Willem Frijhoff (Vrije Universiteit Amsterdam/ Erasmus universiteit Rotterdam)



Vergelijkbare documenten

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

1) Gered worden is net zo gemakkelijk als een cadeau krijgen (Johannes 1:12)

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

De Bijbel open (12-10)

de opgegeven bijbelgedeelten te lezen? na te denken over wat je leest? dat ook in praktijk te brengen? je handen te vouwen en je knieën te buigen?

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen


GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Openingsgebeden INHOUD

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

Voorwoord. Rome en de Romeinen

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment?

Jouw avontuur met de Bijbel

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Schrijver Trent Stewart

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Gerecht van je keuze. Kaarten op tafel. Hartstochten en verlangens. Uit je eigen keuken. Om aan te proeven. je eigen onderwerp

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

De tijd die ik nooit meer

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

Genesis 1 en 2 enkele verzen Marcus 16: Pasen is opstaan

Kijkwijzer HAVO / VWO. Joep Nicolas. 11 juni 2014 t/m 11 januari Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, ,

In het voetspoor van...

WANNEER, GOD, WANNEER?

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God,

Op de vlucht. Oorlogsverhalen uit Geluwe en Gooik. Frans Peetermans. Een uitgave van de Heemkundige Kring van Gooik

Enkele vragen aan Kristin Harmel

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

De Bijbel open (09-11)

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

Apostolische rondzendbrief

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951.

Waarom zou ik geloven?

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Evelien Bos-de Greef en Ruben Vlot

Geloof tegenover gevoelens

Welk Bijbelboek gaat over dit hoofdstuk? Waarheen trok Abraham en zijn gevolg?

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

Jezus maakt mensen gelukkig

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Beste Janien, familie, vrienden, allen hier aanwezig, Het is goed om vanavond bijeen te zijn in deze Sint-Joriskerk.

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

GROEPSOPDRACHT: Bespreek met elkaar welke relatieverbanden in de Bijbel genoemd worden:

Johannes 6, We danken God, want Jezus zorgt voor ons

Jezus, het licht van de wereld

A. God, wij bidden U voor alle mensen die onzeker zijn over zichzelf: dat zij het vertrouwen in zichzelf hervinden.

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam

LES 6. Nu zie je Hem wel, nu zie je Hem niet.

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

Heilig Jaar van Barmhartigheid

De vorm van het verhaal

Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1

Het Jezusgebed. de woestijnvaders en het Jezusgebed

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

Wat staat overduidelijk in de Bijbel over de positie van man en vrouw in het huwelijk?

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

(Deel van) Zijn Lichaam

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Onze Vader. Amen.

Met regelmaat komt ik nog in de Ooster. Als ik naar deze Oosterkerkgemeente kijk, dan zie ik een zeer levendige gemeenschap.

Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

In gesprek met God. In gesprek met God. In gesprek met God. m n. Marlies Medema & Agnes Huizenga

Nieuwsbrief SHIB september 2013

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12?

Die overkant was een streek waar veel niet-joodse mensen woonden. Vreemd gebied.

De Bijbel open (29-06)

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

GETUIGENIS BOAZ VAN LUIJK

De Evolutietheorie. Gemaakt door : Thomas Pereira Datum : School : Het Baken Klas : 7a

De Bijbel open (22-09)

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

De Bijbel open (30-11)

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Heer, U zocht mij, toen ik was weggegaan U bracht mij veilig in Uw gezin U vergaf mij, mijn schuld is weggedaan U gaf mijn leven een nieuw begin

Transcriptie:

