Competentie-ontwikkeling Interreligieuze Sensitiviteit. Intercultureel Vakmanschap en Welzijn Nieuwe Stijl II



Vergelijkbare documenten
E-learning-module Interreligieuze Sensitiviteit. Intercultureel Vakmanschap en Welzijn Nieuwe Stijl II

E-learning-module Interculturele Sensitiviteit. Intercultureel Vakmanschap en Welzijn Nieuwe Stijl I

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Heilig Jaar van Barmhartigheid

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

De gelijkenis van de verloren zoon.

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

H E T V E R L O R E N G E L D

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Tijdens het ontbijt kan mijn mama de klastitularis al een beetje leren kennen nog voor dat ze naar het oudercontact komt.

Lees Zoek op Om over na te denken

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Marcus 10, Kleine en grote kinderen: iedereen is welkom bij Jezus

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Ruth 1 - God gaat altijd met je mee!

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Zondag 19 januari Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Handelingen 13:42-49 (Follow-dienst met als thema: mensen uitnodigen in het geloof)

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

narratieve zorg Elder empowering the elderly

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Interview Rob van Brakel

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

explore the big questions of life Een introductie

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

together forever is het motto van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog 2008 in Nederland THE GODFATHER

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Jouw Belang Jouw ouders bespreken gezamenlijk over én met jou wat jouw belang is. Zodat jouw ouders

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Knabbel en Babbeltijd.

Desiree Piar CMD 1B Docent : James boekbinder Project : vrijwilligers 55+ Doelgroeponderzoeksverslag

Dounia praat en overwint

Verhaal: Jozef en Maria

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Liturgie voor de scholendienst 2015

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Matteüs 25: Gezinsdienst: Wachten duurt lang!

Die overkant was een streek waar veel niet-joodse mensen woonden. Vreemd gebied.

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Je mag stralen je mag huilen je mag dwalen je mag schuilen je mag vragen je mag dromen je mag klagen je mag komen Hij wacht op jou

Jezus maakt mensen gelukkig

Ik ben David de Graaf

Enquete resultaten Normen en Waarden 2014

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP. marian hoefnagel

Ontmoetingskerk - Laren NH - 20 april Pasen Mattheüs 28: 1-10

Jouw reis door de Bijbel. Uitgeverij Jes! Zoetermeer

Inhoud. Voorwoord. Tip 1. Voel je goed. Tip 2. Blijf trouw aan jezelf. Tip 3. Durf je kwetsbaar op te stellen.

DE KLEINE ONDERNEMER 50% KORTING HEEFT OOK KLEINGELD, ZEG MAAR.

1 Ben of word jij weleens gepest?

13 Jij en pesten. Ervaring

Transcriptie:

Competentie-ontwikkeling Interreligieuze Sensitiviteit Intercultureel Vakmanschap en Welzijn Nieuwe Stijl II

Colofon Auteurs: Dr. Meike Heessels Dr. Martha van Biene Mld. Marianne Lenkhoff Drs. Maria van Erp Fotografie door Goedele Monnens, Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen, stock.xchng (domantasj en asifthebes) en Rob Steendijk. Met dank aan Swon het seniorennetwerk, Het Inter-Lokaal, Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen en alle mensen die hun toestemming hebben gegeven de foto s beschikbaar te stellen voor deze module. De mensen op de foto zijn niet dezelfde personen als de vertellers van de verhalen met uitzondering van Rob en mevrouw Monsanto-Douglas. Wegens privacy overwegingen zijn de meeste verhalen van informatie ontdaan die direct naar bepaalde personen te herleiden is en hebben mensen een andere naam gekregen, tenzij ze zelf anders wensten.

Inhoudsopgave Voorwoord 5 Werkwijze 7 Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 9 1.1 Competentie interreligieuze sensitiviteit 11 1.2 Dialogisch werken 13 1.3 Welzijn Nieuwe Stijl 14 1.4 Verhalen zijn leidend 15 Verhalen 17 2.1 Ik ben gelovig, maar niet kerkelijk Saar 19 2.2 Als ik me niet goed voel wend ik me tot Hem Renato 23 2.3 Vrouwendagen in de moskee Fatima 27 2.4 Als eerste naar het paradijs Samira 31 2.5 Allah weet wat er in de toekomst zal gebeuren Gulsen 35 2.6 Licht Kruis Mevrouw Monsanto-Douglas 39 2.7 Schud ons maar eens goed door elkaar - Rob 43 2.8 Dan is de cirkel weer rond - Else 47 Interactieve werkvormen 51 3.1 Dialoogsessie 53 3.2 Reflector competentie 55 3.3 TOPOI 61 3.4 World Café 66 3.5 Interactief presenteren 69 3.6 Reflecteren met de 3 B s 73 Interreligieuze Sensitiviteit Inhoudsopgave 3

