De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht



Vergelijkbare documenten
Het referentiekader van de visitatiecommissie Informatica-Toegepaste Informatica-Computerwetenschappen 2009

De onderwijsvisitatie Onderwijswetenschappen

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

De onderwijsvisitatie Moraalwetenschappen

De onderwijsvisitatie Filmstudies en Visuele Cultuur

De onderwijsvisitatie Diergeneeskunde en Laboratory Animal Science

De onderwijsvisitatie Flanders Business School

De onderwijsvisitatie Biochemie / Biotechnologie

De onderwijsvisitatie Geschiedenis. Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen in het domein Geschiedenis aan de Vlaamse universiteiten

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

De onderwijsvisitatie Verkeerskunde. Een evaluatie van de kwaliteit van de academische opleidingen Verkeerskunde aan de Universiteit Hasselt

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

De onderwijsvisitatie Kunstwetenschappen en Archeologie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

De onderwijsvisitatie Pedagogische Wetenschappen - Sociale en Culturele Agogiek

De onderwijsvisitatie Politieke Wetenschappen

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

De onderwijsvisitatie Bouwkunde/ Bachelor Ingenieurswetenschappen

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

De onderwijsvisitatie Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen

De onderwijsvisitatie Technology for Integrated Water Management

Master in het Sociaal werk

De onderwijsvisitatie master na master Geneeskunde

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

De onderwijsvisitatie Oosterse Studies

De onderwijsvisitatie Politieke Wetenschappen

De onderwijsvisitatie Sociale en Culturele Antropologie

De onderwijsvisitatie Godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen

De onderwijsvisitatie Vergelijkende Cultuurwetenschappen

De onderwijsvisitatie Oost-Europese talen en culturen

Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde

Visitatieprotocol. specifieke lerarenopleidingen november 2009

De onderwijsvisitatie Afrikaanse Talen en Culturen

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

De onderwijsvisitatie Manama s Economische wetenschappen Toegepaste economische wetenschappen Handelsingenieur

Neerlandistiek CROHO 60849

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

De opleiding Master in de Internationale Betrekkingen en de Diplomatie van de Universiteit Antwerpen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

De onderwijsvisitatie Biologie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

De opleiding Master na master in de Actuariële Wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel

De onderwijsvisitatie Musicologie

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie De beoordeling betreft een verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Toerisme. Vlaamse Interuniversitaire Raad Vlaamse Hogescholenraad ONDERWIJSVISITATIE

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Uitbreiding studieomvang

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

De onderwijsvisitatie Architectuur

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125

De onderwijsvisitatie Psychologie. Een evaluatie van de kwaliteit van de academische opleidingen Psychologie aan de Vlaamse universiteiten

De onderwijsvisitatie specialistische geneeskunde

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

in de politieke wetenschappen (master) van de Vrije Universiteit Brussel

Curriculumevaluatie BA Filosofie

De onderwijsvisitatie. werktuigkunde van de Katholieke Universiteit Leuven. Verkort visitatietraject

De onderwijsvisitatie Chemie. Een evaluatie van de kwaliteit van de academische opleidingen Chemie aan de Vlaamse universiteiten

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

De onderwijsvisitatie Medisch-Sociale Wetenschappen en Gerontologie

Kwaliteitscode - Vlaanderen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

De onderwijsvisitatie Materiaalkunde Chemische Technologie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

De onderwijsvisitatie Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie

De onderwijsvisitatie Psychologie. Een evaluatie van de kwaliteit van de academische opleidingen Psychologie aan de Vlaamse universiteiten

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

De onderwijsvisitatie Biomedische Wetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

De onderwijsvisitatie Tandheelkunde. Een evaluatie van de kwaliteit van de academische opleidingen Tandheelkunde aan de Vlaamse universiteiten

in de vergelijkende en internationale politiek (master) van de Katholieke Universiteit Leuven

Programma van toetsing

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Deel 1 Algemeen deel

Brussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland

Transcriptie:

De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht Een evaluatie van de kwaliteit van de masteropleidingen Master in samenleving, recht en religie en Master of Society, Law and Religion en de master-na-masteropleidingen Master in het kerkelijk recht (Iuris Canonici Licentiatus) en Master of Canon Law (Iuris Canonici Licentiatus) van de Katholieke Universiteit Leuven www.vlir.be Brussel Januari 2009

