Taalontwikkeling in de vakles. Taalgericht rekenwiskundeonderwijs. Dolly van Eerde en Corine van den Boer Freudenthal Instituut



Vergelijkbare documenten
Taalontwikkeling in de wiskundeles

Taal in het reken-wiskundeonderwijs. Dolly van Eerde Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht

Rekenen op taal. Sara begrijpt niet wat haar meester bedoelt als hij zegt dat de verhouding van limonadesiroop en water 1 staat tot 5 is.

Wisbaak: software voor taalzwakke leerlingen

Workshop Rekenen en Taal

Workshop Omgaan met Cito-taal in rekenopdrachten

2 Taal en (wiskunde) leren

27 November 2018 ONDERWIJSADVIES EN TRAINING. De taal van rekenen. Vincent Jonker & Monica Wijers

Problemen in het rekenonderwijs bij NT2 kinderen. Een kwestie van woordenschat of is er meer aan de hand?

Taalontwikkeling in uw vakles

Talig rekenen. Drs. Martin Ooijevaar - Onderwijsadviseur SBZW

Jubileumconferentie Vijftien jaar Platform 30 November

Taalgericht vakonderwijs

Rol van taal bij het leren van rekenenwiskunde

Taal in het Rekenonderwijs

Van taalexpert naar taalcoach Onderzoek naar de positie van de (aankomende) docent Nederlands

Het Realistisch Rekenonderwijs en taalzwakke leerlingen: een onmogelijke combinatie?

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

De rol van taal in rekenen bijeenkomst 2

Met dank aan Hilde De Maesschalck, Jef De Langhe en Luc De Wilde, pedagogisch begeleiders wiskunde.

De rol van taal in rekenen

Taal in de rekenles. Netwerk rekencoördinatoren Sarkon

Grafieken en verhalen

OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE BÈTA- VAKKEN. Bijeenkomst 4 23 april 2018

Bronnenbank Onderwijstheorie Tessa van Helden. Inhoudsopgave Pagina. Bron 1 Design Marcel Wanders. 2. Bron 2 ADHD in de klas. 2

Docent: Monica Wijers Groep 1. Conny van der Spoel Melek Abaydogan Shirley Slamet

Het opleiden van taalontwikkelende leraren

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Timmeren en taal. Oefenen met taalgericht vakonderwijs in het vmbo / beroepsonderwijs

DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Taalontwikkelend Lesgeven

Taalbewust beroepsonderwijs. Vijf vuistregels voor effectieve didactiek 1

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Opleidingsmateriaal Taalgericht Vakonderwijs

Taalgericht vakonderwijs voor Neerlandici en collega s van alle andere schoolvakken

Opleiding rekenen mbo

«Iedere leraar een taalleraar» Waarom? Wat? Hoe?

Lesmateriaal ontwikkelen voor taalontwikkeling in de rekenwiskundeles

Docentenhandleiding, Leren Modelleren. Amsterdam, 27 maart Inleiding

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

Aandacht geven op afstand

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 5 29 januari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq

AANBOD. Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte.

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Symposium Project Docenten aan zet bij taal in alle vakken. Houten, 3 april 2013

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Taalproblemen en taalbehoeften in het voortgezet onderwijs

Vorming HBO-docenten CVO Elishout. Deel 1: introductie op taalontwikkelend lesgeven

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Werkconferentie Werken aan Vaktaal Goede praktijk 30 november 2016

Professionaliseringsaanbod W&T TOEGELICHT

KENMERKEN VAN EN KEUZES VOOR REKENBELEID. Martin van Reeuwijk 25 april 2013

Kwalen aan de bloedsomloop

Wat heeft dit kind nodig?

Daarom hebben IKEA-kastjes een handleiding en auto s een gps-toestel. Mensen moeten nu eenmaal op weg geholpen worden.

Rondom Rekenen VO/MBO. Op weg naar topdocenten rekenen mbo. Thema 1: De eigenheid van de mbo-student Een mbo-leerling heeft geen achterstand rekenen

Mbo, toets je taal! Taalvaardigheid Nederlands beoordelen in competentiegericht onderwijs

ogen en oren open! Luister je wel?

Dossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Het ontwerpen van taalgerichte vaklessen; planningshulpen

Hallo eerstejaar, Ik ben Tijs, en ik zal je steun zijn om je te helpen studeren in je nieuwe school.

