qfqbi=o^moo^mmloq== bccb`qbkpqrafb=g^`eqi=_bebbo=bk= p`e^ab_bpqofgafkd=fk=k^qro^= =k^qro^= OMMMJdb_fbabk db_fbabk= ^CtJê~ééçêí=NMPS= áå=çéçê~åüí=î~å=



Vergelijkbare documenten
Altenburg & Wymenga ECOLOGISCHONDERZOEK

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Faunabeheereenheid Fryslân. Wat gaan we doen?

!"#$%&#'#%($%)*%+*$+%$##'%**$%,'-./%-0%1*+%)*0#'+*2*$+3% % 4*%5*)*'6#$)7*%81'(7+*$%"'-./*$9-$)%($%**$%,*':.(6)%6#$)7;1#0<%=>?

Bijlage Advies NOJG ganzenbeleid Friesland

gelezen het Burgerinitiatief Van Vogelvrij naar Kogelvrij, Stop de Hobbyjacht Zuid-Holland van 16 maart 2016;

De R.-K. Parochie H. Augustinus p/a R.-K. Begraafplaats Buitenveldert A. Vink Fred Roeskestraat EE AMSTERDAM

de overwinterende ganzen mogen afgeschoten worden met een maximum van 10 stuks per schadeperceel per dag.

Betreft: Indienen burgerinitiatief Van Vogelvrij naar Kogelvrij, Stop de Hobbyjacht

26 APR rj) provinsje fryslân provincie frys1.n. Partij voor de Dieren T.a.v. mevrouw Van der Zanden. Leeuwarden, 26 april 2016 Verzonden,

L E Z E R S A A N H E T W O O R D

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jachtexamen Eerste antwoord is juiste. Wetgeving. 1. Wie kan het Jachtverlof intrekken Arrondissementscommissaris ANB.

Bekijk deze nieuwsbrief online

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Wet natuurbescherming

zaaknummer datum 27-aug-09 1-jul mei-10 doc. nummer

Jagen. Wat doet de KNJV?

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Ûntwerp & realisaasje: Kalinderkommisje It Frije Fjild & Rekladruk Gytsjerk. Ferkeappriis: 7,50

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Aanvraagformulier 05 EB-1

5.3 Haas (Lepus europaeus)

Deelrapportage aanwijzing artikel 67 Flora- en faunawet

PC Hooft Groep B.V. Begraafplaats Westgaarde J. Steenbeek Kabelweg BB AMSTERDAM

Faunabeheereenheid Limburg

ALGEMEEN VELDWEDSTRIJD REGLEMENT. Supplement voor Spaniels. Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland

8.8 Vos (Vulpes vulpes)

Zoogdierenwerkgroep. Infoavond Jacht in Vlaanderen

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Vossenbeheerplan WBE. Tubbergen

Tamboer Plaagdierbeheersing A. Tamboer Hoofdweg LV NIEUW VENNEP. Datum 29 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag jagen op begraafplaatsen

ALGEMEEN VELDWEDSTRIJD REGLEMENT. Supplement voor Retrievers INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk I Definities 3

ALGEMEEN VELDWEDSTRIJD REGLEMENT. Supplement voor Spaniels. Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland

CHARLES BRUGMAN (43) PHILIP VAN LEERSUM (42) C. Cramer & Co Industrial Fabrics JAAGT SINDS 20 jaar FAVORIETE PROOI kleinwild

Belangrijkste punten uit de Wet natuurbescherming. Voorlichting folder NOJG inzake wet Natuurbescherming. Tussentitel Xxxx.

VLAAMSERAAD VOORSTEL VAN JACHTDECREET

Overzicht van internationale context van de materiële voorschriften van het wetsvoorstel natuurbescherming. Behorende bij het antwoord op vraag nr.

Wij, een groep bezorgde burgers, willen een einde aan jacht-zonder-noodzaak,waarbij vrij

Circulaire afgifte jachtakten Flora- en faunawet

U vraagt ontheffing aan in het belang van de openbare veiligheid; ter voorkoming van ondergraving van een waterkering van de Nederrijn.

Beantwoording vragen ex artikel 3.2 van het Reglement van Orde van mevr. Dr. B. Verstappen van de Partij voor de Dieren over de sluiting van de jacht.

Ontheffing Knobbelzwaan

Voorstel van resolutie. betreffende de controle over de vossenpopulatie in Vlaanderen. van de heer Ivan Sabbe

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fauna en wet Natuurbescherming

ALGEMEEN VELDWEDSTRIJD REGLEMENT. Supplement voor Retrievers. Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Definitief. Jachtbeleid. Jachtwetgeving binnen de gemeente Doetinchem

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

/(^ groningen. 2 3 JAI /4/A.6, LGW Buurmeijer F.S. (050) uw brief d.d. 10 december 2012

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Noordhoff Uitgevers bv

Jacht en de positie van provincies onder de nieuwe Wet natuurbescherming

PROVINCIAAL BLAD. Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk )

Faunabeheerplan jacht en vrijgestelde soorten

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Meer middelen voor zwartwildbejaging

Vergunningverlening. I. Besluit.

VRAAG 1. Een afschotplan is: A: verplicht voor de jacht op grof wild B: verplicht voor de jacht op patrijs C: enkel verplicht voor de jacht op ree

ALGEMEEN VELDWEDSTRIJD REGLEMENT. Supplement voor Retrievers

Provincie Noord-Holland

rj) provinsje fryslân provincie fryslân Partij voor de Dieren t.a.v. mevrouw R. van der Zanden Postbus HM LEEUWARDEN

Utrecht, 3 juni 2008 Pythagoraslaan 101 Tel

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

WILDBEHEERPLAN

is er leven na de dood?

Met vriendelijke groet,

Jagen. waarom eigenlijk?

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 februari

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o.

INITIATIEFVOORSTEL. tot wijziging van bijlage 1 van het Beleidsplan uitvoering Flora- en faunawet

Telefoonnummer(s)

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER

Beleef het wild! Het jaar rond

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Vaststelling Verordening Wet natuurbescherming Zeeland 2017

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Beste Politieke partijen in Fryslan en de Statengriffie (indien ik iemand vergeten ben!)

Omschrijving beleidsruimte

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018

Drijfjacht met tableaugarantie

Voor afmetingen waarvoor geen bewerkingsprijs staat vermeld gelden de prijzen op aanvraag

NEE VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Van: F. Steenbergen Tel nr: 8453 Nummer: 16A.00950

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Fbe Fryslân Swichumerdyk AP Wirdum faunabeheereenheid.nl KvK

Faunabeheerplan. Onafhankelijke jachtrechthouder

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

Draaiboek bijzondere weersomstandigheden provincie Utrecht. 19 mei 2008

Wetgeving Deel 1. A) Jachtdecreet (24 juli 1991)

Wildschade. DLV Plant

Transcriptie:

qfqbio^moo^mmloq ^CtJê~ééçêíNMPS bccb`qbkpqrafbg^`eqi_bebbobk p`e^ab_bpqofgafkdfkk^qro^ k^qro^ OMMMJdb_fbabk db_fbabk áåçéçê~åüíî~å

^äíéåäìêöctóãéåö~ ^äíéåäìêöctóãéåö~b`lildfp`elkabowlbh b`lildfp`elkabowlbh ^CtJê~ééçêíNMPS bccb`qbkpqrafbg^`eqi_bebbobk p`e^ab_bpqofgafkdfkk^qro^ k^qro^ OMMMJdb_fbabk db_fbabk ^K_êÉååáåâãÉáàÉêE^CtF vkî~åçéêeéáçée^ctf gkdklçêçe_ìêé~ìlçêçc~ìå~íéåüåáéâf ^äíéåäìêöctóãéåö~b`lildfp`elkabowlbh_s sééåïçìçéå OMMU

mêçàéåíåìããéê mêçàéåíåìããéê mêçàéåíåìããéê mêçàéåíåìããéê NNMVàÉÑKMT mêçàéåíäéáçéê mêçàéåíäéáçéê mêçàéåíäéáçéê mêçàéåíäéáçéê ^K_êÉååáåâãÉáàÉê pí~íìë pí~íìë pí~íìë pí~íìë báåçê~ééçêí ^ìíçêáë~íáé ^ìíçêáë~íáé ^ìíçêáë~íáé ^ìíçêáë~íáé dçéçöéâéìêç m~ê~~ñ m~ê~~ñ m~ê~~ñ m~ê~~ñ bktóãéåö~ a~íìã a~íìã a~íìã a~íìã NMã~~êíOMMU _êéååáåâãéáàéêi^kivkî~åçéêeéáçécgkdklçêçommuk bññéåíéåëíìçáéà~åüíiäéüééêéåëåü~çéäéëíêáàçáåöáåk~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇÉåK^CtJê~ééçêíNMPSK^äíÉåÄìêÖCtóãÉåÖ~ ÉÅçäçÖáëÅÜçåÇÉêòçÉâIsÉÉåïçìÇÉåK léçê~åüíöéîéê mêçîáååáédéäçéêä~åç mêçîáååáédéäçéêä~åç mêçîáååáédéäçéêä~åç mêçîáååáédéäçéêä~åç mçëíäìëvmvmisummdu^êåüéã qéäkemosfprvvrpq cçíçsççêéä~~í hçäö~åòéåe_éååóhä~òéåö~f ráíîçéêçéêë ^äíéåäìêöctóãéåö~éåçäçöáëåüçåçéêòçéâäî mçëíäìëpoivosvwosééåïçìçéå qéäéñççåemrnnfqtqtsqic~ñemrnnfqtotqm bjã~áäwáåñç]~äíïóãkåä téäwïïïk~äíïóãkåä _ìêé~ìlçêçc~ìå~íéåüåáéâ eççêåçéêïéöoivsvumitéççé qéäéñççåemrvtfjrsnoqs ÉJã~áäWççêÇKÑ~ìå~íÉÅÜåáÉâ]éä~åÉíKåä «^äíéåäìêöctóãéåö~éåçäçöáëåüçåçéêòçéâäî lîéêå~ãéî~åöéöéîéåëìáíçáíê~ééçêíáëíçéöéëí~~åãéí ÄêçåîÉêãÉäÇáåÖK

