Hoofdstuk 9 Maskerbijen Hylaeus in nestblokken



Vergelijkbare documenten
Workshop. Bijenhotel

Hoofdstuk 15 Koekoeksbijen in nestblokken (tubebijen Stelis, viltbijen Epeolus, kegelbijen Coelioxys)

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 24 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Dit boomblauwtje fladderde er lustig op los en liet zich moeilijk fotograferen, maar ook hier geldt De aanhouder wint.

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Hoofdstuk 12 Klokjesbijen Chelostoma in nestblokken

Hoofdstuk 8 De wormkruidbij Colletes daviesanus in nestblokken

Opdrachtkaart Zwart: Hoe ziet de bij eruit?

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

1. De cocons van de Gewone Knuffelbijen (Rosse metselbijen) komen nog niet uit. Hoe kan dat?

WORKSHOP BIJENFOTOGRAFIE

De bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma. Ecotreffen 2011

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.

Nee, dat is normaal. Het is te verwachten dat ongeveer 90% van de cocons uitkomt.

INSECTEN. werkboekje

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 8 augustus Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 17 juni Beste natuurliefhebber/- ster,

1 NAtuur & Milieu help de bijen! help de bijen! PLAATS EEN NATUUR & MILIEU BIJENHOTEL

Nieuwsbrief» Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. nummer 2 april Metselbijen

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 27 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

Zo helpen de wilde metselbij en de fruitteler

Bijen en hun leefomgeving. Lezing door Arie Koster d.d

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 2 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag en donderdag Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 5 september Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 19 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Hoofdstuk 10 De grote wolbij Anthidium manicatum

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 26 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 21 april Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 23 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 18 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 8 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 22 augustus Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 september Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 11 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 4 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De zonnebloemen waren erg in trek bij de honingbijen (en hommels).

Hoofdstuk 3 De lichaamsbouw van bijen en wespen

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 28 juli Beste natuurliefhebber/- ster,

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 13 mei Beste natuurliefhebber/- ster,

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 11 februari 2014

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

De Wiershoeck, dinsdag 14 augustus Beste natuurliefhebber/-ster,

Bloemen en hun bezoekers

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, vrijdag 11 november Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 12 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De kleine beestjesclub

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Hoofdstuk 16 Spinnendoders (Pompilidae)


Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

(Ge)wilde bijen monitoren! Bijen in het algemeen. Geleedpotigen. Bijen, wespen en vliegen. Dezelfde soort? Waar gaan we het over hebben vanavond?

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, 8 en 9 april Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 6 mei Beste natuurliefhebber/- ster,

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les

Hommel Bouw Levenscyclus Weetjes Bestuivers

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, maandag 7 juli Beste natuurliefhebber/- ster,

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Iets over mijzelf. Wilde Bijen. Dit zijn wel bijen. Wat zijn bijen en wat niet? Honingbij. Goudwesp. Zweefvlieg. Sluipwesp Zweefvlieg

Vlinders kijken. op Landgoed Schothorst

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 september Beste natuurliefhebber/ster,

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Hoofdstuk 17 Metselwespen en nesthulp (subfamilie Eumeninae)

Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 31 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8.

Spreekbeurt de grote Toppereend

Aftekenlijst. Naam:

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 7 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

Thema 3 Dieren en planten

Handleiding Beestentoren

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,

7.4: Naar het Natuurwetenschappelijk museum

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

Werkboekje Boerderijles Groep 5/6. Naam..

Van eitje tot vlinder

Hoofdstuk 11 Behangersbijen Megachile en de lathyrusbij Chalicodoma ericetorum in nestblokken

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april Beste natuurliefhebber/- ster,

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1

Tuinen groot en klein. Met de steun van de Vlaamse minister van Cultuur, Natuur en Milieu

Small Hive Beetle (Aethina tumida) Kleine bijenkastkever. Jeroen Donders

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 19 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

Transcriptie:

Hoofdstuk 9 Maskerbijen Hylaeus in nestblokken Maskerbijen danken hun naam aan het kenmerkend gele of witte gezicht van de mannetjes. Vrouwtjes wijken af van andere bijen door het ontbreken van verzamelharen. Stuifmeel en nectar worden in de krop vervoerd. In dit hoofdstuk dient de resedemaskerbij als voorbeeld voor het leven van de 21 soorten maskerbijen in ons land. De levenscyclus en de nestbouw komen in detail aan bod. Herkenning van maskerbijen -klein -overwegend glanzend zwart -vrijwel geen zichtbare beharing mannetje (foto 9.2) -geel of wit tussen de ogen vrouwtje (foto 9.3) -gele of witte vlek aan binnenkant beide ogen 9.1 Kennismaking Maskerbijen Hylaeus (zie ook 4.7.27) zijn zo klein en onopvallend dat weinig mensen ze opmerken. Maar als je eenmaal weet dat bij deze dieren de voorkant van de kop heel karakteristiek is, dan blijken maskerbijen plotseling op veel plaatsen aanwezig, ook in nestblokken. Bij mannetjes is het hele kop gedeelte tussen beide ogen geel of wit. Bij vrouwtjes zijn bij de binnenste oogranden vaak (bleek)gele vlekken te 9.1 Een mannetje tuinmaskerbij Hylaeus hyalinatus en een honingbij Apis mellifera op knoflookbieslook. 9.2 Een mannetje tuinmaskerbij poetst een antenne op knoflookbieslook. 9.3 Een vrouwtje tuinmaskerbij op knoflook bieslook wachtend op de zon. zien, maar is het kopschild (clypeus) donker gekleurd. De dames zijn dus minder opvallend gemaskerd. Hun verdere lichaam is overwegend zwart en meestal glanzend, met vooral op het borststuk vaak enkele kleine onderdelen geel, wat ook dikwijls bij de poten het geval is. Eén soort, de zeldzaam voorkomende rode maskerbij, heeft enkele rode achterlijfsegmenten. De beharing is bij maskerbijen heel kort of ontbreekt op grote delen van het lichaam. Maskerbijen zijn zomerdieren. De topmaanden zijn juni en juli. De 21 soorten die ons land rijk is lijken zoveel op elkaar, dat ze nauwelijks op naam te brengen zijn zonder een geschikte tabel voor geprepareerde exemplaren. Ook in levenswijze lijken ze op elkaar, dus daarom wordt hieronder het leven van de maskerbijen besproken aan de hand van één soort, de resedamaskerbij Hylaeus signatus. Vrijwel alle maskerbijen zijn polylectisch, dus niet kieskeurig wat betreft hun stuifmeel- of nectarbron. Vele plantensoorten zijn voor hen geschikt, maar lang niet altijd wordt zowel nectar als stuifmeel van dezelfde plant geoogst. Enkele soorten maskerbijen komen in het hele land voor en zijn vrij algemeen. Daartoe behoren de tuinmaskerbij, de gewone maskerbij, de kortsprietmaskerbij, de poldermaskerbij en de weidemaskerbij. Ook de resedamaskerbij is op veel plaatsen aan te treffen waar resedasoorten staan. 155

Gasten van bijenhotels 9.4 Een mannetje resedamaskerbij Hylaeus signatus zit op de uitkijk op witte reseda. 9.5 Een vrouwtje resedamaskerbij in rust op witte reseda. 9.6 Paring van resedamaskerbijen op wilde reseda. 9.7 Bij deze opname van de paring van resedamaskerbijen is te zien dat de angel naar buiten steekt (zie pijl). 9.2 Resedamaskerbijen De meeste maskerbijen, zo ook de resedamaskerbij, starten niet eerder dan half mei met hun activiteiten. De mannetjes zijn er nauwelijks eerder bij dan de vrouwtjes. Resedamaskerbijen horen tot de grootste soorten maskerbijen. Ze worden maximaal ongeveer 8 mm lang. Zoals de meeste maskerbijen is hun lichaam overwegend zwart, maar ze hebben een duidelijke bijna witte haarband aan de zijkant van het eerste achterlijfssegment. Er is geen enkele maskerbijsoort die zo fanatiek en uitsluitend op reseda vliegt als deze. Dat maakt haar vrij makkelijk herkenbaar. Daarmee is de resedamaskerbij één van de weinige plantenspecialisten (oligolectisch) onder de maskerbijen. In een goed jaar kunnen de vrouwtjes nog tot begin september op deze planten te vinden zijn. Meestal zijn de mannetjes dan al afgehaakt. Zowel mannetjes als vrouwtjes halen hun voedsel van resedasoorten. Daarom zijn de mannetjes de hele dag rond en op de resedaplanten te vinden, waar ze elkaar achterna zitten, maar vooral op vrouwtjes uit zijn. Elegante hofmakerij is niet aan de mannetjes besteed. Liever overvallen ze het vrouwtje op bruuske wijze. 156

