1 De tijd van jagers en boeren



Vergelijkbare documenten
1 De tijd van jagers en boeren

1 De tijd van jagers en boeren

Brandaan samenvatting groep 7

Oerboeren in de Friese Wouden.

De steentijd Jagers en verzamelaars

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Dit verslag is van Ylaine en Ryanne Mulder '03. Verslag van het oude Egypte Ylaine en Ryanne Mulder

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Feniks Geschiedenis voor de onderbouw 1 vmbo-t/havo Hoofdstuk 1 Leven van de natuur Open toetsvragen

b. Bekijk het laatste deel van de maquette, de kwelders. Waarom staat daar geen dorpje, denk je?

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

Tijd van jagers en boeren

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

De presentatie rond de trap

Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op?

De eerste boeren Het dorp

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

Tijd van jagers en boeren

HET TRECHTERBEKERVOLK. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei

Feniks Geschiedenis voor de onderbouw 1 vmbo-t/havo Hoofdstuk 1 Leven van de natuur Gesloten toetsvragen

Voor/na het bezoek. Museum voor Natuurwetenschappen.be Vautierstraat, Brussel

Hunebedden de steentijd

Geschiedenis hoofdstuk 3

Egypte. Amber Badal 1. Werkstuk: Amber Badal Groep 7 Prinses Beatrixschool. Dit is de nationale vlag van Egypte.

Activiteitenschema Archeologie

Deze activiteit MOET worden voorbereid op school, anders kunnen de opdrachten tijdens de excursie niet uitgevoerd worden.

Antwoordkernen bij Eureka 1 Het oude Egypte H. 5 t/m 7

Inhoud. 1. Wat weet je al? 2. Egypte van de oude steentijd tot de farao s. 3. Egypte in handen van anderen. 4. De Arabische Republiek Egypte

Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren. Oriëntatie op het tijdvak

Andere boeken in deze serie:

1 Belangrijk in deze periode

Ze gebruikten bijna alleen maar streepjes omdat ze het snel en makkelijk in stenen wilden krassen. Rondjes waren erg moeilijk!

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen DEF

1 bk GESCHIEDENIS. voor de onderbouw HANDBOEK

Welkom 1. - Hallo! - Oek - Museum - Kwartet. Hallo! Ik ben Oek.

Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?...

Hunebedden. Inleiding. Hoofdstuk 1 Wat zijn hunebedden en waar kun je ze vinden?

100% Romeins. op zoek naar de Romein in jezelf

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

Ontstaan landbouw vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Antwoordkernen bij Eureka 1 Prehistorie H. 1 t/m 4

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

1t/h GESCHIEDENIS HANDBOEK. voor de onderbouw

Hoe de Egyptenaren dieren behandelden, verschilde per streek. Een dier kon vereerd worden in de ene plaats en gegeten worden in de volgende plaats.

Les 1 de Nijl. De seizoenen in Egypte. De Nijl overstroomt. Zaaien en oogsten

100% romeins. opdrachtenboekje

Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden.

Paragraaf 1. delta. Neder-Egypte. Opper-Egypte

MUMMIES IN BRUGGE GEHEIMEN VAN HET OUDE EGYPTE

Samenvatting Geschiedenis Geschiedenis Egypte hoofdstuk 3 (SX)

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

In het oude Rome De stad Rome

1 T/H ANTWOORDENBOEK. geschiedenis voor de onderbouw

GESCHIEDENIS. voor de onderbouw HANDBOEK

BIJLAGE 1 BEELD met toelichting BOEREN IN DE IJZERTIJD

* = Hallo in het Latijn (de taal van de Romeinen). Het Romeinse Rijk

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

De IJzertijd (van 800 tot 12 voor Christus).

Egypte jaar voor Christus Gemaakt door Veerle, Eline en Sebastian. Inhoud Les 1. Les 2

VAN VUISTBIJL TOT TRECHTERBEKER

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Bijlage 3a: Leerlingenwerkblad Bij les 1

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

Archeologen logboek Namen:....

Hoe maak je een werkstuk?

MET KWAST EN VERGROOTGLAS

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te:

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

10. Gebarentaal [1/3]

Landengids voor: Landengids

Groep blauw doet verslag van het museumbezoek in Leiden

Werkstuk Geschiedenis De oude Egyptenaren

Het eerste schrift hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Cubetto s schoolreisje. Boek 2

Beleef de prehistorie HUNEBEDQUIZ. Door: Nadine Lemmers 1 februari 2016

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Hoe stierf Ötzi? hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kunstgeschiedenis Weten is Zien. Ron Augustus Basiscursus Westerse kunstgeschiedenis 2009

Strategieles Verwijswoorden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Ik houd mijn spreekbeurt over de eerste mensen en mensachtigen op aarde, zoals de Neanderthalers.

Johannes 6, We danken God, want Jezus zorgt voor ons

Vandaag is rood. Pinksteren Rood is al lang het rood niet meer Het rood van rode rozen De kleur van liefde van weleer Lijkt door de haat gekozen

De Vlaardingencultuur. leven in de steentijd

FASE 1 - BEREID JE VOOR

Werkboek IJstijden groep 5-6

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

5,1. Samenvatting door een scholier 1956 woorden 6 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Transcriptie:

h / t 1 S I N E D CHIE ouw GESor de onderb vo OE B K R WE K

1 De tijd van jagers en boeren Planner Oriëntatie Oriëntatie op de tijd van jagers en boeren Te doen Te doen Datum klaar Score Kern 1 Leven van jagen en verzamelen 2 Een nieuw middel van bestaan 3 Leven aan de oevers van de Nijl 4 Een ingewikkelde samenleving 5 Geloven in goden e Computerles kern Onderzoek 6 Historische personen: Cheops en Toetanchamon 7 Nederland: De eerste landbouwers in onze streken e Computerles onderzoek Afsluiting e Computerles vaardigheden e Samenvatting e Oefentoets hoofdstuk 1 In deze planner kun je het werk voor dit hoofdstuk plannen. Vul de planner in overleg met je docent in. Ga als volgt te werk: 1 Zet een vinkje bij de onderdelen die je van je docent moet doen. De Oriëntatie en Kern zijn verplicht. Met de Computerles kern kun je alle kernstof nog eens oefenen. 2 In de kolom datum klaar kun je invullen wanneer je de paragraaf af hebt of af moet hebben. 3 In de kolom score kun je de score voor de oefentoets per paragraaf of hoofdstuk invullen. 4 Als je de Computerles onderzoek hebt gemaakt kun je ook in de kolom score je score invullen. 5 Als je klaar bent kun je bij de Afsluiting invullen of je de Samenvatting gaat maken. Je kunt ook aangeven of je de Oefentoets bij het hoofdstuk gaat maken en wat je score is. Van je docent krijg je bij dit hoofdstuk ook nog een tussentoets en een eindtoets.