V L I R Vlaamse Interuniversitaire Raad De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht Een evaluatie van de kwaliteit van de masteropleidingen Master in samenleving, recht en religie en Master of Society, Law and Religion en de master-na-masteropleidingen Master in het Kerkelijk Recht (Iuris Canonici Licentiatus) en Master of Canon Law (Iuris Canonici Licentiatus) van de Katholieke Universiteit Leuven www.vlir.be Brussel Januari 2009

De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht Een gedrukte versie van dit rapport kan tegen betaling verkregen worden op: VLIR-secretariaat, Ravensteingalerij 27, 1000 Brussel T +32 (0)2 792 55 00 F +32 (0)2 211 41 99 administratie@vlir.be Het rapport is elektronisch beschikbaar op www.vlir.be Wettelijk depot D/2009/2

Voorwoord van de voorzitter van de VLIR Dit rapport bevat de bevindingen van de visitatiecommissie die de masteropleidingen Master in samenleving, recht en religie en Master of Society, Law and Religion en de master-na-masteropleidingen Master in het Kerkelijk Recht (Iuris Canonici Licentiatus) en Master of Canon Law (Iuris Canonici Licentiatus) van de Katholieke Universiteit Leuven heeft geëvalueerd. De commissie heeft haar taak uitgevoerd in de periode van maart tot december 2008, met inbegrip van het bezoek aan de Faculteit. Dat initiatief kadert in de opdracht die de Vlaamse overheid gaf aan de Vlaamse universiteiten en aan de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) betreffende de externe kwaliteitszorg van het academisch onderwijs. De commissie heeft de visitatieprocedure gevolgd zoals die is vastgelegd in de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR/VLHORA (Brussel, februari 2005). Naast relevante suggesties en aanbevelingen in het kader van de continue verbetering van het academisch onderwijs, formuleert de commissie een beoordeling en geeft zij een evaluatiescore aan de zes onderwerpen en onderliggende facetten van het accreditatiekader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Samen met de kwalitatieve beoordelingen vormen die scores in het opleidingsrapport een belangrijk element ten behoeve van de accreditatiebesluiten van de NVAO. Het visitatierapport is in de eerste plaats bedoeld voor de betrokken opleidingen en in het bijzonder gericht op de handhaving en verbetering van de kwaliteit ervan. Daarnaast beoogt het rapport ook de samenleving objectief in te lichten over de kwaliteit van de geëvalueerde opleidingen. Daartoe zijn de visitatierapporten publiek gemaakt op de webstek van de VLIR (www.vlir.be). De lezer moet er rekening mee houden dat het visitatierapport een momentopname is en slechts één fase vertegenwoordigt in het proces van blijvende zorg voor onderwijskwaliteit. Al na korte tijd kunnen de opleidingen immers grondig zijn gewijzigd en verbeterd, mee in antwoord op de resultaten van interne onderwijsevaluaties door de universiteit zelf of als reactie op aanbevelingen van de betrokken visitatiecommissie. Graag dank ik de visitatiecommissie voor de tijd die zij geïnvesteerd heeft in de doorlichting van de opleidingen, maar ook voor de grote deskundigheid waarmee zij haar opdracht heeft uitgevoerd. Deze visitatie was enkel mogelijk dankzij de inzet van velen die binnen de universiteit betrokken waren bij de voorbereiding en uitvoering ervan. Ik ben hen daarvoor zeer erkentelijk. Het is mijn hoop dat zij de positieve opmerkingen van de visitatiecommissie mogen ervaren als een bevestiging van hun inspanningen en tevens

een bijkomende stimulans vinden in de geformuleerde aanbevelingen ten einde de kwaliteit van het academisch onderwijs verder te verbeteren en te versterken. Prof. dr. Marc Vervenne Voorzitter VLIR