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden fkelra fkelra fkelra fkelra NK NK NK NKfkibfafkd fkibfafkd fkibfafkd fkibfafkd N NKNK^~åäÉáÇáåÖ N NKOK^~åé~âÉåçéòÉíî~åÜÉíê~ééçêí O OK OK OK OKslojbks^kg^`eqI_ slojbks^kg^`eqi_ slojbks^kg^`eqi_ slojbks^kg^`eqi_bebbobkp`e^ab_bpqo bebbobkp`e^ab_bpqo bebbobkp`e^ab_bpqo bebbobkp`e^ab_bpqofgafkd fgafkd fgafkd fgafkd P PKht^ifcf`bobkabk^ PKht^ifcf`bobkabk^ PKht^ifcf`bobkabk^ PKht^ifcf`bobkabk^qrrot^^oabk qrrot^^oabk qrrot^^oabk qrrot^^oabk PT PT PT PT PKNKtÉííÉäáàâÉåéä~åçäçÖáëÅÜâ~ÇÉê PT PKOKhï~äáÑáÅÉêÉåÇÉå~íììêï~~êÇÉå PU QKjldbifghbbccb`qb QKjldbifghbbccb`qb QKjldbifghbbccb`qb QKjldbifghbbccb`qbk QR QR QR QR QKNKe~Äáí~íîÉêäáÉë QS QKOK`ÜÉãáëÅÜÉÉÑÑÉÅíÉå QS QKPKcóëáëÅÜÉÉÑÑÉÅíÉå QS QKQKsÉêëíçêÉåÇÉÉÑÑÉÅíÉå QT QKRK_~êêá êéïéêâáåö RP QKSKp~ãÉåî~ííÉåÇ RP RK RK RK RKjldbifghbb jldbifghbb jldbifghbb jldbifghbbccb`qbklmk^qro^om ccb`qbklmk^qro^om ccb`qbklmk^qro^om ccb`qbklmk^qro^ommm MM MM MMJdb_fbabk db_fbabk db_fbabk db_fbabk RR RR RR RR RKNKráíÉêï~~êÇÉåfgëëÉä RR RKOK^êâÉãÜÉÉå RS RKPKsÉäìïÉ RT RKQKi~åÇÖçÉÇÉêÉå_êìããÉå RU RKRKqÉÉëÉäáåâîÉå RU RKSKpíÉäâ~ãéëîÉäÇ RU RKTKhçêÉåÄìêÖÉêîÉÉå RV RKUKtáääáåâëtÉìëí SM RKVK_ÉâÉåÇÉääÉ SM RKNMKtççäÇëÉîÉÉå SM RKNNK_áååÉåîÉäÇEîççêÜÉÉå_ÉååÉâçãëÉjÉÉåíF SN RKNOKráíÉêï~~êÇÉåkÉÇÉêJoáàå SO RKNPKdÉäÇÉêëÉmççêí SO RKNQKráíÉêï~~êÇÉåt~~ä SQ RKNRK_êììâ SR RKNSKwìáÇÉêiáåÖÉÇáàâCaáÉÑÇáàâJwìáÇ SR RKNTKiçÉîÉëíÉáåImçãéîÉäÇChçêåëÅÜÉ_çÉòÉã SS RKNUKsÉäìïÉê~åÇãÉêÉå SS RKNVKpáåíg~åëÄÉêÖ ST SK SK SK SK`lk`irpfbp `lk`irpfbp `lk`irpfbp `lk`irpfbpb b b bk^^k_bsbifkdbk k^^k_bsbifkdbk k^^k_bsbifkdbk k^^k_bsbifkdbk TN TN TN TN SKNK`çåÅäìëáÉë TN SKOK^~åÄÉîÉäáåÖÉå TO ifqbo^qrro ifqbo^qrro ifqbo^qrro ifqbo^qrro TP TP TP TP _áàä~öénkbññéåíééêà~åüíîçêãçéå~íììêççéäéåééêk~íìê~ommmjöéäáéç

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 1 NK fkibfafkd NKNK ^^kibfafkd få ÜÉí â~çéê î~å ÇÉ k~íììêäéëåüéêãáåöëïéí çñ käjïéí òáàå áå kéçéêä~åç ÖÉÄáÉÇÉå ~äë k~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇ ~~åöéïéòéåk aéòé ~~åïáàòáåö áë ÖÉÄ~ëÉÉêÇ çé ÜÉí îççêâçãéå î~å áåíéêå~íáçå~ä ÄÉä~åÖêáàâÉ Ü~Äáí~íë Éå ëççêíéå Éå ÇáÉåí çã ÇÉ ëí~~í î~å áåëí~åçüçìçáåö î~å ÇÉòÉ Ü~Äáí~íë Éå ëççêíéå íé Ö~ê~åÇÉêÉåK sççê Éäâ k~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇ òáàå áåëí~åçüçìçáåöëççéäéå ÖÉÑçêãìäÉÉêÇ ï~~êáå ïçêçí ~~åöéöéîéå ïéäâé ÇçÉäëíÉääáåÖÉå Éê òáàå ãéíäéíêéââáåöíçíäéüçìçéålçñüéêëíéäî~åäéé~~äçéü~äáí~íëéåëççêíéåkfåk~íìê~ommmj ÄÉÜÉÉêéä~ååÉå ò~ä å~çéê ïçêçéå ìáíöéïéêâí ïéäâé ã~~íêéöéäéå åççáö òáàå çã ÇÉòÉ ÇçÉäëíÉääáåÖÉåíÉÜ~äÉåÉåïÉäâÉîçêãÉåî~åÖÉÄêìáâíçÉÖÉëí~~åòáàåKaÉ~~åïáàòáåÖî~åÉÉå ÖÉÄáÉÇ~äëk~íìê~OMMMJÖÉÄáÉÇÄÉíÉâÉåíççâÇ~íåáÉìïÉéä~ååÉåIéêçàÉÅíÉåçÑ~ÅíáîáíÉáíÉåÇáÉ áåéåêçåçééåöéäáéçéä~~íëîáåçéå~~åçék~íììêäéëåüéêãáåöëïéíöéíçéíëíãçéíéåïçêçéåk eáéêäáà ÇáÉåÉå ÇÉ áåëí~åçüçìçáåöëççéäéå Éå ÜÉí ~~åïáàòáåöëäéëäìáí ~äë ~ÑïÉÖáåÖëâ~ÇÉêK få ÉÉå ÇÉêÖÉäáàâÉ ÄÉççêÇÉäáåÖ ïçêçí ÖÉíçÉíëí çñ ÄÉé~~äÇÉ ~ÅíáîáíÉáíÉå äéáçéå íçí åéö~íáéîé ÉÑÑÉÅíÉåçéÇÉÖÉÑçêãìäÉÉêÇÉáåëí~åÇÜçìÇáåÖëÇçÉäÉåK fåçééêçîáååáédéäçéêä~åçòáàånvöéäáéçéå~~åöéïéòéåçñîççêöéçê~öéå~äëk~íìê~ommmj ÖÉÄáÉÇK aé éêçîáååáé ïáä îççê ÉÉå ~~åí~ä î~å ÇÉòÉ ÖÉÄáÉÇÉå k~íìê~ OMMMJÄÉÜÉÉêéä~ååÉå ä~íéå çéëíéääéåk _áà ÇÉ îççêäéêéáçáåö î~å ÜÉí çéëíéääéå î~å ÇÉòÉ ÄÉÜÉÉêéä~ååÉå âçãí ÉÉå ~~åí~ä îê~öéå å~~ê ÄçîÉå ãéí ÄÉíêÉââáåÖ íçí ÇÉ ãçöéäáàâé åéö~íáéîé ÉÑÑÉÅíÉå î~å à~åüíi ÄÉÜÉÉêÉåëÅÜ~ÇÉÄÉëíêáàÇáåÖÇáÉéä~~íëîáåÇíáåÉåêçåÇÇÉòÉÖÉÄáÉÇÉåIÉåÇÉÉÑÑÉÅíÉåÇáÉòÉ ãçöéäáàââìååéåüéääéåçéöéñçêãìäééêçéáåëí~åçüçìçáåöëççéäéåk aé éêçîáååáé déäçéêä~åç ÜÉÉÑí Äáà ^äíéåäìêö C tóãéåö~ ÉÅçäçÖáëÅÜ çåçéêòçéâ ÖÉîê~~ÖÇ çãééåçå~ñü~åâéäáàâéáåîéåí~êáë~íáéíéã~âéåî~åäéëåüáâä~êéáåñçêã~íáéçîéêçéãçöéäáàâé ÉÑÑÉÅíÉå î~å à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåö çé áåëí~åçüçìçáåöëççéäéåk eáéêäáà áë ééê k~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇ ÖÉ åîéåí~êáëééêç ïéäâé ÉÑÑÉÅíÉå Éê âìååéå çéíêéçéå çé Ü~Äáí~íë Éå ëççêíéåçéä~ëáëï~~êî~åüéíöéäáéçáë~~åöéïéòéåksççêüéíäé~åíïççêçéåî~åçéöéëíéäçé îê~öéåãéíäéíêéââáåöíçíà~åüíiäéüééêéåëåü~çéäéëíêáàçáåöüééñí^äíéåäìêöctóãéåö~ ë~ãéåöéïéêâíãéídkgklçêçî~å_ìêçlçêçc~ìå~íéåüåáéâiééåâéååéêçéüéíöéäáéçî~å ïáäçäéüééêéåëåü~çéäéëíêáàçáåökaéhçåáåâäáàâékéçéêä~åçëég~öéêëséêéåáöáåöhkgsüééñí ëééåáñáéâééñíê~öéöéîéåëîççêüéíçåçéêü~îáöéçåçéêòçéâ~~åöéäéîéêçk açéäéå~ñä~âéåáåöî~åüéíçåçéêòçéâ î~åüéíçåçéêòçéâ eéíççéäî~åüéíéêçàéåíáëçãíéçåçéêòçéâéåï~íçéãçöéäáàâéåéö~íáéîééññéåíéåòáàåî~å îéêëåüáääéåçéíóééåî~å~åíáîáíéáíéåiçáéáåüéíâ~çéêî~å à~åüíiäéüééêéåëåü~çéäéëíêáàçáåö éä~~íëîáåçéåi çé ÇÉ áåëí~åçüçìçáåöëççéäéå î~å ÇÉ déäçéêëé k~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇÉåK aáí çåçéêòçéâçáéåíééåäçìïëíééåíéäéîéêéåîççêçéçéíéëíéääéåk~íìê~ommmjäéüééêéä~ååéå Éå îççê ÇÉ Ñ~ìå~ÄÉÜÉÉêéä~ååÉå ÇáÉ áå OMMV ÜÉêëÅÜêÉîÉå òìääéå ïçêçéåk táà êáåüíéå çåë Ç~~êíçÉçéíïÉÉéìåíÉåW NFÜÉíÄÉëÅÜêáàîÉåî~åPPîÉêëÅÜáääÉåÇÉîçêãÉåî~åà~ÅÜíIÄÉÜÉÉêÉåëÅÜ~ÇÉÄÉëíêáàÇáåÖÉåÜÉí áåâ~~êíäêéåöéåî~åçéãçöéäáàâééññéåíéåçéäéëåüéêãçéå~íììêï~~êçéåx OFÜÉí~~åÖÉîÉåïÉäâÉÉÑÑÉÅíÉåíÉîÉêï~ÅÜíÉåòáàåçéÄÉëÅÜÉêãÇÉÜ~Äáí~íëÉåëççêíÉåîççêÉäâ déäçéêë k~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇ ~ÑòçåÇÉêäáàâI îççê òçîéê Ç~~ê à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåöéä~~íëîáåçéåk

