Leidraad voor het nakijken van de toets



Vergelijkbare documenten
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstukken strafprocesrecht. mr. LE.M. Hendriks mr. J.H. Klifman prof. mr. G.P.M.F. Mols prof.mr. Th.A. de Roos mr. J.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing

U moet terechtstaan. Inhoud

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

U wordt verdacht. Inhoud

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

==================================================================== Artikel 1

No.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014

Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

Aanhouding en inverzekeringstelling

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 3 Orde, rust en veiligheid Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ARRONDISSEMENTSPARKET Oost-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing (doen) besturen tijdens ontzegging e.d. (art.

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

INHOUD. Afkortingen / XIII

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

Rapport. Datum: 19 september 2005 Rapportnummer: 2005/275

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

Zakboekenpolitie.com

Handboek PROCES VERBAAL 2018

omslag terechtstaan :07 Pagina 2. U moet terechtstaan

1. voorafgaand aan het verhoor een advocaat kan raadplegen, 2. de verdachte tijdens het verhoor bijstand van zijn advocaat geniet,

Wetsvoorstel tot vaststelling van Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering Strafvordering in het algemeen

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet

ECLI:NL:RBMNE:2016:7618

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

Als uw kind in aanraking komt met de politie

De enkelvoudige kamer: de politierechter

HC 7A, Voorarrest: inleiding, nationale normering, internationale normering (dhr. Robroek)

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

RIJDEN ONDER INVLOED. Docent Mr H. Oldenhof Datum 24 augustus 2007 Plaats Haagrecht Advocaten Punten 2 PO Juridisch

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Wetsvoorstel tot vaststelling van Boek 3 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering Beslissingen omtrent vervolging

Recht en bijstand bij juridische procedures

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

Salduz en verhoorbijstand

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

Webinar 9 april Echtscheidingsprocesrecht. Door mr. H.A. Gerritse

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Raad voor Rechtsbijstand

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:GHDHA:2014:205

Instrumentenkoffer: bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten

Transcriptie:

Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende) OPGAVE 1 (28 punten) Vraag 1.1 (4 punten) Aan de orde gekomen op de cursusdagen bij de behandeling van casus Wesley. Gezien het tijdsverloop is er geen sprake meer van ontdekking op heterdaad. Wel is bedreiging (art. 285 lid 1 Sr) een feit waarvoor o.g.v. art. 67 lid 1 Sv voorlopige hechtenis toegelaten is. Op grond van art. 54 lid 1 Sv kan de OvJ de aanhouding bevelen [1 punt]. Zonder zo n bevel zijn de opsporingsambtenaren niet bevoegd tot aanhouding [1 punt]. Vraag 1.2 (4 punten) [boek p. 164 en 37/38] Yolanthe is minderjarig. Daarom is dit volgens de Aanwijzing rechtsbijstand bij politieverhoor een A-zaak. Daarom kan Yolanthe geen afstand doen van het consultatierecht. Yolanthe is minderjarig Noemen A- zaak of aanwijzing Yolanthe kan geen afstand doen van het consultatierecht Vraag 1.3 (4 punten) [boek, p. 164] Ja daar heeft Yolanthe recht op. Naar aanleiding van o.a. de Salduz-uitspraak van het EHRM heeft de Hoge Raad (arrest van 30 juni 2009, LJN BH3079, NJ 2009, 349) uitgemaakt dat minderjarigen tijdens het politieverhoor recht hebben op bijstand van een advocaat, zie ook de Aanwijzing rechtsbijstand bij politieverhoor. Noemen van de Salduz- uitspraak van het EHRM Bevestigen recht op bijstand van een advocaat voor minderjarige Noemen Aanwijzing rechtsbijstand bij politieverhoor Noemen arrest Hoge Raad (Maximaal 4 punten)