Voorwoord van de voorzitter van de visitatiecommissie Kerkelijk Recht Een voorwoord bij het werk van de visitatiecommissie dient niet het resumé te zijn van de behandelde kwesties, en dient ook niet om nieuwe, nog niet geformuleerde, bemerkingen naar voren te brengen. Wat wél kan, is o.m. iets laten proeven van de sfeer waarin het visitatiewerk gebeurde. Ik onderstreep graag dat de collega s van de commissie en ikzelf ons vanaf het eerste ogenblik welkom hebben gevoeld in de Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht. Wij werden voor een paar dagen geplaatst in een eerder kleine wereld, die voor de meeste collega s nieuw was. Zelfs voor een oud-student van de vroegere (toen al kleine) Facultas Iuris Canonici, vertoonde de huidige Bijzondere Faculteit uitzichten die niet zo maar te voorspellen waren. Je werd verrast door de schijnbaar ordeloze maar in feite goed georganiseerde aanwezigheid van professoren en studenten, door de vlotte aantrekking van alumni. Al deze mensen hebben ons inzicht gegeven doorheen hun eigen voorstelling maar ook door de antwoorden op onze verschillende vragen. Zo kwam het beeld tot stand van een faculteit met een naar het aantal beperkt maar hard werkend wetenschappelijk en administratief personeel. Zo werd ook zichtbaar hoezeer het geëngageerde studentenpubliek uit sterk van elkaar verschillende beroeps- en belangstellingsmilieus afkomstig is. Zo werd, ten slotte, ook voelbaar wat de Engelstalige poot in dit beperkte gezelschap meebrengt. Graag willen wij meedelen dat wij ons vlug thuis voelden in Universiteit en Faculteit, dat eerlijk geantwoord werd op onze vragen en dat over minder geslaagde aspecten niet zo maar werd heengegleden. Kortom, de commissie heeft haar werk goed kunnen doen. Het is belangrijk dit te onderstrepen omdat de visitatie moest gebeuren toen de Bijzondere Faculteit de grote omvormingen, gewild door de decreetgevers, had aangevat maar nog niet had kunnen voltooien. Graag dank ik de leden van de visitatiecommissie. Wij hadden elkaar niet gekozen. Maar wij hebben elkaar wel op korte tijd en op intensieve wijze leren kennen en waarderen. Wij hebben ook, ieder van onze kant, van elkaars Vlaamse of Nederlandse opmerkzaamheid geleerd. Het werk was niet altijd gemakkelijk, maar er bleef altijd voortgang. En wat de twee samen beleefde lenteavonden betreft: die waren gewoon goed. Om te eindigen spreek ik mijn dank uit aan de heer Steven Van Luchene, de ons door het VLIR toegewezen secretaris. De wijze waarop hij, expeditief en tevens grondig, het werk deed van de verslaggeving en de tekstaanpassing, was indrukwekkend. Zonder het gewicht van zijn autoriteit op iets te laten drukken, was hij stimulerend bezig ons te doen werken naar het eindrapport toe. De commissie is hem zeer erkentelijk. Cyriel Eykens, Voorzitter visitatiecommissie Kerkelijk Recht

Inhoud Voorwoord van de voorzitter van de VLIR 3 Voorwoord van de voorzitter van de visitatiecommissie 5 Deel 1: Algemeen deel 9 I. De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht 11 II. Het referentiekader 17 III. Tabel met scores, onderwerpen en facetten 27 Deel 2: Opleidingsrapport 31 Bijlagen Bijlage 1: Personalia van de leden van de visitatiecommissie 73 Bijlage 2: Het bezoekschema 77

Deel 1 Algemeen deel

IDe onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht 1 Inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie Kerkelijk Recht verslag uit van haar bevindingen over de masteropleidingen Master in samenleving, recht en religie en Master of Society, Law and Religion en de master-na-masteropleidingen Master in het Kerkelijk Recht (Iuris Canonici Licentiatus) en Master of Canon Law (Iuris Canonici Licentiatus) die zij in het voorjaar 2008 in opdracht van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) heeft bezocht. Dit initiatief kadert in de werkzaamheden van de VLIR inzake externe kwaliteitszorg, waarmee de Vlaamse universiteiten gevolg geven aan de decretale verplichtingen terzake. 2 De betrokken opleidingen Ingevolge haar opdracht heeft de visitatiecommissie - van 27 tot en met 29 mei 2008 de volgende opleidingen aan de Katholieke Universiteit van Leuven bezocht:! Master in samenleving, recht en religie en de Engelstalige variant Master of Society, Law and Religion! Master in het Kerkelijk Recht (Iuris Canonici Licentiatus) en de Engelstalige variant Master of Canon Law (Iuris Canonici Licentiatus) De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht 11 Deel 1