2 A&W-rapport 1036 sççêçéöéñçêãìäééêçéáåëí~åçüçìçáåöëççéäéåééêk~íìê~ommmjöéäáéçáëöéäêìáâöéã~~âí î~åçéçåíïéêéäéëäìáíéåen É íê~ååüéfçñiáåçáéååçöåáéí~~åïéòáöiçéöéäáéçéåççåìãéåíéåk NKOK ^^km^hbklmwbqs^kebqo^mmloq mwbqs^kebqo^mmloq ^~åé~â lãçéççéäéåî~åçáíçåçéêòçéâíéêé~äáëéêéåiòáàåíïééáåî~äëüçéâéåöéü~åíééêçkqéåééêëíé áëöéäêìáâöéã~~âíî~åáåíéêå~íáçå~äéïéíéåëåü~éééäáàâéäáíéê~íììêçãçéãçöéäáàâééññéåíéå î~å ÄÉé~~äÇÉ îçêãéå î~å à~åüí çñ ëåü~çéäéëíêáàçáåö íé çåçéêäçìïéåk eáéêîççê áë ÖÉÄêìáâ ÖÉã~~âí î~å òçéâëóëíéãéå îççê ïéíéåëåü~éééäáàâé äáíéê~íììê òç~äë ÚtÉÄ çñ påáéååéûk eéí çåçéêü~îáöéê~ééçêíáëöééåîçääéçáöçîéêòáåüíî~å~ääéäéëí~~åçéâéååáëiã~~êï~~êåççáöáë ÉÉåçåÇÉêÄçìïáåÖÖÉÖÉîÉåî~åãçÖÉäáàâÉÉÑÑÉÅíÉåÇáÉâìååÉåçéíêÉÇÉåKqÉåíïÉÉÇÉáëÉÉå éê~âíáàâöéêáåüíéáåëíééâöéü~åíééêçkeáéêîççêáëë~ãéåöéïéêâíãéíãéåëéåìáíüéíîéäçiçáé âéååáëî~åò~âéåüéääéåçîéêüçéà~åüíiäéüééêéåëåü~çéäéëíêáàçáåöéêáåçééê~âíáàâìáíòáéåk a~~êå~~ëíáëöéäêìáâöéã~~âíî~åçéâéååáëçáéäáååéåçåëäìêé~ì~~åïéòáöáëçéçáíöéäáéçk léòéíî~åüéíê~ééçêí î~åüéíê~ééçêí få ÜççÑÇëíìâ OI ÖÉëÅÜêÉîÉå Çççê gkdk lçêçi ïçêçéå PP îéêëåüáääéåçé îçêãéå î~å à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåö áå kéçéêä~åç ÄçåÇáÖ ÄÉëÅÜêÉîÉåK eççñçëíìâ P îçäöí ãéí ÉÉå ÄÉâåçéí çîéêòáåüí î~å ÇÉ âï~äáñáåéêéåçé å~íììêï~~êçéå Éå áåëí~åçüçìçáåöëççéäéå î~å ~ääé NVdÉäÇÉêëÉk~íìê~OMMMJÖÉÄáÉÇÉåKfåÜççÑÇëíìâQáëÉÉå~äÖÉãÉåÉáåëÅÜ~ííáåÖÖÉã~~âíî~å ÇÉ ãçöéäáàâé ÉÑÑÉÅíÉå î~å à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåö çé âï~äáñáåéêéåçé ï~~êçéåk eáéêäáà áë ÇÉ áåçéäáåö áå îáàñ íóééå ÉÑÑÉÅíÉå ~~åöéüçìçéå ÇáÉ áë îççêöéëíéäç Çççê ÜÉí jáåáëíéêáé î~å iksk a~~êå~ òáàå áå ÜççÑÇëíìâ R ééê k~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇ ÇÉ ãçöéäáàâé ÉÑÑÉÅíÉå ~~åöéöéîéå î~å ÉäâÉ îçêã î~å à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåö çé ÇÉ âï~äáñáåéêéåçéï~~êçéåkeéíê~ééçêíëäìáíáåüççñçëíìâs~ñãéíåçååäìëáéëéå~~åäéîéäáåöéå íéå ~~åòáéå î~å ãçöéäáàâé ÅçåÑäáÅíÉå íìëëéå à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåö Éå ÇÉ áåëí~åçüçìçáåöëççéäéåî~ådéäçéêëék~íìê~ommmjöéäáéçéåk