oriëntatie HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren Oriëntatie 1 Bekijk de muurschildering uit het oude Egypte en de foto op bladzijde 10-11 van het HB. a Welke gereedschappen zie je op deze muurschildering? b Welk gereedschap gebruikte men om de oogst van het land te halen? c Hoe wordt tegenwoordig de oogst van het land gehaald? 2 Bekijk WB bron 1. Wat heeft deze bron met de muurschildering te maken? De tijd van jagers en boeren Dit hoofdstuk gaat over de prehistorie. Deze periode noemen we ook wel de tijd van jagers en boeren. Je leert hoe jagers en verzamelaars leefden. Verzamelaars zochten voedsel in de natuur. Ook zie je waar de landbouw is ontstaan. Verder leer je in dit hoofdstuk hoe de eerste steden zijn ontstaan. 3 Gebruik de tijdbalk in het HB. Tot wanneer leefden de mensen alleen van jagen en verzamelen? A tot 12 000 voor Christus C tot 3400 voor Christus B tot 9000 voor Christus D tot 3000 voor Christus 4 Gebruik WB bron 2. De Egyptische muurschildering past bij het ontstaan van de landbouw. In welk gebied gingen de mensen voor het eerst aan landbouw doen? A in Egypte C in Mesopotamië B in Europa D in Midden-Amerika Historisch denken Oorzaak en gevolg De begrippen oorzaak en gevolg zul je vaak tegenkomen bij het vak geschiedenis. Een oorzaak heeft te maken met waarom iets gebeurt. Een stuk glas in je fietsband is bijvoorbeeld de oorzaak van een lekke band. Een gevolg is iets dat volgt na een bepaalde gebeurtenis. Bij het voorbeeld van de lekke band kan het gevolg zijn dat je te laat op school komt. De begrippen oorzaak en gevolg helpen je bij het zoeken naar een antwoord op de vraag waarom iets gebeurde. 5 In het HB zie je op de afbeelding aan het begin van het hoofdstuk mensen werken op het land in Egypte. Zij woonden op een vaste plaats. Jagers daarentegen trokken rond. Wat was de belangrijkste oorzaak van dit verschil tussen jagers en boeren? Boeren waren te lui om rond te trekken. Jagers hielden van afwisseling en wilden steeds een andere omgeving zien. Jagers konden geen geschikte woonplaats vinden. Boeren moesten in de buurt van hun akkers blijven en wachten totdat er geoogst kon worden. MIDDEN- AMERIKA EGYPTE Nijl MESOPOTAMIË Tigris Eufraat Indus INDIA CHINA A N D E S bron 1 Een houten model uit het oude Egypte van ongeveer 2000 voor Christus. Je ziet onder andere twee vrouwen die graan malen (links) en een oven om brood te bakken. landbouw 9000-6000 v.chr. landbouw 6000-4000 v.chr. 0 3000 km landbouw 4000-2500 v.chr. bron 2 Gebieden waar de mensen voor het eerst aan landbouw gingen doen. 7

kern 1 Leven van jagen en verzamelen Ontdekken Kruip in de huid van jagers en verzamelaars Over jagers en verzamelaars weten we één ding zeker: ze konden niet schrijven. Er zijn geen brieven of boeken uit de tijd waarin zij leefden. Gelukkig hebben ze wel andere dingen achtergelaten, zoals speerpunten en bijlen. Dat noem je ongeschreven bronnen. Ook (grot)tekeningen kun je gebruiken om het verleden beter te leren kennen. Daardoor weten we toch een beetje hoe deze mensen leefden. Je gaat met behulp van de bronnen uit het HB en WB een eigen grotschildering maken. Je doet net alsof je ook een jager of verzamelaar bent. Op de grotschildering laat je zien hoe je leven eruitzag. Je maakt de grotschildering op A4-papier. Voordat je hieraan begint, maak je eerst vraag 1 t/m 11. Dat helpt je om een goede tekening te maken! 1 Bekijk HB bron 1. Waar werden de bizons voor gebruikt? Er zijn meer antwoorden goed. voedsel tentdoek gereedschappen kleding 2 Lees de leertekst. Welke zinnen zijn goed? De eerste mensen kwamen aan voedsel door te jagen en voedsel te verzamelen. De eerste mensen aten geen vlees. De eerste mensen leefden alleen van de jacht. De manier om aan voedsel te komen, noem je een middel van bestaan. 3 Bekijk HB bron 2. Wat aten de mensen in de prehistorie? 4 Bekijk WB bron 1. a Waarvoor werden de speerpunten gebruikt? b Welk middel van bestaan past bij deze bron? A voedsel verzamelen C vissen B jagen D landbouw 5 Bekijk HB bron 3. a Welke gereedschappen gebruikte deze jager? b Lees de leertekst. Waarom trokken jagers steeds rond? 6 In wat voor woningen leefden de eerste mensen? 7 Waarom kon je als jager en verzamelaar 12 000 jaar geleden beter in Noord-Afrika leven dan in Europa? 8 Lees WB bron 2. Op welke manieren probeerden jagers en verzamelaars hun voedsel zo lang mogelijk te bewaren? Schrijf er minimaal drie op. bron 2 Voedsel bewaren De eerste mensen bewaarden hun voedsel in leren zakken. Ook gebruikten ze magen en darmen van dieren. Soms werden manden van gevlochten takken gebruikt. Het probleem was dat het voedsel niet lang bewaard kon worden. Daarom droogden ze het voedsel. Vlees of vis werd boven vuur gerookt. Van fruit werd moes gemaakt. Met honing erbij werd het jam. Voedsel hield men koel door kuilen te graven. bron 1 Voorwerpen uit de prehistorie. Ze zijn gevonden in Egypte en zijn meer dan 5000 jaar oud. Je ziet onder andere bijlen en speerpunten. 8