3 De visitatiecommissie 3.1. Samenstelling De samenstelling van de visitatiecommissie Kerkelijk Recht (oorspronkelijk zonder student-lid) werd op 17 januari bekrachtigd door de Erkenningscommissie Hoger Onderwijs. De visitatiecommissie werd vervolgens door de VLIR ingesteld bij besluit van 29 februari 2008. Het later aan de commissie toevoegde student-lid werd op 14 mei 2008 bekrachtigd door de Erkenningscommissie Hoger Onderwijs. Een aanvulling bij het instellingsbesluit werd vervolgens opgesteld op 20 mei 2008. De visitatiecommissie had bij haar definitieve instelling de volgende samenstelling: Voorzitter: - Mgr. Cyriel Eykens, Voorzitter (officiaal) van de Interdiocesane Rechtbank van Tweede Instantie van de Vlaamse Bisdommen. Vakdeskundige leden: - Dr. Mr. A.P.H. (Ton) Meijers, universitair hoofddocent Kerkelijk Recht aan de faculteit Katholieke Theologie (Utrecht) van de Universiteit van Tilburg; - Z.E.H. Jos Wouters, Abt van de Premonstratenzer Abdij te Averbode, professor Kerkelijk Recht Agripo (gezamenlijke opleiding van alle Premonstratenzer Abdijen), rechter in de Interdiocesane Rechtbank van Eerste Instantie van de Vlaamse Bisdommen. Onderwijskundig lid: - Em. Prof. dr. Joost Lowyck, bijzonder gasthoogleraar, K.U.Leuven. Student-lid: - Dr. J.E.A. (Gian) Ackermans, universitair docent kerkgeschiedenis aan de Faculteiten Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit en student Kerkelijk Recht aan het Kanonistisches Institut te Münster. Dr. Steven Van Luchene, stafmedewerker van de Cel Kwaliteitszorg van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), trad op als projectbegeleider en secretaris voor deze visitatie. Voor korte curricula vitae van de commissieleden wordt verwezen naar Bijlage 1. 12 De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht Deel 1

3.2. Taakomschrijving De opdracht aan de visitatiecommissie die in het instellingsbesluit is omschreven, luidt als volgt: - op basis van de door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken zich een oordeel te vormen over de kwaliteit van de opleiding (inclusief de kwaliteit van de afgestudeerden) en over de kwaliteit van het onderwijsproces (inclusief de kwaliteit van de onderwijsorganisatie), mede gelet op de eisen/verwachtingen die voortvloeien uit de facultaire taak om iedere student voor te bereiden op de zelfstandige beoefening van de wetenschap of de beroepsmatige toepassing van wetenschappelijke kennis; - het formuleren van aanbevelingen om te komen tot kwaliteitsverbetering; - het beoordelen of de kwaliteit van de opleiding voldoet aan de beoordelings criteria van het accreditatiekader en het geven van een integraal oordeel over de opleiding waarop de NVAO zich zal baseren bij de accreditatie. 3.3. Werkwijze 3.3.1. Voorbereiding Ter voorbereiding van de visitatie werd aan de verantwoordelijke Faculteit gevraagd een uitgebreid zelfevaluatierapport op te stellen. De Cel Kwaliteitszorg van de VLIR heeft hiervoor een visitatieprotocol 1 ter beschikking gesteld, waarin de verwachtingen ten aanzien van de inhoud van het zelfevaluatierapport uitgebreid zijn beschreven. Het zelfevaluatierapport volgt het accreditatiekader. Naast feitelijke beschrijvingen per onderwerp en per facet van het accreditatiekader wordt aan de opleidingen ook gevraagd hun toekomstperspectieven kenbaar te maken en een kritische sterkte-zwakteanalyse op het niveau van het onderwerp op te nemen in het zelfevaluatierapport. Daarnaast worden een aantal verplichte bijlagen opgenomen, onder andere een beschrijving van het programma, cursusbeschrijvingen, examenvragen en studenten- en personeelstabellen. De visitatiecommissie ontvangt het zelfevaluatierapport een aantal maanden voor het eigenlijke bezoek, waardoor zij de gelegenheid krijgt dit document vooraf zorgvuldig te bestuderen en het bezoek grondig voor te bereiden. De commissieleden worden bovendien verzocht om voor elke opleiding een tweetal eindverhandelingen te selecteren uit een lijst van recente eindverhandelingen. De geselecteerde eindverhandelingen worden eveneens een aantal weken voor het eigenlijke bezoek door de Cel Kwaliteitszorg aan de commissieleden bezorgd. Elk commissielid heeft bijgevolg per opleiding minstens twee eindverhandelingen grondig gelezen vooraleer het bezoek plaatsvindt. 1 Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR/VLHORA. Brussel, februari 2005 (www.vlir.be) De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht 13 Deel 1