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 3 OK slojbks^kg^`eqi_bebbobk p`e^ab_bpqofgafkd fåçáíüççñçëíìâáëééåëóëíéã~íáëåüééåäçåçáöéäéëåüêáàîáåööéöéîéåîççêppîéêëåüáääéåçé îçêãéåî~åà~åüíiäéüééêéåëåü~çéäéëíêáàçáåökléä~ëáëüáéêî~åòáàåáåüççñçëíìâqéårçé ãçöéäáàâé ÉÑÑÉÅíÉå ÄÉëÅÜêÉîÉå î~å à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåö çé ÇÉ âï~äáñáåéêéåçé ï~~êçéå Éå áåëí~åçüçìçáåöëççéäéå î~å ÇÉ k~íìê~ OMMMJÖÉÄáÉÇÉå î~å déäçéêä~åçk _áà ÜÉí çåçéêëåüéáçéå î~å ÇÉòÉ îéêëåüáääéåçé îçêãéå áë ~~åç~åüí ÄÉëíÉÉÇ ~~å ÇÉ ~ÅíáîáíÉáíÉå ÇáÉ éä~~íëîáåçéå Äáà à~åüíi ÄÉÜÉÉê Éå ëåü~çéäéëíêáàçáåö Éå ÇáÉ ÖÉîçäÖÉå âìååéå ÜÉÄÄÉå çé ÜÉí îççêâçãéå î~å ëççêíéå Éå Ü~Äáí~íë áå ÇÉòÉ ÖÉÄáÉÇÉåK k~~ëí ÉÉå ãéíüççáëåüé ÄÉëÅÜêáàîáåÖ î~åéäâéîçêãiüéí ~~åí~äçééäåéãéêëeãéåëéåéåüçåçéåféåçéééêáççéî~åìáíîçéêáåöiáë áåöéö~~å çé ëééåáñáéâé ÄáàòçåÇÉêÜÉÇÉå òç~äë ÜÉí ÖÉÄêìáâ î~å ÖÉäìáÇI äáåüí Éå ~åçéêé ÜìäéãáÇÇÉäÉåKk~ÇÉçåÇÉêëí~~åÇÉäáàëíIï~~êáåÇÉîÉêëÅÜáääÉåÇÉîçêãÉåî~åà~ÅÜíIÄÉÜÉÉêÉå ëåü~çéäéëíêáàçáåöòáàåçéöéëçãçiîçäöíééêîçêãééåí~äéäãéíééåìáíöéäêéáçéäéëåüêáàîáåök NKaçÇÉåî~åc~ò~åíÉåîççêÇÉîçÉí ÄäòQ OKaçÇÉåî~åc~ò~åíÉåãáÇÇÉäëÇêáàîÉå ÄäòR PKaçÇÉåî~åe~òÉåîççêÇÉîçÉí ÄäòS QKaçÇÉåî~åe~òÉåãáÇÇÉäëÇêáàîÉå ÄäòT RKaçÇÉåî~åhçåáàåÉåîççêÇÉîçÉí ÄäòU SKaçÇÉåî~åhçåáàåÉåãáÇÇÉäëÇêáàîÉå ÄäòV TKaçÇÉåî~åhçåáàåÉåÉåe~òÉåãÉíÄÉÜìäéî~åâìåëíäáÅÜí ÄäòNM UKs~åÖÉåî~åhçåáàåÉåãÉíÄÉÜìäéî~åcêÉíÉåÄìáÇÉä ÄäòNN VKs~åÖÉåî~åhçåáàåÉåãÉíÄÉÜìäéî~åÉÉåà~ÅÜíîçÖÉä ÄäòNO NMKaçÇÉåî~åtáäÇÉÉÉåÇÉåEÉå~åÇÉêÉï~íÉêîçÖÉäëFãáÇÇÉäë~~åòáí ÄäòNP NNKaçÇÉåî~åtáäÇÉÉÉåÇÉåîççêÇÉîçÉíà~ÖÉå ÄäòNQ NOKaçÇÉåî~åeçìíÇìáîÉåIwï~êíÉâê~~áÉåÉåh~ìïÉåãáÇÇÉäë~~åòáí ÄäòNR NPKaçÇÉåî~åeçìíÇìáîÉåîççêÇÉîçÉí ÄäòNS NQKaçÇÉåî~åeçìíÇìáîÉåãÉíÄÉÜìäéî~åÉÉåà~ÅÜíîçÖÉä ÄäòNT NRKaçÇÉåî~åbÇÉäÜÉêíIa~ãÜÉêíItáäÇòïáàåÉåoÉÉîççêÇÉîçÉí ÄäòNU NSKaçÇÉåî~åbÇÉäÜÉêíIa~ãÜÉêíItáäÇòïáàåÉåoÉÉáåÇÉëÅÜÉãÉêéÉêáçÇÉ ÄäòNV NTKaçÇÉåî~åbÇÉäÜÉêíIa~ãÜÉêíItáäÇòïáàåÉåoÉÉãáÇÇÉäë~~åòáí ÄäòOM NUKaçÇÉåî~åtáäÇòïáàåÛëå~ÅÜíëãÉíå~íììêäáàâäáÅÜíÉåêÉëíäáÅÜíîÉêëíÉêâÉê ÄäòON NVKaçÇÉåî~åtáäÇòïáàåÛëå~ÅÜíëãÉíÄÉÜìäéî~åâìåëíäáÅÜí ÄäòOO OMKaçÇÉåî~åjÉÉêâçÉíÉåãáÇÇÉäë~~åòáí ÄäòOP ONKaçÇÉåî~åjÉÉêâçÉíÉåîççêÇÉîçÉí ÄäòOQ OOKs~åÖÉåÉåÇçÇÉåî~åwï~êíÉâê~~áÉåh~ìïãáÇÇÉäëî~åÖâççáÉåÉåçÑâ~ëíî~ääÉåÄäòOR OPKaçÇÉåî~åwï~êíÉâê~~áÉåh~ìïîççêÇÉîçÉí ÄäòOS OQKs~åÖÉåÉåÇçÇÉåî~åsçëëÉåãáÇÇÉäëî~åÖâççáÉå ÄäòOT ORKs~åÖÉåÉåÇçÇÉåî~åsçëëÉåãáÇÇÉäëÇêáàîÉå ÄäòOU OSKs~åÖÉåÉåÇçÇÉåî~åsçëëÉåãÉí~~åòáí ÄäòOV OTKs~åÖÉåÉåÇçÇÉåî~åsçëëÉåãÉíÄÉÜìäéî~åâìåëíäáÅÜí ÄäòPM OUKaçÇÉåî~åhåçÄÄÉäòï~åÉåîççêÇÉîçÉí ÄäòPN OVKpÅÜìÇÇÉåÉåê~éÉåî~åÉáÉêÉåî~åhåçÄÄÉäòï~åÉå ÄäòPO PMKpÅÜìÇÇÉåÉåê~éÉåî~åÉáÉêÉåî~åçîÉêòçãÉêÉåÇÉÖ~åòÉå ÄäòPP PNKaçÇÉåî~åçîÉêòçãÉêÉåÇÉÖ~åòÉåîççêÇÉîçÉí ÄäòPQ POKs~åÖÉåî~åçîÉêòçãÉêÉåÇÉÖ~åòÉåãÉíÄÉÜìäéî~ååÉííÉå ÄäòPR PPKaçÇÉåî~åtáäÇòïáàåãáÇÇÉä åjçéj åjãéíüççéeçêìâà~åüíf ÄäòPS

4 A&W-rapport 1036 1. Doden van fazanten voor de voet Methode waarbij jager (langzaam) lopend door het veld, de voor hem opvliegende fazanten tracht te schieten. Kan alleen of met meerdere jagers op linie. Soms tussen de jagers drijvers of hondenbegeleiders. Vaak vergezeld van een staande hond, die dicht onder het geweer werkt en het wild opzoekt en aanwijst. Deze honden kunnen vaak ook apporteren. Evt. met een aparte apporteerhond. Habitat Bos, natuurterreinen, akkerbouwgebieden, rietlanden, slootkanten FF-wet Wildsoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Winter Bejaagbare periode: Fazanthaan: 15 okt t/m 31 jan. Fazanthen: 15 okt t/m 31 dec. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar 1-2 Veelal meerdere keren per seizoen per jachtveld, waarbij I.h.a. steeds andere percelen worden bejaagd. Oppervlak per actie Beperkt Beperkt per jachtdag. I.h.a. zal elk perceel binnen een jachtveld een keer bejaagd worden. Sommige jagers laten elk jaar een deel van het veld onbejaagd. Aantal deelnemers 1-5 Aantal geweren 1-5 Aantal drijvers 0-4 Overige deelnemers - Evt. hondenbegeleider die dan ook fungeert als drijver. Aantal honden 1-2 Vaak met 1 of 2 staande en/of apporterende honden Staande hond ja Dicht onder het geweer werkend. Apporterende hond ja Drijvende hond nee Zweethond nee Opdrijvende geluiden Beperkt Vrij rustige, stille methode. Teveel lawaai/verstoring laat het wild namelijk te vroeg, dus buiten schootsafstand (ca. 30 m), opvliegen. Aantal schoten Beperkt Opmerkingen I.v.m. schadebestrijding kan bij provinciale vrijstelling/ ontheffing worden afgeweken van bejaagbare periode. I.h.a. worden geen of slechts een beperkt aantal hennen geschoten.

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 5 2. Doden van fazanten middels drijven Methode waarbij drijvers op linie een veld aflopen en het wild richting meerdere jagers drijven. Bijna altijd met ruim werkende staande honden, die het wild opzoeken en aanwijzen of opjagen. Vaak met één of meerdere hondenbegeleiders met apporteerhonden, die geschoten of aangeschoten wild opzoeken en binnenbrengen. Habitat Bos, natuurterreinen, akkerbouwgebieden, rietlanden, slootkanten FF-wet Wildsoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Winter Bejaagbare periode: Fazanthaan: 15 okt t/m 31 jan. Fazanthen: 15 okt t/m 31 dec. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar 1-2 Veelal enkele keren per seizoen per jachtveld, waarbij I.h.a. steeds andere percelen worden bejaagd. Oppervlak per actie Variabel Normale afstand tussen drijvers bedraagt 20 m bij dichte dekking en 40 m bij vlak terrein. Normale afstand tussen jagers is twee maal schotlengte: 2 x 30 m 60 m. Bejaagde oppervlakte per dag is sterk afhankelijk van aantal deelnemers. Men kan kiezen voor meerdere jachtdagen met kleine driften of een beperkt aantal dagen met grote driften (zie ook frequentie). Aantal deelnemers > 5 Aantal geweren > 2 Aantal drijvers > 3 Overige deelnemers Evt. 1 of meerdere hondenbegeleiders Aantal honden 1-5 Meerdere staande en apporterende honden Staande hond ja Apporterende hond ja Drijvende hond ja Vooral in dichte dekking Zweethond nee Opdrijvende geluiden ja Vrij lawaaiige methode, vooral in dichte dekking. Aantal schoten Groot Opmerkingen I.v.m. schadebestrijding kan bij provinciale vrijstelling/ ontheffing worden afgeweken van bejaagbare periode. I.h.a. worden geen of slechts een beperkt aantal hennen geschoten.