Openingswoord bij de tentoonstelling 1633: het wonderlijke leven van Everardus Bogardus, Woerdens weeskind in New York, in aquarellen van Jan Roelof van den Brink Stadsmuseum Woerden, 8 maart (-1 juni 2014) Willem Frijhoff (Vrije Universiteit Amsterdam/ Erasmus universiteit Rotterdam) 1633: een sleuteljaar voor de Woerdense held van de reeks aquarellen die hier vandaag wordt gepresenteerd, het weeskind Evert Willemsz Bogaert, later beter bekend met zijn naar de kerkelijke mode van die tijd verlatijnste nam als dominee Everardus Bogardus. En het was ook een sleuteljaar voor zijn relatie met Woerden, want in dat jaar zette hij voet aan wal op Manhattan, in Nieuw-Nederland, de nog geen tien jaar eerder gestichte kolonie van de West- Indische Compagnie in Noord-Amerika die het gebied van de huidige staat New York en enkele aangrenzende staten omvatte. Zijn oudste broer Cornelis Bogaert, kruidenier in Leiden, zijn halfbroer Pieter Muysevoet, schoolmeester in Linschoten, en zijn kleinere broertjes en neefjes in Woerden zou hij nooit meer terugzien. Maar dat wist hij toen nog niet. In het najaar van 1647, op terugreis naar het vaderland, verdronk hij bij een schipbreuk voor de kust van Wales die al even dramatisch was als zijn heenreis naar Amerika avontuurlijk was geweest. In het begin van dat bewuste jaar 1633 kwam hij na een avontuurlijke overtocht van de oceaan met het schip De Soutbergh, die maar liefst zes maanden duurde, in het nog piepkleine en splinternieuwe stadje Nieuw Amsterdam aan, dat krap zeven jaar eerder was gesticht. Bij Bogardus aankomst was alles er nog uiterst primitief. In de veertien jaar dat hij er als predikant en kleine herenboer werkte, met de al kinderrijke Noorse weduwe Anneke Jans trouwde en zelf nog vier zoons bij haar kreeg, groeide dat dorpje van een paar honderd inwoners uit tot iets wat langzaam op een geordende vroegstedelijke samenleving ging lijken, de basis van de latere wereldstad New York, die toen al inwoners uit alle hoeken van de wereld had, inclusief de lokale indianen, vrije zwarten en slaven uit Afrika. Dominee had daar een belangrijk aandeel in: geloof, moraal en burgerlijke orde stonden hoog in zijn vaandel geschreven. Hij zondigde er zelf wel eens tegen: hij was opvliegend van karakter, ongeduldig en soms onredelijk, en hij hield van een flinke borrel, zoals veel van zijn collega-predikanten 1