Do s and Don ts of Bilingual Education

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Diagnostiek bij het optellen en aftrekken onder de twintig

HANDLEIDING LEA HAAR WERKEN MET WISK

En, wat hebben we deze les geleerd?

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE KAMELEON

Oranje Nassau is een vindplaatsschool voor wetenschap en techniek.

Gezonde Voeding? Docentenhandleiding

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Sterk in taal, sterk in studie

Soms geeft de begeleidende informatie misleidende informatie; doet de applicatie niet wat hij belooft te doen.

Lesbrief nummer 23 december 2015

opbrengstgericht werken in en door de sectie Met leerlingen reflecteren op de (gemaakte) toets

Inhoud. Introductie tot de cursus

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Rekenen op taal. Taalbewust wiskundeonderwijs voor de lagere school. Een beknopte handleiding. Een beknopte handleiding

Docentenhandleiding Tabellen en grafieken

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE RANK. BRIN-nummer : 11LX Onderzoeksnummer : 94542

Thema 7 Activiteit 5. medelln. en leerkracht

(7) Muur Bewust en samen onderzoekend leren

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen

Handleiding Nascholing Digitale Toets Omgeving voor Nascholingsleiders FaSMEd

Hoe observeer je in de klas?

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Transcriptie:

Taalontwikkeling in de vakles. Taalgericht rekenwiskundeonderwijs Dolly van Eerde en Corine van den Boer Freudenthal Instituut Verborgen problemen De laatste decennia is ons onderwijs taliger geworden. In onze schoolboeken staat meer taal en in alle lessen wordt meer gesproken, niet alleen door de leraar, maar ook steeds meer door de leerlingen. Ook in de wiskundelessen worden leerlingen geconfronteerd met verschillende soorten taal. Daarbij gaat het om drie soorten taal. Om contexttaal: de taal die het gebruik van de contexten van de wiskunde opgaven met zich meebrengt. Bijvoorbeeld het woord voorrijkosten. Verder om schooltaal: de taal waarop het redeneren, probleem oplossen en reflecteren steunt. Bijvoorbeeld het woord verband. En tenslotte om vaktaal (zoals wiskundige begrippen en formuleringen). Bijvoorbeeld het woord tabel. Taalzwakke autochtone en allochtone leerlingen kunnen door de toename van mondeling en schriftelijke taalgebruik in de diverse vaklessen in de problemen komen. Deze toegenomen taligheid vormt ook bij het vak wiskunde een obstakel. Soms wordt een oplossing gezocht in het ontwijken van taal, maar dit is contraproductief. Het maakt de zaak er alleen maar erger op: mogelijke problemen blijven voor leerlingen en docenten onzichtbaar; bovendien is de kans groot dat het begrijpen van wiskunde wordt belemmerd wanneer de docent en of de leerlingen zich richten op het aanleren van allerlei standaard oplossingen die leerlingen zonder inzicht kunnen toepassen. Uit een onderzoek naar allochtone leerlingen in het wiskundeonderwijs blijkt dat docenten en allochtone leerlingen zich niet realiseren dat taalproblemen en leerstrategieën van deze leerlingen een barrière vormen voor het leren van wiskunde. Door gebrek aan interactie tussen docent en leerlingen blijft de problematiek verborgen en wordt mede hierdoor door docenten en leerlingen zwaar onderschat (van den Boer, 2003). Docenten en leerlingen zouden bewust gemaakt moeten worden van de problemen en geholpen moeten worden hun gedrag te veranderen. Intensieve interactie tussen docent en leerlingen en tussen leerlingen onderling is een noodzakelijke voorwaarde om de problematiek aan het daglicht te brengen. Het volgende voorbeeld uit een recent onderzoek illustreert hoe belangrijk het is om met leerlingen te praten om te voorkomen dat onopgemerkte misverstanden kunnen ontstaan. In groep 8 krijgen de leerlingen een opgave voorgelegd die gaat over Schiphol. Er staat een plattegrond met de ligging van de startbanen getekend, en er is een tabel waarin per startbaan het aantal starts in de jaren 1990 en 1991 wordt gegeven. De opgave wordt door de docente klassikaal ingeleid. Ze begint een klassengesprek over wat Schiphol is, en toont het aardrijkskundeboek met foto s van Schiphol. Op deze manier zorgt de docente ervoor dat de context voor de leerlingen juist geïnterpreteerd wordt. Vervolgens leest ze met de leerlingen de opdracht door om te controleren of iedereen weet wat er met de vragen bedoeld wordt. Bij opgave b staat ze wat langer stil. Deze opgave luidt Op welke startbaan is de toename het grootst?. De docente realiseert zich dat het woord toename problemen op kan roepen. Daarom vraagt ze wat dat woord betekent. Verschillende vingers schieten de lucht in, en Daniël zegt enthousiast Dat het stijgt!. Juist, reageert de docent dat het stijgt, dat het meer wordt en ze kijkt de klas rond. Een aantal leerlingen knikt instemmend, er zijn geen zorgelijke gezichten.