Kennisbronnen 77 4.1 Leerarrangement 79 4.2 Competentie Interreligieuze Sensitiviteit 80 4.3 Bakens Welzijn Nieuwe Stijl 82 4.4 Verhalen zijn leidend 85 4.5 Verschil tussen dialoog en discussie 87 4.6 Dialogisch werken en vragen stellen 89 4.7 Dialoog volgens TOPOI 91 4.8 World café 93 4.9 Interactief presenteren 95 Literatuur 97 Interreligieuze Sensitiviteit Inhoudsopgave 4

Voorwoord Religie dat is toch privé? Is het nodig om daar extra aandacht aan te besteden? Daar kunnen mensen toch zelf over beginnen? Uit onderzoek dat de Wmo Werkplaats Nijmegen uitvoerde bij Swon het seniorennetwerk in Nijmegen (Lenkhoff, Van Biene, Van Aalsvoort, 2011), bleek dat ouderen veel steun putten uit religie. Professionals in de zorg en dienstverlening zijn daar echter niet altijd op bedacht. Het al dan niet religieus zijn, is in de Nederlandse samenleving grotendeels naar het privédomein verbannen, waardoor het voor veel professionals niet natuurlijk is om het te bespreken. Ondersteuners hebben soms moeite om religie bespreekbaar te maken (handelingsverlegenheid). Tegelijkertijd vinden cliënten het vaak moeilijk om zich met hun vragen hierover tot hulpverleners te richten (vraagverlegenheid). Hierdoor is religie een ondergeschoven gespreksonderwerp geworden, terwijl het een belangrijk onderdeel uitmaakt van het dagelijkse leven van mensen. Zelfs mensen die niet of niet meer lid zijn van een kerk of andere religieuze groep, putten kracht uit spirituele kwesties zoals het maken van een huisaltaar of het communiceren met de doden (Heessels, 2012). In dit werkboek benaderen wij religie als een verschijnsel dat verder gaat dan kerkbezoek en religieus lidmaatschap alleen. Om mensen met grote en kleine levensvragen hun kracht te laten ervaren, is het belangrijk om religie en de (opnieuw) te beleven ervaring daaraan te erkennen als kwaliteit van bestaan. We benaderen religie vanuit de verhalen van mensen over grote en kleine gebeurtenissen in het leven, zoals een uitvaart, de keuze voor een bepaalde medische behandeling of de omgang met je buren. We gebruiken de verhalen van mensen als ingang om de schat aan informatie die levensverhalen opleveren te gebruiken voor professionalisering van studenten, docenten, trainers en professionals. Religieuze overtuigingen bepalen mede hoe je de werkelijkheid ervaart. Geloven dat het leven voor je is bepaald (voorbeschikking) maakt bijvoorbeeld dat je anders in het leven staat dan wanneer je gelooft in de maakbaarheid van het leven. Deze bril is niet alleen van invloed op wat mensen wensen en nodig hebben, maar ook op wat ze te bieden hebben en hoe ze participeren in de samenleving. Interreligieuze Sensitiviteit Voorwoord 5

Dit digitale werkboek is mogelijk gemaakt door VWS in het kader van Welzijn Nieuwe Stijl en tot stand gekomen door Wmo Werkplaats Nijmegen. Het werkboek maakt onderdeel uit van de opleidingsmodule Intercultureel Vakmanschap en Wmo Welzijn Nieuwe Stijl. De vertellers danken we hartelijk voor hun inspirerende verhalen en het geven van toestemming om deze te mogen gebruiken voor onderwijsdoeleinden. Daarnaast danken we Krystian Wójcik voor zijn ondersteunende bijdrage bij de opzet van deze module. Dr. Meike Heessels Dr. Martha van Biene Mld Marianne Lenkhoff Drs. Maria van Erp Kenniscentrum HAN SOCIAAL, Wmo Werkplaats Nijmegen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Interreligieuze Sensitiviteit Voorwoord 6

