Pradaxa is een geneesmiddel dat de werkzame stof dabigatran-etexilaat bevat. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules (75 mg, 110 mg en 150 mg).

Vergelijkbare documenten
bij patiënten met een ernstige, actieve vorm van de ziekte die nog niet eerder met methotrexaat zijn behandeld;

Bij multipel myeloom, een vorm van kanker van bepaalde witte bloedcellen (plasmacellen) heten, wordt Revlimid gebruikt:

zichtstoornissen als gevolg van maculaoedeem dat veroorzaakt wordt door diabetes;

Lees de bijsluiter of neem contact op met uw arts of apotheker voor praktische informatie over het gebruik van Revlimid.

pneumokokkenpolysacharidenconjugaatvaccin (13-valent, geadsorbeerd)

Avastin wordt in combinatie met andere middelen tegen kanker gebruikt voor de behandeling van volwassenen met de volgende vormen van kanker:

Lees de bijsluiter of neem contact op met uw arts of apotheker voor praktische informatie over het gebruik van Keytruda.

Revolade. eltrombopag. Wat is Revolade? Wanneer wordt Revolade voorgeschreven? EPAR-samenvatting voor het publiek

Een overzicht van Opdivo en waarom het is geregistreerd in de EU

Een overzicht van Opdivo en waarom het is geregistreerd in de EU

Keytruda (pembrolizumab)

PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen voor bijwerking van de productinformatie

Metacam. meloxicam. Wat is Metacam en wanneer wordt het voorgeschreven? EPAR-samenvatting voor het publiek

MabThera. rituximab. Wat is MabThera? Wanneer wordt MabThera voorgeschreven? EPAR-samenvatting voor het publiek

Vragen en antwoorden inzake de beoordeling van monovalente en multivalente vaccins tegen bof, mazelen, rodehond en/of varicella

Een overzicht van Metacam en de reden(en) van toelating in de EU

Beperkingen inzake het gebruik van geneesmiddelen die domperidon bevatten

Nieuwe tekst voor de productinformatie Uittreksels uit de PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen

Nieuwe tekst voor de productinformatie Uittreksels uit de PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen

Nieuwe tekst voor de productinformatie Uittreksels uit de PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen

Het EMA bevestigt aanbevelingen om het risico op de herseninfectie PML bij gebruik van Tysabri tot een minimum te beperken

Informatiefolder over trombose/longembolie en Eliquis

Gebruikershandleiding voor webrapporten

Annex I Wetenschappelijke conclusies en redenen voor wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunningen voor het in de handel brengen

Bijlage III. Aanpassingen aan relevante rubrieken van de samenvatting van de productkenmerken en bijsluiters

Nieuwe tekst voor de productinformatie Uittreksels uit de PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen

Nieuwe tekst voor de productinformatie Uittreksels uit de PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen

Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de conclusies

Schorsing van de vergunning voor het in de handel brengen van Numeta G13%E en nieuwe risicobeperkende maatregelen voor Numeta G16%E

Checklist 1 e aflevering Pradaxa

Voorlichtingsbrochure voor patiënten

UTROGESTAN VAGINAL 100 mg zachte capsules UTROGESTAN VAGINAL 200 mg zachte capsules Gemicroniseerd progesteron

Samenvatting. Aanleiding voor de adviesvraag

Dit document geeft antwoorden op veelgestelde vragen die bij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) binnenkomen.

Trasylol bijsluiter Pagina 1 van 6 BIJSLUITER

Bijgewerkt advies voor het gebruik van hooggedoseerde ibuprofen

Gids voor het interpreteren van spontane meldingen van vermoedelijke bijwerkingen van geneesmiddelen

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Eliquis 2,5 mg filmomhulde tabletten apixaban

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

Pradaxa. Patiënteninformatie. Ter voorkoming van beroerte en trombose bij boezemfibrilleren* Week nummer 1. Week nummer 3.

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Behandeling van diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (PE) en preventie van recidiverende DVT en PE bij volwassenen.

Informatiefolder over boezemfibrilleren en Eliquis

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml

Checklist 1 e aflevering Pradaxa

Medicijnen na een TIA

Wanneer mag men Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg niet gebruiken? U mag Fem7 niet gebruiken:

Voor langdurige behandeling: bewijs van cardiale valvulopathie als vastgesteld door middel van echocardiografie voorafgaand aan de behandeling.

PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen voor bijwerking van de productinformatie

Eprex oplossing voor injectie IE/1,0 ml

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Pradaxa 110 mg harde capsules dabigatran etexilaat

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Eliquis 5 mg filmomhulde tabletten apixaban

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Perdolan volwassenen 500 mg, zetpillen Perdolan volwassenen 500 mg, tabletten. Paracetamol

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Sucralfaat 1 gram PCH, granulaat in sachets Sucralfaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Ketensin omhulde tabletten 20 mg ketanserin

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Cardene IV, 1 mg/ml oplossing voor infusie. nicardipinehydrochloride

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

Rapifen oplossing voor injectie 0,5 mg/ml alfentanil

Informatie voor patiënt, ouders en/of verzorgers van de patiënt

Nieuwe tekst voor de productinformatie Uittreksels uit de PRAC-aanbevelingen met betrekking tot signalen

Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd?

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Pradaxa 75 mg harde capsules dabigatran etexilaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. EXACYL 500 mg/5 ml oplossing voor injectie

Longembolie. Albert Schweitzer ziekenhuis december 2014 pavo 1117

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE FLIXABI (INFLIXIMAB) VOOR VOORSCHRIJVERS

Bijgevoegd vindt u de risico minimalisatie materialen.

Nieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs)

BIJSLUITER VOOR HET PUBLIEK

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers

Een trombosebeen (behandeling met een DOAC)

Direct Healthcare Professional Communication

FIBORAN, capsules 50 mg

BIJSLUITER. THALIDOMIDE 50 mg en 100 mg tablet

Zetpillen volwassenen bevatten 500 mg paracetamol per zetpil.

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 28 juni 2012 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

PATIËNTENBIJSLUITER. Wie is verantwoordelijk voor het in de handel brengen? Sandoz B.V. Postbus AH Almere

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SPASMINE FORTE, 120 MG, CAPSULES, HARD ALVERINE CITRAAT

Geneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Ketensin omhulde tabletten 20 mg ketanserin

Medicijnen na een TIA

Risico minimalisatie materiaal betreffende. voor patiënten

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Eliquis 2,5 mg filmomhulde tabletten apixaban

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Liothyroninenatrium ERC 25 microgram, tabletten liothyronine (in de vorm van liothyroninenatrium)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Geen consistent bewijs voor een verhoogd risico op hartproblemen bij gebruik van geneesmiddelen die testosteron bevatten

PERDOFEMINA, filmomhulde tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER. METHADON HCL 2 mg tablet

Glucophage 850 bijsluiter blz. 1 / 6

BIJSLUITER 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistablet. Acetylsalicylzuur

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. AXID 150, capsules 150 mg nizatidine

Transcriptie:

EMA/47517/2015 EMEA/H/C/000829 EPAR-samenvatting voor het publiek dabigatran-etexilaat Dit document is een samenvatting van het Europees openbaar beoordelingsrapport (EPAR) voor. Het geeft uitleg over de aanpak van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) bij de beoordeling van het geneesmiddel, een proces dat tot doel heeft een positief advies voor vergunningverlening en aanbevelingen voor de gebruiksvoorwaarden van vast te stellen. Wat is? is een geneesmiddel dat de werkzame stof dabigatran-etexilaat bevat. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules (75 mg, 110 mg en 150 mg). Wanneer wordt voorgeschreven? wordt voorgeschreven in de volgende gevallen: ter voorkoming van het ontstaan van bloedstolsels in de bloedvaten van volwassenen die een knieof heupvervangende operatie hebben ondergaan; ter voorkoming van een beroerte en van de vorming van bloedstolsels bij volwassenen die een abnormale hartslag hebben ( niet-valvulair atriumfibrilleren ), en die daardoor een verhoogd risico op een beroerte lopen; ter behandeling van diep-veneuze trombose (DVT, een bloedstolsel in een diep bloedvat, doorgaans in het been) en van longembolie (een stolsel in een bloedvat naar de longen), alsmede ter voorkoming van het terugkeren van DVT en van longembolie bij volwassenen. Dit geneesmiddel is uitsluitend op doktersvoorschrift verkrijgbaar. Hoe wordt gebruikt? De capsules moeten in hun geheel met water worden doorgeslikt. Voor patiënten die een knie- of heupvervangende operatie hebben ondergaan, moet de behandeling met beginnen met de 30 Churchill Place Canary Wharf London E14 5EU United Kingdom Telephone +44 (0)20 3660 6000 Facsimile +44 (0)20 3660 5555 Send a question via our website www.ema.europa.eu/contact An agency of the European Union European Medicines Agency, 2015. Reproduction is authorised provided the source is acknowledged.

