ACM geeft met dit document inzicht in hoe in Nederland wordt geborgd dat projecten van gemeenschappelijk belang tijdig worden uitgevoerd.



Vergelijkbare documenten
Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules

Klankbordgroep REG2017

DATUM REFERENTIE VAN TER INFORMATIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen

Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van niet-reguliere uitbreidingsinvesteringen

Inkomstenbesluit TenneT Net op zee 2019

Pagina. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit netbeheerder van het net op zee TenneT

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGE 4. Elektriciteitswet Dit betreft de beoordeling van het voorstel Oostland en Tinte.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Pagina 1/7 BESLISSING. Beslissing Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Omschrijving. Relevant voor. Op welke wijze en waar wordt dit in MB geregeld (gedachtelijn)

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

TER INFORMATIE. 1. Vergelijking voorgestelde tarieven 2018 met tarieven 2017

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Netbeheer Nederland Visie van investeerders financiële marktpartijen

Pagina ONTWERPBESLUIT

Klankbordgroep REG e bijeenkomst 28 september 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

46/ Stap 2: bepalen van de begininkomsten

onderwerp :Zienswijze stimulansen PCI s en inzet veilinggelden (zaaknr )

Klankbordgroep REG e bijeenkomst 11 december 2015

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Pagina 1/7. 1 Inleiding

BIJLAGE B BIJ ONTWERP X-FACTORBESLUIT

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Pagina 1/16. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: BESLUIT

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de f-factor als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/459

Pagina. 1 Inleiding. Zaaknummer: Datum: 5 augustus Muzenstraat WB Den Haag.

Hoofdpuntenverslag. Bijeenkomst met appellanten inzake wijziging methode kostenvoet vreemd vermogen d.d. 21 januari 2016, 15:00-17:00h, te Den Haag

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit systeemtaken TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules ACM/UIT/505480

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina ACM/DE/2016/ Ons kenmerk: Zaaknummer: Bijlage 1 bij het methodebesluit transporttaken TenneT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Pagina 1/16. Bijlage 1 Uitwerking van de methode in formules. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2016/201589

Dienst uitvoering en toezicht Energie

4. Schattingen in rekenmodule; 5. Uitbreidingsinvesteringen; 6. Incidentele correcties; 7. Aansluitpunt tarieven; 8. Accountantsverklaring;

Klankbordgroep REG2017 grootste (mogelijke) wijzigingen t.o.v. ontwerpmethodebesluiten. 15 augustus 2016

Klankbordgroep REG e bijeenkomst 18 januari 2016

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/203924_OV Zaaknummer: Pagina

Gevolgen CBb-uitspraak en update WACC 1. Rebel: Draft report The WACC for the Dutch TSO s and DSO s 2. Rebel: Memo Resultaten actualisatie WACC

Methodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

Besluit. Tarievenbesluit TenneT Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022684

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Besluit. Tarievenbesluit TenneT 2019

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Pagina 1/7. Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer:

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/201610_OV Zaaknummer: Pagina

BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Klankbordgroep REG e bijeenkomst

Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Definitie van inkoopkosten voor energie

Inleiding. Geachte leden van de Hoorcommissie,

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2019

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

Bijlage 2: Toelichting op bepaling tariefinkomsten 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2019

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet

Bijeenkomst Klankbordgroep herstel methodebesluiten ACM 18 december 2018

Klankbordgroep Methodebesluiten Netbeheer Elektriciteit en Gas september2013

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Visie GTS Methodebesluit 2014 e.v.

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe.

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

REG2017. TenneT s visie op doelen tariefregulering en setting the agenda. Jan-Paul Dijckmans. 19-juni-2015

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2017

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2018

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Pagina 1/6. 1 Inleiding

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

Besluit. Besluit op projectvoorstel incrementele capaciteit

Wmo-innovatiefonds gemeente Drimmelen

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2017

Pagina 1/7. Prikkel relatieve beschikbaarheid Besluit. Ons /12 kenmerk: Zaaknummer: / NorNed bonus_malus 2012.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2018

Verslag afzonderlijke boekhouding verslagjaar artikel 43 lid 9 Elektriciteitswet artikel 32 lid 11 Gaswet

Pagina 1/8. 1 Inleiding

Transcriptie:

Beoordeling Projecten van gemeenschappelijk belang ACM geeft met dit document inzicht in hoe in Nederland wordt geborgd dat projecten van gemeenschappelijk belang tijdig worden uitgevoerd. Achtergrond Op grond van artikel 13, eerste lid, van Verordening (EU) 347/2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-europese energie-infrastructuur van 17 april 2013 (hierna: de Verordening) zorgen de lidstaten en nationale regulerende instanties ervoor dat passende stimulansen worden verleend wanneer een projectpromotor zich blootstelt aan grote risico s bij de ontwikkeling, bouw of uitbating, of bij het onderhoud van bepaalde projecten van gemeenschappelijk belang. Artikel 13, zesde lid, van de Verordening bepaalt dat elke nationale regulerende instantie haar methodologie bekend dient te maken, alsook de criteria die zij gebruikt om investeringen in elektriciteits- en gasinfrastructuurprojecten en de daarbij behorende grotere risico's te evalueren. Middels onderliggend document vult ACM deze verplichting in, zowel voor elektriciteit als voor gas. Pagina 1/7 De investeringen waar artikel 13, zesde lid, van de Verordening naar verwijst hebben betrekking op de projecten van gemeenschappelijk belang (projects of common interest: hierna PCI), genoemd in het eerste lid. Een PCI is, zo volgt uit artikel 2, vierde lid, van de Verordening, een project dat is vereist om de in bijlage I van de Verordening genoemde prioritaire corridors en gebieden voor energie-infrastructuur tot stand te brengen en dat tevens deel uitmaakt van de Uniebrede lijst van projecten van gemeenschappelijk belang als bedoeld in artikel 3 van de Verordening. Beoordeling investeringen In Nederland worden PCI s door Gasunie Transport Services B.V. (hierna: GTS) of TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) ontwikkeld. GTS is de netbeheerder van het landelijke gastransportnet en TenneT is de netbeheerder landelijke hoogspanningsnet. In zijn algemeenheid zijn er drie momenten waarop investeringen in beeld kunnen komen bij ACM: ten eerste wanneer zij worden genoemd in het kwaliteits- en capaciteitsdocument (hierna: KCD), ten tweede wanneer ACM een advies geeft over de nut en noodzaak van een investering en ten derde wanneer een netbeheerder een voorstel doet voor vergoeding van een investering. Voor investeringen van nationaal belang blijkt de noodzaak uit het feit dat deze investeringen in de Rijkscoördinatieregeling (RCR) zijn opgenomen.

Elke gas- en elektriciteitsnetbeheerder in Nederland dient elke twee jaar een KCD op te stellen. Hierin geeft een netbeheerder uitleg aan welke investeringen hij zal doen ter uitbreiding van het netwerk 1 en committeert zich hier aan. ACM verleent goedkeuring aan het kwaliteits- en capaciteitsdocument van TenneT, voor zover het betreft de prestaties die TenneT nastreeft ten aanzien van de leveringskwaliteit en de operationele netwerkveiligheid, indien naar het oordeel van ACM blijkt dat TenneT in voldoende mate en op een doelmatige wijze kan voorzien in de door haar gestelde doelen 2. GTS meldt slechts aan ACM als zij afwijkt van haar voornemens uit het KCD. 3 ACM beoordeelt geen individuele investeringen van netbeheerders (of de risico s daarvan), maar geeft een oordeel over de wijze waarop zij komen tot de nodige investeringen. TenneT en GTS hebben de keuze om voor PCI s een vergoeding voor de investeringsuitgaven te krijgen via de veilinggelden danwel een vergoeding voor de kosten van de investering via de tarieven 4. Vergoeding investeringsuitgave via veilingmiddelen TenneT Indien TenneT kiest voor een vergoeding uit de veilinggelden, dan zet TenneT de middelen in die zij heeft verkregen uit de veiling van interconnectiecapaciteit. Deze middelen zijn door TenneT op een aparte rekening gezet en dienen krachtens Verordening 714/2009 beschikbaar te blijven voor het instandhouden en/of vergroten van grensoverschrijdende capaciteit. Indien TenneT de investeringsuitgaven uit de veilingmiddelen betaalt, is van additionele risico s in de zin van artikel 13 van de Verordening per definitie geen sprake. Immers de uitgaven worden dan op het moment van ingebruikname vergoed en kunnen er geen (additionele) risico s meer zijn aan de inkomsten en/of kostenzijde. 2/7 Vergoeding investeringsuitgave uit veilingmiddelen GTS De wijze waarop GTS gebruik kan maken van de veilinggelden voor de bekostiging van investeringen is beschreven in het methodebesluit GTS 2014-2016 5 : GTS kan bij ACM voorstellen indienen voor investeringen waarmee het verminderen van congestie wordt bereikt. Deze investeringen kunnen slechts voor vergoeding in aanmerking komen indien ACM van te voren hieraan haar goedkeuring heeft verleend. ACM zal bij de beoordeling van deze voorstellen, die (gedeeltelijk) op basis van inkomsten uit de veilinggeldenrekening worden gerealiseerd, belang hechten aan de mate waarin de voorgestelde investering (voldoende) bijdraagt aan het verminderen van structurele congestie en bovendien binnen een redelijke termijn kan worden uitgevoerd. Om een dubbele vergoeding te voorkomen worden de inkomsten uit veilingen op 1 Artikel 21, tweede lid, onderdeel e, van de E-wet en artikel 8, tweede lid, onderdeel e, van de Gaswet. 2 Artikel 21, achtste lid, onderdeel e, van de E-wet. 3 Artikel 8, zesde lid, van de Gaswet. 4 GTS en Tennet kunnen ook aanspraak maken op een Europese subsidie, echter dit zal nooit de gehele investeringsuitgave, dan wel alle kosten dekken. 5 Methodebesluit GTS 2014-2016, kenmerk ACM/DE/2013/204152.

interconnectiepunten in mindering gebracht op het te activeren bedrag van de investering in kwestie. Indien ACM oordeelt dat er geen investeringen zijn waarvoor veilinggelden efficiënt kunnen worden aangewend, kan ACM besluiten om de inkomsten in aanmerking te nemen in het kader van het jaarlijkse tarievenbesluit. Inkomsten uit jaar t kunnen in aanmerking worden genomen vanaf jaar t+2. Indien GTS een investeringsuitgave uit de veilingmiddelen betaalt, is van additionele risico s in de zin van artikel 13 van de verordening per definitie geen sprake. Immers de uitgaven worden dan op het moment van ingebruikname vergoed en kunnen er geen (additionele) risico meer zijn aan de inkomsten en/of kostenzijde. Bekostiging uit transporttarieven Indien TenneT en GTS geen of slechts deels gebruik maken van de veilinggelden, dan zullen zij de (rest van de) investering indienen bij een voorstel voor de tarieven. De wijze waarop TenneT en GTS investeringen bekostigen via de tarieven wordt vastgelegd in methodebesluiten. ACM heeft voor de periode 2014 tot en met 2016 reeds methodebesluiten vastgesteld voor TenneT en GTS. Hierin beschrijft ACM op welke wijze de toegestane omzet van een netbeheerder per jaar in deze reguleringsperiode wordt bepaald. ACM beschrijft hieronder hoe PCI s die in gebruik worden genomen tijdens de huidige reguleringsperiode (die loopt van 2014 tot en met 2016) worden beoordeeld. 3/7 Elk jaar dienen TenneT en GTS een tarievenvoorstel in waarbij zij de methode van regulering in ogenschouw nemen. Dit is een voorstel voor de tarieven van het komende jaar. De wettelijke grondslag hiervoor is artikel 41b, eerste lid, van de E-wet voor TenneT en artikel 82, derde lid, van de Gaswet voor GTS. Bij een tarievenvoorstel kunnen GTS en TenneT 6 een voorstel indienen voor een bijzondere uitbreidingsinvestering. Een uitbreidingsinvestering betreft een investering in de aanleg of uitbreiding van het net. ACM beoordeelt het tarievenvoorstel en stelt dit al dan niet gewijzigd vast in een tarievenbesluit. Indien bij het tarievenvoorstel een uitbreidingsinvestering wordt ingediend, volgt ACM de Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen 7. Aan de hand van deze beleidsregel bepaalt ACM de doelmatige kosten door een globale of integrale beoordeling van de uitgaven van een investering. Uitbreidingsinvesteringen worden niet alleen achteraf beoordeeld op doelmatigheid. Deze investeringen worden vooraf ook beoordeeld op nut en noodzaak, danwel maken deel uit een inpassingsplan dat is vastgesteld volgens artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening. Beoordeling van de risico s Indien PCI s uit de tarieven worden vergoed gebruikt ACM de zogeheten WACC (weighted average cost of capital) om de vergoeding voor investeringsuitgaven te bepalen. De WACC is 6 Met ingang van 1 juli 2011 is de oorspronkelijk in artikel 41b, tweede lid, van de E-wet vervatte regeling voor de vergoeding van aanmerkelijke investeringen vervangen door de regeling voor de vergoeding van uitbreidingsinvesteringen. PCI s kunnen time-wise geen aanmerkelijke investeringen zijn. 7 Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen van 27 december 2011.

een gewogen gemiddelde van de kostenvoet van vreemd vermogen en de kostenvoet van het eigen vermogen, op basis van een door ACM vastgestelde gearing (mate van financiering met vreemd vermogen) 8.De WACC stelt efficiënte bedrijven in staat om een redelijk rendement te behalen op het geïnvesteerde vermogen dat benodigd is als vergoeding voor de vermogensverschaffers. De WACC wordt in de regulering toegepast als een percentage van de activa en omvat zowel een vergoeding voor het vreemd vermogen, als voor het eigen vermogen. ACM stelt één WACC vast voor de gehele reguleringsperiode van een netbeheerder. ACM bepaalt een WACC voor het gehele portfolio van de netbeheerder, en maakt dus geen onderscheid naar bepaalde investeringen, omdat een netbeheerder ook geen vermogen aantrekt per individuele investering. ACM is zich bewust van het feit dat het van groot belang is dat de WACC op het juiste niveau wordt vastgesteld. Een te hoge WACC leidt ertoe dat netbeheerders een hoger dan redelijk rendement behalen, waardoor afnemers te veel betalen voor de geleverde diensten. Een te lage WACC leidt ertoe dat netbeheerders een lager dan redelijk rendement behalen. In dat geval zouden zij niet in staat zijn een marktconforme vergoeding te betalen aan hun vermogensverschaffers. Bij een te lage WACC zullen vermogensverschaffers in het geval van (her)financiering van de kapitaalbehoefte onvoldoende bereid zijn om kapitaal ter beschikking te stellen. Noodzakelijke investeringen, en daarmee de leveringszekerheid, kunnen daardoor in het gedrang komen 9. 4/7 Evaluatie van de risico s van PCI s is voor ACM alleen mogelijk indien de projectpromotor alle relevante informatie op navolgbare wijze aan ACM verstrekt. Op basis van onvolledige informatie kunnen risico s niet worden geëvalueerd. Uit artikel 13, tweede lid, van de Verordening volgt dat ACM bij haar besluit om stimulansen te verlenen rekening houdt met (met name) de regionale of voor de gehele Unie geldende positieve externaliteiten van het project. Uit dit artikellid volgt verder dat een stapsgewijze benadering moet worden gehanteerd. ACM dient de risico s waaraan de projectpromotoren zich blootstellen te analyseren. Daarnaast analyseert ACM de maatregelen die projectpromotoren hebben getroffen om deze risico s te matigen. Tevens analyseert ACM de rechtvaardiging van het risicoprofiel in het licht van de netto positieve effecten van het project in vergelijking met een risicoarmer alternatief. 8 Bijlage - Uitwerking van de methode voor de WACC, ACM/DE/2013/204226. 9 Methodebesluit GTS 2014-2016, kenmerk ACM/DE/2013/204152.

Met het oog hierop dient een projectpromotor informatie te verstrekken die van belang is bij het beoordelen van de risico s van een investering: 1. Randvoorwaarden van de voorgenomen investering De projectpromotor dient aan te tonen dat de voorgenomen investering kwalificeert als PCI. Investeringen die niet op de Unielijst van PCI s, zoals genoemd in artikel 3 van de Verordening staan (de krachtens Vo 1391/2013 gedefinieerde PCIs), vallen niet onder artikel 13. 2. WACC De projectpromotor dient aan te tonen dat een of meerdere risico s niet reeds worden vergoed via de bestaande methode voor vaststelling van de WACC. De WACC geeft namelijk een vergoeding voor niet-diversificeerbare risico s. 3. Specifiek risico van de projectpromotor en maatregelen voor risicomitigatie De projectpromotor dient uit te leggen wat het specifieke risico inhoudt en of er maatregelen zijn genomen tot mitigatie van dit risico danwel of er mitigatiemogelijkheden ten aanzien van het risico bestaan. Het in het kader van artikel 13 van de Verordening relevante risico is het specifieke risico dat de projectpromotor draagt ten aanzien van de rentabiliteit van de voorgenomen investering. Dit vult ACM als volgt in: een risico in de zin van artikel 13 van de Verordening is het risico op een voldoende waarschijnlijke gebeurtenis die de projectpromotor niet onder controle heeft, die indien deze zich voordoet een significant en negatief effect op de rentabiliteit van de voorgenomen investering heeft, en waarvoor voor de projectpromotor geen instrumenten beschikbaar zijn om de schade te begrenzen. Bij begrenzing van de potentiële schade kan bijvoorbeeld gedacht worden aan hedging of verzekeringen. Daarbij kunnen potentiële effecten op de projectpromotor alleen in het licht van het bestaande reguleringskader worden beoordeeld. Een potentieel risico is dus niet relevant voor zover bestaande bedrijfseconomische en vooral regulatorische maatregelen voor risicomitigatie reeds voorhanden zijn. Tot deze maatregelen behoort onder andere bekostiging via de veilinggelden. 5/7 ACM benadrukt hierbij dat hogere risico s van investeringen alleen dan kunnen bestaan wanneer binnen het bestaande reguleringskader daadwerkelijk een rentabiliteitsrisico bestaat. De projectpromotor dient dus aannemelijk te maken hoe en waarom een potentieel risico daadwerkelijk tot een verhoogd kosten- of opbrengstenrisico voor de project promotor kan leiden (bijvoorbeeld in de vorm van een verwachte cash-flow analyse). 4. Kwantificering van het risico De projectpromotor dient de impact en de waarschijnlijkheid van het risico aan te tonen. Alleen als het risico als buitengewoon hoog wordt ingeschat, kan ACM additionele stimulansen overwegen. Om deze inschatting te kunnen maken, dient de projectpromotor