Werkwijze Het is onmogelijk om alle wereldreligies en de betekenissen hiervan door middel van één werkboek aan te leren. Sterker nog, het is ook niet nodig als je je de competentie interreligieuze sensitiviteit eigen maakt. In dit boek richten we ons op het leren stellen van vragen aan jezelf en aan anderen over religie. Hierdoor krijgen studenten, docenten en andere gebruikers van het lesmateriaal meer grip op de betekenis van religie en kunnen er zelf verder mee aan de slag. Daar waar je in de tekst leest student kun je ook lezen professional. Het lesmateriaal gaat uit van een participatieve aanpak en zelfsturend leren. Dit wil zeggen dat je als groep van vijf personen (minimaal drie, maximaal zes) meebeslist over welk leerarrangement in de les wordt gevolgd (zie kennisbron 1 Leerarrangement). Iedere leergroep heeft een leercoach die uit de groep wordt gekozen en deze coacht het groepsproces. Middels dit werkboek kunnen professionals en studenten zich verder bekwamen in het aangaan van een dialoog, waarbij respect voor andere culturen en religies als uitgangspunt wordt genomen. Het is belangrijk om naar jezelf als professional te kijken, omdat jouw referentiekader mede bepaalt hoe je handelt. We werken in deze module met een methode van actiegericht leren. We bieden studenten, professionals en andere lerenden handvatten om te leren het eigen referentiekader bespreekbaar te maken en opvattingen op te schorten. Studenten gaan zelf aan de slag, door met elkaar in dialoog te gaan over eigen inzichten en gezamenlijk te overwegen hoe met die inzichten aan de slag te gaan. De dialoog is in dit werkboek de hefboom voor anders denken en doen. Studenten leren in dialoogsessies aan de hand van verdiepende vragen op zoek te gaan naar ervaringen en belangrijke gebeurtenissen in het leven van mensen. Het gaat er in deze werkwijze om dat je elkaar toelaat en openstaat om nieuwe ervaringen en kennis op te doen (Van Biene, 2005: 88-89). Bij de dialoog gaat het er niet om wie gelijk heeft (discussie), maar vooral om luisteren naar elkaar en begrijpen van elkaar (zie kennisbron 5 Verschil dialoog en discussie). Interreligieuze Sensitiviteit Werkwijze 7

Het lesmateriaal is uitgewerkt aan de hand van acht verhalen van burgers over hun leven en de betekenis van religie daarin. Door middel van opgetekende verhalen brengen we de dynamiek van religie in het dagelijkse leven in beeld. Met deze verhalen hebben we niet de pretentie een schets te bieden van het leven van alle gelovigen in Nederland. Het gaat juist om de kracht van elk, persoonlijk verhaal. De verhalen zijn verrijkt met dialoogvragen. Studenten leren doorvragen en ontwikkelen sensitiviteit aan de hand van dialogische gesprekken over de gebeurtenissen in de levens van migranten. Met de inbreng in de dialoog verkrijg je meer inzicht in wat je al weet en waar je aan kunt werken (kennis, vaardigheden, houding). Allereerst gaan we in op de theorie over religie en interreligieuze sensitiviteit, op de relatie met Welzijn Nieuwe Stijl en op het belang van werken met verhalen. Vervolgens presenteren we acht verhalen. Bij ieder verhaal kan de leergroep zelf een leerarrangement samenstellen door middel van de werkvormen (zie kennisbron 1 Leerarrangement). We reiken zes werkvormen aan waar mee je direct aan de slag kunt. Iedere werkvorm wordt onderbouwd met kennisbronnen en ander ondersteunend lesmateriaal waarmee je dieper op de stof in kunt gaan. Om voldoende ervaring op te doen met interreligieuze kwesties, raden we aan te starten met het basisarrangement: de dialoogsessie met de verhalen en vervolgens kun je de Reflector Interreligieuze Sensitiviteit invullen en bespreken. Naar eigen idee kan het leerarrangement aangevuld worden met World Café, Interactief presenteren en Reflecteren met de 3B s. Interreligieuze Sensitiviteit Werkwijze 8

Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl Openstaan voor dialoog, op zoek gaan naar de vraag achter de vraag, religieuze overtuigingen niet schuwen, maar (h)erkennen en bespreken, je bewust zijn van je eigen referentiekader en je kunnen verplaatsen in de ander, dit alles tezamen biedt kans dat je de competentie interreligieuze sensitiviteit eigen maakt.

Interreligieuze Sensitiviteit Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 10

1.1 Competentie interreligieuze sensitiviteit Voor studenten, professionals en andere lerenden is het van groot belang voor de beroepsontwikkeling om sensitiviteit te ontwikkelen voor het thema religie. Er komen vele verschillende religies samen in Nederland. In de praktijk zul je hulpvragers of cliënten tegenkomen die christelijk, moslim, hindoe of anders gelovig zijn. Daarnaast spelen ook voor de grote groep mensen die niet of niet meer kerkelijk zijn (ook wel atheïsten, seculieren of ietsisten genoemd) spirituele kwesties een belangrijke rol in het dagelijkse leven (Bernts et al., 2007). Zo gaf het merendeel van deze groep aan een geloof in een leven na de dood niet af te wijzen en grote behoefte te hebben aan overgangsrituelen (ibid.). Rituelen spelen dus zowel voor mensen die lid zijn van een religie als voor seculiere mensen een belangrijke rol. Bij grote overgangen, zoals geboorte, huwelijk en sterven, helpen rituelen om deze overgangen te markeren en ze in gang te zetten voor de sociale gemeenschap (Van Gennep, 1960). We kennen bijvoorbeeld rituelen die de geboorte markeren, zoals de doop of het gezamenlijk eten van beschuit met muisjes, een huwelijksfeest of een uitvaart. Doordat rituelen belangrijke gebeurtenissen markeren in het leven van ieder mens, ongeacht religieuze achtergrond, vinden we dit bij uitstek een ingang voor professionals om het gesprek over betekenisgeving met hulpvragers aan te gaan. Via de verhalen van burgers maak je in dit werkboek kennis met andere religies èn met het vanzelfsprekende van je eigen geloof. In ons dagelijks handelen hebben we doorgaans de neiging tot minimaliseren van verschillen tussen religies of culturen (minimization) (Bennett & Bennett, 1998, 2000). Dit betekent dat we ervan uit gaan dat onze eigen aannames in andere religies ook geldig zijn. Kenmerkend voor het leren en werken in dialoog met anderen is het feit dat je je eigen vanzelfsprekend geachte opvattingen en handelswijzen én die van de anderen die hun eigen opvattingen eveneens voor vanzelfsprekend houden probeert bloot te leggen. Interreligieuze Sensitiviteit Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 11