in die tijd, maar de eer van God en het zielenheil van zijn gelovigen stonden altijd voorop, en daarvoor ging hij desnoods op de vuist met zijn meerderen, zoals de directeur van de kolonie, Willem Kieft, die een bloedige oorlog met de lokale stammen had ontketend. Bogardus eindeloze vete met Kieft heeft hun beider leven zodanig vergiftigd en de situatie in de kolonie zo gespannen gemaakt dat de Heren XIX van de West-Indische Compagnie hen allebei terugriepen om zich in Amsterdam te komen verantwoorden Een dronken stuurman zorgde tijdens die zeereis voor een schipbreuk, met de verdrinkingdood van die rechtzinnige predikant uit Woerden die onder Kiefts opvolger, de al even rechtzinnige Pieter Stuyvesant, wellicht iets groots van zijn leven in de kolonie had kunnen maken. Everardus Bogardus verdween wel in de golven, maar niet zijn kinderen. Die waren met zijn vrouw in Nieuw Amsterdam achtergebleven omdat hij na een jaar weer terug hoopte te zijn. Vele duizenden oudere en jongere Bogardussen zijn nu in de Verenigde Staten nog steeds levende getuigen van hun Woerdense voorvader, die prominent in de vroegste geschiedenis van die wereldstad aanwezig is. In een parkje heeft hij er samen met zijn vrouw nog een bescheiden monument, dichtbij een pleintje, de James Bogardus Triangle, genoemd naar zijn nazaat, een ingenieur die als eerste het staalskelet voor de wolkenkrabbers heeft ontwikkeld. Woerden en wolkenkrabbers het verband is nogal los, maar kijkt u er in New York, of gewoon in Rotterdam, toch eens op die manier met nieuwe ogen naar De reeks aquarellen die hier vanaf vandaag wordt tentoongesteld gaat echter niet alleen over Nieuw Amsterdam, maar voor een belangrijk deel ook over de jonge jaren van dominee Bogardus in zijn geboortestad Woerden, waar hij gewoon bekend stond als Evert Willemsz, zonder achternaam, en waar in het weeshuis in de Havenstraat woonde. De aquarellen steunen op de uitvoerige reconstructie van Everts levensverhaal die ik in 1995 publiceerde onder de titel Wegen van Evert Willemsz, een boek dat vorig jaar in een verkorte en herziene versie verscheen als Evert Willemsz: een zeventiende-eeuws weeskind op zoek naar zichzelf met aan het slot van die heruitgave een reproductie van de complete reeks aquarellen in kleur. Dat levensverhaal was in veel opzichten bijzonder, ook voor die woelige eerste helft van de Gouden Eeuw. Maar het meest bijzonder waren toch wel de spectaculaire religieuze belevenissen die de vijftienjarige adolescent Evert Willemsz in 1622-23 enkele maanden lang doormaakte en die hem korte tijd tot het middelpunt van de geloofstwisten in Woerden en de inzet van een kleine machtsstrijd in die samenleving van een kleine tweeduizend inwoners maakten. Aan die plaatselijke opwinding danken we de bronnen van dat verhaal. In hoofdzaak zijn dat enkele pamfletten, dat wil zeggen kleine, nog tijdens de gebeurtenissen gedrukte 2

boekjes, waarin dat verhaal heet van de naald verteld wordt en Evert zelf aan het woord komt, in dialogen, gedichten en twee door hem geschreven liederen. Dat maakt het hele verhaal ook uitzonderlijk voor die tijd, want de stem van jongeren horen we in de geschiedenis bijna nooit, het zijn altijd volwassenen die voor hen spreken. Al even uitzonderlijk zijn de mogelijkheden die deze bronnen bieden om een blik in Everts puberziel te werpen, zijn ambities te peilen en te onderzoeken welke strategieën hij in Woerden inzette om zijn levensdoel te verwerkelijken of, soms, gewoon zijn zin te krijgen, alles in naam van zijn roeping door God. In de ondertitel van de heruitgave van mijn boek heb ik dat weergegeven met de woorden een zeventiende-eeuws weeskind op zoek naar zichzelf want zijn levensgang is bepaald door de zoektocht van dat weeskind dat zijn vader vermoedelijk nooit heeft gekend; dat al jong, wellicht bij een van de moordende pestepidemieën uit die tijd, ook zijn moeder en stiefvader verloor; dat uit een kansarm immigrantegezin en het ambachtsmilieu stamde; dat zich moest invechten in het anonieme, rauwe leefmilieu van een weeshuis, tussen hanige lotgenoten; en dat in een strikte religieuze atmosfeer leefde die zich in het toenmaals wat vrijzinnige Woerden voortdurend als legitiem moest bewijzen. Hoe moest hij daarmee omgaan? Evert moet een intelligente en slimme jongen zijn geweest, die moeiteloos zijn zin kon doordrijven. Hij was ook muzikaal psalmzang speelt een grote rol in zijn religieuze belevenissen. En hij was bovenal gevoelig. Aan die gevoeligheid, die wij wellicht als een vorm van hypersensibiliteit zouden interpreteren, dankte Evert de heftige religieuze ervaring van psychosomatisch karakter uit zijn puberteit, die jaren van overgang waarin zijn persoonlijkheid zich vormde, hij een man werd en zijn eigen weg moest bepalen. Eén ding was voor hem zeker: hij wilde weg uit dat kleinsteedse, religieus verscheurde Woerden. Hij wilde studeren, predikant worden, de wijde wereld in. In Woerden zelf heeft hij nooit gesolliciteerd of zich als proponent aangeboden. Op het moment van de gebeurtenissen die hem heel even in het middelpunt van de nationale aandacht plaatsten, in de zomer van 1622 en de winter van 1623, had hij de basisschool er al opzitten. Zoals gebruikelijk bij weeskinderen, leerde hij toen een ambacht om later zelf zijn kost te kunnen verdienen. Hij was in de leer bij een vrome kleermaker, Gijsbert Aelbertsz, met wie hij tijdens het naaien over Gods woord discussieerde. Gijsbert heeft vermoedelijk een grote impact op de ontwikkeling van zijn roeping gehad. Evert was pas vijftien, een opgroeiende adolescent, ontvankelijk voor verandering en wellicht nog grillig in zijn beslissingen. Meester Lucas Zas, de rector van de Latijnse school en de auteur van de pamfletten 3