6 A&W-rapport 1036 3. Doden van hazen voor de voet Methode waarbij jager (langzaam) lopend door het veld, de voor hem opkomende hazen tracht te schieten. Kan alleen of met meerdere jagers op linie. Soms tussen de jagers drijvers of hondenbegeleiders. Vaak vergezeld van een staande hond, die dicht onder het geweer werkt en het wild opzoekt en aanwijst. Deze honden kunnen vaak ook apporteren. Evt. met een aparte apporteerhond. Habitat Bos, natuurterreinen, landbouwgebieden. FF-wet Wildsoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Winter Bejaagbare periode: 15 okt t/m 31 dec. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar 1-2 Veelal meerdere keren per seizoen per jachtveld, waarbij I.h.a. steeds andere percelen worden bejaagd. Oppervlak per actie Beperkt Beperkt per jachtdag. I.h.a. zal elk perceel binnen een jachtveld een keer bejaagd worden. Sommige jagers laten elk jaar een deel van het veld onbejaagd. Aantal deelnemers 1-5 Aantal geweren 1-5 Aantal drijvers 0-4 Overige deelnemers - Evt. hondenbegeleider die dan ook fungeert als drijver. Aantal honden 1-2 Vaak met 1 of 2 staande en/of apporterende honden Staande hond ja Dicht onder het geweer werkend. Apporterende hond ja Drijvende hond nee Zweethond nee Opdrijvende geluiden Beperkt Vrij rustige, stille methode. Teveel lawaai/verstoring laat het wild namelijk te vroeg, dus buiten schootsafstand (ca. 30 m), vluchten. Aantal schoten Beperkt Opmerkingen I.v.m. schadebestrijding kan bij provinciale vrijstelling/ ontheffing worden afgeweken van bejaagbare periode.

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 7 4. Doden van hazen middels drijven Methode waarbij drijvers op linie een veld aflopen en het wild richting meerdere jagers drijven. Bijna altijd met ruim werkende staande honden, die het wild opzoeken en aanwijzen of opjagen. Vaak met één of meerdere hondenbegeleiders met apporteerhonden, die geschoten of aangeschoten wild opzoeken en binnenbrengen. Habitat Bos, natuurterreinen, landbouwgebieden. FF-wet Wildsoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Winter Bejaagbare periode: 15 okt t/m 31 dec. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar 1 I.h.a. wordt elk perceel slechts één keer per jaar bejaagd en daarna met rust gelaten. Oppervlak per actie Variabel Normale afstand tussen drijvers bedraagt 20 m bij dichte dekking en 40 m bij vlak terrein. Normale afstand tussen jagers is twee maal schotlengte: 2 x 30 m 60 m. Bejaagde oppervlakte per dag is sterk afhankelijk van aantal deelnemers. Men kan kiezen voor meerdere jachtdagen met kleine driften of een beperkt aantal dagen met grote driften (zie ook frequentie). Aantal deelnemers > 5 Aantal geweren > 2 Aantal drijvers > 3 Overige deelnemers Evt. 1 of meerdere hondenbegeleiders Aantal honden 1-5 Meerdere staande en apporterende honden Staande hond ja Apporterende hond ja Drijvende hond ja Vooral in dichte dekking Zweethond nee Opdrijvende geluiden ja Vrij lawaaiige methode, vooral in dichte dekking. Aantal schoten Groot Opmerkingen I.v.m. schadebestrijding kan bij provinciale vrijstelling/ ontheffing worden afgeweken van bejaagbare periode.

8 A&W-rapport 1036 5. Doden van konijnen voor de voet Methode waarbij jager (langzaam) lopend door het veld, de voor hem opkomende konijnen tracht te schieten. Kan alleen of met meerdere jagers op linie. Soms tussen de jagers drijvers of hondenbegeleiders. Vaak vergezeld van een staande hond, die dicht onder het geweer werkt en het wild opzoekt en aanwijst. Deze honden kunnen vaak ook apporteren. Evt. met een aparte apporteerhond. Habitat Bos, natuurterreinen, duingebieden, houtwallen, rietlanden, slootkanten FF-wet Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Gehele jaar Bejaagbare periode: 15 aug t/m 31 jan. Is naast wildsoort ook landelijke schadesoort. Voor konijn geldt ook vrijstelling voor de rest van het jaar. Methode vindt meestal s winters plaats. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar 1-2 Veelal meerdere keren per seizoen per jachtveld, waarbij I.h.a. steeds andere percelen worden bejaagd. Oppervlak per actie Beperkt Beperkt per jachtdag. I.h.a. zal elk perceel binnen een jachtveld een keer bejaagd worden. Sommige jagers laten elk jaar een deel van het veld onbejaagd. Aantal deelnemers 1-5 Aantal geweren 1-5 Aantal drijvers 0-4 Overige deelnemers - Evt. hondenbegeleider die dan ook fungeert als drijver. Aantal honden 1-2 Vaak met 1 of 2 staande en/of apporterende honden Staande hond ja Dicht onder het geweer werkend. Apporterende hond ja Drijvende hond nee Zweethond nee Opdrijvende geluiden Beperkt Vrij rustige, stille methode. Teveel lawaai/verstoring laat het wild namelijk te vroeg, dus buiten schootsafstand (ca. 30 m), vluchten. Aantal schoten Beperkt Opmerkingen Geen

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 9 6. Doden van konijnen middels drijven Methode waarbij drijvers op linie een veld aflopen en het wild richting meerdere jagers drijven. Bijna altijd met ruim werkende staande honden, die het wild opzoeken en aanwijzen of opjagen. Vaak met één of meerdere hondenbegeleiders met apporteerhonden, die geschoten of aangeschoten wild opzoeken en binnenbrengen. Habitat Bos, natuurterreinen, duingebieden, rietlanden FF-wet Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Gehele jaar Bejaagbare periode: 15 aug t/m 31 jan. Is naast wildsoort ook landelijke schadesoort. Voor konijn geldt ook vrijstelling voor de rest van het jaar. Methode vindt meestal s winters plaats. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar 1-2 I.h.a. wordt elk perceel slechts één keer per jaar bejaagd en daarna met rust gelaten. Oppervlak per actie Variabel Normale afstand tussen drijvers bedraagt 20 m bij dichte dekking en 40 m bij vlak terrein. Normale afstand tussen jagers is twee maal schotlengte: 2 x 30 m 60 m. Bejaagde oppervlakte per dag is sterk afhankelijk van aantal deelnemers. Men kan kiezen voor meerdere jachtdagen met kleine driften of een beperkt aantal dagen met grote driften (zie ook frequentie). Aantal deelnemers > 5 Aantal geweren > 2 Aantal drijvers > 3 Overige deelnemers Evt. 1 of meerdere hondenbegeleiders Aantal honden 1-5 Meerdere staande en apporterende honden Staande hond ja Apporterende hond ja Drijvende hond ja Vooral in dichte dekking Zweethond nee Opdrijvende geluiden ja Vrij lawaaiige methode, vooral in dichte dekking. Aantal schoten Groot Opmerkingen Geen

10 A&W-rapport 1036 7. Doden van konijnen en hazen met behulp van kunstlicht Methode waarbij konijnen en hazen s nachts m.b.v. een sterke lichtbundel worden opgezocht. Het licht fixeert het konijn of de haas, waarna het kan worden geschoten (meestal met klein kaliber (.22). Kan vanuit een auto of lopend door het veld. Habitat FF-wet Waterkerende dijken en boomgaarden Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Gebruik kunstlicht alleen op basis van provinciale ontheffing. Verplaatsend, opzoekend Conform voorwaarden ontheffing. Type methode Periode jaar Periode dag s Nachts Freq./perceel/jaar - Afhankelijk van gewenste afschot i.v.m. schadebestrijding. Oppervlak per actie Groot Vooral vanuit een auto kan op 1 nacht een groot gebied worden afgezocht. Aantal deelnemers 2-3 Aantal geweren 1 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers 1-2 Lopend: 1 persoon die de lamp bedient en 1 met het geweer. Vanuit auto: 1 chauffeur, 1 persoon die de lamp bedient en 1 met het geweer. Aantal honden max. 1 Soms met een apporterende hond. Staande hond - Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Aantal schoten variabel Geluid van het schot van een.22 is beperkt. Opmerkingen Konijn, haas, vos en marterachtigen worden niet verstoord door de lichtbundel. Watervogels en sommige weidevogels vliegen bij deze methode wel op. Het is echter niet zeker of dit door de lamp of door de langsrijdende auto wordt veroorzaakt.