Om te leren en werken in dialoog is het belangrijk om vragen te (durven) stellen. Je kunt vragen over elkaars religieuze beleving stellen aan de hand van gebeurtenissen, zoals overgangsrituelen of bijvoorbeeld aan de hand van objecten, die je bij mensen tegenkomt. Objecten spelen een belangrijke rol in de beleving van spirituele kwesties, zoals dood, liefde, hoop en religie (Gibson, 2008; Heessels 2012; McDannell, 1995). Religie is geen apart gezet fenomeen dat mensen alleen beleven in de kerk, de moskee of een tempel, maar het is deel van het dagelijkse leven (Margry, 2008; McGuire, 2008; Orsi, 2005). Dit zie je ook terug in de verhalen die we opgetekend hebben met burgers samen. De dialoogvragen bij de verhalen nodigen ons uit in te zien dat het allereerst gaat om elkaar te leren verstaan. Door middel van de dialoogvragen nemen we onze eigen referentiekaders en sensitiviteit (inleving) onder de loep. Interreligieuze Sensitiviteit Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 12

1.2 Dialogisch werken Middels de interactieve werkvormen in dit werkboek kun je ervaren hoe je eigen achtergrond je manier van denken, voelen en handelen bepaalt. De vraag is of wij in de zorg- en dienstverlening ons referentiekader kunnen loslaten. Stellen we de ander echt in de gelegenheid te participeren? Ofwel zijn we in staat om de dialoog te voeren en wel zodanig dat we niet invullen, maar aanvullen waar nodig? Daarnaast leer je als leergroep hoe een groepslid, de leercoach, het leerproces faciliteert en voorwaarden kan scheppen waaronder een dialoog plaatsvindt (in plaats van een discussie). We ervaren met het dialogisch werken hoe we het gedrag van anderen positief kunnen beïnvloeden (zie kennisbron 4 Verschil tussen dialoog en discussie en kennisbron 5 Dialogisch werken en vragen stellen). We ervaren het verschil in het stellen van open en gesloten vragen. We leren de kunst van het vragenstellen verstaan. We zien dat doorvragen betekenisvolle inhouden oplevert. We vatten participatie niet alleen op als ergens aan meedoen, maar we leren dat het gevoel van erbij horen (inclusie) er het meest toe doet. Het voeren van dialogische gesprekken die ons aanzetten tot doorvragen en het onderzoeken van de vraag achter de vraag zijn belangrijke communicatie vaardigheden in de zorg- en dienstverlening. We maken allen onderdeel uit van een samenleving die een groot beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid en participatie van alle burgers. Met name de verschuivende visie op de beroepshouding van het oplossen van problemen (sociale hangmat) naar eigen kracht eerst (sociale vangnet) staat centraal in Welzijn Nieuwe Stijl. Interreligieuze Sensitiviteit Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 13

1.3 Welzijn Nieuwe Stijl In dit werkboek leggen we vanuit bovenstaande visie dialoog is participatie - verband met de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl. Specifiek richten we ons op de acht bakens (zie kennisbron 3 Bakens Welzijn Nieuwe stijl) waarmee de lerende inzicht verwerft in: verschillende vormen van ondersteuning vanuit een burgerperspectief; nieuwe vormen van steunsystemen vanuit een maatschappelijk perspectief en facilitering vanuit een organisatieperspectief. Daarnaast benaderen we religie als belangrijke bron van eigen kracht van burgers. Het is belangrijk om religie als persoonlijke bron van kracht en steun te erkennen en besprekbaar te maken. Door religie in dialoog te brengen, leren hulpverlener en hulpvrager van elkaar. Bovendien kan religie een belangrijke rol spelen in het zichtbaar maken en benutten van sociale netwerken en daarmee in het stimuleren van samenredzaamheid. Welzijn Nieuwe Stijl beoogt vorm te geven aan de culturele aspecten van maatschappelijk ondersteunen en dit betekent een andere manier van werken met een andere rol voor de professional. Bakens Welzijn Nieuwe Stijl 1 Gericht op de vraag achter de vraag 2 Gebaseerd op de eigen kracht van de burger 3 Direct erop af4 Formeel en informeel in optimale verhouding 5 Doordachte balans van collectief en individueel 6 Integraal werken 7 Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht 8 Gebaseerd op ruimte voor de professional Interreligieuze Sensitiviteit Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 14