De visitatiecommissie hield haar installatievergadering op 12 maart 2008. Op dat ogenblik hadden de commissieleden het visitatieprotocol en het zelfevaluatierapport reeds in hun bezit. Tijdens deze vergadering werden de commissieleden verder ingelicht over het visitatieproces en hebben zij zich concreet voorbereid op de af te leggen bezoeken. Verder heeft de visitatiecommissie op deze vergadering haar referentiekader geformuleerd (zie hoofdstuk II). Daarnaast werd het programma van de bezoeken opgesteld (zie bijlage 2) en werd een eerste bespreking gehouden van de zelfevaluatierapporten. 3.3.2. Bezoek aan de instelling De tweede bron van informatie wordt gevormd door de gesprekken die de visitatiecommissie tijdens haar bezoek aan de Faculteit heeft gevoerd met alle geledingen die betrokken zijn bij de aangeboden programma s. Ook wordt aan de Faculteit gevraagd als een derde bron van informatie om een veelheid van documenten ter inzage te leggen ten behoeve van de visitatiecommissie. Tijdens het bezoek is voldoende tijd uitgetrokken om de visitatiecommissie de gelegenheid te geven om deze documenten te bestuderen. De documenten die typisch ter inzage van de visitatiecommissie worden gelegd, zijn: het leermateriaal (cursussen, handboeken, syllabi), portfolio s en verslagen van de studenten, verslagen van de belangrijke beleidsvormende of beleidsopvolgende organen (faculteitsraad, onderwijscommissies, departementsraden), documenten die betrekking hebben op de interne kwaliteitszorg (enquêteformulieren, niet-persoonsgebonden evaluatie van het onderwijs), documenten aangaande de procedures van curriculumherzieningen, voorbeelden van informatieverstrekking aan aspirant-studenten, etc. Bovendien worden nog enkele eindverhandelingen bijkomend ter inzage gelegd. Daar waar de visitatiecommissie het noodzakelijk achtte heeft zij bijkomende informatie opgevraagd tijdens het bezoek om haar oordeel goed te kunnen onderbouwen. Het bezoekschema voorziet naast gesprekken met het bestuur van de faculteit, de opleidingsverantwoordelijken, de studenten, de assistenten, de docenten en de facultaire en opleidingsgebonden beleidsmedewerkers steeds in een bezoek aan de faciliteiten (inclusief bibliotheek, leslokalen en computerfaciliteiten), een gesprek met de afgestudeerden van de opleidingen en een spreekuur waarop de visitatiecommissie bijkomend leden van de opleiding kan uitnodigen of waarop personen op een vertrouwelijke wijze door de visitatiecommissie kunnen worden gehoord. De gesprekken die de commissie heeft gevoerd, waren openhartig en verhelderend en vormden een goede aanvulling bij de lectuur van het zelfevaluatierapport. Aan het einde van het bezoek werden, na intern beraad van de visitatiecommissie, de voorlopige bevindingen mondeling aan de verantwoordelijke Faculteit meegedeeld. 14 De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht Deel 1

3.3.3. Rapportering Als laatste stap in het visitatieproces heeft de visitatiecommissie haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen in voorliggend rapport vastgelegd. Bovendien geeft zij, overeenkomstig de bepalingen voor de visitaties in het kader van de accreditatie, een oordeel over de zes onderwerpen uit het accreditatiekader volgens een binaire beoordelingsschaal voldoende/onvoldoende en een integraal oordeel over de betrokken opleidingen. De opleidingsverantwoordelijken van de betrokken opleidingen werden in de gelegenheid gesteld om op het concept van het rapport te reageren alvorens de tekst van de rapporten definitief werd vastgelegd. 4 Een korte terugblik op de visitatie De visitatiecommissie heeft conform haar opdracht het academisch onderwijs in de betrokken opleidingen nader bestudeerd en heeft de unieke gelegenheid gehad om onder vakgenoten te reflecteren en te debatteren over de aard, de kwaliteit en de toekomst van het academisch voortgezet onderwijs in dit domein. De visitatiecommissie heeft de haar toegewezen opdracht met veel belangstelling en toewijding uitgevoerd en waardeert de openhartige gesprekken die zij heeft kunnen voeren met alle geledingen, waardoor zij zich een goed beeld heeft kunnen vormen over de opleidingen. Tijdens het bezoek heeft de commissie getracht, om op een kritische en constructieve wijze, voorstellen te formuleren voor de verdere verbetering van de opleidingen. De commissie heeft in haar evaluatie ook de specificiteit van de Faculteit en de geëvalueerde programma s in overweging genomen. Zij heeft bijgevolg haar bevindingen en suggesties steeds gekaderd in de specifieke context van de opleidingen. Voor de visitatie Kerkelijk Recht is het VLIR/VLHORA-visitatieprotocol (Brussel, Februari 2005) gebruikt dat is afgestemd op de accreditatievereisten. Het visitatierapport zal ook worden gebruikt voor de accreditatieaanvraag van de betreffende opleidingen. Met het voorliggend rapport hoopt de commissie dan ook een bijdrage te leveren tot de verdere positieve ontwikkeling van het academisch onderwijs in de door haar bezochte opleidingen. De commissie wenst met het rapport in de eerste plaats een discussie op gang te brengen binnen de betrokken faculteit en universiteit met de bedoeling na te gaan op welke punten verbetering nodig is binnen de opleidingen en in welke mate dit binnen de gegeven randvoorwaarden te verwezenlijken is. Verder hoopt de commissie dat het voorliggend rapport in zijn geheel ook aan de buiten De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht 15 Deel 1

