soms afhankelijk van de invulling en de uitwerking die de student eraan geeft. Het panel heeft de opbouw overigens wel gezien in de uitwerkingen. Het panel vraagt aandacht voor het aanbrengen van specifiekere kaders zodat er een duidelijkere opbouw ontstaat. Het panel vindt het positief dat de afstudeerrichtingen nagedacht hebben over de wijze waarop praktijkgericht onderzoek plaatsvindt. De opleidingen geven studenten een onderzoeksgerichte houding mee. Het panel vindt het ook positief dat de opleidingen de praktijkgerichte onderzoeksonderdelen apart benoemen in het curriculumoverzicht. Onderzoeksvaardigheden Docent Dans In het document Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Docent Dans, 2012 is de praktijkgerichte onderzoekslijn beschreven. In een overzicht is steeds per leerlijn en per leerjaar aangegeven wat de student aan praktijkgericht onderzoek doet. Het panel heeft de praktijkgerichte onderzoekslijn bestudeerd en stelt vast dat de praktijkgerichte onderzoekslijn helder is weergegeven. Uit de beschrijving blijkt dat studenten werken aan vaardigheden als analyseren, definiëren en toepassen. In het tweede jaar werken studenten bijvoorbeeld aan praktijkgericht onderzoek naar dansstijlen, ontwikkelingspsychologie van leerlingen en zelfonderzoek. Verder volgt de student in het derde jaar een minor waar onderzoeksvaardigheden in verweven zijn. In het vierde jaar schrijven studenten een essay en zijn ze betrokken bij het onderzoeken en ontwikkelen van methodieken. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 19/57

Uit het gesprek met de lector blijkt dat het lectoraat Kunst en samenleving zich de komende periode intensiever met de opleiding Dans gaat bezighouden, waarbij aansluiting op het werkveld, onderzoeksmentaliteit en discoursvorming onderwerpen van belang zijn. Het panel vindt het positief dat het lectoraat intensiever betrokken wordt bij de opleiding Dans. Minor Dans & Docent Dans In het derde jaar van de opleiding vindt de minor plaats. Studenten kunnen kiezen een minor van 30 EC van de FHK of uit het minorenaanbod van Fontys Hogescholen. De minoren van FHK zijn als lintmodule door het gehele derde jaar geprogrammeerd, omwille van een goede opbouw van fysieke trainingsschema s. De andere 30 EC uit het derde jaar besteden studenten aan opleidingsspecifieke modulen, stage, audities voor het vierde jaar of aan voorstellingen. Uit de gesprekken blijkt dat de gerealiseerde studielast voor de gekozen minor niet altijd overeenkomt met de 30 EC studielast die studenten behalen bij het afsluiten van de minor. Studenten geven aan dat zij één dag per week aan de minor besteden en de andere dagen aan andere vakken werken waar zij ook 30 EC voor krijgen. Het panel vindt de daadwerkelijke studielast in dit geval niet in verhouding met de beoogde studielast. Verder blijkt uit gesprekken dat studenten de minor niet altijd nuttig vinden. Het management van de opleidingen geeft aan dat het voor studenten juist van belang is om interdisciplinair te werken in de minor. Het panel is dezelfde mening toegedaan, maar vraagt wel aandacht voor de studielast van de minoren. Didactisch concept Dans & Docent Dans Het didactisch concept van de opleidingen is vastgelegd in Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Dans, 2012 en Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Docent Dans, 2012. Het onderwijs wordt competentiegestuurd aangeboden. Beide opleidingen streven naar een integrale ontwikkeling van de individuele danskunstenaar en docent dans, waarin kunst en kunde, ambacht en professie, dans- en beroepspraktijk gekoppeld worden aan reflectie en theorie. Om deze doelstelling te behalen hebben de opleidingen verschillende principes uitgewerkt. Bijvoorbeeld: het leerproces is cyclisch georganiseerd en de sturing komt naarmate de opleiding vordert steeds meer bij de student te liggen. Verder is het onderwijs ingericht langs drie leerlijnen, voor Dans: de theoretische leerlijn, de ambachtelijk/creërende leerlijn, de studieloopbaanleerlijn en de projecten. Voor Docent Dans: de ambachtelijk/creërende leerlijn, de theoretisch/didactische leerlijn en ondernemerschap. Voorbeelden van werkvormen zijn: onderzoeksopdrachten, theorielessen, studieopdrachten, projecten, werkgroepen