1.4 Verhalen zijn leidend In dit werkboek stellen we de verhalen van burgers centraal. De ervaringen en belevingen van de vertellers zijn het vertrekpunt van leren en ontwikkelen van interreligieuze sensitiviteit. Aan de hand van de verhalen toetsen we onze competentie-ontwikkeling en we richten ons op: verkrijgen van invoelend en doortastend vermogen; ondersteunen en opbouwen (faciliteren) van sociale netwerken; overbrengen wat vereisten/verplichtingen zijn (demands); aansluiten bij individuele behoeften (needs) en collectief aanbieden waar mogelijk; en het naar boven halen van wat iemand kan/wil bijdragen (competence). We leren welke rol verhalen kunnen hebben in het leven van een persoon (zie kennisbron 4 Verhalen zijn leidend). We leren welke inviterende vragen uitnodigen tot het vertellen van het eigen verhaal (zie Kennisbron 6 Dialogisch werken en vragen stellen). Verhalen vertellen en vraaggestuurd werken liggen in de voorgestelde aanpak in elkaars verlengde. We zijn op zoek naar de vragen in de verhalen en de mogelijkheden van de persoon waarmee deze zijn of haar eigen kracht kan aanwenden ten aanzien van deze vragen. Interreligieuze Sensitiviteit Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 15

Interreligieuze Sensitiviteit Ontwikkeling van interreligieuze sensitiviteit en Welzijn Nieuwe Stijl 16

Verhalen Ik ben gelovig, maar niet kerkelijk Saar Als ik me niet goed voel wend ik me tot Hem Renato Vrouwendagen in de moskee Fatima Als eerste naar het Paradijs Samira Allah weet wat er in de toekomst zal gebeuren Gulsen Licht Kruis Mevr. Monsanto Douglas Schud ons maar eens goed door elkaar Rob Dan is de cirkel weer rond - Else Alle namen in deze verhalen behalve die van mevrouw Monsanto Douglas en Rob zijn wegens privacy overwegingen gefingeerd. In de verhalen komen allerlei verschillende wereldbeelden naar voren. We hebben niet de illusie dat we hiermee alle wereldbeelden behandelen. Ieder mens beleeft zingeving bovendien op zijn of haar eigen wijze. We moedigen jullie daarom ten zeerste aan, zelf verhalen te verzamelen en middels de kennisbronnen die bij de verhalen gevoegd zijn, je verder te verdiepen in de verschillende thema s.