wereld nuttige informatie verschaft en een goed inzicht geeft in de eigenheid en de kwaliteit van de gevisiteerde opleidingen. De visitatiecommissie dankt de bestuurders, alle medewerkers, studenten en afgestudeerden van de betrokken opleidingen die door hun inspanningen tijdens de voorbereiding en door de open dialoog tijdens de bezoeken hebben bijgedragen tot het welslagen van deze visitatie. 5 Opzet en indeling van het rapport Het voorliggend rapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel van het rapport beschrijft de commissie in hoofdstuk II het referentiekader van waaruit zij de gevisiteerde opleidingen heeft beoordeeld. In hoofdstuk III worden de toegekende scores in tabelvorm samengevat. De visitatiecommissie benadrukt dat de tabel niet los van het opleidingsrapport kan geïnterpreteerd worden. In het tweede deel van het rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit over de opleidingen die zij heeft gevisiteerd. De aanbevelingen van de commissie worden in dit opleidingsrapport achteraan samengevat. 16 De onderwijsvisitatie Kerkelijk Recht Deel 1

II Het referentiekader van de visitatiecommissie Kerkelijk Recht 2008 Inleiding Voor het beoordelen van het onderwijs gaat de visitatiecommissie uit van een referentiekader gebaseerd op geformuleerde doelstellingen, omschreven eindtermen en vastgestelde kwaliteitseisen waaraan naar haar oordeel de gevisiteerde opleidingen dienen te voldoen. De commissie kan immers niet volstaan met het geven van oordelen, maar moet ook aangeven waarop deze oordelen zijn gebaseerd. Het referentiekader beschrijft in de eerste plaats waaraan dient te worden voldaan aangaande de domeinspecifieke minimumeisen voor de academische masteropleidingen samenleving, recht en religie en Kerkelijk Recht, m.i.v. hun Engelstalige varianten (I. Doelstellingen en eindtermen). Daarnaast dient er volgens de commissie ook voldoende inzicht te zijn in de algemeen onderwijskundige uitgangspunten en onderwijsorganisatorische eisen. Daartoe formuleert de commissie enkele onderwijskundige en onderwijsorganisatorische richtlijnen (II. Onderwijskundige en onderwijsorganisatorische richtlijnen). Bij het opstellen van het referentiekader heeft de commissie een aantal bronnen geraadpleegd. Onder meer heeft zij kennis genomen van het referentiekader zoals gehanteerd in 1997 bij de onderwijsvisitatie Rechten, Notariaat en Kerkelijk Recht (oktober 1997), de eisen en criteria gesteld voor de canoniekrechtelijke graad Licentiatus Iuris Canonici vervat in het Decreet van 2 september 2002, uitgevaardigd door de Congregatie van het Katholieke Onderwijs te Rome, de doelstellingen en eindtermen die de opleidingen in het zelfevaluatierapport voor hun eigen onderwijs hebben geformuleerd, het Vlaamse Structuurdecreet (2003) en het toetsingskader van het Nederlands-Vlaams Accreditatie Orgaan (NVAO). Het referentiekader 17 Deel 2

Het referentiekader werd vóór het bezoek, maar na het inleveren van de zelfevaluatie, voorgelegd aan de opleidingen. Tijdens het bezoek van de visitatiecommissie werd de mogelijkheid geboden om het referentiekader met de opleiding te bediscussieren. 18 Het referentiekader Deel 1