Wanneer we later de antwoorden van de leerlingen op deze opgave bekijken, blijken veel leerlingen het begrip toename toch niet juist begrepen te hebben: ze tellen de aantallen starts per startbaan bij elkaar op. Het vermoeden van de onderzoekers dat het woord toename anders is geïnterpreteerd dan bedoeld, wordt bevestigd wanneer de leerlingen later een omschrijving moeten geven van dit lastige woord. Leerlingen omschrijven toename als: dalen en landen op Schiphol, opstijgingen, toevluchten, opstijgen en hoeveel vliegtuigen er gevlogen zijn. Het vragen om een mondelinge omschrijving van een begrip aan één leerling blijkt onvoldoende om er zeker van te zijn dat alle leerlingen het begrip juist interpreteren. In het voorbeeld nam de leerkracht genoegen met een halve zin. Zij plaatste die woorden in haar referentiekader (de wiskunde) en keurde het antwoord goed. Maar de leerlingen plaatsten het antwoord in hun referentiekader (de context van Schiphol) wat voor hen een passende, maar onjuiste betekenis opleverde. Taalgericht rekenwiskundeonderwijs: Wisbaak Taalgericht vakonderwijs heeft tot doel de taalontwikkeling van leerlingen te stimuleren tijdens de vakles. De denkbeelden over taalgericht vakonderwijs (zie artikel Maaike Hajer in dit nummer) lijken een vruchtbaar uitgangspunt om de hiervoor geschetste problemen aan te pakken. Op basis van deze denkbeelden is een rekenwiskunde project gestart waarin de principes van taalgericht vakonderwijs worden toegepast binnen het vak rekenen/wiskunde (klas 1 en 2 VO en sinds kort ook groep 7 en 8 PO). In dit project zijn materialen ontwikkeld ter aanvulling en vervanging van delen van de reguliere wiskundemethode. Dit educatieve pakket met de naam Wisbaak is bedoeld om docenten en hun taalzwakke leerlingen te ondersteunen om hun rekenwiskundeonderwijs meer taalgericht te maken. In samenhang met de ontwikkeling van Wisbaak wordt binnen het project ook onderzoek verricht. [De volgende tekst van tot in kader plaatsen * *In het educatief pakket Wisbaak zijn de drie kenmerken van taalgerichte vakonderwijs geconcretiseerd: contextrijk vakonderwijs, veel interactie en taalsteun. Op dit moment bestaat Wisbaak uit de volgende typen materialen: Introductielessen. In de Introductielessen krijgen leerlingen rijke problemen aangeboden die contextrijk en sterk interactief van karakter zijn. Dit biedt de docent de mogelijkheid te verkennen wat leerlingen al van een onderwerp weten, hen te activeren daarover te vertellen en schriftelijke groepsopdrachten te laten maken. Korte computerprogramma s (applets). Hierin wordt extra hulp geboden rond wiskunde en taalsteun gegeven zowel wat betreft vaktaal en schooltaal. Interactie vindt plaats doordat de leerlingen in duo s met de applet werken en door de vragen gestimuleerd worden de opgaven samen op te lossen. Elektronisch woordenboek. Hierin kunnen leerlingen de betekenis van bepaalde begrippen uit de vaktaal en schooltaal opzoeken. Ze krijgen een korte beschrijving en een animatie aangeboden. Ook kunnen de leerlingen de uitspraak van een begrip horen. Dit woordenboek biedt taalsteun aan leerlingen bij het oplossen van wiskundeproblemen. Begrippentoetsen. Deze zijn bedoeld om kennis van vaktaal en schooltaal te controleren. In de Begrippentoetsen is geen sprake van een aanbod van rijke problemen noch van interactie. Het gaat er hier om dat leerlingen zelfstandig vragen beantwoorden en korte opdrachten maken waarmee de docent kennis van bepaalde