Interreligieuze Sensitiviteit Verhalen 18

2.1 Ik ben gelovig, maar niet kerkelijk Saar Saar vertelt Over mijn migratie vanuit Indonesië, over mijn niet-indische gewoontes, over katholiek zijn, over vriendschap en over de Ursulinen. Ik woon sinds 1961 in Nederland, maar ik zou overal kunnen aarden. Ik ben niet zo gebonden aan een stad of een land. Ik heb twee kinderen, een jongen en een meisje, ze zeggen wel eens de koningswens. Mijn zoon heeft een dochter en woont in Engeland. Mijn dochter woont in het midden van Nederland en heeft ook een dochter. Mijn zoon zie ik niet zoveel als mijn dochter, maar met Pasen is het hele gezin uit Engeland hier, dus dat is weer feest. Elke twee weken ga ik naar mijn dochter. Dat is altijd heel fijn. In mei is mijn derde kleinkind op komst. Ik kan overal aarden, ik ben ook niet zo gebonden aan een stad of land. Ik maak makkelijk contacten. Heimwee naar Indonesië, wat veel van mijn Indische kennissen hebben, heb ik totaal niet. Die gaan ook met regelmaat naar Indonesië. Ik ben één keer terug gegaan, eigenlijk omdat de kinderen mij daarop getrakteerd hadden. Ik heb er geen spijt van maar het hoeft voor mij niet. Er zijn ook andere landen waar mijn hart naar toe trekt. Het klinkt vreemd voor een Indische, maar het hoge noorden spreekt mij ontzettend aan! Ik zit ook nooit buiten. Dat verbaast mijn Indische kennissen en ook de Hollanders, die zeggen dan: Je komt uit de tropen! Maar ik heb dat nooit gehad. Ik ben een rare Indische zeggen ze wel eens. Ik ben totaal geïntegreerd. Mijn vrienden zeggen altijd: Je moet alleen nog een paar blauwe ogen krijgen. Voorheen was ik niet echt mantelzorger voor mijn buren, maar wel het eerste aanspreekpunt voor de alarmcentrale. Sociale contacten zal ik in de toekomst misschien nodig hebben. Ik zeg altijd Ik zaai en misschien kan ik oogsten, toch? Ja maar ja, dat heb je toch allemaal, als je ouder wordt dat je toch iets meer hulp nodig hebt. Als het niet is voor grote klussen, dan wel iemand die voor jou de dokter belt als je het niet meer kunt. Dat ze even naar je om kijken. Maar, gelukkig is dat allemaal nog niet nodig. Met vriendinnen onderneem ik allerlei dingen. Samen naar een concert, of naar de schouwburg, we bellen elkaar of lopen bij elkaar binnen. Andere ouderen zeggen; er komt niemand, er belt niemand, ik zeg ja hallo je kan ook aan de bel trekken! In plaats van te wachten tot een ander aan jou denkt, kun je ook het initiatief nemen natuurlijk. Ik heb diverse vrienden waar ik een beroep op kan doen. Ik heb zelf geen auto en als ik ergens s avonds naar toe ga dan heb ik wel mensen die ik kan vragen en waar ik ook aan durf te vragen om mij eventueel te komen ophalen. Ja ik heb goede vrienden. Maar in mijn hoedanigheid help ik ook mensen voor zover ik kan, daar sta ik ook altijd voor klaar. Als je geeft dan kan je ook wat ontvangen is mijn stelling altijd. Je durft ook iets te vragen als je zelf bereid bent om iets te doen. Ik ben nog wel lid van de Katholieke Bond van Ouderen maar niet zo actief. Ik ben gelovig, maar niet kerkelijk. Ik heb geen kerk nodig om mijn geloof te belijden. Ik geloof wel dat er Interreligieuze Sensitiviteit Verhalen 19

iets is, of dat nou een god is of een. Ik weet niet wat het is, maar om te zeggen dat ik wekelijks naar de kerk ga, nee. Vroeger wel. Ik ben streng katholiek opgevoed. Ik heb altijd bij de Ursulinen op school gezeten. Dat van die liniaal, dat was vroeger wel echt zo. Je laten zien of je schone nagels had, schone handen, schone nagels, en zo niet, dan pats. Maar ja, ik heb er een goede opvoeding bij gehad en ik heb er totaal geen wanklank over hoor, want qua lesgeven waren de Ursulinen super. Met mijn vrienden en vriendinnen spreek ik wel over het geloof, want ja, daar kunnen wij gewoon vrijuit over praten. Alhoewel wij ook wel eens spontaan naar de kerk hier vlakbij gaan en daar een kaarsje branden als we daar behoefte aan hebben. Maar ik hoef niet perse op zondag naar de kerk. De tradities van het katholieke geloof hou ik nog wel in ere. Zoals dat kaarsje branden. En als ik bijvoorbeeld een voorspraak wil in verband met een examen van de kinderen, dan roep ik Maria aan voor bijstand. Maar daar houdt het dan zo n beetje mee op. Ja, de kerstviering en Pasen bijvoorbeeld dat doe ik wel. Ik kan ook wel eens spontaan op Goede Vrijdag wel de kruisweg doen, maar dat is niet perse omdat het moet. Ik denk dat heel veel katholieken dat tegenwoordig zo hebben bepaald. Ik ken mensen die zich voor 100% op het geloof verlaten. Zo erg heb ik dat dan dus niet maar, ik heb er wel steun aan. Door het geloof twijfel ik misschien toch minder en het versterkt mij in de hoop dat er een goede uitslag komt als er iets minder prettigs staat te gebeuren. Dat je er door heen komt. Ik bid dus wel, maar nogmaals ik heb daar geen kerk voor nodig. Het is net zo goed om een kaarsje te branden. Mijn moeder die brandde iedere keer als ik wat spannends had ook een kaarsje. In zoverre heb ik dat wel meegekregen. Als er iets met mijn kinderen is, die nu 45 en 46 jaar zijn, dan brand ik ook een kaarsje. Zo ook voor mijn zoon, dan zegt hij tegen mij: Ik moet dan en dan mijn examen doen hè, dan moet je een kaarsje branden. En mijn kleindochter is gek op de kerk. Als wij langs een kerk lopen dan zegt ze: Oma gaan wij even in de kerk een kaarsje branden? Oma blijven we nog in de kerk? vraagt ze dan. Ik zeg waarom wil je nog hier blijven? Het is hier zo lekker rustig, zegt ze dan. Ze is vijf jaar! Zo lekker rustig, zegt ze dan, haha. Van de week heb ik met oude vrienden nog een beetje zitten gekken bij het dansen. Toen was er muziek van Going to the chapel. Ik zei, ja laten we dat doen dat hebben we af en toe nodig! Toen zei een ander Please, speak for your self. Ja uiteraard zei ik, maar jullie mogen allemaal voor mij bidden. Dat ik mij nog jaren zo gelukkig mag voelen als ik op dit moment ben. Interreligieuze Sensitiviteit Verhalen 20