Hoofdstuk 9 Maskerbijen Hylaeus in nestblokken 9.8 Een tuinmaskerbij Hylaeus hyalinatus oogst stuifmeel van slangenkruid. 9.9 Een vrouwtje resedamaskerbij Hylaeus signatus drinkt nectar uit een bloem van witte reseda. 9.10 De druppel nectar die dit mannetje resedamaskerbij laat indrogen is kleurloos en helder. 9.11 De druppel bij dit vrouwtje resedamaskerbij is geel omdat er ook stuifmeel in zit. Is een mannetje daarbij succesvol, dan kan het paar enkele minuten lang op de plant blijven zitten om de paring te volbrengen. Soms wordt daarbij heftig geschud en het mannetje zoemt af en toe met de vleugels. Zoals bij alle angeldragende bijen en wespen moet het vrouwtje de angel naar buiten steken om een goede spermaoverdracht mogelijk te maken. 9.3 Het vervoer van larvenvoedsel Maskerbijen hebben geen uitwendige voorzieningen om stuifmeel mee te vervoeren. In plaats daarvan eten ze het stuifmeel op, om het in hun krop (een soort maag) op te slaan. Ze schrapen het stuifmeel los uit helmhokken die net bezig zijn om open te gaan (zie foto 9.8 en ook foto 4.153). Ze doen dit met speciale borstels aan de kaken en eten dan het stuifmeel op, of ze vergaren het stuifmeel met de voorpoten, die ze dan met de kaakborstels reinigen om het stuifmeel te kunnen verorberen. Niet zelden gaan maskerbijen daarbij aan een meeldraad hangen, zo klein zijn ze. Maskerbijen oogsten ook nectar van de bloembodem. Vanwege hun korte tweelobbige tong kunnen ze dit alleen bij bloemen waarvan de nectar niet te diep ligt (zie foto 4.152). Het mengsel van nectar en stuifmeel wordt in de krop vervoerd. De vrouwelijke dieren gebruiken een deel ook als hun eigen voedsel. Soms lijken ze niet tevreden met de kwaliteit van de nectar. Dan blijft een maskerbij lang op één plek zitten en brengt een druppel maagvocht naar buiten en haalt dat na een minuut of wat weer naar binnen, om daarna die procedure nog vele malen te herhalen. Mogelijk dient dit om water te laten verdampen en zo het voedsel meer te concentreren. Bij mannetjes is de druppel meestal kleurloos en helder. Dat wijst erop dat die nauwelijks stuifmeel eten. Vrouwtjes braken troebele gele druppels op die wel stuifmeel bevatten. 157

Gasten van bijenhotels 9.4 Het nest van maskerbijen De meeste maskerbijen kiezen voor bestaande gangen in hout en stengels om in te nestelen, of knagen die uit in merg, waarbij braam en vlier, maar ook bijvoet geliefd zijn. Oude nestgangen van andere bijen of wespen worden eveneens in beslag genomen. Ze maken ook dankbaar gebruik van nestblokken. Soms worden zelfs lege raten van honingbijen gebruikt. Enkele soorten nestelen in leem en één soort, de rietmaskerbij, nestelt uitsluitend in verlaten rietsigaargallen. Daarvoor is het dus van belang dat riet met deze gallen niet jaarlijks gemaaid wordt (zie foto 9.13). Resedamaskerbijen gebruiken graag boorgangen in een nestblok. Een diameter van 3 of 4 mm is heel geschikt, hoewel ze soms ook grotere diameters uitkiezen. Kleinere soorten maskerbijen nemen zelfs genoegen met maar 2 mm doorsnede. Maskerbijen bereiden hun broedcellen voor op een wijze die vergelijkbaar is met wat zijdebijen doen (zie hoofdstuk 8). Zijdebijen produceren een polyester met klieren in hun achterlijf, terwijl maskerbijen een eiwithoudende vloeistof uit klieren in hun borststuk via hun mond naar buiten brengen. De nestbouw begint met het uitsmeren van die stroperige vloeistof. Daarmee wordt een achterwandje gemaakt en ook een stuk van de gang wordt ermee besmeerd ter lengte van de toekomstige broedcel. Het heldere transparante vlies is uiterst dun, maar hardt snel uit tot een laagje dat enigszins flexibel is. Achterin het zo ontstane kokertje wordt een aantal keren een stroperige mengsel van stuifmeel en nectar uitgespuugd. Het eindresultaat is een wat uitgezakte stroop die tegen de achterwand aan ligt. In de schuine voedselwand legt het vrouwtje een ei. Na de eileg wordt de broedcel gesloten met weer een gelikt wandje, op zo n afstand van de voedselvoorraad dat ongeveer tweederde van de cel leeg is. Vervolgens wordt een nieuwe cel gemaakt. Zo kunnen de maskerbijtjes een hele reeks cellen achter elkaar aanleggen. Bij grote gangen worden de cellen min of meer zigzagsgewijs tegen elkaar aangelegd. Sommige soorten sluiten tijdens de bevoorrading de voorkant van de nestgang provisorisch af met een wandje van hetzelfde materiaal als waarmee ze de cellen bekleden. Ze zor 9.12 Zelfs lege raten van honingbijen worden door maskerbijen gebruikt als nestplaats. 9.14 Vrijwel volledige afsluiting waardoor de bewoonster toch nog in en uit kan gaan. 9.13 Nestje van een rietmaskerbij Hylaeus pectoralis met een larve en een pop. 158