en praktijklessen. Het panel vindt dat de opleiding duidelijke keuzes voor werkvormen heeft gemaakt en dat er voldoende afwisseling in het curriculum aanwezig is. Instroom Dans & Docent Dans Naast de wettelijke instroomeisen voor een hbo-opleiding gelden aanvullende eisen voor de opleiding Dans en Docent Dans. Het gaat daarbij om fysieke eisen en specifieke eisen met betrekking tot danskunstenaarschap en een algemeen medisch onderzoek. In Procedure en criteria met betrekking tot toelating en audities, 2011 zijn de criteria voor alle afstudeerrichtingen opgenomen. Voor aspirant studenten is de werkwijze van de toelatingsaudities helder beschreven. 20/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

Voor TDU en BaCH auditeren studenten voor toelating tot de bachelor Dans. Bij MTH en Docent Dans auditeren studenten specifiek voor toelating. De opleidingen organiseren een auditie van een aantal dagen voor de verschillende afstudeerrichtingen. Gedurende lessen worden de dansfysieke mogelijkheden, aanleg danskwaliteit en creativiteit geobserveerd. Daarnaast speelt de wijze waarop er omgegaan wordt met de lesstof en het opvolgen van de aanwijzingen een rol bij de beoordeling. Voor BaCH geldt dat studenten auditie doen voor bachelor Dans en met dat toelatingsbewijs kunnen zij vervolgens auditie doen voor de choreografie-afstudeerrichting. Voor MTH geldt dat de auditie uit drie rondes bestaat: een auditie voor zang en drama, een auditie voor dans en een auditie waaruit de creativiteit en de motivatie voor de studiekeuze blijkt. Aan de toelating voor de deeltijdopleiding Docent Dans zijn aanvullende eisen verbonden: de student dient in het bezit te zijn van het diploma bachelor uitvoerende dans (OER 2011-2012). Studiebegeleiding Dans & Docent Dans In de propedeuse krijgt elke student een studieloopbaanbegeleider toegewezen. De begeleidingsuren nemen gedurende de opleiding af van 10 uur per student in het eerste jaar, naar 8 uur in het tweede jaar en 5 uur in het derde en vierde jaar. Op een aantal momenten gedurende de opleiding bespreekt de studieloopbaanbegeleider een studievoortgangsindicatie met de student. In het eerste jaar vier keer en in latere jaren twee keer per jaar. De studievoortgangsindicatie kent vier niveaus: A (op schema), B (kleine achterstand), C (verontrustende achterstand) en D (te grote achterstand). In het OER 2011-2011 zijn de criteria voor elk niveau per afstudeerrichting vastgelegd. Verder kan de student een beroep doen op de decaan of studentenpsycholoog. Naast studiebegeleiding kennen de opleidingen verschillende vormen van coaching. Het doel daarvan is dat studenten zicht krijgen op het eigen handelen door te reflecteren op gegeven feedback en door ervaringen met elkaar en met theoretische bronnen te verbinden. Studenten ontvangen feedback van docenten, medestudenten en vanuit het werkveld. De opleiding hanteert daarbij allerlei vormen van formatief toetsen. Docenten geven feedback op het handelen van de student waaruit blijkt of de student over een bekwaamheid beschikt. Zie voor toetsing verder standaard 3. Uit de NSE 2011 blijkt dat studenten tevreden zijn over de begeleiding die zij tijdens de opleiding krijgen. Hetzelfde positieve beeld kwam in de gesprekken met het panel naar voren. Studenten zijn erg te spreken over de begeleiding door de opleiding. Met name de feedback van docenten en begeleiders is erg waardevol voor studenten. Het panel is positief over de studiebegeleiding vanuit de opleiding. Docenten en begeleiders zijn begaan met de ontwikkeling van studenten en werken er hard aan om het beste in studenten naar boven te brengen. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 21/57