Dialoogvragen Saar MevGühl 1. Welk verschil maakt Saar tussen kerkgang en religieus zijn als ze zegt ik heb geen kerk nodig om mijn geloof te belijden? 2. Op welke manier spelen familierelaties een rol in Saar s beleving van geloof? 3. Op welke manier ervaart Saar steun van het geloof? 4. Welke katholieke vieringen noemt Saar en wat houden die vieringen in? 5. Welke andere katholieke vieringen zijn er? 6. Wat zijn belangrijke vieringen binnen andere religieuze stromingen of overtuigingen? 7. In welke religieuze vieringen participeer jij? 8. Welk beeld heb jij van Katholieke (kost)scholen in Nederland, zoals de Ursulinen waar Saar naartoe ging? Maak eigen dialoog vragen Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe. Verdiepingsvraag katholicisme in Nederland Op welke manier beleefden kostschoolleerlingen hun jeugd en religieuze vorming in katholieke jongerentehuizen? Kennisbron VPRO radio-archief documentaire serie getiteld Onder het wakend oog Gods, waarin zaken als het huwelijk, seksuele driften, schuld, heimwee en vriendschap worden besproken door voormalige kostschoolleerlingen. Zie: http://weblogs.vpro.nl/radioarchief/2010/03/18/onder-het-wakend-oog-gods Verdiepingsvraag over intercultureel vakmanschap en Welzijn Nieuwe Stijl Op welke manier zou je de uitspraken van Saar over Hollandse en Indische mensen kunnen plaatsen binnen de Reflector Interculturele Sensitiviteit? Kennisbron Zie Reflector e-learning module Intercultureel Vakmanschap en Welzijn Nieuwe Stijl I: Competentie Ontwikkeling IntercuIturele Sensitiviteit. Interreligieuze Sensitiviteit Verhalen 21

Interreligieuze Sensitiviteit Verhalen 22

2.2 Als ik me niet goed voel wend ik me tot Hem Renato Renato vertelt Over mijn migratie van Suriname naar Nederland, over buren, over elkaar helpen en over hindoe zijn. Ik kwam in de jaren zestig hier naar toe, omdat ik een betere toekomst voor mijn kinderen wilde. Omdat ik in Suriname in de jaren zestig voor een hongerloontje als ambtenaar werkte, reed ik s avonds en in de weekenden als taxichauffeur. Mijn kinderen zag ik daardoor nauwelijks. Het onderwijs was van slechte kwaliteit. Ik wilde een betere toekomst voor mijn kinderen en ben toen naar Nederland gegaan. Om de ticket te kunnen betalen, heb ik al mijn persoonlijke spullen moeten verkopen. Mijn familie heeft me opgevangen. Ik vond werk bij Philips. Later kwamen mijn vrouw en kinderen. Nu ben ik gepensioneerd. Met een aantrekkelijke regeling kon ik vroeg vertrekken, ik vermaak me prima met allerlei hobby s. Ik woon met mijn vrouw in Nijmegen, de kinderen zijn het huis al uit. Het is prettig, maar er kan nog een hoop verbeterd worden. Het is anders dan ik gewend was in Suriname, daar ken je elkaar en zit iedereen buiten. Hier is dat niet zo, als je een vreemde groet kijken ze je raar aan. Toch maak je soms een praatje met elkaar. De omgeving ziet er heel anders uit. Allemaal dezelfde huizen op een rijtje, heel saai eigenlijk. En weinig ruimte. In Suriname trok ik lekker de natuur in om te jagen of te vissen. Dan gooide ik mijn hengel uit en wachten maar. Als er dan een vogel voorbijkwam, schoot ik die. Dan had ik wat gevangen voor thuis. Als het weer beter is ga ik vissen. Dat doe ik soms samen met anderen we proberen nog steeds een bepaalde grote vis te vangen, ik weet zeker dat hij er zit maar het is me nog niet gelukt. Hier in de wijk is alles dicht op elkaar, maar toch zijn mensen meer op zichzelf. Soms maak ik wel eens een praatje op straat en dan loop je daarna weer verder. Je hoeft ook niet alles van elkaar te weten. Als buren groeten we elkaar en mijn buurman komt wel eens langs. Dan roept hij over schutting en drinken we samen een biertje. Maar dat heb je alleen in de zomer. Het is anders dan in Suriname, daar leef je buiten tussen de mensen. In het algemeen voel ik me wel goed. Ik ben gezond en dat is al een zegen. Zegeningen van boven, alles hebben wij van boven gekregen. Als ik me niet goed voel, wend ik me tot Hem daarboven. Er wordt voor je gezorgd als dat nodig is. Het liefste blijf ik thuis wonen. Mijn kinderen kunnen me tot bepaalde hoogte wel helpen. Ik spreek de kinderen regelmatig, mijn zoon die in een dorp verderop een bedrijf heeft en mijn dochter die in Duitsland woont. Ik ben ook al opa, dat is erg leuk! Daar geniet ik echt van, om bij ze langs te gaan en met ze te stoeien. En als opa hoef je verder niet veel meer, ik hoef me niet met de opvoeding bezig te houden. Dan ga ik na het bezoek weg en dan is het weer aan de ouders. Dat is wel zo prettig. Wat het geloof betreft, iedereen beleeft zijn geloof op zijn eigen manier. Om me te wenden tot boven, hoef ik niet in een tempel te zijn. Dat kan op elk moment op de dag, waar je ook bent. Dan probeer ik rust en stilte te zoeken bij Hem. Het besef dat het leven Interreligieuze Sensitiviteit Verhalen 23