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 11 8. Vangen van konijnen met behulp van fret en buidel Methode waarbij de konijnen m.b.v. een fret uit de bouw (burcht) worden gejaagd. Voor de ingangen worden buidels aangebracht, bestaande uit een netje met een (aan een grondpen bevestigd) trekkoord. Een springend konijn trekt het netje tot een zak en raakt zo gevangen. Habitat Bos, natuurterreinen, duingebieden, dijken, wegbermen, spoordijken, industrie- en bedrijventerreinen, begraafplaatsen, campings. FF-wet Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Wettelijk Type methode toegestane methode. Statisch (evt. lopend verplaatsend van bouw naar bouw) Periode jaar Gehele jaar Bejaagbare periode: 15 aug t/m 31 jan. Is naast wildsoort ook landelijke schadesoort. Voor konijn geldt ook vrijstelling voor de rest van het jaar. Bij voorkeur wordt deze methode niet toegepast in het voorjaar, als er veel jonge konijnen aanwezig zijn. De kans op vastzitten van de fret is dan te hoog. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar Variabel Afhankelijk van de overlast en de gewenste decimering van de konijnenstand ter plaatse. Oppervlak per actie Beperkt Burchtlocatie. Aantal deelnemers 2-4 Aantal geweren n.v.t. Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers 2-4 Aantal honden max. 1 Soms wordt er een hond gebruikt om te beoordelen of een bouw bewoond is. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Zeer stille methode. Lawaai en verontrusting voorkomt dat de konijnen springen. Het gevaar bestaat dan dat de fret een konijn vangt en niet meer boven wil komen. Aantal schoten Opmerkingen n.v.t. De fret wordt bij deze methode ook wel gemuilkorfd, om te voorkomen dat deze ondergronds een konijn vangt en vervolgens onderblijft. Het opgraven van een vastzittende fret is in sommige gebieden ongewenst. Beter is dan om een tweede fret in te zetten (de andere komt dan vaak weer mee) of het transportkistje van de fret voor één van de ingangen aan te brengen en de rest van de pijpen goed dicht te maken. Na verloop van tijd zal de fret is zijn vertrouwde kistje liggen te slapen.

12 A&W-rapport 1036 9. Vangen van konijnen met behulp van een jachtvogel Methode waarbij konijnen worden verjaagd uit de bouw of dekking, waarna ze door een jachtvogel (havik, slechtvalk) worden gezien en geslagen (gevangen). Het losmaken van de konijnen kan d.m.v. drijven, voor de voet of m.b.v. een fret uit de bouw. Habitat Natuurterreinen, duingebieden, landbouwgebieden. Deze methode vraagt relatief open terrein. FF-wet Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Gebruik jachtvogel alleen op basis van valkeniersvergunning. Type methode Verplaatsend, opdrijvend (in combinatie met fret: opzoekend) Periode jaar Gehele jaar Bejaagbare periode: 15 aug t/m 31 jan. Is naast wildsoort ook landelijke schadesoort. Voor konijn geldt ook vrijstelling voor de rest van het jaar. Periode dag Overdag Zonsopgang tot zonsondergang Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers Variabel Afhankelijk van methode. Zie 5, 6 en 8. Aantal geweren n.v.t. Aantal drijvers Variabel Afhankelijk van methode. Zie 5, 6 en 8. Overige deelnemers - 1 of meerdere valkeniers. Aantal honden Variabel Evt. 1 of meerdere staande of drijvende honden om het wild op te sporen. Staande hond ja Apporterende hond - Drijvende hond ja Vooral om konijnen los te maken uit dichte dekking. Zweethond - Opdrijvende geluiden Variabel Afhankelijk van methode. Zie 5, 6 en 8. Aantal schoten n.v.t. Opmerkingen Geen

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 13 10. Doden van wilde eenden (en andere watervogels) middels aanzit Methode waarbij de jager in de dekking of een schuilhutje langs een slootkant of oever zit en overvliegende eenden (of andere watervogels) tracht te schieten. Ook wel op of aan de randen van akkerbouwpercelen waar eenden op trekken en schade veroorzaken. Bij de aanzitjacht langs wateren worden ook wel plastic lokeenden, levende lokkers (kwakertjes) en/of lokfluiten ingezet om de eenden binnen schot te krijgen. Kan alleen, met 2 jagers bij elkaar of met meerdere jagers op enige afstand van elkaar. Meestal vergezeld van een apporterende hond. Habitat Sloten, vaarten, kanalen, vennen, vijvers, oevers langs meren, akkerbouwpercelen. FF-wet Wilde eend is een wildsoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Statisch, afwachtend (soms lokkend) Periode jaar Late zomer, winter Bejaagbare periode: 15 aug t/m 31 jan Periode dag Schemerperiode s Morgens of s avonds. Toegestaan van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Vooral vaste schuilhutten zullen meerdere keren per seizoen worden benut. Oppervlak per actie Beperkt Statische jacht vanaf één plek. Aantal deelnemers 1-4 Aantal geweren 1-4 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden 1-2 Meestal met een apporterende hond. Staande hond - Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Rustige, stille methode. Zichtbaarheid of lawaai van de jager voorkomt dat eenden binnen schot komen (ca. 30 m). Aantal schoten Opmerkingen Variabel, beperkt I.v.m. schadebestrijding kan bij provinciale vrijstelling/ontheffing worden afgeweken van bejaagbare periode. Op basis van het faunabeheerplan geldt de ontheffing voor afschot van Wilde eend op schadegevoelige percelen ook in de periode 17 juli tot 15 augustus.

14 A&W-rapport 1036 11. Doden van wilde eenden voor de voet jagen Methode waarbij jager lopend langs slootkanten opvliegende eenden tracht te schieten. Kan alleen of met een tweede persoon (jager, drijver) ieder aan een kant. Vaak vergezeld van een hond, die meezwemt, de oevervegetatie afzoekt en geschoten wild apporteert. Soms worden groepen eenden op wateren in het jachtveld gelokaliseerd, waarna deze worden aangelopen (buiten het zicht blijven totdat de eenden binnen schootsafstand zijn). Habitat Sloten, vaarten, kanalen, vennen, vijvers, oevers langs meren. FF-wet Wildsoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Periode jaar Winter Bejaagbare periode: 15 aug t/m 31 jan. Wordt bij voorkeur niet vroeg in het seizoen toegepast i.v.m. de aanwezigheid van nog slecht vliegende jonge eenden. Periode dag Overdag Toegestaan van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Veelal beperkt tot oeverzones. Aantal deelnemers 1-2 Aantal geweren 1-2 Aantal drijvers 0-1 Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden 1 Vaak met een hond. Staande hond ja Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden Beperkt Teveel lawaai/verstoring laat het wild te vroeg, dus buiten schootsafstand (ca. 30 m), opvliegen. Aantal schoten Beperkt Opmerkingen I.v.m. schadebestrijding kan bij provinciale vrijstelling/ontheffing worden afgeweken van bejaagbare periode. Op basis van het faunabeheerplan geldt de ontheffing voor afschot van Wilde eend op schadegevoelige percelen ook in de periode 17 juli tot 15 augustus.

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 15 12. Doden van houtduiven, zwarte kraaien en kauwen middels aanzit Methode waarbij de jager in de dekking of een schuilhutje zit en overvliegende of invallende duiven, zwarte kraaien of kauwen tracht te schieten. Veelal nabij roestbomen en bosjes (slaapplaatsen) of aan de randen van akkerbouwpercelen waar duiven op trekken en schade veroorzaken. Bij de aanzitjacht worden ook wel plastic lokduiven ingezet om houtduiven binnen schootafstand te krijgen. Kan alleen, met 2 jagers bij elkaar of met meerdere jagers op enige afstand van elkaar. Meestal vergezeld van een apporterende hond. Habitat Bosranden, bosjes, houtwallen, akkerbouwpercelen. FF-wet Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Statisch, afwachtend (soms lokkend) Periode jaar Gehele jaar Bejaagbare periode: 15 okt t/m 31 jan. Is naast wildsoort ook landelijke schadesoort. Voor deze soorten geldt ook vrijstelling voor de rest van het jaar Periode dag Overdag Aanzit bij roestplaatsen: Einde middag en schemerperiode s avonds. Aanzit bij akkerbouwpercelen: s Ochtends en overdag. Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Statische jacht vanaf één plek. Aantal deelnemers 1-4 Aantal geweren 1-4 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden 1-2 Meestal met een apporterende hond. Staande hond - Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Rustige, stille methode. Zichtbaarheid of lawaai van de jager voorkomt dat duiven binnen schot komen (ca. 30 m). Aantal schoten Variabel Opmerkingen Geen

16 A&W-rapport 1036 13. Doden van houtduiven voor de voet Methode waarbij 1 of 2 jagers aan weerszijden van houtwallen of singels lopen en de hieruit wegvliegen houtduiven proberen te schieten. Een andere methode die wel wordt toegepast is het aanlopen van een koerende doffer (mannetje) in bossen in het voorjaar. Habitat Bosgebieden, houtwalgebieden FF-wet Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Wettelijk toegestane methode. Type methode Verplaatsend Periode jaar Gehele jaar Bejaagbare periode: 15 okt t/m 31 jan. Is naast wildsoort ook landelijke schadesoort. Voor deze soorten geldt ook vrijstelling voor de rest van het jaar Periode dag Overdag Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers 1-2 Aantal geweren 1-2 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden 1 Evt. met een apporterende hond. Staande hond - Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Rustige, stille methode. Zichtbaarheid of lawaai van de jager voorkomt dat duiven binnen schot komen (ca. 30 m). Aantal schoten Variabel Opmerkingen Geen