Studieloopbaanbegeleiding heeft bij de deeltijdvariant Docent Dans een ander karakter. De opleidingscoördinator houdt de studievoortgang van studenten in de gaten in overleg met docenten en stagebegeleiders. De coördinator voert voortgangsgesprekken met de studenten. Uit de eerste ervaringen (start januari 2011) blijkt dat van de 7 studenten die gestart zijn er inmiddels nog 2 over zijn. Studenten realiseren zich onvoldoende hoe zwaar de studielast is, blijkt uit exitgesprekken. Het panel vindt het positief dat de coördinator zo helder heeft waarom studenten uitvallen, maar vraagt aandacht voor het duidelijk informeren van studenten over de studielast en instroomniveau. Stagebegeleiding Dans & Docent Dans Voor de opleiding Dans geldt dat de stagebegeleider vanuit de opleiding de student ten minste één maal tijdens het stagejaar bezoekt. Tijdens het bezoek observeert de stagebegeleider de student bij de uitoefening van het vak. Daarnaast houdt de student de begeleider schriftelijk op de hoogte van zijn vorderingen. Voor de afstudeerrichtingen TDU en MTH zijn er twee terugkomdagen op de opleiding waar studenten onder begeleiding de stage tussentijds evalueren. Uit het gesprek met studenten blijkt dat de begeleiding bij stages verbeterd kan worden. Studenten TDU en BaCH geven in het gesprek met het panel aan dat de begeleider niet op stagebezoek is geweest. Uit de NSE 2011 blijkt tevens dat studenten TDU matig tevreden zijn over de stagebegeleiding vanuit de opleiding. Voor de opleiding Docent Dans is in de stagehandleiding opgenomen hoeveel stagebezoeken er per stage zijn. In het tweede jaar zijn er drie begeleidingsmomenten op locatie. In het derde jaar zijn er twee begeleidingsmomenten. In het vierde jaar zijn er ten minste vier begeleidingsmomenten. Bij Docent Dans wordt, naast begeleiding op locatie, gebruik gemaakt van videobegeleiding. De student neemt de les op en schrijft na het bekijken daarvan een reflectieverslag. Vervolgens bekijkt de stagebegeleider de dvd en het verslag en geeft feedback. In het derde jaar is er één videobegeleiding en het vierde jaar twee videobegeleidingen door de methodiekdocenten. Personeel Dans & Docent Dans De opleiding heeft in een overzicht de deskundigheden van de docenten van beide opleidingen gezamenlijk gepresenteerd. Uit het overzicht blijkt dat er 57 docenten actief zijn in de opleidingen. Van de 57 docenten heeft 63 procent een hbo-bachelor afgerond, 4 procent een hbo-master, 5 procent een wo-bachelor en 5 procent een wo-master. Van de overige docenten (13 procent) is geen opleidingsniveau bekend. Uit hetzelfde overzicht blijkt dat 75 procent van de docenten contacten heeft met het werkveld. Van 20 procent is het niet bekend of er contacten met het werkveld zijn en voor 5 procent zijn contacten met het danswerkveld niet direct relevant zoals voor de fysiotherapeut. Naast de vaste docenten zet de opleiding zeer regelmatig gastdocenten in. Studenten zijn positief over de inzet van gastdocenten. De gastdocenten brengen actuele werkveldontwikkelingen in de opleiding in. Verder blijkt dat 12 procent van de docenten recent relevant onderzoekswerk (< 5 jaar) heeft verricht. 22/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans

Uit het gesprek met studenten van de opleidingen blijkt dat zij tevreden zijn over de docenten. Vaste docenten zijn veel aanwezig op de opleiding en studenten hebben goed contact met de docenten. Studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van de docenten, met vragen kunnen zij persoonlijk of via e-mail altijd terecht. Docenten zijn regelmatig aanwezig bij voorstellingen van studenten. Uit de NSE 2011 blijkt hetzelfde positieve beeld. Studenten TDU geven aan dat de actuele kennis van vaste docenten soms wat verouderd is, maar door de inzet van gastdocenten krijgen zij voldoende actuele kennis mee. Ten opzichte van de vorige visitatie is de samenstelling van het docententeam verbeterd qua man-vrouw verhouding. De verjonging van het docententeam is nog gaande. Het panel is positief over het docententeam van beide opleidingen. Uit een overzicht van deskundigheden blijkt dat de docenten voldoende relevante werkervaring hebben en er is een goede samenhang in de teamsamenstelling. Docenten volgen een didactische scholing, indien zij die nog niet hebben bij een vaste aanstelling. De affiniteit met onderzoek en de onderzoeksvaardigheden van docenten kunnen nog verder ontwikkeld worden, aldus het panel. Voorzieningen Dans & Docent Dans De opleidingen zijn samen met de andere opleidingen van de Fontys Hogeschool voor de kunsten gevestigd in een voor hen ontworpen gebouw in het centrum van Tilburg. Het gebouw beschikt over reguliere lokalen, een mediatheek, verschillende dans- en dramastudio s, een theater en een concertzaal. Verder beschikt