je gegeven is, dat je het niet zelf hebt gemaakt, maakt je nederig. Niet iedereen beseft dat nog. Soms ga ik naar de tempel, maar ook niet elke week. Het samenzijn is prettig, je maakt een praatje hier en daar. Maar mijn geloof, dat houd ik ook voor mijzelf. Wanneer een andere Hindoestaanse oudere uit Suriname hulpbehoevend zou worden, hoeft hij niet per se door iemand uit Suriname geholpen te worden. Als ikzelf word benaderd, dan vraag ik me af of ik die persoon kan helpen. Als ik kan helpen, dan wil ik dat best, maar het moet dan niet zo zijn dat ik er als hulpverlener aan vast zit. Het moet niet zo zijn dat ik die persoon dagen, weken, maanden moet helpen. Dan wordt mijn vrije tijd beperkt. Snap je? Als een niet-hindoestaan een Hindoestaan helpt, dan zijn er zoveel factoren die erbij komen kijken. Ik denk dat een Hindoestaan in dit geval die persoon makkelijker kan helpen dan een niet-hindoestaan. Ten eerste, wat voor probleem is er? Bij ons begint het ook van, luister, ik als mens, ik kan wat doen, maar diegene die alles kan doen, is daarboven. Dus ten eerste gaan we beginnen met Zijn hulp aanroepen. Daarop zou ik beginnen om die man te zeggen: Luister, Hij is de persoon die eigenlijk alles kan doen. Hij heeft het je gegeven, maar Hij kan het ook weer weghalen. En met dat beginsel kan die persoon ook tot rust komen. Iemand die helpt moet een persoon zijn die ruim denkt hè? Want er zijn ook mensen die zeggen: dit is mijn geloof en er komt niks bij van andere mensen hun geloof. Snap je? Als jij als katholiek of als moslim die man zegt van: laten we de Here Jezus naam noemen. Ja, dan zou ik tegen die hulpverlener zeggen, waar ben je mee bezig? Als er iemand komt die zegt van: laten we Allah s naam noemen, dan doe ik niet mee. Maar als iemand zou zeggen van: laten we Krishna s naam noemen, Rahm s naam noemen en daar op geconcentreerd zijn, dan denk ik dat die persoon een beetje tot rust komt. En dan kan je verder die problemen bespreken. Maar als het om mij persoonlijk zou gaan, dan zou ik zeggen: oké ik heb een probleem, ik ben een Hindoe, ik bid tot Rahm, ik bid tot Krishna, er zijn meerdere Goden, meerdere namen van onze God, maar ik heb ook geen probleem als je in naam van Jezus ofzo wilt werken, mij hulp bieden, of in naam van Allah. Maar er zijn andere mensen die dat misschien niet willen accepteren. Er kunnen nog zoveel professionals zijn die een hele studie hebben gemaakt van mensen helpen, maar dat ene stuk missen ze bij een Hindoestaan. Dat spirituele gedeelte. Want ik weet niet of ze dat ook hebben gehad in de studie. Om ze te vertellen van luister: wat je voor problemen je ook hebt: het is toch niet van je buurman, of van je vrouw of van je kinderen. Het komt van boven, ja? Dus daar moeten we aankloppen om die problemen op te lossen. Als een professional dat niet kan zeggen, dan blijft die man hangen in het midden van ja: waar moet ik het zoeken? De hulpverlener moet de beginselen van luisteren toepassen. Als je jezelf een beetje Hindoeïsme eigen maakt om mensen te helpen, dan heb je niet echt veel nodig. Voor mij is belangrijk dat een oudere van Hindoestaanse afkomst, zoals ik, toch iemand krijgt die een beetje achtergrond van Hindoeïsme kent. Interreligieuze Sensitiviteit Verhalen 24