Hoofdstuk 9 Maskerbijen Hylaeus in nestblokken 9.16 Twee jonge larven van een resedamaskerbij in hun voedsel op 16 juni 2013 (de leem links is door de auteur in het glasbuisje aangebracht, gangdiameter 3,7 mm). 9.15 Het ei van een resedamaskerbij Hylaeus signatus wordt laag op de voedselbrij gelegd (een ander nestje dan bij de volgende foto s). 9.17 Ruim twee weken later (2 juli) zijn beide larven volgroeid en deponeren hun uitwerpselen achter in hun broedcel. 9.18 Een kleine drie weken later (22 juli) zijn de poppen al aan het kleuren. 9.20 Op 28 juli zijn beide maskerbijen imago s geworden; links een vrouwtje en rechts een mannetje dat de dag erop uitvloog, het vrouwtje deed dat vier dagen later. 9.19 Nog drie dagen later (25 juli) zijn de poppen helemaal uitgekleurd. gen er voor dat ze er wel in en uit kunnen. Het materiaal van het wandje is zo flexibel dat het terugveert als de bij er door kruipt. De larve die na enkele dagen uit een ei komt, hoeft alleen maar voedsel op te zuigen. Daarbij blijft ze gekromd in de voedselpasta hangen. Na een aantal weken is alles schoon op en is de larve volgroeid. Ze wacht dan in haar kamertje tot het volgende voorjaar voordat ze verpopt. Ze overwintert dus als rustlarve. Bij enkele soorten maskerbijen komt soms een tweede generatie voor. Dat is ook bij de resedabij het geval. De foto s 9.16 t/m 9.20 getuigen daarvan. Op welke dagen de eitjes in deze twee cellen zijn gelegd is helaas niet vastgesteld, maar de schatting is, dat er tussen de aanvang van het maken van de broedcel 159

Gasten van bijenhotels len en het uitvliegen van het laatste volwassen bijtje iets meer dan 2 maanden zijn verlopen. In juli 2013 was het droog en zonnig en op vrij veel dagen boven 25 o C. Dit kan de ontwikkeling tot een tweede generatie hebben gestimuleerd. 9.5 Nestafsluiting Zoals nagenoeg alle maskerbijen maakt ook het vrouwtje van de resedamaskerbij de voorkant van een nestgang die klaar is dicht met een vliezig wandje. Haar korte tweelobbige tong is van haren voorzien en werkt als een kwastje. Daarmee smeert ze gewoonlijk eerst vooraan in de gang wat van het secreet terwijl ze nog in de gang zit. Vervolgens gaat ze aan de buitenkant hangen en likt dunne sliertjes vloeistof eerst in de rondte aan de zijkanten en daarna van de zijkanten naar en over het midden. Ze likt van onder haar borststuk naar voren. Tijdens het afsluiten van de nestgang loopt de bij langzaam en steeds likkend een flink aantal keren rond de opening. Dit kan meer dan een uur in beslag kan nemen. Uiteindelijk ontstaat door het likken een uiterst dun, min of meer transparant vliesje, dat als een ruitje de gang afsluit. Vaak loopt het iets over het hout door. Deze afsluitingen blijken in veel gevallen al snel te scheuren. Waarvoor al die moeite dan gedaan wordt, is niet helemaal duidelijk. Wel blijkt dat parasieten met een lange legboor, zoals de hongerwesp Gasteruption caucasicum (zie foto 20.226 en verder) het vliesje als een barrière respecteren. Ze doorboren het wel met de legboor, maar ze duwen er hun achterlijf niet verder doorheen. Misschien dient het vliesje wel om de nestgeur lang genoeg binnen te houden om andere parasieten niet aan te trekken. Maskerbijen hebben speciale geurklieren aan hun kaken. Met die klieren kunnen ze een typische citroengeur verspreiden, die voornamelijk uit de geurstof citraal bestaat. Als je een maskerbijtje voorzichtig vastpakt (ze steken niet), is dat opvallende geurtje zeer goed waar te nemen. Mannetjes produceren een extra sterke citroengeur. De functie van deze geur is niet echt duidelijk. 9.21 Met de nestafsluiting wordt aan de binnenkant begonnen (resedamaskerbij Hylaeus signatus). 9.22 Een ijl netwerk van sliertjes is het begin van het vlies (resedamaskerbij). 9.23 Zorgvuldig en langdurig worden vanuit alle richtingen draden gelikt tot een vliesje (resedamaskerbij). 160