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 9 Lees de leertekst en bekijk HB bron 4. a Wat voor kleding dragen de mensen? Voedsel b c Welke gereedschappen worden gebruikt? Hoe zien de woningen eruit? Gereedschappen 10 Bekijk WB bron 3. a Wat voor kleding dragen de mensen? Werkzaamheden b Waar houden de vrouwen zich mee bezig? c Hoe zien de woningen eruit? Woning 11 Deel de volgende taken in. Sommige taken hoorden bij de mannen, andere bij de vrouwen. voedsel verzamelen jagen kinderen verzorgen kleding maken gereedschappen maken. Mannen Vrouwen 12 Lees de antwoorden op vraag 1 t/m 11 nog eens goed door. Je hebt ze nodig voor je grotschildering. Om niets te vergeten op je tekening, vul je het volgende schema in. Kleding 13 Maak de grotschildering op papier. Zorg ervoor dat er zoveel mogelijk dingen uit het leven van de jagers en verzamelaars op te zien zijn! HB H1 1 Leertekst Verwerken 14 Streep de foute woorden door: Jagen en verzamelen Landbouw was het middel van bestaan voor de eerste mensen. Ze leefden van de natuur. De eerste mensen woonden op een vaste plaats trokken rond. Dat deden ze omdat het voedsel steeds opraakte. Jagers en verzamelaars leefden in kleine grote groepen. Mannen en vrouwen deden allebei ander werk. Er was sprake van een taakverdeling. bron 3 Zo leefden de eerste mensen. 9

kern 15 Wat hoort bij elkaar? A mannen 1 onderzoeker B vrouwen 2 jagen C botten 3 voedsel verzamelen D archeoloog 4 gereedschappen E voorwerpen 5 ongeschreven bronnen De goede combinaties zijn: 16 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. 18 Bekijk WB bron 4 t/m 7. Al deze bronnen geven informatie over het verleden. a Welke bronnen kan een onderzoeker gebruiken om meer te weten te komen over het leven van jagers en verzamelaars? b Kijk nog een keer naar WB bron 4 t/m 7. Verdeel de bronnen in ongeschreven en geschreven bronnen. Zet ze in het volgende schema. Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen Extra 17 V Jagers en verzamelaars hadden meestal geen vaste woonplaats, maar trokken rond. Wat was daarvoor de belangrijkste oorzaak? Ze konden nog geen huizen bouwen. Het was te koud om lang ergens te blijven. Ze trokken naar warmere gebieden. Het voedsel in een gebied raakte op. c Wat valt op als je naar de antwoorden van vraag a en b kijkt? bron 4 Deze afbeelding staat op een rots in Noord-Afrika. Hij is duizenden jaren oud. bron 5 Een boek over de geschiedenis van Nederland. bron 7 Een stenen kalender. Deze is gevonden in de Sahara. bron 6 Schrapers. Deze voorwerpen zijn gemaakt van steen en zijn duizenden jaren oud. Ze werden gebruikt om dierenhuiden schoon te maken. 1 0

kern HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 2 Een nieuw middel van bestaan Ontdekken Jager of boer? De mensen in de prehistorie leefden vanaf 9000 voor Christus steeds meer als boer. Waarom zou je gaan leven als boer? Het voedsel groeide toch vanzelf? Wat zou jij kiezen? Jager of boer? In deze opdracht ga je het leven van de jager vergelijken met het leven van de boer. Daarbij beantwoord je met behulp van bronnen een aantal vragen. Aan het einde maak je dan de keuze: jager blijven of boer worden. 1 Het leven van de jagers en verzamelaars had zowel voorals nadelen. Lees de leertekst. a Wat was een voordeel van het leven van de jagers en verzamelaars? A Er was altijd genoeg te eten. B Het was een avontuurlijk leven. C Je kon op een vaste plaats blijven wonen. D Je moest hard werken voor je voedsel. b Noem twee nadelen van het leven van de jagers en verzamelaars. b Hoe kun je zien dat de Egyptenaren ook aan veeteelt deden? 3 Bekijk HB bron 7. Zie je op de bron akkerbouw of veeteelt? Leg je antwoord uit. 4 Het leven van de eerste boeren had zowel voor- als nadelen. Lees de leertekst en bekijk HB bron 6. a Welke voordelen had het leven van de eerste boeren? b Welke twee nadelen had het leven van de eerste boeren? gevaar van mislukte oogsten stevige huizen veeziekten ontstaan van dorpen leven op een vaste woonplaats 5 Bekijk WB bron 9. Voor welk product van een koe hadden de eerste boeren potten van aardewerk nodig? 2 Bekijk WB bron 8. a Welke drie werkzaamheden in WB bron 8 horen bij akkerbouw? ploegen zaaien koeien fokken graan oogsten bron 9 Koeien op een rotstekening uit de Sahara. De tekening is ongeveer 6000 jaar oud. Deze koeien werden niet alleen vanwege het vlees gehouden. bron 8 Egyptenaren aan het werk als boer. 11

kern 6 Vul met de antwoorden van vraag 1 en 4 het volgende schema in. Voordelen Nadelen Jagers en verzamelaars Boeren 7 Bekijk het schema van vraag 6 nog eens. Wat zou jij doen? Jager blijven of boer worden? Maak je keuze. Geef hiervoor minstens twee redenen. HB H1 2 Leertekst Verwerken 8 a Welke twee gevolgen had de klimaatverandering voor de natuur in de Sahara? Planten verdwenen. Het werd kouder. Er kwamen meer onweersbuien. Veel dieren trokken weg. b Welk gevolg had de klimaatverandering voor het leven van de jagers en verzamelaars? 9 Bekijk HB bron 8. Streep de foute woorden door. Na de ijstijd verbeterde verslechterde het klimaat in Europa. Daardoor verbeterden verslechterden de leefomstandigheden. In Noord-Afrika verbeterde verslechterde het klimaat. Daardoor verbeterden verslechterden de leefomstandigheden. 10 Vul in: De eerste boeren leefden in en het. Dat gebeurde vanaf ongeveer. Mensen gingen door de landbouw op een leven. Ze legden ook aan. Door de klimaatverandering konden de mensen voedsel vinden. Dit was een belangrijke voor de overschakeling op landbouw. 11 Welke drie zinnen kloppen met de leertekst? Landbouw bestaat uit akkerbouw en veeteelt. In Europa ontstonden de eerste vaste woonplaatsen. Klimaatverandering was een oorzaak voor het leven als boer. De eerste boeren legden voorraden aan. De eerste boeren woonden in gebieden waar veel regen viel. 12 Wat zijn oorzaken en gevolgen van het ontstaan van de landbouw? Zet de volgende woorden in de goede kolom: klimaatverandering voorraden vaste woonplaats kennis van de natuur leven in dorpen. Oorzaken landbouw Gevolgen landbouw 13 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Extra 14 Bekijk WB bron 10. a Welk voorwerp kun je van de scherven maken? Teken het voorwerp naast de scherven. b Wat heeft dit voorwerp met de nieuwe manier van leven te maken? 1 2