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 17 14. Doden van houtduiven met behulp van een jachtvogel Methode waarbij duiven worden verjaagd uit bosgebieden, houtwallen of akkerbouwgewassen, waarna ze door een jachtvogel (havik, slechtvalk) worden gezien en geslagen (gevangen). Het verjagen kan d.m.v. drijvers of voor de voet door de valkenier zelf. Habitat Bosgebieden, houtwalgebieden, akkerbouwgebieden. Deze methode vraagt een relatief open terrein. FF-wet Wildsoort en landelijke vrijstellingssoort. Gebruik jachtvogels alleen op basis van valkeniersvergunning. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Gehele jaar Bejaagbare periode: 15 okt t/m 31 jan. Is naast wildsoort ook landelijke schadesoort. Voor deze soorten geldt ook vrijstelling voor de rest van het jaar. Periode dag Overdag Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Variabel Aantal deelnemers Variabel Afhankelijk van methode. Aantal geweren n.v.t. Aantal drijvers Variabel Afhankelijk van methode. Overige deelnemers - 1 of meerdere valkeniers. Aantal honden n.v.t. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Rustige methode. Houtduiven laten zich gemakkelijk verjagen en ook bij het uitdrijven van bosgebieden e.d. is geen lawaai nodig. Aantal schoten n.v.t. Opmerkingen Geen

18 A&W-rapport 1036 15. Doden van edelhert, damhert, wild zwijn en ree voor de voet Zogenaamde bersjacht, waarbij de jager het wild tot binnen schootsafstand (max. 100-150 m) probeert aan te lopen. Habitat Leefgebieden. FF-wet Op basis van beheerplan en provinciale ontheffing. Type methode Verplaatsend, opzoekend Periode jaar Zie opmerkingen Periode dag Schemerperiode Schemerperiode ( s ochtends, s avonds) en evt. overdag. 1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur na zonsondergang (m.u.v. wild zwijn). Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers 1 Aantal geweren 1 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden max. 1 Een eventuele zweethond (hond die aangeschoten grofwild kan opsporen) blijft meestal in de auto. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond ja Opdrijvende geluiden nee Zeer stille, rustige methode. Aantal schoten beperkt Meestal maar 1 schot (en een evt. vangschot) Opmerkingen In Gelderland gelden de volgende afschotperioden voor populatiebeheer en schadebestrijding (afschot van gewonde en zieke dieren indien voorkomend): Edelhert en damhert: 15 augustus t/m 15 februari Wild zwijn: 1 juli t/m 31 januari (dag en nacht); buiten het leefgebied van het Wild zwijn geldt de nulstand ( geen zwijnen): jaarrond Ree (buiten Centraal Veluws Natuurgebied): Reegeiten en kalveren: 1 december t/m 15 maart. Reebokken: 1 mei t/m 15 sept. Binnen CVN (reegeiten, -bokken en -kalveren): 1 juli t/m 15 februari.

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 19 16. Doden van edelhert, damhert, wild zwijn en ree in de schemer-periode Methode kan middels voor de voet jacht (15) of middels aanzit (17). Habitat Leefgebieden. FF-wet Op basis van beheerplan en provinciale ontheffing. Type methode Verplaatsend, opzoekend (15) of statisch, afwachtend (17) Periode jaar Zie opmerkingen Periode dag Schemerperiode s ochtends, s avonds. Toegestaan van 1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur na zonsondergang (m.u.v. wild zwijn). Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers 1 Aantal geweren 1 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden max. 1 Een eventuele zweethond (hond die aangeschoten grofwild kan opsporen) blijft meestal in de auto. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond ja Opdrijvende geluiden nee Zeer stille, rustige methode. Aantal schoten beperkt Meestal maar 1 schot (en een evt. vangschot) Opmerkingen In Gelderland gelden de volgende afschotperioden voor populatiebeheer en schadebestrijding (afschot van gewonde en zieke dieren indien voorkomend): Edelhert en damhert: 15 augustus t/m 15 februari (1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur na zonsondergang) Wild zwijn: 1 juli t/m 31 januari (dag en nacht); buiten het leefgebied van het Wild zwijn geldt de nulstand ( geen zwijnen): jaarrond Ree (buiten Centraal Veluws Natuurgebied): Reegeiten en kalveren: 1 december t/m 15 maart. Reebokken: 1 mei t/m 15 sept. Binnen CVN (reegeiten, -bokken en -kalveren): 1 juli t/m 15 februari.

20 A&W-rapport 1036 17. Doden van edelhert, damhert, wild zwijn en ree middels aanzit Methode waarbij de jager in de dekking, achter een camouflagenet of scherm of in een kansel of hoogzit wacht op langskomend wild. Het stuk wordt eerst aangesproken (beoordeeld op geslacht, leeftijd, conditie e.d.), waarna wordt beoordeeld of het dier kan/moet worden geschoten. Habitat Leefgebieden, akkerbouwgebieden. FF-wet Op basis van beheerplan en provinciale ontheffing. Type methode Statisch, afwachtend Periode jaar Zie opmerkingen Periode dag Schemerperiode s ochtends, s avonds. Toegestaan van 1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur na zonsondergang (m.u.v. wild zwijn). Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers 1 Aantal geweren 1 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden max. 1 Een eventuele zweethond (hond die aangeschoten grofwild kan opsporen) blijft meestal in de auto. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond ja Opdrijvende geluiden nee Zeer stille, rustige methode. Aantal schoten beperkt Meestal maar 1 schot (en een evt. vangschot) Opmerkingen In Gelderland gelden de volgende afschotperioden voor populatiebeheer en schadebestrijding (afschot van gewonde en zieke dieren indien voorkomend): Edelhert en damhert: 15 augustus t/m 15 februari Wild zwijn: 1 juli t/m 31 januari (dag en nacht); buiten het leefgebied van het Wild zwijn geldt de nulstand ( geen zwijnen): jaarrond Ree (buiten Centraal Veluws Natuurgebied): Reegeiten en kalveren: 1 december t/m 15 maart. Reebokken: 1 mei t/m 15 sept. Binnen CVN (reegeiten, -bokken en -kalveren): 1 juli t/m 15 februari.

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 21 18. Doden van wild zwijn s nachts met natuurlijk licht of restlichtversterker Methode waarbij de jager het wild tijdens donkere nachten m.b.v. een restlichtversterker, of tijdens nachten met heldere maan op zicht en geluid, probeert te lokaliseren en tot binnen schootsafstand aan te lopen. Kan evt. ook als aanzitjacht vanaf een kansel of hoogzit (zie 17). Habitat Leefgebieden, akkerbouwgebieden. FF-wet Op basis van beheerplan en provinciale ontheffing. Type methode Verplaatsend, opzoekend of statisch, afwachtend (17) Periode jaar Conform voorwaarden ontheffing (1 juli t/m 31 januari); buiten het leefgebied van het Wild zwijn geldt de nulstand ( geen zwijnen): jaarrond Periode dag s Nachts Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers 1 Aantal geweren 1 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden max. 1 Een eventuele zweethond (hond die aangeschoten grofwild kan opsporen) blijft meestal in de auto. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond ja Opdrijvende geluiden nee Zeer stille, rustige methode. Aantal schoten beperkt Meestal maar 1 schot (en een evt. vangschot) Opmerkingen

22 A&W-rapport 1036 19. Doden van wild zwijn s nachts met behulp van kunstlicht Methode waarbij de jager in de nachtelijke periode het wild m.b.v. een schijnwerper/sterke lamp probeert te lokaliseren en tot binnen schootsafstand aan te lopen. Kan ook vanuit een rondrijdende auto of vanaf een hoogzit of kansel. Habitat FF-wet Type methode Periode jaar Leefgebieden, akkerbouwgebieden Op basis van beheerplan en provinciale ontheffing. Verplaatsend, opzoekend Conform voorwaarden ontheffing (1 juli t/m 31 januari); buiten het leefgebied van het Wild zwijn geldt de nulstand ( geen zwijnen): jaarrond Periode dag s Nachts Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers 1-3 Aantal geweren 1 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers 1-2. Lampdrager en evt. chauffeur. Aantal honden max. 1 Een eventuele zweethond (hond die aangeschoten grofwild kan opsporen) blijft meestal in de auto. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond ja Opdrijvende geluiden nee Zeer stille, rustige methode. Aantal schoten beperkt Meestal maar 1 schot (en een evt. vangschot) Opmerkingen Geen