over de gebeurtenissen, zegt het met evenzoveel woorden: Evert was een tijdje ziek geweest en hij was al aan de beterhand toen hij door God ineens met doofstomheid en verlamming werd geslagen. Hij verloor af en toe zijn gezichtsvermogen en zelfs een poosje zijn verstand. Hij at en dronk niet meer, en ging tot tweemaal toe door een fase van religieuze extase waaruit hij op spectaculaire wijze werd verlost, de eerste maal binnen het weeshuis, de tweede maal tijdens een publieke mise en scène waarbij iedereen die in de stad meetelde bij hem langskwam. Hij identificeerde zich met Christus en diens verborgen levensjaren, en ontleende daar zijn roepingsgevoel aan. Intussen kreeg hij boodschappen door van een engel die enkele malen aan hem verscheen, en die hem niet alleen op de noodzaak tot bekering van het ongodzalige Woerden wees maar hem ook zijn roeping tot het predikambt bevestigde. Die bevestiging vanuit de hemel had de kansarme weesjongen broodnodig om uit het ambachtsmilieu te kunnen opstijgen naar een intellectueel beroep. De samenleving was toen al flink dichtgetimmerd. Omdat Evert tijdens zijn religieuze vervoering lange tijd niet kon praten, schreef hij zijn ideeën, wensen en gevoelens op stukjes papier gelukkig voor ons! Meester Zas heeft veel van die door Evert geschreven teksten en liederen in de pamfletten opgenomen. Tegelijk vertelde hij het verhaal van de gebeurtenissen erbij, in een voortdurende dialoog met de jongen, die duidelijk vertrouwen in de rector had. Door zijn beproeving geestelijk herboren als een nieuwe Adam, zien we Evert zo gaandeweg zijn levensproject formuleren. Zijn teksten getuigen van vertrouwen op God, die beproeft en straft maar ook weer verlost, en van de zekerheid dat God hem zal helpen om ook in de toekomst Gods eigen wegen te blijven volgen door zijn identiteit te ontdekken, zijn idealen te verwoorden en een concreet levensproject te ontwikkelen. Dat doet Evert niet als een in zichzelf gekeerde autist. Hij reageert openlijk op de gebeurtenissen in de stad en daarbuiten, waar de oorlog met Spanje zojuist weer begonnen is en de Synode van Dordrecht de gereformeerde leer voorgoed heeft vastgelegd Evert voegt zich naar de Synodebesluiten en roept openlijk op tot verzet tegen de remonstranten en luthersen die vooral in Woerden dan nog talrijk zijn. Aan zijn kritische houding tegenover de andersdenkenden heeft hij natuurlijk ook de steun van de rechtzinnige predikanten, de kerkenraad en de burgemeesters te danken. Ondanks hun uitgesproken scepsis over zijn spectaculaire religieuze ervaringen, herkennen ze in de jongen een authentieke gelovige met een levensvatbare roeping. Ze steunen hem in zijn wens om verder te leren en zelf predikant te worden. Hij mag naar de Latijnse school, krijgt vervolgens muzieken orgel-les, en mag tenslotte met een studiebeurs naar Leiden. Eerst moet hij daar de Latijnse school afmaken, dan theologie gaan studeren in het Statencollege van de universiteit. 4