de dansacademie over een behandelkamer voor een fysiotherapeut en een arts. Daarnaast zijn er verschillende kleedruimten en een grimelokaal. Er zijn opslagruimtes voor kostuums, schoenen en rekwisieten. Decors en zetstukken zijn extern opgeslagen. Voor het tonen van dans- en musicalvoorstellingen en voor oefenwerk worden ook diverse theaters in de omgeving gebruikt. Studenten zijn tevreden over de voorzieningen die de opleiding biedt, behalve over de luchtcirculatie in de studio s. Verder geven zij aan dat werkplekken vaak druk bezet zijn, maar dat ze met goed plannen hun werk wel kunnen doen. Het panel is rondgeleid door het gebouw en stelt vast dat de benodigde voorzieningen voor de opleidingen aanwezig zijn. Informatievoorziening Dans & Docent Dans De opleiding maakt gebruik van een portal om studenten te informeren. Via de portal heeft de student toegang tot roosterinformatie, het toetsrooster, uitval van lessen, formulieren, studiehandleidingen et cetera. Studenten kunnen studieresultaten inzien via Progress. Uit de NSE 2011 blijkt dat studenten niet tevreden zijn over de informatievoorziening. Overigens blijkt deze ontevredenheid alleen uit de resultaten van TDU en Docent Dans. In het gesprek met het panel geven studenten aan dat er meer duidelijkheid mag komen in de informatievoorziening met name op: bekend maken van resultaten, roosters, regels en procedures. De opleiding is daarop begonnen met het herinrichten van de portal, in 2012 vindt de overgang plaats. NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans 23/57

Evaluatie Een laatste opvallend punt dat het panel wil opmerken, betreft de scores uit de NSE 2011. Het is opvallend dat MTH-studenten hun opleiding hoger waarderen dan de andere afstudeerrichtingen (score 3,5 als laagste op een vijfpuntsschaal). Studenten TDU hebben een aantal kritische punten, met name over informatievoorziening en het tijdig bekend maken van roosters en resultaten. Studenten Docent Dans zijn kritisch over dezelfde onderdelen als TDU en geven een lage score bij de aansluiting studielast-ec en bij de geschiktheid van het rooster. Overwegingen en conclusie Het panel stelt vast dat de opleidingen de opbouw van het curriculum aan de hand van CLOTS-schema s en studiegidsen voldoende inzichtelijk heeft gemaakt. De competenties zijn uitgewerkt in niveau s, gekoppeld aan prestatie-indicatoren en gekoppeld aan beroepskritische situaties. Het panel heeft tussen deze koppelingen enkele inconsistenties op detailniveau aangetroffen. Het panel is positief over de literatuur en de kennisbasis van beide opleidingen. Daarnaast is de aandacht voor praktijk en beroepsvaardigheden een positief punt voor beide opleidingen. Voor Docent Dans geldt dat het panel positief is over de verschillende stages en de begeleiding bij de stage. Voor beide opleidingen geldt dat studenten in voldoende mate in staat worden gesteld om beroepsvaardigheden aan te leren. Het panel is positief over de onderzoeksvaardigheden bij MTH en Docent Dans. Voor TDU en BaCH is het panel wat minder positief, de onderzoekslijn lijkt bij die afstudeerrichtingen minder expliciet aanwezig. Het panel vindt het didactisch concept in orde. Ook de begeleiding die de opleiding biedt, is voor beide opleidingen positief beoordeeld door het panel. Uitzondering daarop is TDU, waarbij studenten vinden dat de stagebegeleiding verbeterd kan worden. Het panel is positief over de docenten van beide opleidingen er is voldoende relevante en actuele werkervaring in het team aanwezig. De onderzoeksvaardigheden en onderzoeksgerichtheid van docenten is een punt van aandacht. De voorzieningen die de opleiding biedt zijn prima in orde. De informatievoorziening kan wat studenten TDU en Docent Dans betreft verbeterd worden. Studenten MTH zijn wel tevreden over de informatievoorziening. Samenvattend is het panel van oordeel dat het programma, de docenten en de voorzieningen er samen in voldoende mate voor zorgen dat studenten studeren in een samenhangende leeromgeving en instromende studenten de mogelijkheid biedt de eindkwalificatie te behalen. Het panel komt op basis van bovenstaande voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende. 24/57 NQA Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans