szw0000033 Algemeen Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 17 januari 2001 1. Inleiding



Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Datum 25 juni 2019 Betreft Kamervragen van de leden Gijs van Dijk (PvdA) en Jasper van Dijk (SP)

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG BZ/IW/01/63399

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

B. In te dienen evaluaties

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Het Participatiebudget

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

PROGRAMMA AANSCHERPING EN VERBETERING MELDCODE EN WERKWIJZE VEILIG THUIS

szw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 11 juli 2000

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

Vrijwillige overstap naar nieuwe Wajong mogelijk vanaf 2013

1. Overzicht rappelabele toezeggingen SZW (Rappel juli 2015)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/003186

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorlichtingsbijeenkomst AMIF aanvraagtijdvak 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A. overleg XV

Nr. MEMORIE VAN ANTWOORD

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar!

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gelet op de uitkomsten van de evaluatie van het op 13 februari 2013 ondertekende convenant;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Kamervraag van het lid De Wit

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Werk

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/6

Simpel Switchen in de Participatieketen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inspraakrapport bij Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2015

stimuleringsregeling leiderschapsontwikkeling arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Tweede Kamer der Staten-Generaal

provinsje fryslân provincie fryslân

Gemeente Haarlem. Retouradres; Stadhuis, Postbus PB Haarlem. Aan de leden van de commissie Samenleving

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Advies WMO raad Haarlem op nota. Welzijnswerk klaar voor toekomst.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Hoofdlijnen van de landelijke monitoring en evaluatie van de matchingsregeling

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal. Eindverantwoording Screening en matching vergunninghouders 2018

Decentralisatie-uitkering Programma Economische Zelfstandigheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samen geroepen en samengeroepen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten

Externe communicatie ambtelijke samenwerking Beemster- Purmerend

Tegenprestatie naar Vermogen

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 14/091

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/KO/2004/19004

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Convenant omzetten gesubsidieerde arbeid naar reguliere banen in de kinderopvang

Maatschappelijke Participatie

Voortgangsmemo. Betreft: Update Banenafspraak sector Overheid & Onderwijs periode juni - Van: Hans Spigt (aanjager banenafspraak)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 1 : Beschut werk

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VNG ledenbrief Gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) 24 oktober 2017

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

In gesprek met Programmaraad en SZW Praktijkdag 22 november 2018

Activeringsplan nieuwkomers, een eerste aanzet om te komen tot een integrale aanpak

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 november 2017 Betreft Verzekerdenmonitor 2017

OVERLEG EN COMMUNICATIE in het kader van het Programma Kennisverspreiding Vervoermanagement STRUCTUREN EN MEDIA

Convenant ondersteuning budgethouders

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 29 november 2010 Betreft Uitvoering Nota Ruimte

Transcriptie:

szw0000033 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 17 januari 2001 1. Inleiding In het Algemeen Overleg van 23 februari 2000 over sociale activering heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd dat verslag zal worden uitgebracht over de activiteiten van het Informatie- en Servicepunt Sociale Activering (ISSA). Het ISSA is een formeel samenwerkingsverband tussen de Ministeries van VWS en SZW, met als belangrijkste taak het stimuleren van sociale activering. Sociale activering vraagt om een integrale aanpak op lokaal niveau. Gebleken is dat de goede samenwerking tussen beide departementen een positieve uitstraling heeft naar gemeenten. In de nota naar aanleiding van het verslag met betrekking tot het wetsvoorstel inzake de ontheffingsmogelijkheid van de actieve sollicitatieplicht bij deelname aan sociale-activeringsactiviteiten (Kamerstukken II, 1999/2000, 27 221, nr. 5) heb ik aangegeven dat het mijn voornemen was om rond de jaarwisseling deze rapportage over de werkzaamheden van het ISSA naar de Kamer te sturen. Dit betreft de rapportage terzake, mede namens de Staatssecretaris van VWS. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om tevens kort op een aantal andere onderwerpen op het gebied van sociale activering in te gaan. 2. Informatie- en Servicepunt Sociale Activering Op basis van een gezamenlijk initiatief van de Ministeries van VWS en SZW heeft op 1 januari 2000 het ISSA gestalte gekregen. Vooralsnog is voorzien in een looptijd tot 1 januari 2002. In 2001 vindt een evaluatie plaats op basis waarvan bezien zal worden of, en zo ja in welke vorm, de activiteiten van het ISSA zullen worden voortgezet. Het ISSA volgt de ontwikkelingen in de uitvoeringspraktijk en ondersteunt de uitvoering van sociale activering op lokaal niveau. Daarnaast heeft het ISSA een signalerende functie met betrekking tot de verdere beleidsontwikkeling van sociale activering binnen beide ministeries. Het ISSA wordt op hoofdlijnen inhoudelijk aangestuurd door een werkgroep waarin, naast de Ministeries van SZW en VWS, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Inter Provinciaal Overleg (IPO) zitting hebben. De dagelijkse aansturing ligt bij de Directie Bijstandszaken van het Ministerie van SZW, waar het ISSA organisatorisch is ondergebracht. Het ISSA wordt bemenst door SZW ers en VWS ers; deze laatsten zijn tijdelijk gedetacheerd bij het Ministerie van SZW. Algemeen Het afgelopen jaar is begonnen met een aantal activiteiten samenhangend met de vormgeving van het ISSA: het opzetten van de nieuwe structuur en verantwoordelijkheidsverdeling, het opstellen van werkafspraken en procedures, het ontwikkelen van een visie en dergelijke. Verder zijn onder meer een aantal werkbezoeken afgelegd, is een verslag van de conferentie over sociale activering van 8 december 1999 verschenen (zie bijlage 1), is voorlichting door middel van diverse publicaties en presentaties gegeven, is er een database ontwikkeld. Daarnaast zijn de aanvragen in het kader van de Stimuleringsregeling sociale activering door het ISSA beoordeeld. Met deze regeling is 40 mln. aan gemeenten beschikbaar gesteld om op lokaal niveau de verdere ontwikkeling van beleid en/of infrastructuur op het gebied van sociale activering te stimuleren (zie paragraaf 3). 1

Werkbezoeken Werkbezoeken zijn een belangrijk instrument van het ISSA. De informatie die het ISSA nodig heeft om haar taak goed te vervullen komt voor een belangrijk deel voort uit werkbezoeken. Van belang hierbij is dat de juiste werkbezoeken worden afgelegd (bij voor het ISSA interessante gemeenten en met alle relevante partijen) en dat de informatie uit deze werkbezoeken gebruikt wordt voor beleidsontwikkeling. Ook in 2001 zullen de nodige werkbezoeken worden georganiseerd, waarbij de selectie van belangwekkende gemeenten mede zal plaatsvinden op basis van informatie die door middel van de Stimuleringsregeling is verkregen. Uit de werkbezoeken is onder meer naar voren gekomen dat inzicht in het aanbod van zorg en welzijn, een goede samenwerking tussen de verschillende onderdelen van het gemeentelijk apparaat, een goed functionerend cliëntvolgsysteem en beschikbaarheid van voorbeelden van overeenkomsten tussen cliënt en gemeente van belang zijn om een goede inzet van sociale activering mogelijk te maken. De uit de werkbezoeken naar voren gekomen signalen worden door het ISSA opgepakt en zijn onder meer ingebracht in de ISSA-conferentie, omgezet in een handreiking of uitgewerkt in de ISSA-nieuwsbrief. Netwerken Het ISSA onderhoudt contacten met de belangrijkste partijen op het gebied van sociale activering, zoals onder meer het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW), de Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV), de ondernemersorganisatie voor Welzijn, Hulpverlening en Opvang (VOG), de VNG en Divosa. De primaire doelgroep van het ISSA bestaat uit de sleutelfiguren op het gebied van sociale activering (veelal wethouders, managers, coördinatoren of projectleiders binnen gemeenten en welzijnsorganisaties). De stimulerings- en ondersteuningstaak van het ISSA richt zich met name op het mesoniveau tussen bestuur en werkvloer/spreekkamer. Het door het ISSA opgebouwde netwerk wordt aangewend voor het verkrijgen van een breed inzicht in de uitvoeringspraktijk met betrekking tot sociale activering (zowel vanuit de welzijnsinvalshoek als vanuit de invalshoek van het gemeentelijk activeringsbeleid), waardoor deze verschillende dimensies ook terugkomen in voorlichtingsbijeenkomsten, conferenties, handreikingen en dergelijke. Conferenties In 2000 is het ISSA actief betrokken geweest bij de volgende conferenties: Het ISSA heeft op door Divosa georganiseerde workshops een toelichting gegeven op de Stimuleringsregeling sociale activering. Doel van deze workshops was gemeenten in staat te stellen een zo goed mogelijk op de regeling toegesneden aanvraag in te dienen. Dit is mede bepalend geweest voor het grote aantal aanvragen en de inhoud ervan. Met het NIZW en de VOG heeft het ISSA vier succesvolle regionale conferenties georganiseerd. De leidende vraag was welke bijdrage de sector van welzijn en hulpverlening kan leveren aan sociale activering. Duidelijk is geworden dat goede samenwerking van de welzijnsinstellingen met gemeenten essentieel is voor de sociale activering van langdurig werklozen. Dit is ook een belangrijk thema voor toekomstige ISSA-conferenties. Actief is bijgedragen aan een beperkt aantal lokale conferenties over sociale activering. Hierbij is steeds gericht ingegaan op de informatiebehoefte ten aanzien van regelgeving en projecten. Sociale activering is prominent aan de orde geweest op de regionale bijeenkomsten die door het Ministerie van SZW zijn georganiseerd in 2