toediening van één capsule van 110 mg één tot vier uur na afloop van de operatie. Vervolgens wordt de behandeling voortgezet met 220 mg (twee capsules van 110 mg) eenmaal daags gedurende 28 tot 35 dagen na een heupvervangende operatie en gedurende 10 dagen na een knievervangende operatie. Bij patiënten die nog bloeden op de plaats van de ingreep, moet het begin van de behandeling worden uitgesteld. Begint de behandeling niet op de dag van de operatie, dan moet worden gestart met eenmaal daags een dosis van 220 mg (twee capsules van 110 mg). Bij patiënten met een matig verminderde nierfunctie wordt een lagere dosering toegepast, evenals bij patiënten die ouder zijn dan 75 jaar en bij patiënten die ook amiodaron, kinidine of verapamil gebruiken (geneesmiddelen ter behandeling van hartproblemen). Voor het voorkomen van een beroerte en van bloedstolsels bij patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren wordt in een dosis van tweemaal daags één capsule van 150 mg ingenomen en moet het langdurig worden gebruikt. Voor het voorkómen en behandelen van DVT en van longembolie wordt in een dosis van tweemaal daags één capsule van 150 mg voorgeschreven, na behandeling gedurende minstens vijf dagen met een injecteerbaar antistollingsmiddel. Voor zowel het voorkomen van een beroerte en van bloedstolsels bij patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren, als voor het voorkomen en behandelen van DVT/longembolie, dient bij patiënten van 80 jaar of ouder en bij patiënten die ook verapamil innemen, een lagere dosis te worden voorgeschreven. Alle patiënten die een verhoogd risico op bloedingen lopen, moeten nauwlettend worden gecontroleerd en hun dosis moet worden verlaagd als de arts dit raadzaam acht. Bij alle patiënten moet ook de nierfunctie worden beoordeeld voordat de behandeling wordt gestart, om patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie uit te sluiten. De nierfunctie moet tijdens de behandeling opnieuw worden beoordeeld als er sprake is van vermoedelijke verergering. Wanneer langdurig wordt gebruikt bij patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren, of wanneer het wordt gebruikt bij patiënten met DVT of longembolie, moet de nierfunctie minstens eenmaal per jaar worden beoordeeld als hun nierfunctie licht tot matig verminderd is of als zij ouder zijn dan 75 jaar. Raadpleeg voor meer informatie de samenvatting van de productkenmerken, die eveneens in het EPAR is opgenomen. Hoe werkt? Bij patiënten die een heup- of knievervangende operatie ondergaan, is er een groot risico dat zich bloedstolsels in de aderen van hun benen vormen. Deze stolsels, waaronder diep-veneuze trombose (DVT), kunnen gevaarlijk zijn als ze in een ander deel van het lichaam terechtkomen, zoals de longen. Patiënten met atriumfibrilleren hebben ook een verhoogd risico op bloedstolsels die zich naar de hersenen kunnen verplaatsen en een beroerte kunnen veroorzaken. De werkzame stof in, dabigatran-etexilaat, is een prodrug van dabigatran. Dit betekent dat de stof in het lichaam wordt omgezet in dabigatran. Dabigatran is een antistollingsmiddel, een stof die de bloedstolling tegengaat. Het blokkeert de stof trombine, die een centrale rol speelt in het bloedstollingsproces. Hoe is onderzocht? Er zijn twee hoofdonderzoeken uitgevoerd waarin (220 mg of 150 mg per dag) werd vergeleken met enoxaparine (een ander antistollingsmiddel) bij patiënten die een knie- of EMA/47517/2015 Blz. 2/5