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren bron 10 Prehistorische scherven. 15 Als mensen aardewerk gebruiken, is dat een aanwijzing dat ze een vaste woonplaats hebben, omdat... aardewerk op één plaats werd gemaakt. aardewerk lastig is mee te nemen als je steeds verder trekt. aardewerk werd gebruikt om vlees te bewaren. jagers en verzamelaars niet konden pottenbakken. 16 e Deze paragraaf speelt zich af in het neolithicum. Zoek op het internet de term neolithicum op en beantwoord de volgende vragen. a Wat betekent de term neolithicum letterlijk? b Welke kenmerken passen bij het neolithicum? Mensen bewaren spullen in stenen potten. De mensen trekken rond. Akkerbouw en veeteelt worden middel van bestaan. Werktuigen zijn van ijzer. 17 a Maak de kruiswoordpuzzel over jagers en boeren. Omschrijvingen: 1 het fokken van dieren 2 een oorzaak voor het ontstaan van landbouw 3 mensen die leven van de landbouw 4 een groep huizen bij elkaar 5 het verbouwen van gewassen 6 een overschot aan voedsel 7 hiermee werd voedsel verwarmd 8 de plek waar je woont b Welk woord lees je van boven naar beneden in de omlijnde balk? 1 2 3 4 5 6 7 8 13

kern 3 Leven aan de oevers van de Nijl Ontdekken Hoe komt het water op de akkers? Zonder de Nijl konden de Egyptenaren niet leven. Er kon niets groeien zonder het water uit de rivier. Boeren hadden het water dan ook hard nodig. Ze wilden het water naar zoveel mogelijk akkers brengen. Maar hoe kregen ze het water daar? In deze opdracht ga je dit probleem oplossen. Bronnen uit het HB en WB helpen je daarbij. Aan het einde van de opdracht maak je een tekening. Hierop laat je zien hoe de Egyptenaren het water op de akkers kregen. De tekening maak je in het WB. Voordat je dat doet, maak je eerst vraag 1 t/m 4. Dan weet je precies hoe je de tekening moet maken! 1 Lees de leertekst. Waar zorgde de Nijl voor? Er zijn meer antwoorden goed. vis vruchtbare grond makkelijk vervoer regen 2 Bekijk HB bron 12. Wat is een sjadoef? A een zaaimachine B een werktuig om water te verplaatsen C een wapen tegen vijanden D een ploeg 3 Bekijk HB bron 9. De Egyptenaren kenden drie seizoenen: de overstromingstijd, zaaitijd en oogsttijd. Kleur op WB bron 11 hoe hoog het water stond per seizoen. Gebruik een blauw potlood. Schrijf de namen van de seizoenen erbij. 4 De Egyptenaren gebruikten een aantal middelen om water op de akkers te krijgen. Welke omschrijving hoort bij welk middel? A dijk 1 water op de akkers tillen B sluisje 2 water opslaan C kanaaltje 3 water tegenhouden D sjadoef 4 af en toe water doorlaten E waterbekken 5 water naar de akkers verplaatsen De goede combinaties zijn: 5 G Maak in WB bron 12 een tekening. De tekening gaat over de irrigatielandbouw van de Egyptenaren. In de tekening kijk je van bovenaf op de Nijl en de akkers. De Nijl, de akkers en de kanalen zijn al ingetekend. Je moet de volgende dingen nog toevoegen: dijkjes sjadoefs sluisjes waterbekkens Doe het samen met een andere leerling. HB H1 3 Leertekst Verwerken 6 Welke taken had de farao? Er zijn meer antwoorden goed. legeraanvoerder hoogste rechter inner van belasting belangrijkste bestuurder 7 Bekijk WB bron 13. Egyptische boeren moesten een deel van de oogst als belasting betalen. a Zet in de bron de cijfers op de goede plaats. 1 Boeren oogsten het graan. 2 Ambtenaren schrijven de oogst op. 3 Ambtenaren meten de akkers op. dijkje dijkje akker akker dijkje dijkje kanaaltjes kanaaltjes akker akker kanaaltjes Nijl dijkje dijkje kanaaltjes akker akker bron 11 De Nijl in de drie seizoenen. bron 12 De irrigatielandbouw van de Egyptenaren. 1 4

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren b Waarvoor zou de belasting gebruikt zijn? Er zijn meer antwoorden goed. huizen voor boeren laten bouwen paleizen voor de farao laten bouwen wapens kopen de bestuurders betalen 8 Bekijk HB bron 10. a Welke dingen over de farao Narmer kun je zien op de bron? Er zijn meer antwoorden goed. Narmer verslaat een andere Egyptische leider. Narmer controleert de ambtenaren. Twee in elkaar verstrikte leeuwen stellen de vereniging van Egypte voor. Narmer laat een piramide bouwen. b Welke taak van de farao past bij de afbeelding? A legeraanvoerder C hoogste rechter B inner van belasting D belangrijkste bestuurder 9 Bekijk HB bron 11. Je ziet een schrijvende ambtenaar. Waarom zou hij op papyrus schrijven? Er zijn meer antwoorden goed. Het is makkelijk te maken. Het is makkelijk mee te nemen. Het is gemaakt van stevig materiaal. Het vlekt niet. 10 Voor welke zaken zal het schrift als eerste zijn gebruikt? Er zijn meer antwoorden goed. noteren van belastingopbrengsten mooie verhalen opschrijven regels en wetten opschrijven gedichten schrijven 11 Leg uit dat schrijven voor een ambtenaar belangrijk is. 12 Vul in: In Egypte was de rivier erg belangrijk. Het water werd gebruikt voor de landbouw. Met kanaaltjes en dijkjes werd het water verspreid over de akkers. Dit wordt genoemd. Om de landbouw in Egypte goed te regelen, was een nodig. De hoogste bestuurder was de. Hij werd geholpen door. Ambtenaren gebruikten het om dingen niet te vergeten. In Egypte was dat het. 13 Langs de Nijl werd aan landbouw gedaan. Wat waren de voor - delen van landbouw langs de Nijl? Er zijn meer antwoorden goed. De bodem was vruchtbaar. Er viel veel regen. Er woonden veel mensen. Je kon het water van de Nijl over de akkers verspreiden. De oogsten waren meestal goed. 14 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Extra 15 De Nijl stroomt van het zuiden naar het noorden. Leg uit waarom dat zo is. 16 Bekijk WB bron 14. Ontcijfer het volgende woord. Bedenk wel dat dit geen echt hiërogliefenschrift is. Het echte hiërogliefenschrift bestaat uit meer dan 700 tekens. Ons alfabet kent maar 26 letters......... 17 Schrijf met behulp van WB bron 14 hieronder je eigen naam in hiërogliefenschrift. A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z bron 13 Ambtenaren houden bij hoe groot de oogst is. bron 14 Een aantal tekens uit het hiërogliefenschrift. 15