juni en november 2000. Deze bijeenkomsten zijn er op gericht om in interactie met gemeenten actuele beleidsonderwerpen te bespreken. In het kader van sociale activering zijn hierbij onder meer thema s als het al dan niet verplichtende karakter van sociale activering en het schriftelijk vastleggen van afspraken tussen cliënt en gemeente aan de orde geweest. Brochures en handleidingen Het eerder genoemde verslag van de conferentie over sociale activering van 8 december 1999 is de eerste publicatie van het ISSA geweest. In juni 2000 is de brochure «Sociale activering. Inhoud en ontwikkelingen«(zie bijlage 2) verschenen die aan de hand van een korte schets van sociale activering en een aantal praktijkvoorbeelden inzicht geeft in wat sociale activering inhoudt. In november 2000 is het nulnummer van de ISSA-nieuwsbrief verschenen (bijlage 3). In deze nieuwsbrief, die 4 à 5 maal per jaar zal verschijnen afhankelijk van de actualiteit, worden good practices beschreven en worden relevante ontwikkelingen toegelicht en uitgewerkt. Momenteel wordt gewerkt aan handreikingen op het gebied van sociale activering en etnische minderheden en m.b.t. het schriftelijk vastleggen van afspraken tussen cliënt en dienst; naar verwachting zullen deze handreikingen begin 2001 beschikbaar komen. Database Gemeenten weten het ISSA te vinden voor informatie over sociale activering. Telefonisch, schriftelijk en ook steeds meer per e-mail. Ook zijn er steeds meer vragen vanuit welzijnsorganisaties. Het ISSA heeft een database ontwikkeld waarin projecten worden opgenomen. Met name de bijstandsexperimenten ex artikel 144 Abw, de op grond van de Stimuleringsregeling sociale activering verstrekte projectgegevens en de projecten uitgevoerd in het kader van het ESF, die te maken hebben met sociale activering, leveren informatie. In 2001 zal deze database via internet toegankelijk worden voor derden. Op dit moment is via de (nieuwe) internetsite van SZW informatie over het ISSA en sociale activering beschikbaar. Er wordt aan gewerkt om binnen korte tijd ook via de VWS-internetsite informatie te geven over sociale activering. Vooruitblik Het geheel overziende kan gesteld worden dat het ISSA nadrukkelijk «op de kaart» staat, een grote naamsbekendheid in het land heeft en een bijdrage levert aan de ontwikkeling van sociale activering op lokaal niveau. En ook voor 2001 worden veel activiteiten voorzien: Het ISSA organiseert conferenties op 18 en 25 januari 2001. Tijdens deze conferenties zullen ervaringen uit de sociale-activeringspraktijk worden uitgewisseld en zal gediscussieerd worden over beleidsmatige aspecten rondom sociale activering. Voor deze conferenties worden welzijnsorganisaties en gemeenten uitgenodigd. In 2001 zullen nog meer conferenties en workshops worden georganiseerd; de onderwerpen daarvoor zullen op basis van de actualiteit nader worden ingevuld. De ISSA-nieuwsbrief zal 4 à 5 maal worden uitgegeven. In het kader van de verbreding van de doelgroep voor sociale activering richting fase 4 WW- en WAO-gerechtigden (zie paragraaf 5) zal het ISSA zonodig ondersteuning bieden bij de voorlichting aan uvi s en gemeenten. Er zullen werkbezoeken worden afgelegd, die worden gebruikt voor het gericht verkrijgen van informatie over de uitvoeringspraktijk, het 3

