Elektrotechniek voor mobiele systemen (Voertuigen en machines)
1. Inhoud Inleiding 1. Natuurkundige begrippen. Stroom. Spanning. Weerstand. Vermogen. 2. Geleiders en isolatoren. 3. De stroomkring. Opbouw van een stroomkring. Kortsluiting. Ontstaan en gevolgen van kortsluiting. 4. Parallel, serie en gemengde schakelingen. 5. Schakelaars. Opbouw van schakelaars (spst, spdt, dpst, dpdt). Uitvoeringen van schakelaars. 6. Zekeringen. Werking. Vervangen van zekeringen. 7. Magnetisme. Permanente magneet. Elektromagnetisme. 8. De Solenoid. Lineaire solenoid. Magneetventiel (solenoid valve) NO en NC. Roterende solenoid (rotary solenoid). 9. Het Relais. Werking van het relais. Aansluitconfiguratie van het relais. NO en NC relais. Monostabiele en Bistabiele relais.
10. De alternator. Opbouw van de alternator. Het elektrisch circuit diagram van de alternator. Instructies voor het aansluiten van een alternator. Aanwijzingen die duiden op een defecte alternator. Mogelijke oorzaken waarom een accu niet wordt opgeladen. 11. De elektromotor. Gelijkstroommotor met permanente magneet. Startmotor (seriemotor). Werking van de startmotor. Instructies voor het aansluiten van een nieuwe startmotor. Mogelijke oorzaken bij startproblemen. Aanwijzingen die duiden op een defecte startmotor. 12. De accu. Ontladen. Laden. Serie - en parallelschakeling van accu s. Veiligheid bij het werken met accu s. Instructies voor afkoppelen en aansluiten van accu s. Instructies voor het jumpstarten. Onderhoud van accu s. 13. Elektrische aansluitingen in voertuigen. 14. Solderen. 15. Elektrische symbolen. 16. Lezen van elektrische diagrammen (tekeningen en schema s). 17. Meten met een multimeter. Meetinstellingen bepalen. Spanning meten. Stroomsterkte meten. Weerstand meten. Verbindingstester. Multimeter onderhouden. 18. Veiligheid.
* De inhoud van de training kan aangepast worden aan de wensen en behoeften van bedrijven. 2. Leerdoelen Deze training is gericht op het onderhouden van de elektrische installatie van mobiele systemen (voertuigen en machines). Na de training: Heeft u inzicht in de natuurkundige begrippen (grootheden) die met elektriciteit te maken hebben zoals stroom, spannin, weerstand en vermogen. Bent u in staat om diverse elektrische componenten zoals relais, solenoids, elektromotoren, alternators en schakelaars te identificeren. Weet u wat de werking is van elektrische componenten zoals relais, solenoids, elektromotoren, alternators en schakelaars. Heeft u inzicht in de opbouw en werking van de elektrische installatie van mobiele systemen. Kunt u eenvoudige diagrammen (tekeningen en schema s) van een elektrische installatie analyseren. Hierdoor kunt u sneller defecten lokaliseren bij het optreden van storingen. Heeft u basisvaardigheden in: Het omgaan met een multimeter en het meten van elektrische grootheden. Het correct onderhouden van een elektrisch systeem. Weet u hoe u op een veilige manier moeten omgaan met elektriciteit. 3. Toetsing Aan het eind van de training maakt u een kennistoets. U moet minimaal 70% van de vragen goed beantwoordt hebben om de toets gehaald te hebben. Dit is zeker haalbaar als u weining verzuimd heeft en als u volledig uw aandacht heeft gegeven tijdens de training. Indien u de toets gehaald heeft komt u in aanmerking voor een certificaat. 4. Doelgroep De training is bedoeld voor: Mensen die in hun dagelijks werk te maken hebben met de elektrische installatie van mobiele systemen. We denken hierbij aan monteurs (onderhouds- en storingstechnici), machine operators en toezichthoudende medewerkers die: o problemen ondervinden bij het onderhouden van de elektrische installatie, omdat men over onvoldoende technische kennis beschikt. o hun kennis willen verfrissen (refreshment training).
Mensen die denken dat ze in de toekomst bezig zullen zijn met elektrische installaties van mobiele systemen en alvast hierover kennis willen vergaren. De vereiste voorkennis die u moet hebben voor deelname aan deze training is minimaal LTS (afgerond) of een daaraan gelijkgestelde opleiding. 5. Duur De duur van de training is gesteld op 24 klokuren.