kern 4 Een ingewikkelde samenleving Ontdekken Een brief aan de farao In het Oude Egypte bestonden veel beroepen. De meeste mensen waren boer, maar er waren ook allerlei mensen die andere beroepen hadden. Deze mensen werden soms slecht behandeld, zoals uit de staking blijkt. Je gaat je nu verplaatsen in de Egyptische werklieden die aan de rotsgraven van de farao werkten en tot staking overgingen. In een brief aan de farao schrijf je waarom je staakt en wat je eist. Om je brief zo goed mogelijk te schrijven, maak je eerst de vragen 1 t/m 3. b Bedenk waarom de wijk Deir el-medina achter een hoge muur verborgen was en goed werd bewaakt. 3 De werklieden waren, zoals je al hebt kunnen lezen, ontevreden. Bedenk minimaal twee redenen voor de werklieden voor hun ontevredenheid. Haal je informatie uit de ontdekken - tekst en de bronnen in het HB. 1 Lees de introtekst en bekijk HB bron 15. Welke werkzaamheden verrichtten de Egyptische werklieden? 2 Bekijk WB bron 15. a Wat kun je zeggen over de grootte van de huizen van de werklieden? 4 Schrijf nu een brief aan de farao. Hieronder staat hoe je dat moet doen: Je begint de brief door aan de farao te vertellen wie je bent en wat voor werk je doet. Je legt uit waarom je de brief schrijft. Je geeft redenen waarom je ontevreden bent. Je sluit de brief af met de vraag of de farao wat aan je ontevredenheid doet. bron 15 Restanten van de achter een hoge muur verborgen en goed bewaakte wijk Deir el-medina. Hier woonden de werklieden die aan de graven van de farao s werkten. Elk huis bestond uit twee slaapkamers, een leefruimte en een magazijn. 1 6

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren De brief moet ongeveer 150 woorden lang zijn. Je begint de brief met Geachte farao. Hoewel de Egyptenaren in hiërogliefenschrift schreven, mag jij de brief gewoon in het Nederlands schrijven. 5 In werkelijkheid zouden Egyptische werklieden niet een brief aan de farao hebben geschreven. Bedenk een reden hiervoor. 9 Bekijk HB bron 13. Deze bron gaat over de handel. a Sommige onderzoekers vinden dat je aan de bron kunt zien dat de Egyptische handelaren de producten op de bron niet zelf haalden. Waarom denken ze dat? HB H1 4 Leertekst b Andere onderzoekers vinden dat je aan de bron kunt zien dat de Egyptische handelaren de producten op de bron wél zelf haalden. Waarom denken ze dat? Verwerken 6 Zet de volgende zinnen in de goede tijdsvolgorde: 1 Boeren hielden een deel van de oogst over. 2 Er kwamen verschillende beroepen. 3 Niet iedereen hoefde boer te zijn; sommige mensen gingen zich specialiseren. 4 De irrigatielandbouw zorgde voor een hoge opbrengst. De goede volgorde is: 7 Bekijk HB bron 15. Welke beroepen zie je op deze bron? steenhouwers tekenaars schrijvers houtbewerkers 8 V Wat is een oorzaak geweest voor het ontstaan van steden? de bouw van aparte wijken voor werklieden voedseltekorten overschotten in de landbouw en handel de bouw van rotsgraven voor de farao 10 a Wat hoort niet bij nijverheid? het maken van een muurschildering het bewerken van het land het bakken van brood het timmeren van een kast b Leg uit waarom dit niet bij nijverheid past. 11 Lees WB bron 16. Welke beweringen zijn goed? Egyptische vrouwen hadden evenveel rechten als mannen. Egyptische vrouwen hadden meer rechten dan vrouwen in Italië en Griekenland. Egyptische vrouwen konden zich beklagen bij een rechtbank. In Egypte hadden vrouwen recht op bezit. Vrouwen in Egypte In Egypte gaan vrouwen naar de markt. Ook drijven zij handel. Mannen blijven thuis en weven. De Griekse schrijver die dit opschreef, was stomverbaasd toen hij Egypte bezocht. In Italië en Griekenland hoorden de vrouwen thuis en deden mannen de zaken. Vrouwen waren ondergeschikt aan de mannen. Ze konden niet zelf naar een rechtbank, zoals in Egypte. Ook hadden ze niets te vertellen over hun bezit. bron 16 17

kern 12 Lees WB bron 17. Dit is een contract tussen een Egyptische koopman en zijn vrouw. a Wat was de taak van de vrouw van de Egyptische koopman? b We weten bijna niets over de vrouwen van Egyptische boeren. Hoe komt dat? 13 Vul de goede woorden in: In Egypte ontstonden verschillende beroepen. Dat kwam doordat de veel opbracht. Een gevolg daarvan was dat er ontstonden. Deze lagen langs de. De Egyptenaren ruilden ook spullen. Ze dreven, bijvoorbeeld in ivoor, hout en vee. Vrouwen in Egypte hadden rechten dan vrouwen in andere gebieden. Hun belangrijkste taken waren het zorgen voor de en het doen van het huishouden. 14 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Extra 15 e Niet alleen in Egypte veranderde de samenleving. Ook op andere plekken in de wereld, zoals het Midden-Oosten, ontstonden steden. Oeroek is hier een bekend voorbeeld van. Zoek op het internet informatie over Oeroek en de Egyptische stad Memphis en vul het volgende schema in. Beantwoord daarna de vragen 16 en 17. Oeroek Memphis Land (oorspronkelijke naam) Land (huidige naam) Naam van het volk dat er leefde Rivier Schrift Bloeiperiode 16 Wat valt op aan de ligging van deze steden? 17 v De mensen uit Oeroek gebruikten het wiel. Ze hadden het zelfs uitgevonden rond 3500 voor Christus. Kruis hieronder de gevolgen van de uitvinding van het wiel aan. Er werden oorlogen gevoerd. Mensen betaalden belasting. Mensen legden wegen aan. Spullen konden makkelijker worden vervoerd. Een huwelijkscontract Ik geef jou twee pond zilver en zorg jaarlijks voor brood, drank, olie en honing. De kinderen die jij zult baren, zijn bezitters van alle dingen en zaken die ik zal krijgen. Als ik een andere vrouw neem, betaal ik je tien pond zilver. bron 17 1 8