selecteren van mogelijke onderwerpen voor conferenties en/of workshops en het oppikken van signalen die relevant zijn voor de verdere beleidsontwikkeling op het gebied van sociale activering. De ISSA-projectendatabase zal via internet toegankelijk worden gemaakt voor derden. Er zal een evaluatie van het ISSA plaatsvinden om te bezien of, en zo ja in welke vorm, de werkzaamheden van het ISSA worden voortgezet. Eind 2001 zal een (slot)conferentie worden gehouden. 3. Stimuleringsregeling sociale activering In februari 2000 is de Stimuleringsregeling sociale activering in de Staatscourant gepubliceerd. De termijn waarbinnen aanvragen konden worden ingediend, sloot op 1 juli 2000. Gemeenten konden op basis van deze regeling in aanmerking komen voor een eenmalige subsidie van maximaal f 100 000, voor de verdere ontwikkeling van beleid en/of infrastructuur op het gebied van sociale activering. De activiteiten waarvoor subsidie is gegeven dienen voor 1 juli 2002 afgerond te zijn. In totaal is 40 mln. gulden beschikbaar, verspreid over 4 boekjaren. Zoals hiervoor aangegeven heeft het ISSA de aanvragen in het kader van de Stimuleringsregeling beoordeeld. In totaal zijn 453 aanvragen voor subsidie ingediend. Hiervan zijn uiteindelijk 3 aanvragen afgewezen omdat de aanvragen niet het beleid en/of de infrastructuur betroffen maar op de uitvoering waren gericht en één aanvraag vanwege te late indiening. Daarnaast hebben 6 gemeenten hun aanvraag zelf ingetrokken. Naar verwachting zal er voor circa 39 mln. gulden worden toegekend. Veel voorkomende onderdelen die gehonoreerd zijn, zijn het ontwikkelen van beleid, het evalueren en bijstellen van beleid, het verbeteren van de samenwerking tussen gemeenten en welzijnsorganisaties, het steekproefsgewijze doorlichten van cliëntenbestanden met de bedoeling hieruit beleid te destilleren, het opzetten van een vrijwilligersvacaturebank en het ontwikkelen van inzicht in het aanbod op het gebied van sociale activering (sociale kaart). Over de Stimuleringsregeling is veel informatie aan de gemeenten verstrekt. Dit heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het succes van de Stimuleringsregeling. Aan gemeenten is aangegeven dat ze zich voor alle vragen met betrekking tot de Stimuleringsregeling en het opstellen van de aanvraag konden wenden tot het ISSA. Hiervan is veelvuldig gebruik gemaakt. In april 2000 zijn zoals hiervoor reeds gemeld door Divosa workshops georganiseerd over de Stimuleringsregeling, waarbij door het ISSA de regeling is toegelicht. Hierbij is vooral ingegaan op de reikwijdte van de regeling (wat komt wel voor subsidie in aanmerking en wat niet). Tijdens deze workshops zijn circa 200 gemeenten bereikt. Eind mei 2000 is op basis van telefonische vragen die tot op dat moment waren ontvangen en op basis van de workshops, een informatiebulletin opgesteld waarin de tien meest gestelde vragen zijn beantwoord. Dit bulletin is aan alle gemeenten verstuurd. Het ISSA zal interessante werkwijzen die in het kader van de Stimuleringsregeling zijn voorgesteld, selecteren en volgen. Good practices zullen worden gecommuniceerd met de gemeenten en welzijnsorganisaties (onder meer via de hiervoor genoemde nieuwsbrief en via het SZW-internetloket). Gezien het grote aantal gemeenten dat een aanvraag heeft ingediend kan gesteld worden dat de Stimuleringsregeling in een behoefte voorziet. Een en ander zal naar verwachting leiden tot een meer geïnstitutionaliseerde inbedding van sociale activering in het totaal van het gemeentelijk activerings- en uitstroombeleid. 4