begrippen kan meten. De docent kan schriftelijk feedback geven maar ook in interactie met de leerlingen de antwoorden bespreken. Docentenhandleiding. Hierin worden de achterliggende principes van Wisbaak uitgelegd en krijgen de docenten aanwijzingen hoe ze verschillende materialen in de klas kunnen inzetten. Resultaten van het ontwikkelingsonderzoek Het Wisbaak project is een ontwikkelingsonderzoek waarbij de ontwikkeling van didactische materialen plaatsvindt in samenhang met onderzoek rond het werken met die materialen. De onderzoeksresultaten worden gebruikt om het materiaal en de achterliggende theorie verder te ontwikkelen. Voor de gegevensverzameling worden docenten geïnterviewd, lessen geobserveerd en op video opgenomen, en ook het schriftelijk werk van leerlingen wordt ingenomen. We beschrijven hier kort de eerste resultaten van het onderzoek rond Wisbaak. Allereerst blijkt dat Wisbaak de taalproblematiek zichtbaar maakt. De Wisbaak lessen maken voor docenten duidelijk tegen welke moeilijkheden hun leerlingen aan lopen. In het mondeling taalgebruik van allochtone leerlingen is vaak al iets van de taalproblematiek merkbaar, maar bij de opdrachten waarbij leerlingen hun gedachten op papier moeten zetten wordt nog beter zichtbaar hoe moeilijk dit voor leerlingen is. Hieronder een voorbeeld van het resultaat van een opdracht waarbij leerlingen uit brugklas 1 (vmbo bb) in groepjes bij een bepaalde grafiek zelf een verhaal moesten bedenken en opschrijven. De leerlingen probeerden de relatie tussen twee grootheden in een grafiek duidelijk te maken maar slechts een enkeling slaagde erin deze relatie in begrijpelijke taal uit te drukken. We heb het over auto's. Want we wij het per jaar want het is niet goedkoop een auto's en de gefiek stijgt en daarom als die antiek is wil veel mens willen antieke dingen en dat is dan goedkoper. Bij dit gehakkel op papier rijst de vraag of de leerlingen begrijpen wat de relatie is tussen de context en de grafiek en in hoeverre ze de taal kunnen gebruiken als instrument om te denken. Verder valt op dat de leerlingen het veelvuldig gebruikte vakbegrip grafiek niet correct schrijven. Naast de taalproblematiek maakt Wisbaak ook wiskundige leerprocessen waarneembaar. Doordat leerlingen gestimuleerd worden tot praten en schrijven, horen en zien docenten wat de leerlingen al weten en kunnen en wat nog niet, en wordt duidelijk waar mogelijke problemen zitten. Dit biedt een uitgangspunt om de leerlingen te ondersteunen bij de verdere ontwikkeling van wiskunde en taal. Hieronder een voorbeeld van een productieve toetsing van het begrip geleidelijk met enkele reacties van leerlingen erbij. In een begrippentoets staat de volgende opdracht: Maak een zin met daarin het woord geleidelijk. Enkele voorbeelden van wat de leerlingen dan schrijven: De tempratuur van Nederland is geleidelijk. De twee lijnen komen op geleidelijke hoogte uit. Die bomen worden geleidelijk aan groter. 80 van de 100 is geleidelijk aan 100 %. Ik wist niet meer wat het woord betekende maar geleidelijk wist ik het. Als een grafiek niet stijgt en niet daalt maar steeds op dezelfde hoogte blijft zeggen we die grafiek is constant.