Vraag 1.4 (4 punten) [boek, p. 53/54] Volgens art. 61 jo 488 Sv kan Yolanthe maximaal 6 uur worden opgehouden voor onderzoek, dus 26 mei 2011, 15.50 uur. Noemen artikel 61 Sv. 6 uur, 26 mei 2011, 15.50 uur*. *Indien alleen termijn goed, maar geen of een foute einddatum --> 1 punt (Maximaal 4 punten) Vraag 1.5 (4 punten) [boek, p. 64] Volgens art. 59a Sv uiterlijk 3 dagen en 15 uur na de aanhouding, dus uiterlijk 30 mei 2011, 00.50 uur. Noemen art. 59a Sv Uiterlijk 3 dagen en 15 uur na de aanhouding, 30 mei 2011, 00.50 uur* *Indien alleen termijn goed, maar geen of een foute einddatum --> 1 punt (Maximaal 4 punten) Vraag 1.6 (4 punten) [boek p. 76/77] Volgens art. 126n Sv kan de officier van justitie een vordering doen om gegevens te verstrekken. De politie mag dat dus niet. Noemen Art. 126n Sv. Conclusie: nee, de politie mag dat dus niet Vraag 1.7 (4 punten) [boek p. 64] Na ophouden voor verhoor (6 uur) kan de verdachte o.g.v. art. 58 lid 2 Sv 3 dagen in verzekering worden gehouden. De vordering moet dus uiterlijk 29 mei 2011, 15.50 uur worden behandeld. Noemen art. 58 lid 2 Sv 29 mei 2011, 15.50 uur [ 2 punten] Alternatieve antwoorden voor het tweede deel van het antwoord die ook opleveren: 1 juni 2011, 15.50 uur, ingeval van verlenging inverzekeringstelling Uiterlijk binnen 3 dagen of 6 dagen (ingeval van verlenging) nadat de inverzekeringstelling is bevolen. 2

OPGAVE 2 (20 punten) Vraag 2.1 (4 punten) [boek p. 173] Volgens art. 164 lid 2 WVW wordt de invordering gedaan indien blijkt van een AAG van meer dan 570/350 μg/l. Is een gebonden bevoegdheid, dus ja. Noemen art. 164 lid 2 WVW Noemen verplichting tot invordering Vraag 2.2 (4 punten) [boek p. 173] Noemen Art. 164 lid 6 WVW Noemen 10 dagen Vraag 2.3 (4 punten) [boek p. 173] Op de voet van art. 8 lid 3 WVW is Jeroen een beginnend bestuurder. Daarom kan volgens artikel art. 164 lid 4 onder b zijn rijbewijs ingehouden worden bij een AAG van meer dan 570 μg/l. Ook correct is: Daarom kan volgens artikel 164 lid 4 WvW: (nieuw) zijn rijbewijs worden ingehouden bij een AAG van meer dan 350 μg/l. Feitelijk was het AAG 610 μg/l, dus inhouding kan. Noemen art. 8 lid 3 WVW Noemen art. 164 lid 4 WVW Inhouding kan, bij een AAG van meer dan 570 μg/l. (of 350 μg/l) Vraag 2.4 (4 punten) [boek p. 173] Art. 164 lid 8 WVW: Klaagschrift bij de griffie van de rechtbank in het arrondissement waar het feit werd begaan, dus Amsterdam. Noemen art. 164 lid 8 WVW Noemen klaagschrift Bij de griffie van de rechtbank in het arrondissement waar het feit werd begaan/ Bij de griffie van de Rechtbank Amsterdam Vraag 2.5 (4 punten) [boek, p. 91] Op grond van art. 257c lid 1 Sv kan een strafbeschikking inhoudende een OBM alleen worden uitgevaardigd als Jeroen door de OvJ is gehoord en zich daarbij bereid heeft verklaard deze straf te voldoen. Noemen art. 257c lid 1 Sv Een strafbeschikking inhoudend een OBM kan alleen worden uitgevaardigd als Jeroen door de OvJ is gehoord Bereid heeft verklaard deze straf te voldoen 3

OPGAVE 3 (24 punten) Vraag 3.1 (4 punten) [boek p. 168.] Nee. Op grond van artikel 495a Sv is de minderjarige verdachte verplicht om ter zitting te verschijnen. Noemen art. 495a Sv Nee, hij is verplicht op de zitting te verschijnen Vraag 3.2 (10 punten) [boek p. 107 + 168] - Volgens art. 51e lid 4 Sv j o 488 lid 1 Sv kan het spreekrecht worden uitgeoefend indien het feit een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaar of meer is gesteld. Op brandstichting (art. 157 Sr) staat meer dan 8 jaar. Mr. De Groot heeft dus geen gelijk waar het de ernst van het feit betreft. - In artikel 495b lid 1 Sv is geregeld dat jeugdzaken in beginsel achter gesloten deuren worden behandeld, maar dat aan slachtoffers toegang wordt verleend. Ook op dit punt heeft mr. De Groot dus ongelijk. Noemen art. 51 e lid 4 Sv j o 488 lid 1 Sv Het spreekrecht kan worden uitgeoefend indien het feit een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaar of meer is gesteld. Conclusie: Mr. de Groot heeft geen gelijk, omdat op brandstichting meer dan 8 jaar staat. Noemen art 495b lid 1 Sv Jeugdzaken worden in beginsel achter gesloten deuren behandeld, aan slachtoffers wordt toegang verleend. Conclusie: Mr. De Groot heeft ongelijk Vraag 3.3 (5 punten) [Boek p. 132] Het verweer van mr. De Groot moet worden aangemerkt als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt in de zin van artikel 359 lid 2 Sv. Daarom moet de rechter op het verweer reageren. Alternatieve antwoorden: Het verweer van mr. De Groot kan niet worden aangemerkt als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt in de zin van artikel 359 lid 2 Sv. Daarom hoeft de rechter niet op het verweer te reageren. Dat is afhankelijk van het antwoord op de vraag of het verweer van mr. De Groot als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt in de zin van artikel 359 lid 2 Sv moet worden aangemerkt of niet. Zo ja, dan moet de rechter op het verweer reageren. Zo nee, dan hoeft de rechter niet op het verweer te reageren. 4