4. Welzijnsnota/pilots programmalijn armoedebestrijding en sociale uitsluiting Met de Welzijnsnota «Werken aan sociale kwaliteit» is het welzijnsbeleid vastgelegd voor de jaren 1999 2002. Deze nota bevat een aantal programmalijnen waaronder het programma ter voorkoming van sociale uitsluiting. Dit programma omvat maatregelen ter bevordering van participatie en voorkoming van sociaal isolement. Meerwaarde en beleidswinst door samenwerking is een belangrijk uitgangspunt bij de uitwerking van deze programmalijn. Als doelstelling geldt daarbij het stimuleren, faciliteren en ondersteunen van een samenhangend zorg- en steunaanbod op lokaal niveau, gericht op sociale activering en integratie. Beoogd resultaat is onder meer het verkrijgen van een beter zicht op de bestaande knelpunten op het terrein van sociale uitsluiting. Daardoor ontstaat de mogelijkheid om hiervoor oplossingen te formuleren en het beleid daarop aan te passen. De reeds bestaande kennis op het terrein van «sociale integratie en activering» moet worden gebundeld. Het ISSA heeft daarin een belangrijke functie. Op basis van afspraken in het BANS zal het Rijk een ontkokerde lokale beleidsvorming ondersteunen door onder meer een gebundelde inzet van de landelijke infrastructuur voor ondersteuning van gemeenten. Het IPO bevordert dat provinciale (steunfunctie-)instrumenten voor welzijnsbeleid en minderheden worden ingezet bij de invulling van een lokaal sociaal beleid. Doel daarbij is om een meer gerichte ondersteuning op een aantal thema s uit de welzijnsnota experimenteel in de praktijk te brengen. Het gaat hierbij onder meer om sociale activering. Beoogd effect is om op basis van vraaggestuurde beleidsontwikkeling de rol van de provinciale steunfuncties te verhelderen en de landelijke kennis hiervoor toegankelijk te maken, waarbij ook een beroep zal worden gedaan op het ISSA. De provincies Friesland, Gelderland en Limburg hebben zich gemeld als pilot. Er wordt thans gewerkt aan de plannen van aanpak. Landelijke projecten Het project «Buurtgerichte sociale activering» betreft experimenten sociale activering in Klazienaveen, Hengelo en Rotterdam Noord. Het project richt zich tot alle niet-werkenden in een bepaald gebied, ongeacht of zij al dan niet een uitkering hebben. De doelgroep wordt gestimuleerd weer deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Gekozen is voor een vraaggerichte aanpak waarbij wordt uitgegaan van de capaciteiten en kwaliteiten van de mensen. Het bijzondere aan dit project is dat de buurt het startpunt is: dáár worden de mensen opgezocht en dáár vindt de activering plaats. Daarbij wordt aansluiting gezocht met het bestaande aanbod van instanties, verenigingen etc. op buurt- en wijkniveau. Het project activeert formele en informele organisaties om bij te dragen aan de activering en participatiebevordering van buurtbewoners. De trajecten leiden tot allerlei vormen van participatie: van buurtbeheer, club- en buurthuiswerk, onderhoud van het landschap, op school, in de speeltuin, tot betaald werk. Het project heeft als doel om aan de hand van de drie experimenten methoden en strategieën te ontwikkelen ten behoeve van de samenwerkende partners rond lokaal sociaal beleid. Het NIZW begeleidt het experiment en de Sociaal Wetenschappelijke afdeling van de dienst Sociale zaken en Werkgelegenheid Rotterdam verricht het evaluatieonderzoek van het project. Op landelijk niveau is het ISSA bij dit project betrokken. De projecten «Talentenwinkel» uit Den Haag, «De Groene Leerwerkplaats» uit Haarlem en «Werk en Aandacht» uit Amsterdam zijn eveneens gericht op activering van individuen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt 5