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 23 20. Doden van meerkoeten middels aanzit Methode waarbij de jager in de dekking of een schuilhutje langs een slootkant of oever zit en meerkoeten tracht te schieten. Meestal op de overgang van water naar landbouwpercelen (schadebestrijding). Habitat Overgangen van water naar landbouwpercelen. Alleen ontheffing voor schadegevoelige percelen. FF-wet Op basis van provinciale vrijstelling/ontheffing Type methode Statisch, afwachtend Periode jaar Conform voorwaarden ontheffing (1 september t/m 31 maart) Periode dag Overdag Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Statische jacht vanaf één plek. Aantal deelnemers 1-2 Aantal geweren 1-2 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden Max. 1 Evt. met een apporterende hond. Staande hond - Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Rustige, stille methode. Zichtbaarheid of lawaai van de jager voorkomt dat meerkoeten binnen schot komen. Aantal schoten Beperkt Meerkoeten worden na 1 of 2 schoten verjaagd. Opmerkingen Geen

24 A&W-rapport 1036 21. Doden van meerkoeten voor de voet Methode waarbij jager lopend langs slootkanten opvliegende meerkoeten tracht te schieten. Kan alleen of met 2 jagers ieder aan een kant. Vaak vergezeld van een hond, die meezwemt, de oevervegetatie afzoekt en geschoten wild apporteert. Soms worden groepen meerkoeten op wateren in het jachtveld gelokaliseerd, waarna deze worden aangelopen (buiten het zicht blijven totdat de meerkoeten binnen schootsafstand zijn). Habitat Sloten, vaarten, kanalen, vennen, vijvers, oevers langs meren. Veelal nabij landbouwpercelen. Alleen ontheffing voor schadegevoelige percelen. FF-wet Op basis van provinciale vrijstelling/ontheffing Type methode Statisch, afwachtend Periode jaar Conform voorwaarden ontheffing (1 september t/m 31 maart) Periode dag Overdag Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Beperkt tot oeverzones. Aantal deelnemers 1-2 Aantal geweren 1-2 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden Max. 1 Vaak met een hond. Staande hond ja Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Vrij rustige, stille methode. Teveel lawaai/verstoring laat het wild namelijk te vroeg, dus buiten schootsafstand (ca. 30 m), opvliegen. Aantal schoten Beperkt Opmerkingen Geen

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 25 22. Vangen en doden van zwarte kraai en kauw middels vangkooien en of kastvallen Het vangen van zwarte kraaien en kauwen m.b.v. een vangkooi of een kastval. Een kastval sluit als een dier een pal, tredplaat of aas aanraakt en is in principe geschikt voor het vangen van één dier per keer. Vangkooien zijn veel groter en werken I.h.a. met een fuikconstructie die de toegang tot de kooi mogelijk maakt, maar de uitgang belemmert. Vangkooien zijn geschikt voor het vangen van meerdere exemplaren. De dieren worden in de kastval of vangkooi gelokt door aas en/of een levende lokvogel. Habitat Bosranden, landbouwgebieden, houtwallen, erfbeplantingen, nabij vuilstortplaatsen, weidevogelgebieden FF-wet Zwarte kraai en kauw zijn landelijke schadesoorten. Voor deze soorten geldt (bij het schrijven van onderhavige rapportage) een vrijstelling voor het vangen en doden middels een kastval en vangkooi. Waarschijnlijk wordt deze vrijstelling in de toekomst veranderd in de wetgeving. Type methode Statisch, controlerend Periode jaar Gehele jaar Periode dag Gehele dag Vangkooien en kastvallen werken in principe de gehele dag, maar zullen alleen overdag zwarte kraaien en kauwen vangen. Freq./perceel/jaar Dagelijks Controle dient dagelijks plaats te vinden (verwijderen gevangen dieren, controle op bijvangsten, verversen aas en voedsel/drinkwater lokvogel). Oppervlak per actie Beperkt Beperkt tot vanglocatie en aanlooproute Aantal deelnemers 1 Aantal geweren n.v.t. Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden n.v.t. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden n.v.t. Aantal schoten n.v.t. Opmerkingen Geen

26 A&W-rapport 1036 23. Doden van zwarte kraai en kauw voor de voet Een weinig toegepaste methode omdat zwarte kraai en kauw zich moeilijk laten aanlopen tot binnen schootsafstand (30 m). De meest kansrijke methode voor zwarte kraai is om in het vroege voorjaar de nesten aan te lopen en de afvliegende kraai te schieten. Het schieten van kraaien als deze al jongen hebben wordt als onweidelijk beschouwd. Omdat kauwen holenbroeders zijn, werkt deze methode niet. Ook aanzit bij nesten op schadeperceel. Habitat Bosgebieden, houtwallen, erfbeplantingen FF-wet Zwarte kraai en kauw zijn landelijke schadesoorten. Voor deze soorten geldt een vrijstelling voor doden met het geweer. Wettelijk toegestane methode. Vrijstelling wordt waarschijnlijk in de toekomst veranderd in de wetgeving. Type methode Verplaatsend, opjagend Periode jaar Gehele jaar Begin broedseizoen (Gehele jaar toegestaan) Periode dag Overdag Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang. Freq./perceel/jaar Variabel Oppervlak per actie Beperkt Aantal deelnemers 1-4 Aantal geweren 1-4 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden 1-2 Evt. een apporterende hond. Staande hond - Apporterende hond ja Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Zeer rustige, stille methode Aantal schoten beperkt Opmerkingen Geen

Effectenstudie jacht, beheer en schadebestrijding in Natura 2000-gebieden 27 24. Vangen en doden van vossen middels vangkooien Het vangen van jonge vossen op of nabij de bouw (burcht) m.b.v. een vangkooi of een kastval. Een kastval sluit (valdeur) als een dier een tredplaat of aas aanraakt en is in principe geschikt voor het vangen van één dier per keer. Een kastval wordt voorzien van aas. Vangkooien voor vossen bestaan uit een buisvormige gazen pijp, voorzien éénzijdig te openen klepje. De vangkooien wordt voor de pijpen van de bouw geplaatst. Resterende pijpen worden dichtgemaakt. Met deze vangkooien kunnen meerdere jonge vossen per nacht worden gevangen. De gevangen dieren worden meestal m.b.v. het geweer gedood. Habitat FF-wet Type methode Periode jaar Op en nabij vossenbouwen. De vos is een landelijke schadesoort. Voor de vos geldt een landelijke vrijstelling voor het vangen/doden m.b.v. kastvallen, vangkooien en geweer. Statisch, controlerend Gehele jaar toegestaan Gehele jaar Periode dag Ochtend Vangkooien en kastvallen werken in principe de gehele dag, maar zullen voornamelijk in de schemering en s nachts vossen vangen. Controle vindt s ochtends plaats. Freq./perceel/jaar Dagelijks Controle dient dagelijks plaats te vinden. Oppervlak per actie Beperkt Beperkt tot vanglocatie en aanlooproute Aantal deelnemers 1 Aantal geweren 1 Aantal drijvers n.v.t. Overige deelnemers n.v.t. Aantal honden max. 1 Vaak wordt bij het plaatsen van de vangmiddelen een hond gebruikt om te beoordelen of een bouw belopen/bewoond is. Staande hond - Apporterende hond - Drijvende hond - Zweethond - Opdrijvende geluiden nee Zeer rustige, stille methode Aantal schoten beperkt Beperkt tot afschot van evt. gevangen dieren Opmerkingen Geen

28 A&W-rapport 1036 25. Vangen en doden van vossen middels drijven Methode waarbij drijvers op linie een veld aflopen en evt. aanwezige vossen richting meerdere jagers drijven. Bijna altijd met ruim werkende staande honden, die het wild opzoeken en aanwijzen of opjagen. Vaak met één of meerdere hondenbegeleiders met apporteerhonden, die geschoten of aangeschoten wild opzoeken en binnenbrengen. Habitat Bos, natuurterreinen, landbouwgebieden. FF-wet De vos is een landelijke schadesoort. Voor de vos geldt een landelijke vrijstelling voor het vangen/doden m.b.v. het geweer. Type methode Verplaatsend, opdrijvend Periode jaar Gehele jaar Gehele jaar toegestaan. Periode dag Overdag Toegestaan van zonsopgang tot zonsondergang. Freq./perceel/jaar 1-3 Oppervlak per actie Variabel Normale afstand tussen drijvers bedraagt 20 m bij dichte dekking en 40 m bij vlak terrein. Normale afstand tussen jagers is twee maal schotlengte: 2 x 30 m 60 m. Bejaagde oppervlakte per dag is sterk afhankelijk van aantal deelnemers. Men kan kiezen voor meerdere jachtdagen met kleine driften of een beperkt aantal dagen met grote driften (zie ook frequentie). Aantal deelnemers > 5 Aantal geweren > 2 Aantal drijvers > 3 Overige - Evt. 1 of meerdere hondenbegeleiders. deelnemers Aantal honden > 2 Meerdere staande, apporterende en evt. drijvende honden Staande hond ja Apporterende hond ja Drijvende hond ja Zweethond - Opdrijvende Beperkt geluiden Op een drijfjacht op vossen gedragen de drijvers zich I.h.a. vrij rustig. Een ervaren vos weet anders al snel wat er staat te gebeuren en zal voor aanvang van de drift reeds de benen nemen of anders tijdens de drift door de linie drijvers uitbreken. Aantal schoten Beperkt Aantal kansen op uitbrekende vossen is I.h.a. beperkt. Opmerkingen Geen