1 Doelstellingen en eindtermen 1.1. Algemene minimale doelstellingen (dublin descriptoren) Voor de omschrijving van de algemene (minimale) doelstellingen van een academische masteropleiding baseert de commissie zich op de ook in het Structuurdecreet ingeschreven vijf Dublin-Descriptoren: - De afgestudeerde heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op het verworven niveau van de bachelor en die deze overtreffen of verdiepen, evenals een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. - De afgestudeerde is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een brede multidisciplinaire context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. - De afgestudeerde is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met culturele, sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. - De afgestudeerde is in staat om conclusies, evenals de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten. - De afgestudeerde bezit de leervaardigheden om zich verder zelfstandig te ontplooien en een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. 1.2. Domeinspecifieke eisen Vooraf De visitatiecommissie expliciteert hieronder de minimale domeinspecifieke eisen voor de academische masteropleiding samenleving, recht en religie en de hierop aansluitende academische master na masteropleiding Kerkelijk Recht (m.i.v. hun Engelstalige varianten). De beschreven competenties kunnen worden gezien als een operationalisering van bovenstaande Dublin-Descriptoren. De twee opleidingen (met hun Engelstalige varianten) worden hierbij als één geheel beschouwd. De commissie bepaalt aldus wat een student die achtereenvolgens de opleidingen Master in samenleving, recht en religie en Master in het Kerkelijk Recht doorloopt en aldus met het canoniekrechtelijke diploma Licentiatus Iuris Canonici de universiteit verlaat minimaal moet kennen en kunnen. Van een initiële master in samenleving, recht en religie wordt specifiek verwacht dat afgestudeerden de beschreven competenties gedeeltelijk en in beginnende mate hebben verworven en zij in staat zijn om op basis hiervan middels de vervolgopleiding de geformuleerde minimale competenties te bereiken. Het referentiekader 19 Deel 1

Domeinspecifieke eisen Van de afgestudeerden wordt in de eerste plaats verwacht dat zij in staat zijn om met hun gespecialiseerde canoniekrechtelijke opleiding als (beginnend) jurist te kunnen functioneren in een kerkelijke context. Daartoe hebben zij zowel de nodige communicatieve vaardigheden (zoals het kunnen leiden van gesprekken, het kunnen bemiddelen bij twisten en het kunnen communiceren van oordelen, ) als intermenselijke attitudes (zoals luisterbereidheid, openheid, evenwichtige oordeelsvorming, ) ontwikkeld. Verder beschikken de afgestudeerden over: - een gedegen inzicht in de wijsgerige en theologische achtergronden van het canoniek recht. Meer specifiek betekent dit:! een wijsgerig inzicht in het wezen van het (positief) recht als instrument van de menselijke samenleving en in de aflijning van het juridisch denken t.o.v. andere denksystemen zoals bv. het zuiver-wetenschappelijke of het zuiverwijsgerige;! een theologische benadering van het recht in de Kerkgemeenschap, in het bijzonder van zijn verhouding tot de Openbaringsbronnen (Schrift en Traditie): hun wederzijdse positieve en negatieve beïnvloeding, historisch beschouwd en bekeken naar hun relevantie voor het heden; - een meer dan elementaire kennis van het Latijn; - een gedegen kennis van en inzicht in de hedendaagse bronnen van het canoniek recht: de wetgever, de wetteksten, waarbij centraal staat het Wetboek van Canoniek Recht (1983) in elk van zijn delen en in zijn belangrijke aanvullingen; - het vermogen om een uitgebreid commentaar bij de wetteksten te kunnen geven; - een inzicht in het canoniek recht voor de Oosterse Kerken; - een gedegen inzicht en kennis van de basisprincipes die de verhouding Kerk- Staat betreffen, zowel theologisch als juridisch, met daarnaast een specialisatie naar de Kerk-Staatverhouding toe in België (en eventueel in het land van herkomst van de student) en een inzicht in algemenere kwesties op het snijvlak van burgerlijk recht en canoniek recht; - een doorgedreven praktische voorbereiding op het werk in de kerkelijke rechtbanken (verworven door volbrachte en geëvalueerde stages) met aandacht voor:! het kunnen interpreteren en gebruiken van de Rotale en andere rechtspraak;! het kunnen onderzoek verrichten en besluiten formuleren, met name in canonieke huwelijknietigheidsprocessen; - eenzelfde praktische voorbereiding mutatis mutandis als onder het vorige punt voor het diocesaan bestuur (en eventueel voor het hogere bestuur in religieuze en andere instituten). 20 Het referentiekader Deel 1