Daarmee lijkt hij een traditionele carrière te beginnen maar dan laat Evert weer zien dat hij zijn lot in eigen hand wil houden. De Leidse theologie is hem te cerebraal, hij is geboeid door het echte leven, waaraan hij vanuit zijn geloofsovertuiging vorm wil geven. Het gaat hem om godvruchtig leven, moraal, ethiek, niet om Bijbelse hoogstandjes of theologische speculaties. Evert was een piëtist die het leven boven de leer stelde. Hoogmoed, dronkenschap en overspel zijn de zonden waartegen hij van jongs af tekeer gaat maar zelf lustte hij later ook graag een borrel, en niet zonder meer met mate, als we zijn tegenstanders mogen geloven. Halverwege zijn studie geeft hij er de brui aan en zoekt het avontuur. In 1630, 23 jaar oud en nog ongehuwd, neemt hij dienst bij de West-Indische Compagnie. Die Compagnie was in 1623 van start gegaan en zocht bevlogen jongeren die overzee de roomse en Spaans-Portugese vijanden wilden bestrijden. Evert wordt als ziekentrooster uitgezonden naar het fort Nassau dat de Compagnie in Mouri, op de kust van Guinee, beter bekend als de Goudkust, enkele jaren eerder heeft gebouwd om vandaaruit met de Portugezen in West-Afrika te concurreren en handel te drijven met de stammen in het achterland van wat nu Ghana heet. Later zou het nabijgelegen fort Elmina, op de Portugezen veroverd, een berucht centrum van de slavenhandel worden, maar in Everts jaren ging het nog om gewone handelswaar zoals goud en ivoor. Wel heeft Evert daar kennisgemaakt met de zwarte bevolking. Zijn positieve houding tegenover de zwarten in Nieuw Nederland en zijn scepsis over de slavernij zullen daarmee te maken hebben gehad. Een ziekentrooster stond een stapje lager dan een predikant, maar in dat fort kon Evert op zijn gemak in zijn eigen boeken studeren en zijn opleiding voortzetten, ver van die waanwijze Leidse theologen en een betuttelende gereformeerde overheid. Twee jaar later was hij klaar. Hij keerde terug naar Amsterdam en solliciteerde naar een predikantsplaats, opnieuw bij de West-Indische Compagnie, want in Holland zelf was alles al bezet en vanuit zijn eenvoudige achtergrond viel het hem moeilijk zich in te vechten in het predikantenmilieu dat al trekjes van een gesloten burgerlijke clan begon te tonen. Het toeval wilde dat er een schip gereed lag om naar Nieuw Amsterdam te varen en dat de predikant die er als eerste was geweest na een hooglopende ruzie met de directeur van de kolonie naar het vaderland was teruggekeerd. Enkele gelijkgezinde predikanten gaven Evert een aanbeveling en hij viel ook in de smaak bij enkele regenten die het voor het zeggen hadden. Zo kreeg hij die baan als overzees predikant die hem de rest van zijn leven zou bezighouden. Eigenlijk had hij na een paar jaar naar het vaderland moeten terugkeren en zou hij dan in een gemeente in Holland zijn beroepen. Maar in Amerika had hij al gauw een talrijk gezin, naast gevestigde belangen in twee boerenbedrijven waaronder een tabaksplantage noodzakelijk om te overleven want de 5