Hoofdstuk 9 Maskerbijen Hylaeus in nestblokken 9.24 Van dichtbij is iets te zien van de kwasttong en de kaaktasters die een vrouwtje resedamaskerbij gebruikt bij het aanbrengen van de bekleding. 9.25 Niet zelden wordt ook een smalle rand buiten de opening bedekt met een dun laagje. 9.26 In een goede zomer kunnen veel nestjes van resedamaskerbijen dicht bij elkaar worden gebouwd. 9.27 Soms neemt een mannetje resedamaskerbij stil plaats op de rug van een vrouwtje dat met haar likwerk bezig is. Het lijkt wel gezellig maar ze toont nooit enige interesse in zo n ruiter. 161

Gasten van bijenhotels 9.6 Slaapgangen Een vrouwelijke maskerbij brengt de nachten en perioden van slecht weer door in haar nestgang. Daarin dulden ze geen indringers. Hebben ze nog geen nestgang, dan verblijven ze vaak tussen mannetjes in dezelfde holte. Mannetjes zoeken ongebruikte gangen op om te schuilen en te overnachten. Als het kan in hun eentje, maar niet zelden hokken er meer dan tien mannetjes op en naast elkaar in ruime gangen, waarbij ze het kennelijk van weinig belang vinden of ze op hun rug liggen, op hun zij, of rechtop staan. Frappant is dat ze in alle slaapgangen s morgens op dezelfde tijd voorin verschijnen om de dag te begroeten. Ze willen op een nieuwe dag allemaal vooraan zitten bij het opstaan. In grote gangen wurmen zoveel mogelijk mannen over elkaar heen tot ze vooraan zitten. Vrouwtjes vliegen sneller uit en zitten zelden lang op de uitkijk. Het komt voor dat een mannetje op een vrouwtje meelift dat hun gezamenlijke slaapgang verlaat. Het vrouwtje negeert in zo n geval haar lifter, die haar vanzelf los moet laten als ze wegvliegt. 9.28 De zon verleidt mannetjes resedamaskerbijen om allemaal tegelijk op de uitkijk te gaan zitten in hun slaapgang. 9.29 In de slaapgang zijn mannetjes resedamaskerbijen elkaars vrienden, daarbuiten echter niet. 162

Hoofdstuk 9 Maskerbijen Hylaeus in nestblokken 9.30 Als ze een slaapgang deelden willen mannelijke resedamaskerbijen s morgens allemaal tegelijk naar buiten kijken. 9.31 Als mannetjes en vrouwtjes van resedamaskerbijen in een gezamenlijke gang hebben geslapen, wil een mannetje zijn kans wel eens grijpen. 9.7 Reseda in de tuin Wilde reseda, witte reseda, wouw en tuinreseda zijn zeer gewild bij resedamaskerbijen. Het zijn tweejarige planten die zich goed laten zaaien. Ze bloeien soms al in het eerste jaar en enkele overleven ook een derde jaar. Als deze planten in een tuin worden gekweekt, lokken ze maskerbijen verbazingwekkend snel aan. Daarnaast zijn resedasoorten zeer geschikt voor allerlei andere soorten bijen en wespen. 9.8 Parasieten van maskerbijen De meest gemelde parasieten zijn hongerwespen Gasteruption. Bij de resedamaskerbij is een soort met een lange legboor aan te treffen (Gasteruption caucasicum), waarover meer in paragraaf 20.5.4. Ook kleine sluipwespjes (bronswespen) kunnen huishouden bij maskerbijen (zie 20.5.3.4). 163

Gasten van bijenhotels 164