kern HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 5 Geloven in goden Ontdekken Leven na de dood Het geloven in goden was voor de Egyptenaren erg belangrijk. De Egyptenaren dachten dat de goden alles bepaalden, zelfs het leven na de dood. Het leven na de dood vond plaats in het dodenrijk. Maar hoe kwam je in het dodenrijk? En hoe zag het leven er daar uit? In dodenboeken schreven Egyptenaren hier van alles over op. In deze opdracht ga je de ideeën van de Egyptenaren over het dodenrijk naspelen in een rollenspel. Om het rollenspel goed te kunnen spelen, maak je eerst vraag 1 t/m 6. 1 Bekijk HB bron 16. Op de weegschaal zie je rechts het hart van de dode. Links zie je een veer. Het is het teken van rechtvaardigheid. Wat zal er gebeuren als het hart zwaarder is dan de veer? A Dan mag de dode het dodenrijk binnengaan. B Dan wordt het hart opgegeten door het monster. C Dan mag de dode langer leven in het dodenrijk. D Dan moet hij opnieuw de reis naar het dodenrijk maken. 2 Lees de leertekst en WB bron 18. a Welke god hoort bij welke omschrijving? A Thoth 1 zonnegod B Re 2 god van het dodenrijk C Osiris 3 schrijversgod D Anubis 4 god van het balsemen De goede combinaties zijn: b Hieronder staan drie zinnen die goden in het dodenrijk hadden kunnen zeggen. Wie sprak welke zin? A Ik ga het verhaal van de dode controleren. Daarom weeg ik het hart. B Het verhaal van de dode moet worden opgeschreven voor Osiris. C Ik verleen u toegang tot het dodenrijk. A = B = C = 3 Bekijk HB bron 19. a Priesters hadden allerlei taken. Met welke taak zijn ze op de afbeelding bezig? A de kalender bijhouden B offers brengen aan de goden C zorgen voor een nieuw leven na de dood D raad vragen aan de goden b Bedenk wat een priester tegen de goden zou kunnen zeggen over een dode. 4 Het leven in het dodenrijk leek veel op het dagelijks leven op aarde. Zo moesten doden die op aarde boer waren geweest, ook in het dodenrijk op het land werken. Voor dit werk kregen ze spullen mee in het graf. Wat zouden de Egyptenaren een timmerman hebben kunnen meegeven? bron 18 Het dodenboek Het dodenboek was een soort reisgids. Hierin werd uitgelegd hoe je in het dodenrijk terechtkwam. De reis naar het dodenrijk was zwaar. Onderweg kwam je allerlei gevaren tegen. Als je in het dodenrijk was aangekomen, woog de god Anubis het hart. De schrijversgod Thoth schreef alles op. Bij de weegschaal waarmee het hart werd gewogen, zat een monster klaar om het hart te verslinden als de dode slecht had geleefd. bron 20 Farao Ramses II brengt een offer aan de zonnegod Re. bron 19 Aankomst in het dodenrijk Gegroet, machtige god. Ik ben naar het dodenrijk gekomen om u en de andere goden te zien. Ik ben nooit slecht geweest voor andere mensen. Ik heb mijn bedienden niet slecht behandeld. Ik heb niemand te hard laten werken. 19

kern 5 Lees WB bron 19. a Deze tekst is uitgesproken door een dode. Waaraan kun je zien dat de dode een belangrijk persoon was? b Bedenk eenzelfde soort tekst voor een boer. Begin weer met de woorden Gegroet, machtige god. 6 G Maak groepjes van vijf leerlingen. Elke leerling krijgt een rol. Met de antwoorden van vraag 1 t/m 5 kun je de aankomst in het dodenrijk naspelen. Er moet alleen nog een verhaal van worden gemaakt. Vul daarom het volgende schema in. In de tekstkolom staat steeds welk antwoord je moet gebruiken. 7 G Verdeel de rollen en speel de aankomst in het dodenrijk na. Vraag aan je docent hoe je dat moet doen. HB H1 5 Leertekst Verwerken 8 Het geloof van de Egyptenaren wordt een natuurgodsdienst genoemd. Welke zinnen zijn goed? Voor de Egyptenaren was de natuur erg belangrijk. In een natuurgodsdienst vereren mensen maar één god. Omdat Egyptenaren genoeg voedsel hadden, was de natuur niet meer belangrijk. Volkeren met een natuurgodsdienst vereren meerdere goden. Rol Priester Tekst Vandaag is er een Egyptische boer gestorven. Ik ga daarom nu tot de goden spreken: [vraag 3b]: De dode maakt de reis naar het dodenrijk. Dode [vraag 5b]: Anubis Osiris [vraag 2b]: Ik wil u ook nog wat vragen. Zo wil ik weten of u iemand vermoord hebt tijdens uw leven. Dode Thoth Osiris [vraag 2b]: [vraag 2b]: De dode leeft verder in het dodenrijk van Osiris. bron 21 De Egyptische samenleving. 2 0

HISTORISCHE PERSONEN HOOFDSTUK HOOFDSTUK 2 De 1 tijd De 1 van tijd de tijd Grieken van van jagers jagers en en Romeinen en boeren 9 Bekijk WB bron 20. Hoe kun je zien dat de goden belangrijker waren dan de farao? A De zonnegod heeft de kop van een valk. B De farao heeft een kroon op zijn hoofd. C De farao brengt een offer aan de zonnegod. D De zonnegod heeft een zonneschijf op zijn hoofd. 10 Bekijk HB bron 17 en lees de leertekst. a Zet de volgende werkzaamheden op de goede plaats in de piramide van WB bron 21. Egypte besturen land bewerken contact leggen met de goden zwaar en onbetaald werk doen timmeren het land verdedigen. b De werkzaamheden horen bij de verschillende sociale lagen. Welke sociale laag was het grootst? 11 Bekijk HB bron 20 en WB bron 22. a Welke wapens gebruikten de Egyptenaren? Extra 13 Bekijk WB bron 23. Farao s werden in piramides begraven. Piramides zijn erg hoog en groot. Het bouwen van een piramide is dan ook niet makkelijk. Hoe kregen de Egyptenaren die enorme blokken steen naar boven? 14 Om de reis naar het dodenrijk te maken, moest je lichaam wel volledig bewaard zijn. De nabestaanden moesten het lichaam dan ook zo behandelen, dat het niet verging. Rijke Egyptenaren lieten zich daarom mummificeren. Het maken van een mummie was een kostbaar proces en duurde zeventig dagen. Lees WB bron 24. a Waarom werden de ingewanden uit het lijk gehaald? b In welke periode van het Egyptische Rijk vond de slag bij Kadesj plaats? Oude Rijk Middenrijk Nieuwe Rijk Late Rijk 12 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Periode Jaartallen Oude Rijk ca. 2686-2125 voor Christus Middenrijk ca. 2125-1650 voor Christus Nieuwe Rijk ca. 1550-1069 voor Christus Late Rijk ca. 747-332 voor Christus bron 22 Het Egyptische Rijk. b Leg uit waarom arme Egyptenaren niet werden gemummificeerd. Mummificeren Op de vierde dag na de dood begonnen de balsemers met hun werk. Ze haalden met ijzeren haken de hersenen via de neusgaten uit de schedel. Daarna maakten ze met een scherpe steen een snee in de zij van het lichaam. Op die manier konden ze alle organen en ingewanden verwijderen. De ingewanden werden met palmwijn gewassen en bestrooid met lekkere kruiden. Hiermee probeerden ze te voorkomen dat de ingewanden gingen rotten. Hersenen en ingewanden bederven namelijk sneller dan de rest van het lichaam. De hersenen en ingewanden kwamen in kruiken terecht die later samen met de dode werden begraven. Na deze behandeling legde men het lichaam een dag of vijftig in een zoutoplossing. Daarna wreven ze het lichaam in met een zalfolie en wikkelden het in reepjes linnen. Ten slotte werd het lichaam in een houten kist gelegd en begraven. bron 24 bron 23 De bouw van een piramide. 21