Compagnie was berucht om haar betalingsachterstanden. En hij werd zonder enige twijfel ook gesteund door het kritische en streng-gelovige deel van de bevolking van Nieuw Nederland die in hem hun ideale woordvoerder zagen, als welbespraakt vertegenwoordiger van het morele gezag. Uit alles wat we van hem weten blijkt dat Evert een verbaal bijzonder begaafde man was, een rasredenaar die heel efficiënt de kritiek op de funeste politiek van de directeur tegen de indiaanse bevolking en het liederlijke leven van de soldaten en een aantal gelukzoekers onder de kolonisten wist te verwoorden. Zo werd hij langzamerhand de spreekbuis van het verzet tegen de politiek van de West-Indische compagnie dat in de kolonie broeide. Daaraan had hij uiteindelijk ook zijn te vroege dood aan te danken, veertig jaar oud en met nog vier jonge zoons. Toen mijn biografe in 1995 verscheen, kreeg oud-minister, econoom en ABN-Amro-bankier Jan Roelof van den Brink, die na zijn pensionering was gaan schilderen, een exemplaar ervan van zijn vrouw cadeau omdat zij wist dat hij iets met Amerika had. Het boek inspireerde hem tot de reeks van 33 aquarellen over het leven van dominee Bogardus, van zijn jeugdervaring tot zijn dood, die nu in dit museum worden getoond. Elke auteur springt natuurlijk een gat in de lucht als zijn werk op zo n beeldende manier door een lezer wordt toegeëigend, en ik vorm daar geen uitzondering op. Maar de aquarellen zijn meer dan plaatjes bij het verhaal van iemand anders, ze vormen een eigen interpretatie van Bogardus levensverhaal, wel zoals verteld in het boek, maar met de eigen accenten die de beeldende kunstenaar er vanuit zijn visueel vermogen, zijn voorkennis, zijn levensgevoel en zijn positie in het geestelijke landschap van onze tijd heeft ingelegd. Het is een parallel, alternatief dan wel aanvullend verhaal al naargelang de manier waarop men het boek leest en de prenten bekijkt. Auteur en kunstenaar vormen in dit geval een koppel dat gezamenlijk het beeld van de historische figuur vlees en bloed geeft. Daarom hebben we twee jaar geleden ook besloten om de aquarellen aan de nieuwe versie van het boek toe te voegen. U zult zelf die complementariteit kunnen ontdekken en daarbij ongetwijfeld weer andere accenten leggen dan ik dat als auteur van de biografie doe want een auteur wordt al gauw de gevangene van zijn eigen verhaal. Van den Brink heeft met zijn prachtige, kleurrijke aquarellen in ieder geval de contouren van veel episoden aangescherpt, eigen accenten gezet, en hier en daar ook een leemte ingevuld die bij gebrek aan bronnen bij mij open bleef staan. Maar dat is de vrijheid en de eigen inbreng van de kunstenaar. Hoe dan ook, ik wens u veel kijkplezier en veel genoegen bij de interpretatie van deze schitterende reeks aquarellen. U zult er vele elementen in herkennen van wat ik u zojuist heb 6

verteld. Maar u moet u ook laten meeslepen door de innerlijke kracht die van de reeks uitstraalt. De schilder Jan Roelof van den Brink was niet alleen een groot bankier, staatsman en intellectueel, met een in die kringen beslist uitzonderlijk gevoel voor het belang en de impact van religieuze overtuiging, maar hij wist zich tegelijkertijd als weinig anderen in te leven in de gevoelens, idealen en levensomstandigheden van hen die vóór ons leefden, in dit geval het wondere Woerdense weeskind dat Nederlands Amerika wilde kerstenen, de indianen zo goed als de halve heidenen die de kolonisten waren, en die van de slaven het liefst vrije zwarten wilde maken. Het was voor mij een heel groot voorrecht hem te leren kennen en ik blijf een groot bewonderaar van zijn werk. En ik ben het Stadsmuseum Woerden dankbaar voor de gelegenheid die het mij heeft geboden om mijn verhaal te vertellen in deze stad die ik via mijn werk aan de levensgeschiedenis van deze ooit vergeten held heb ontdekt en leren waarderen. Ik dank u voor uw aandacht. 7