De antwoorden laten zien hoe dagelijkse taal en wiskundetaal met elkaar verweven zijn. De antwoorden weerspiegelen het denken van de leerlingen. Sommige antwoorden staan in een wiskundige context, andere antwoorden staan in een dagelijkse context. Bepaalde foute interpretaties laten ook iets zien over de aard van de misinterpretatie. Sommige leerlingen interpreteren het begrip geleidelijk in de zin van gelijk (zie eerste en tweede zin). Een leerling geeft een omschrijving van het begrip geleidelijk en vervangt vervolgens het begrip geleidelijk door het begrip constant. (zie de laatste zin). Het onderzoek laat ook zien dat wiskundedocenten zoals bedoeld met de Wisbaak materialen werken maar de principes erachter nog nauwelijks toepassen in hun reguliere lessen. Hierbij spelen routines bij het lesgeven natuurlijk een belangrijke rol en deze zijn niet zo eenvoudig te doorbreken. Een cruciale factor hierbij is dat taalgericht rekenwiskundeonderwijs een andere didactisch contract vereist; of met andere woorden andere afspraken over de rolverdeling tussen docent en leerlingen. In traditioneel rekenwiskundeonderwijs kwamen de regels voor de interactie in de klas er op neer dat de leraar (veelal) gesloten vragen stelt, een leerling antwoordt en de leraar feedback geeft. Taalgericht rekenwiskundeonderwijs vereist een veel actievere rol van de leerlingen en de leraar. De leraar stelt open vragen en stimuleert de leerlingen om hun gedachten onder woorden te brengen, naar elkaar te luisteren en op elkaar te reageren. Hiervoor is een veilig klassenklimaat nodig waarin leerlingen hun mond open durven te doen en fouten durven te maken. In het kort komt het erop neer dat niet alleen de leerlingen moeten proberen te begrijpen wat de leraar bedoelt, maar dat de leraar vooral ook moet proberen te begrijpen wat de leerlingen bedoelen (Gravemeijer, 1995). Professionalisering Uit het vorige moge blijken dat taalgericht vakonderwijs heel wat van docenten vergt en dat professionalisering daarbij onontbeerlijk is. Bij een dergelijke professionalisering gaat het er naar ons idee allereerst om dat docenten zich bewust worden van de problematiek in samenhang met het leren werken met Wisbaak. De principes van taalgericht vakonderwijs en de wijze waarop deze zijn geconcretiseerd in de prototypes van Wisbaak vormen daarbij een leidraad en een middel om een taalgerichte werkwijze in de vingers te krijgen. Begeleiding en feedback bij de toepassing van de principes van taalgericht rekenwiskundeonderwijs in het eigen onderwijs is absoluut nodig, zo leert onze ervaring in het project. Het is immers de bedoeling dat docenten op den duur ook bij onderwerpen waarvoor geen Wisbaak materialen bestaan taalgericht kunnen werken. In ons project ontwikkelen we samen met de leraren lessen en applets (korte computerprogramma s). Dit blijkt een vruchtbare stap te zijn, omdat de leraren de principes die in de ontwikkelde materialen zitten zelf actief leren toepassen. Taalgericht een vak leren onderwijzen is een meerjarig proces. Het vereist tijd en beleid: tijd voor leraren om zich te professionaliseren en beleid van de schoolleiding om deze vernieuwing in te voeren. [De volgende tekst van tot in kader plaatsen In januari 2004 is Wisbaak2 gestart als een samenwerkingsproject tussen het Freudenthal Instituut en het APS. In samenwerking met het APS wordt de komende jaren een Wisbaak professionaliseringsaanbod rond de genoemde onderwerpen ontwikkeld.

Het Freudenthal Instituut ontwikkelt Wisbaak materialen voor klas 1 en 2 VO en sinds kort ook materialen voor groep 7 en 8 PO. De ontwikkelde producten worden steeds op de website geplaatst: http://www.fi.uu.nl/wisbaak/ Literatuur Boer, C. van den (2003). Van den Boer. C. van den: 2003, Als je begrijpt wat ik bedoel. Een zoektocht naar verklaringen voor achterblijvende prestaties van allochtone leerlingen in het wiskundeonderwijs, CD β Press, Utrecht. Eerde, D. van., M.Hajer, T.Koole, J.Prenger (2002). Betekenisconstructie in de wiskundeles. De samenhang tussen interactief wiskunde en taalonderwijs. Pedagogiek. jg 22, nr. 2 Gravemeijer, K. (1995). Het belang van social norms en socio math norms voor realistisch reken wiskundeonderwijs. Tijdschrift voor nascholing en onderzoek van het rekenwiskundeonderwijs, Panamapost, 14, 2, 17 23. Over de auteurs Corine van den Boer is werkzaam bij het Freudenthal Instituut aan de Universiteit Utrecht en docent wiskunde aan het St. Gregorius College Utrecht. Dolly van Eerde is werkzaam bij het Freudenthal Instituut aan de Universiteit Utrecht en bij de kenniskring Lesgeven in de multiculturele school aan de Hogeschool van Utrecht. De auteurs zijn bereikbaar op het volgende e mail adres: wisbaak@fi.uu.nl