heupvervangende operatie hadden ondergaan. Aan het eerste onderzoek namen in totaal 2 101 patiënten deel die een knievervangende operatie hadden ondergaan, en aan het tweede in totaal 3 494 patiënten die een heupvervangende operatie hadden ondergaan. In beide onderzoeken was de voornaamste graadmeter voor de werkzaamheid gebaseerd op het aantal patiënten bij wie zich stolsels in de bloedvaten vormden of die door eender welke oorzaak overleden tijdens de behandelperiode. In de meeste gevallen werd de vorming van bloedstolsels gedetecteerd met behulp van scans van de bloedvaten of door te controleren op tekenen van bloedstolsels in de longen. In een derde hoofdonderzoek werden (tweemaal daags 110 mg en 150 mg) en warfarine (een ander antistollingsmiddel) onderling vergeleken bij ongeveer 18 000 volwassen patiënten met nietvalvulair atriumfibrilleren die werden geacht een verhoogd risico op een beroerte te lopen. De patiënten werden gedurende een tot drie jaar behandeld en de voornaamste graadmeter voor de werkzaamheid was gebaseerd op het aandeel patiënten per jaar dat een beroerte kreeg of bij wie een bloedstolsel bloedvaten in andere delen van het lichaam blokkeerde. In twee hoofdstudies onder 5 100 volwassen patiënten met symptomen van DVT of longembolie, die aanvankelijk werden behandeld met een injecteerbaar antistollingsmiddel, werd met warfarine vergeleken. In twee andere studies werd gekeken naar de preventie van DVT of longembolie bij ongeveer 4 200 volwassen patiënten met symptomen van terugkerende bloedstolsels, die een langdurige behandeling met antistollingsmiddelen ondergingen. In een van deze preventiestudies werd met warfarine vergeleken en in de andere studie met placebo (een schijnbehandeling). In deze vier onderzoeken was de voornaamste graadmeter voor de werkzaamheid gebaseerd op het aantal patiënten bij wie zich stolsels in de bloedvaten (DVT) of in de longen (longembolie) vormden of die om cardiovasculaire redenen overleden tijdens de behandelperiode. Welke voordelen bleek tijdens de studies te hebben? was even werkzaam als enoxaparine voor het voorkomen van de vorming van bloedstolsels of overlijden. In het onderzoek met patiënten die een knievervangende operatie hadden ondergaan, werden bij 182 (36%) van de 503 patiënten die de 220 mg-dosis kregen toegediend, bloedstolsels gevonden, tegenover 192 (38%) van de 512 die enoxaparine kregen toegediend. In beide groepen was er één sterfgeval (minder dan 1%). In het onderzoek met patiënten die een heupvervangende operatie ondergingen, werden bloedstolsels gevonden bij 50 (6%) van de 880 patiënten die 220 mg kregen toegediend, tegenover 60 (7%) van de 897 die enoxaparine kregen toegediend. In de -groep overleden drie patiënten (minder dan 1%), maar twee van deze sterfgevallen hielden geen verband met bloedstolsels. In de knie- en heuponderzoeken waren er aanwijzingen dat de dosis van 220 mg mogelijk werkzamer is dan die van 150 mg. Uit het onderzoek bij patiënten met niet-valvulair atriumfibrilleren bleek dat per jaar ongeveer 1,5% van de patiënten die 110 mg gebruikten (183 patiënten van de 6 015), en 1,1% van de patiënten die 150 mg gebruikten (134 van de 6 076) een beroerte of andere problemen kreeg als gevolg van bloedstolsels, tegen 1,7% van de patiënten die warfarine gebruikten (202 van de 6 022). In de onderzoeken naar de behandeling van DVT en longembolie kwam de vorming van bloedstolsels of overlijden in verband met bloedstolsels voor bij 2,7% van de patiënten in de -groep (68 van de 2 553), tegenover 2,4% van de patiënten in de warfarine-groep (62 van de 2 554). In het eerste onderzoek naar de behandeling van DVT en longembolie kwam de vorming van bloedstolsels of overlijden in verband met bloedstolsels voor bij 1,8% van de patiënten in de - EMA/47517/2015 Blz. 3/5