die in een sociaal isolement verkeren. Elk van de drie genoemde projecten biedt een methode ter bevordering van de maatschappelijke participatie van sociaal en economisch uitgesloten mensen. Deze projecten hebben in de praktijk bewezen zeer effectief te zijn in de activering en versterking van talenten van de deelnemers. De meeste deelnemers stromen door naar vrijwilligerswerk, beschutte werkplekken, beroepsopleidingen, gesubsidieerde of reguliere arbeidsplaatsen. Het Ministerie van VWS heeft de drie projecten aangemerkt als succesprojecten en acht het zinvol om te toetsen in hoeverre een combinatie van de gevolgde werkmethodes kan bijdragen aan de verdere verhoging van de kwaliteit van het socialeactiveringsaanbod en de stroomlijning hiervan in Nederland. De werkprincipes en werkwijzen vormen een logisch geheel en zijn bijeen gebracht in het project «Talent geactiveerd». Het ISSA neemt deel aan de begeleidingscommissie van dit project. 5. Verbreding van de doelgroep naar WW ers en WAO ers Sociale activering richt zich tot nu toe voornamelijk op bijstandsgerechtigden met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. In november 2000 heeft er een bijeenkomst plaatsgevonden, waaraan het Lisv, de VNG, uvi s en gemeenten hebben deelgenomen. In dit overleg is uitgebreid gesproken over de mogelijkheden en knelpunten die de verschillende organisaties ondervinden bij het inzetten van instrumenten ten behoeve van de reïntegratie van fase 4 WW- en WAO-gerechtigden. Daarbij is ook aan de orde geweest de rol die sociale activering hierin zou kunnen spelen, waarbij speciale aandacht is uitgegaan naar de wijze waarop gemeenten en uvi s elkaar hierin kunnen ondersteunen. Aan de hand van de uitkomsten van deze bijeenkomst zullen door betrokken partijen vervolgstappen worden gezet om in de uitvoeringspraktijk een verdere impuls te geven aan het inzetten van sociale activering voor WW- en WAO-gerechtigden. Het voornemen is om in het eerste kwartaal van 2001 regionaal vervolgbijeenkomsten te organiseren waarin de reïntegratie van fase 4 WW- en WAO-gerechtigden (waaronder sociale activering) centraal zal staan. Daarnaast zal gerichte voorlichting en informatie over de mogelijkheden van samenwerking tussen uvi s en gemeenten, onder andere op het gebied van sociale activering, plaatsvinden, waarbij vanuit het ISSA waar nodig ondersteuning kan worden geleverd. 6. Bijstandsexperimenten Bij brief van 2 december 1998 (Kamerstukken II, 1998/1999, 23 972, nr. 32) heeft u een voortgangsnotitie met betrekking tot de experimenten ex. artikel 144 ABW ontvangen. En bij brief van 8 december 1999 (Kamerstukken II, 1999/2000, 23 972, nr. 41) is het eindrapport van de evaluatie van de bijstandsexperimenten aan u aangeboden. Mede naar aanleiding van de conclusies van de bijstandsexperimenten zijn diverse beleidsintensiveringen tot stand gebracht en is momenteel een wetsvoorstel inzake de tijdelijke ontheffingsmogelijkheid van de actieve sollicitatieplicht bij deelname aan sociale-activeringsactiviteiten bij het parlement in behandeling; op 12 december 2000 heeft de Tweede Kamer met dit wetsvoorstel ingestemd. In 1999 is besloten om de experimenten ex. artikel 144 Abw te verlengen tot eind 2001. Deze verlenging biedt de 121 experimenteergemeenten (die een verlengingsverzoek indienden) de gelegenheid de in 1997 goedgekeurde projectvoorstellen voort te zetten totdat de hierboven genoemde wetswijziging is gerealiseerd. Aangezien de experimenten een belangrijke graadmeter zijn voor de ontwikkelingen op het terrein van sociale activering en in het verleden diverse relevante beleidssignalen hebben opgeleverd, heb ik besloten 6

medio 2001 een laatste evaluatie uit te laten voeren. Het rapport hiervan zal ik u doen toekomen. Daarnaast loopt mede naar aanleiding van een vraag daarover van uw Kamer momenteel een onderzoek in de vorm van een quick scan naar de arbeidsmarktpositie van ex-deelnemers aan de experimenten. De definitieve resultaten van het onderzoek zullen begin 2001 bekend zijn. Op basis van de tussentijdse gegevens kan wel al worden opgemaakt dat de meeste deelnemers die na deelname aan een experiment zijn uitgestroomd naar betaald werk, ook ten tijde van de quick scan (najaar 2000) nog betaald werk hebben. 7. Ten slotte Op het gebied van sociale activering is veel in gang gezet dat moet leiden tot het stimuleren van de verdere beleidsontwikkeling en de uitvoeringspraktijk. Het ISSA vervult daarin een nuttige functie: er zijn stappen gezet om te komen tot een bredere inzet van sociale activering en sociale activering krijgt uitdrukkelijk een plek in het welzijns- en sociaal beleid. Sociale activering is tevens één van de thema s die in het kader van het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS) worden aangepakt. Gebleken is, dat er een stimulans uitgaat van de samenwerking op rijksniveau tussen de Ministeries van VWS en SZW naar de samenwerking op het lokale en regionale niveau: relevante actoren weten elkaar steeds beter te vinden. Sociale activering zal daarmee een effectievere rol kunnen spelen met betrekking tot de bevordering van de maatschappelijke participatie en het waar mogelijk toeleiden van mensen naar (betaald) werk. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. A. F. G. Vermeend Bijlage is niet elektronisch beschikbaar. 7