Het verweer van mr. De Groot moet worden aangemerkt als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt Noemen art 359 lid 2 Sv Conclusie: Rechter moet op verweer reageren Correctie alternatieven Het verweer van mr. De Groot kan niet worden aangemerkt als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt Noemen art 359 lid 2 Sv Conclusie: Rechter hoeft niet op verweer te reageren Afhankelijk van het antwoord op de vraag of het verweer van mr. De Groot kan worden aangemerkt als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt of niet Noemen art 359 lid 2 Sv Conclusie: ja, indien wel of nee, indien niet Vraag 3.4 (5 punten) [boek p. 164] Op grond van artikel 77b Sr is het mogelijk het meerderjarigenstrafrecht toe te passen op 16-18 jarigen. Er worden verschillende gronden genoemd, waaronder de ernst van het feit. De door de officier gevraagde gevangenisstraf kan dus wél worden opgelegd. Noemen art 77b Sr Er worden verschillende gronden genoemd, waaronder de ernst van het feit Conclusie: gevraagde gevangenisstraf kan dus wel worden opgelegd OPGAVE 4 (28 punten) Vraag 4.1 (12 punten) [boek p. 141] Tijdens de cursusdagen aan de orde gekomen bij de behandeling van de casus Veters. a. Voor feit 1 geldt art. 404 lid 1 Sv : van een misdrijfveroordeling staat altijd hoger beroep open. Ja, dus Voor feit 2 geldt art. 404 lid 2 Sv : nu voor de overtreding een geldboete van meer dan 50,-. is opgelegd, staat voor de overtreding hoger beroep open. b. Het verlofstelsel als bedoeld in art. 410a lid 1 Sv is van toepassing : de veroordeling betreft uitsluitend een overtreding en een misdrijf waarvoor minder dan 4 jaar gevangenisstraf is opgelegd, tot een geldboete van minder dan 500,-. Zaak wordt dus niet zonder meer, maar alleen dan aanhangig gemaakt als de voorzitter dat in het belang van een goede rechtsbedeling acht.. Vraag 4.2 [4 punten] [boek p. 102] Het verzoek wordt op de terechtzitting gedaan. Daarvoor geldt de algemene regel van art. 315 Sv j o 415 Sv. Voor dergelijke verzoeken geldt dat deze worden getoetst aan het noodzaakcriterium. Noemen art. 315 Sv j o 415 Sv Voor dergelijke verzoeken geldt het noodzaakcriterium 5

Vraag 4.3 (4 punten) [boek p. 88] Op grond van art. 411a Sv kan de rechter-commissaris op verzoek van de verdachte na het instellen van hoger beroep tegen het vonnis in eerste aanleg en vóór de aanvang van de terechtzitting in hoger beroep onderzoekshandelingen verrichten, waaronder het horen van getuigen. Noemen art. 411a Sv Noemen rechter- commissaris Vraag 4.4 [8 punten] [boek p. 145] Voor feit 1 subsidiair geldt art. 427 lid 2 onder b Sv: nu voor de overtreding een geldboete van minder dan 250,-. is opgelegd en ook het totale boetebedrag in dit arrest onder genoemd bedrag blijft, staat tegen dit feit géén cassatie open. Voor feit 2 geldt de uitzondering van art. 427 lid 3 Sv: het betreft een overtreding van de gemeentelijke APV, dus tegen dat feit staat wél cassatieberoep open. Noemen art. 427 lid 2 onder b Sv Nu voor de overtreding een geldboete van minder van 250,- is opgelegd, en ook het totale boetebedrag in dit arrest onder genoemd bedrag blijft, staat tegen dit feit géén cassatie open. Noemen art. 427 lid 3 Sv Het betreft een overtreding van de gemeentelijke APV, dus staat wel cassatieberoep open 6