groep (26 van de 1 430), tegenover 1,3% van de patiënten in de warfarine-groep (18 van de 1 426). In het tweede preventieonderzoek kwam de vorming van bloedstolsels of overlijden in verband met bloedstolsels voor bij 0,4% van de patiënten in de -groep (3 van de 681), tegenover 5,6% van de patiënten in de placebogroep (37 van de 662). Welke risico s houdt het gebruik van in? De meest voorkomende bijwerking van (waargenomen bij meer dan 1 op de 10 patiënten) is bloeding. Zie de bijsluiter voor het volledige overzicht van alle gerapporteerde bijwerkingen van. mag niet worden gebruikt bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie, die momenteel een significante bloeding hebben of die lijden aan een aandoening die een significant risico op een ernstige bloeding met zich meebrengt. Het middel mag niet worden gebruikt bij patiënten die andere antistollingsmiddelen gebruiken, behalve in specifieke situaties zoals wanneer de patiënt wordt overgeschakeld op of van. mag evenmin worden gebruikt bij patiënten met ernstige leverproblemen of bij patiënten die via de mond of via injectie ketoconazol en itraconazol (geneesmiddelen bij schimmelinfecties) krijgen of cyclosporine (een geneesmiddel waarbij de activiteit van het immuunsysteem wordt verminderd) of dronedaron (een geneesmiddel ter behandeling van atriumfibrilleren) gebruiken. Zie de bijsluiter voor de volledige beschrijving van de beperkende voorwaarden. Waarom is goedgekeurd? Het CHMP heeft geconcludeerd dat de voordelen van het geneesmiddel groter zijn dan de risico s en heeft geadviseerd een vergunning te verlenen voor het in de handel brengen van dit middel. Het CHMP merkte op dat de werking van wat betreft het voorkomen van de vorming van bloedstolsels bij patiënten die een knie- of heupvervangende operatie hebben ondergaan, vergelijkbaar is met die van enoxaparine., dat via de mond wordt ingenomen, heeft het voordeel patiëntvriendelijker te zijn. Het CHMP merkte ook op dat gunstig afstak bij warfarine wat betreft de verlaging van het risico op beroerte bij patiënten met atriumfibrilleren, zonder het risico op ernstige bloedingen te verhogen. Aangezien bepaalde patiënten een verhoogd risico lopen op bloedingen, werd een aantal voorzorgsmaatregelen in de voorschrijfinformatie opgenomen. Tevens stelde het CHMP vast dat het algemene voordeel van voor de preventie en behandeling van DVT en longembolie vergelijkbaar is met het voordeel van warfarine. Het aantal bloedingen was echter geringer bij dan bij warfarine. Hoewel uit de onderzoeken een iets hoger risico op hartproblemen met bleek dan met warfarine, werden de voordelen van nog altjid geacht op te wegen tegen de risico's. Welke maatregelen worden er genomen om een veilig en doeltreffend gebruik van te waarborgen? Om een zo veilig mogelijk gebruik van te waarborgen, is een risicobeheerplan opgesteld. Op basis van dit plan is in de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter van veiligheidsinformatie opgenomen, onder andere over de gepaste voorzorgsmaatregelen die professionele zorgverleners en patiënten moeten nemen. Daarnaast zal de fabrikant van aan alle artsen die naar verwachting het geneesmiddel gaan voorschrijven een informatiepakket verstrekken om hen beter bekend te maken met het risico op EMA/47517/2015 Blz. 4/5

bloedingen en een leidraad te bieden voor de behandeling ervan. Bovendien krijgen de patiënten een waarschuwingskaart waarop de belangrijkste veiligheidsinformatie over het geneesmiddel is samengevat. Overige informatie over De Europese Commissie heeft op 18 maart 2008 een in de hele Europese Unie geldige vergunning voor het in de handel brengen van verleend. Het volledige EPAR voor is te vinden op de website van het Geneesmiddelenbureau onder ema.europa.eu/find medicine/human medicines/european Public Assessment Reports. Zie de bijsluiter (ook onderdeel van het EPAR) of neem contact op met uw arts of apotheker voor meer informatie over de behandeling met. Deze samenvatting is voor het laatst bijgewerkt in 01-2015. EMA/47517/2015 Blz. 5/5