kern onderzoek historische personen 6 Cheops en Toetanchamon De tijd van Cheops en Toetanchamon 1 Lees HB bron 2 en 5. Zet op de tijdbalk van WB bron 1 de namen van de twee farao s met hun sterfjaar. 2 Wat was het belangrijkste middel van bestaan in de tijd van Cheops en Toetanchamon? A jagen en verzamelen B landbouw C nijverheid D handel Wie was Cheops? 3 Bekijk HB bron 1. De piramide van Cheops is een bijzonder bouwwerk. Het wordt ook wel een wereldwonder genoemd. Waarom zouden mensen de piramide van Cheops een wereldwonder noemen? A In de piramide vinden allerlei wonderen plaats. B De piramide is bij een grote brand niet verwoest. C Cheops was een beroemde farao. D De piramide is een heel groot bouwwerk en is heel knap gemaakt. 4 Lees HB bron 2. Leg uit dat het moeilijk is om het leven van Cheops te bestuderen. 5 Gebruik HB bron 1 t/m 3. Vul het schema in over het leven van Cheops. schema: Cheops Gebeurtenis Bronnummer(s) Politiek Hij regeerde van 2589 tot 2566 voor Christus. Economie Het ging goed met Egypte. Kunst/cultuur Er werden beeldjes gemaakt. Er is een piramide gemaakt. Zijn graf is leeggeroofd. Wie was Toetanchamon? 6 Bekijk HB bron 6. Het graf van Toetanchamon ligt niet in de buurt van de piramide van Cheops. Waarom niet? Er zijn meer antwoorden goed. Farao s werden in de buurt van hun hoofdstad begraven. Toetanchamon regeerde vanuit een andere stad dan Cheops. Cheops wilde zo n grote piramide, dat hij niet in het Dal der Koningen paste. Cheops wilde niet tussen andere farao s liggen. Men begon farao s pas vanaf 1500 voor Christus in rots graven te begraven. Toen was Cheops allang dood. Toetanchamon had geen geld om in de buurt van de piramide van Cheops een eigen piramide te bouwen. bron 1 Tijdbalk. 3000 2500 2000 1500 1000 500 voor Christus 1 na Christus 2 2

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 7 Lees HB bron 5. Waarom is het niet moeilijk om het leven van Toetanchamon te bestuderen? 8 Gebruik HB bron 4 t/m 6. Vul het schema in over het leven van Toetanchamon. schema: Toetanchamon Gebeurtenis Bronnummer(s) Politiek 10 Als je het leven van Cheops en Toetanchamon wilt bestuderen, heb je betrouwbare bronnen nodig. Klopt de informatie wel? Veel mensen vinden WB bron 2 niet betrouwbaar. Waarom niet? Er zijn meer antwoorden goed. Herodotus heeft Cheops nooit gekend. Hij leefde veel later. Herodotus had het verhaal over Cheops van horen zeggen. Hij wist zelf niet zoveel van Cheops. Herodotus heeft al zijn verhalen verzonnen. Herodotus vond Cheops een slechte farao, omdat hij zijn piramide niet mooi vond. Hij voerde geen oorlog. Economie Het ging wel niet zo goed met Egypte. Kunst/cultuur Hij Wat vind jij van Cheops en Toetanchamon? 11 In deze paragraaf heb je de levens van Cheops en Toetanchamon bestudeerd. Wie heeft volgens jou het meest gepresteerd in zijn leven: Cheops of Toetanchamon? Wie heeft zijn mooie graf verdiend? Leg je antwoord uit. In het graf lag een dodenmasker. Meningen over Cheops en Toetanchamon 9 Lees WB bron 2. Dit verhaal over Cheops is opgeschreven door Herodotus, een Griekse geschiedschrijver. Hij leefde tussen 475 en 430 voor Christus. Het verhaal over Cheops had hij gehoord van een gids. Welke zinnen passen bij WB bron 2? Er zijn meer antwoorden goed. Het verhaal over Cheops is zeker waar. Het verhaal over Cheops is niet meer te controleren. Herodotus vond Cheops een slechte farao. Herodotus leefde in de tijd van Cheops. bron 2 De dochter van Cheops Cheops schaamde zich nergens voor. Soms had hij geld te kort. Dan sloot hij zijn dochter op in een kamer. Daar moest ze mannen ontvangen. Deze mannen betaalden voor haar diensten. Het verdiende geld moest ze aan haar vader geven. Cheops had hierdoor weer genoeg geld. 23