2 Onderwijskundige en onderwijsorganisatorische richtlijnen De visitatiecommissie stelt, naast de domeinspecifieke eisen, verder onderstaande richtlijnen met betrekking tot onderwijskundige en onderwijsorganisatorische aspecten voorop als nastrevenswaardige doelen, waarop de opleidingen gericht dienen te zijn: 2.1. Doelstellingen en eindtermen - De doelstellingen en eindtermen van de opleiding zijn mede gebaseerd op de wettelijke regelingen, de ontwikkelingen in het wetenschaps- en vakgebied, het werkveld voor de afgestudeerden, de kennis omtrent leren en onderwijzen en relevante maatschappelijke ontwikkelingen. - De keuzes die daarbij door de opleiding zijn gemaakt zijn helder en expliciet vastgelegd. - De doelstellingen en eindtermen zijn helder en concreet. De eindtermen zijn beschreven aan de hand van bij de student waarneembare en toetsbare leerresultaten - In de doelstellingen en eindtermen komt de wetenschappelijke/professionele oriëntatie van de opleiding concreet tot uitdrukking. - De doelstellingen en eindtermen zijn richtinggevend voor het onderwijsaanbod. - Doelstellingen en eindtermen zijn zowel geformuleerd op het niveau van de opleiding als op het niveau van de opleidingsonderdelen. - Elk opleidingsonderdeel ook de stage draagt op een eigen wijze bij aan de doelstellingen van de opleiding als geheel. 2.2. Programma Aansluiting programma op academische en professionele eisen. De opleiding stelt zich garant voor de wetenschappelijke, maatschappelijke en beroepsvoorbereidende relevantie van het onderwijs, de doelmatigheid en doeltreffendheid van het opleidingsprogramma. Dat betekent dat de opleiding: - voldoet aan standaarden bepaald door de ontwikkelingen in het vak- en wetenschapsgebied en rekening houdt met verwachtingen die door het werkveld worden gesteld; - op de hoogte is van de beschikbare wetenschappelijke kennis over leren en onderwijzen nodig voor het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van het onderwijs; - zo veel als mogelijk rekening houdt met relevante maatschappelijke ontwikkelingen. Het referentiekader 21 Deel 1

Wetenschaps- en vakgebied - De opleiding is op de hoogte van de (meest recente) theorievorming en van de ontwikkelingen in het vakgebied. Deze zijn terug te vinden in de inhoud en de opbouw van het onderwijsprogramma. Werkveld - De opleiding bouwt structurele contacten op met het werkveld. - De kennis van en ervaring met het werkveld wordt daar waar mogelijk en zinvol vertaald naar het onderwijsaanbod, bv. via stages. - De opleiding voert een actief alumnibeleid. Wetenschappelijke kennis omtrent leren en onderwijzen - De opleiding heeft een expliciete en wetenschappelijk gefundeerde visie op leren en onderwijzen. - Die visie is mede uitgangspunt voor de inrichting van het programma. Relevante maatschappelijke ontwikkelingen - De opleiding is op de hoogte van het belang/de betekenis van de informatietechnologie op het vak- en wetenschapsgebied en houdt hiermee rekening in het onderwijsprogramma. - De opleiding heeft een duidelijke en geëxpliciteerde visie op de internationalisering van de opleiding. - De opleiding is op de hoogte van de maatschappelijke evoluties in het brede werkveld van de afgestudeerden. Studeerbaarheid Studeerbaarheid - De programmaorganisatie van de opleiding dient de studeerbaarheid te bevorderen. - Het programma dient door de gemiddelde student te kunnen worden afgerond in de ervoor gestelde tijd. Studierendement / Studietijd - De opleiding bewaakt systematisch de studietijd. - De opleiding houdt cijfermatige gegevens bij aangaande studievoortgang en studieloopbaan. Instroom / Toelatingsvoorwaarden - De opleiding geeft duidelijk aan welk beginniveau van de studenten wordt vereist. Aanwezigheid studiebevorderende/studiebelemmerende factoren - Studiebelemmerende factoren worden in kaart gebracht. Een remediëring wordt uitgewerkt. 22 Het referentiekader Deel 1