een monetaire inschatting van zijn risico te verstrekken waarbij het huidige reguleringskader in acht wordt genomen. ACM zal bij de beoordeling hiervan vooral letten op projectspecifieke bijzonderheden; dat betekent dat een projectspecifieke stimulans volgens ACM alleen overwogen kan worden als de met een voldoende grote waarschijnlijkheid optredende extra kosten (of verwachte lagere opbrengsten) significant zijn ten opzichte van de totale kosten van het project. 5. Vergelijkbare investeringsvoornemens De projectpromotor dient aan te tonen dat het risico van de PCI hoger is dan het risico van een vergelijkbare investering. Dit kan slechts case-by-case worden beoordeeld. Als criteria voor een vergelijkbare investering zal ACM bijvoorbeeld de volgende parameters gebruiken: Voor gas: - voor leidingen: investeringen met vergelijkbare diameter en maximale bedrijfsdruk - voor compressoren of andere maatregelen om de veiligheid en efficiëntie van het systeem te bevorderen of borgen of bi-directionaliteit mogelijk te maken: vergelijkbare maatregelen in de zin dat ze een vergelijkbare functie vervullen en vergelijkbare prestatie leveren Voor elektriciteit: - voor hoogspanningsleidingen: vermogen in MW, spanning in kv en technologie (bijvoorbeeld AC of DC, wissel- of gelijkstroom) - voor maatregelen of installaties die nodig zijn om de veiligheid en efficiëntie van het systeem te bevorderen of borgen: vergelijkbare maatregelen in de zin dat ze een vergelijkbare functie vervullen en vergelijkbare prestatie leveren. 6/7 6. Positieve netto baten van de voorgenomen investering De projectpromotor dient aan te tonen dat het risicoprofiel van de voorgenomen investering in het licht van de regionale en Uniebrede positieve (externe) effecten van het infrastructuurproject en in vergelijking met de positieve effecten van een alternatief met een lager risico gerechtvaardigd is. Voor het aantonen van deze positieve effecten dient de projectpromotor gebruik te maken van de kosten-baten analyses die conform artikel 11 van de Verordening worden opgesteld. Voor zover nog geen definitieve kosten-baten analyse gereed of gepubliceerd is, dient de projectpromotor een kosten-baten analyse te gebruiken die zo recent mogelijk is. ACM benadrukt hier nogmaals dat de risico s die zij hierbij betrekt de projectspecifieke risico s betreffen. Samenvatting: de door de project promotor te verstrekken informatie en documenten De hierboven beschreven stapsgewijze benadering kan alleen worden gehanteerd indien alle relevante informatie op navolgbare wijze ter beschikking wordt gesteld door de projectpromotor. Deze te verstrekken informatie betreft tenminste: Bewijs van status als PCI Omschrijving van het risico waarbij rekening wordt gehouden met bestaande dan wel

inzetbare maatregelen tot risicomitigatie Kwantitatieve (monetaire) inschatting van het risico (impact en kans) Toelichting over in hoeverre het beschreven risico hoger is dan het risico van een vergelijkbare investering Kosten-baten analyse op basis van de vereisten in artikel 11 van de Verordening. ACM kan additionele informatie opvragen. Dit document kan bij veranderde omstandigheden of als gevolg van nieuwe informatie of inzichten worden gewijzigd. 7/7