kern onderzoek Nederland 7 De eerste landbouwers in onze streken 1 a In welke periode leefde de Krabbeplasman? Gebruik hiervoor WB bron 1. b Waarom zou deze periode zo genoemd worden, als je kijkt naar de namen van de andere periodes? c Bekijk HB bron 5. Hoe heette de cultuur van de voorouders van de Krabbeplasman? HB H1 7.1-7.3 c Van welk materiaal waren de gebruiksvoorwerpen van de hunebedbouwers gemaakt? 5 Bekijk HB bron 1. Welke dingen zouden de boeren in de voorraadpotten bewaren? Meer antwoorden kunnen goed zijn. water graan vlees vis 6 Bekijk HB bron 4. a Van welk materiaal waren de boerderijen gemaakt? G Deze paragraaf gaat over het leven van de eerste boeren in ons land. Met behulp van de leertekst en een aantal bronnen ga je onderzoeken hoe het leven van deze mensen er in de prehistorie heeft uitgezien. Deze opdracht doe je in tweetallen. Om het onderzoek goed te kunnen doen vul je met behulp van de antwoorden op de vragen 2 t/m 10 het schema in bij vraag 11. Je moet daarbij ook de antwoorden van vraag 1 gebruiken. b Wat was de taak van de vrouwen bij de eerste boeren in ons land? c Wat was de taak van de mannen bij de eerste boeren in ons land? d Hoe kun je zien dat de boeren soms ook nog aan de jacht deden? 2 V Lees paragraaf 7.1. Leg uit dat het veranderende klimaat een oorzaak is van het ontstaan van landbouw in Nederland. 7 Bekijk WB bron 2. a Bij welke cultuur hoort deze bijl? 3 a Lees paragraaf 7.2 en bekijk WB bron 1. In welke periode leefden de eerste boeren in Nederland? b Bekijk HB bron 5. Waar woonden de eerste boeren? b Waar zou deze bijl voor gebruikt zijn? Meer antwoorden kunnen goed zijn. bewerken van het land slachten van vee omhakken van bomen voorraadpotten versieren 8 V Lees WB bron 3. Leg uit dat het maken van de potten uit deze bron een gevolg is van het leven als boer. c Van welk materiaal waren de gebruiksvoorwerpen van de eerste boeren gemaakt? 4 a Lees paragraaf 7.3 en bekijk WB bron 1. In welke periode leefden de hunebedbouwers? b Bekijk HB bron 5. Waar woonden de hunebedbouwers? 9 Lees WB bron 4. a Waren het de mannen of de vrouwen die de vuurstenen bijlen gebruikten? Licht je antwoord toe. bron 1 De prehistorie in Nederland. bron 2 Prehistorische vuurstenen bijl (4000-2000 v. Chr.). Periode Jaartallen Oude steentijd tot 8000 voor Christus Middensteentijd Nieuwe steentijd Bronstijd IJzertijd 8000-5300 voor Christus 5300-2000 voor Christus 2000-800 voor Christus 800-50 voor Christus 2 4

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren b Wie gebruikten de schrabbers? Licht je antwoord toe. 10 Lees paragraaf 7.3 en bekijk HB bron 3. Een uitspraak: Hunebedbouwers geloofden in een leven na de dood. Leg uit dat deze uitspraak klopt. Nederlandse en niet-nederlandse boeren 12 Niet alleen in Nederland waren er in de prehistorie boeren. Zoals je al in paragraaf 2 hebt gezien, werd elders in de wereld al veel eerder aan landbouw gedaan. a Lees de leertekst van paragraaf 2. Wanneer werd er voor het eerst aan landbouw gedaan? b Waar woonden de eerste boeren? 11 G a Vul met behulp van vraag 1 t/m 10 het onderstaande schema in. b Wat ben je te weten gekomen over de leefwijze van de eerste boeren in de prehistorie in Nederland? Leg in je antwoord in elk geval uit hoe de woningen eruitzagen, hoe de taakverdeling tussen mannen en vrouwen was en wat voor soort werktuigen ze gebruikten. 13 V Lees paragraaf 2, 4 en 5 nog een keer door. Deze paragrafen gaan over de oorzaken en gevolgen van de overschakeling op landbouw. Geef bij de volgende zinnen aan of het oorzaken of gevolgen zijn van de overschakeling op landbouw. Streep steeds het foute woord door. Mensen leven op een vaste woonplaats: gevolg oorzaak (van de overschakeling op landbouw) Mensen leren de natuur beter kennen: gevolg oorzaak Er komen nieuwe beroepen: gevolg oorzaak Het gebied krijgt een bestuur: gevolg oorzaak schema bij vraag 11: de eerste boeren in de prehistorie in Nederland Eerste boeren Hunebedbouwers Krabbeplasman Periode Gebied in Nederland Gebruikte materialen Naam van de cultuur Geloof bron 3 Potten De potten van de trechterbekercultuur werden gemaakt van rolletjes klei, die op elkaar werden gelegd. De rolletjes klei werden aan elkaar gemaakt. Hierdoor ontstond een dunne wand. Als de klei hard was geworden, werden met een spatel versieringen aangebracht. Archeologen denken dat de versieringen een bepaalde betekenis hebben gehad. Maar wat ze precies betekenen, is nog steeds niet duidelijk. bron 4 Bijlen, pijlen en schrabbers De trechterbekermensen waren lang bezig om vuurstenen bijlen te maken. Het kostte onder andere veel tijd om ze te slijpen. De bijlen waren ongeveer 32 centimeter lang. Je kon er binnen een uur een boom van 30 centimeter dik mee omhakken. Ze maakten ook stenen hamerbijlen. Deze bijlen werden vooral als wapen gebruikt. Archeologen hebben verder pijlpunten opgegraven en zogenoemde schrabbers. Met de schrabbers werden huiden of hout bewerkt. 25

afsluiting Afsluiting 1 Vul de ontbrekende woorden in. Gebruik hiervoor de tekst uit het HB. Als je het goed doet, heb je een korte samenvatting van het hoofdstuk. In de prehistorie leefden de mensen lange tijd alleen van. Dit was het enige. De mensen woonden in of. Ze leefden in groepen bij elkaar. Ze trokken rond. 3 Zoek bij de onderstaande jaartallen de goede omschrijving. A tot 9000 voor Christus 1 ontstaan van veeteelt B 9000 voor Christus 2 ontstaan van landbouw in Nederland C 7500 voor Christus 3 ontstaan van landbouw D 5300 voor Christus 4 jagen en verzamelen De goede combinaties zijn: 4 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij dit hoofdstuk maken. Vanaf ongeveer gingen de mensen ook leven van de. Er werd voedsel verbouwd op het land. Dit gebeurde het eerst in het en. Door het fokken van dieren ontstond de veeteelt. Mensen leefden op een. 2 In dit hoofdstuk komen weinig belangrijke personen voor. Uit het Egyptische Rijk kennen we wél een aantal belangrijke mensen. Ze staan hieronder in een schema. a Achter elke naam staan vier woorden. Eén woord past niet bij deze persoon. Streep dit woord door. b Leg in de laatste kolom uit waarom dat woord er niet bij hoort. Persoon Woorden Uitleg Narmer Eerste farao Egyptische Rijk Dal der Koningen Ambtenaren Cheops Piramide Thebe Ambtenaren Natuurgodsdienst Toetanchamon Piramide Dal der Koningen Leider van het leger Belangrijkste bestuurder 2 6

HOOFDSTUK 1 De tijd HOOFDSTUK van jagers en X boeren Xxxxx Extra hiërogliefenschrift schrift dat de Egyptenaren vanaf ongeveer 3000 voor Christus gebruikten; het schrift bestaat uit een groot aantal tekeningen die elk een woord of klank uitbeelden mummie een dood lichaam dat op een speciale manier is behandeld, zodat het niet vergaat piramide grafmonument uit het Oude Egypte Aantekeningen 27